LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4186. Donderdag A0. 1873. 2 October. STADS-BE RICHTEN. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maandenf 1. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meern 0.17£. Groolere letters naar plaatsruimte. F BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen ter kennis van de ingezetenen, dat op aanstaanden Vrijdag den 3den October, den gedenkdag van Leidens Ontzet, des namiddags van 2 tot 4 uren, door het muziek corps der dienstdoende schutterij, en des avonds van 8 tot 9% uren door het muziekcorps van het 4de regi ment infanterie, daartoe welwillend beschikbaar gesteld, eene muzieknitvoering n\ plaats hebben op de Koren- brug. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgem. E. KIST, Secretaris. Leiden, 30 September 1873. LEIDEN, 1 October. Men leest in de Rijnbode: „Tot ons leed wezen moeten wij de berichten, die dezer dagen in verschillende dagbladen voorkwamen en waarbij werd medegedeeld, dat de inschrijving voor den spoorweg LeidenWoerden reeds volteekend was, bepaald tegenspreken. Uit officieele bron toch vernemen wij dienaangaande, dat nog niet eens voor de helft van het aantal aandeelen is inge schreven, en daartoe de gelegenheid nog voort durend openstaat." Op de tentoonstelling te Amsterdam is Bde lste prijs toegekend voor den fraaisten bandhond aan den heer P. Dingjan Pz. te Leiden. Te Noordwijk-binnen zal Dinsdag 7 Oct. 's morgens te 9 uren eene harddraverij plaats hebben van paarden, die sedert 1 Sept. jl. het eigendom zijn van ingezetenen der gemeente Noordwijk. Wij ontleenen het volgende uit De Kunst bode aan een hoofdartikel van den heer,' B over het Thorbecke-monument. Voor de vervaardiging van het monument heeft men ditmaal de keuze gevestigd op den heer Leenhoff, Nederlander van geboorte, maar die te Parijs, waar hij verblijf houdt, zijne opvoeding heeft genoten. Waarom de commissie, indien zij meende, dat aan geen der in Nederland geves tigde beeldhouwers de taak kon worden toever trouwd, haar licht te Parijs ontstoken heeft, blijft onverklaarbaar, tenzij beweegredenen van zuiver persoonlijken aard den doorslag hebben gegeven. Van het oogenblik dat de commissie, en volgens onze meening terecht, niet de conventioneele type van een Legislatormaar een realistischen Thor becke wenschte te zien verrijzen, was de plaats, waarheen zij zich had behooren te wenden, van zelve aangewezen. Het is de kunstrijke stad aan de oevers der Elbe, waaraan de overleden staats man door de aangenaamste herinneringen ver bonden was, hetzelfde Dresden, waar Rietschei leefde en werkte, en waar de traditiën zijner kunst door zijne begaafde leerlingen, door een Schilling, een Donndorf, een Kietz worden bewaard en in eere gehouden, om van den grijzen maar onvermoeiden Hahnel, Rietschel's geestverwant en tijdgenoot, niet te spreken, die zijn ouden kunst roem door nieuwe kunstwerken blijft handhaven. Niemand zijner voorgangers heeft gelijk Riet- schel, in die mate, het geheim gekend, om den stoffelijken en geestelijken persoon tot een kunst geheel te vereenigen en in eene lioogere éenheid te doen opgaan. Hij is tevens een der eersten geweest, die in zijn standbeeld van Lessing en later nog beter in zijn Goethe- en Schillergroep de zwarigheden van het modern kostuum zege vierend heeft weten te overwinnen. Door deze kenmerkende eigenschappen heeft hij in de plas tiek een nieuwe richting weten te banen en een zelfstandige eereplaats in het Walhalla der kunst ingenomen. Pe aangeboren beweeglijkheid der Franschen schijnt hen, over het algemeen, onvatbaar te maken, om in de kunst, gelijk in de staatkunde, het juiste evenwicht te vinden en te bewaren, zoodat men hen, ook op dit gebied, van het eene uiterste naar het andere ziet overslaan. De bekwaamste vertegenwoordiger uit den nieuweren tijd van dit eenzijdig en overdreven realisme, zooals zich dit in de voortbrengselen der Fransche plastiek openbaart, is ongetwijfeld David geweest, die een aantal uitmuntende portretbussen vervaardigd heeft, welke zich, zoo men beweert, door een treffende gelykenis moeten onderscheiden. In zijne standbeelden echter is hij minder gelukkig geslaagd, waar hij geneigd is de schoonheid aan de natuurwaarheid op te offeren. Dit kenmerkend gebrek in de werken der Fran sche realistische beeldhouwkunst openbaart zich ook, in sterke mate, bij het model van het Thor becke-monument, dat wij thans van naderbij wen- schen in oogenschouw te nemen. Vraagt men daarenboven den onpartijdigen beoordeelaar, of de bewerking die zekerheid in de uitvoering vertoont welke de meesterhand kenmerkt, zoo moet het antwoord bepaald ontkennend luiden. Het is volkomen juist, wat wij onlangs in een beschouwing aan den heer Leenhoff gewijd, lazen, dat hij met meer geestdrift dan verstand de taak aanvaard heeft, die hem werd opgedragen, hoewel wij tot een ander resultaat komen dan de ge noemde schrijver, die alles even mooi en prach tig vindt. Een onafhankelijk kunstenaar is aller minst met een zoogenaamde beoordeeling gediend, die slechts een doorloopende lofrede behelst. Het is veeleer in zijn belang, tijdig op de gebreken te wijzen, die zijn werk ontsieren, dan hem in de meening te stijven, dat zijn schepping onver beterlijk is. Het geldt hier toch niet, gelijk de bekroonde figuur van zijn rustenden krijgsman, een academisch beeld te vervaardigen, waarbij een der bestaande antieken, min of meer gewijzigd, kan gevolgd worden, dat den kunstenaar in de gelegenheid moet stellen van zyn technische be drevenheid te doen blijken, maar een realistische persoonlykheid in het leven te roepen, die, bij mislukking, onvermijdelijk in eene karikatuur moet ontaarden. Ook waar de ontwerper eenvoudig een portretstandbeeld en niet tevens een historisch- monumentale figuur heeft kunnen of willen vervaardigen, is hij niet van de waarheid doordrongen geweest dat houding en gebaar in de plastiek minstens even belangrijk zijn als het gelaat. Anders had hij niet het hoofd met zulk een angstvallige nauwgezetheid geboetseerd, alsof hij de geheele persoonlykheid uitsluitend daarin had willen uitdrukken. Het hoofd vertoont zich overigens in verhouding tot het lichaam veel te klein, een gebrek, dat zich later in nog sterkere mate zal openbaren, wanneer bij het groote model de evenredigheden niet beter worden in acht ge nomen. Bij de overdreven nauwgezetheid aan dit overigens belangrijk onderdeel ten koste gelegd, steekt de ruwe behandeling van het overige des te meer af. Aan de drapeering van hel gewaad is blijkbaar niet de minste zorg besteed, zoodat het geheel een loggen klomp vertoont, die, ter hoogte van de heup, tot eene abnormale dikte is aangezwollen, welke de figuur op stuitende wijze misvormt. Zeker, Thorbecke was geen ideaal, allerminst voor den beeldhouwer. Zijn stijve, magere en hoekige gestalte biedt den beoefenaar der plastiek, die zich tot sierlijke lijnen en gevulde vormen voelt aangetrokken, weinig aanlokkelijks aan. Zoo onbehaaglijk echter, als hij zich hier met dien onmogelijken jas vertoont, hebben wij hem nooit gekend en is h'y ook in de werkelijkheid niet geweest. Zelden daarentegen was de uiterlijke verschijning zoozeer in overeenstemming met den innerlijken mensch, als dit bij Thorbecke het geval is geweest, waarmede een bekwaam beeldhouwer ongetwijfeld zijn voordeel had weten te doen. De stugge lijnen van die onbuigzame leest, open baarden met zeldzame getrouwheid de strenge richting van een onbuigzamen geest, die gewoon was, zonder de geringste zwenking of afwijking, recht op zijn doel af te gaan. Eene andere fout, die vooral bij eene realis tische opvatting in het oog springt, bestaat hierin, dat de ontwerper zijn beeld, dat met de hand op eene kolom steunt, te veel laat poseeren. Het be zwaar wordt door de standplaats der figuur nog vergroot, die te veel naar achteren is ge schoven, waardoor niet alleen op den voor grond een groote ledige ruimte ontstaat, maar tevens de voeten van het beeld, die in het ver lengde derzelfde lijn vallen, welke door de kolom wordt ingenomen, door deze laatste volkomen bedekt worden. Van deze kolom, die niet, gelijk bij het standbeeld van Lessing, tot aanvulling van den achtergrond, maar op een der uitspringende hoeken van de voorzijde der plint is aangebracht, hangt een slordig bewerkte draperie af, die ge bezigd wordt om de opene ruimte tusschen de beenen op zeer onaesthetische wijze, dicht te stoppen, zoodat het, van de voorzijde gezien, den schijn heeft, of de panden van den jas naslepen. Een krachtige en zelfstandige persoonlykheid, als Thorbecke geweest is, behoort bovendien op eigen beenen te staan en behoeft geen steunsel van buiten. Wij hopen dus dat de kolom met toebe- hooren naar het photografisch atelier zal worden verbannen, waar zij te huis behoort, te meer, waar niettegenstaande dit kunstmatig steunpunt, de figuur, die zijwaarts overhelt, van het voet stuk schijnt af te glijden. Heeft de ontwerper hiermede symbolisch willen uitdrukken, dat Thor becke in de schatting van het nageslacht zoude dalen? Wij hebben niet het recht hem die op vatting toe te dichten, zoodat wij hier klaarblij kelijk met een verzuim te doen hebben, dat behoort te worden hersteld. Wanneer het beeld, bevrijd van de onnoodige steunsels en overbodige aanvullingen, behoorlijk rechtstandig op het midden der plint zal zijn verrezen, wanneer bovendien aan het gewaad die zorg zal zijn besteed, zonder welke eene realistische figuur in eene karikatuur ontaardt, wanneer eindelijk het plompe kolossale voetstuk, waaruit niet de geringste kunstsmaak spreekt, in behoorlijke verhouding zal zijn ge bracht tot het beeld, zullen wij wellicht het voor uitzicht hebben een middelmatig kunstwerk te verkrijgen, zoo niet, bestaat er groote waarschijn lijkheid dat onze slechte monumenten wederom met éen zullen vermeerderd worden. Te Alphen a/d. Rijn is beroepen Ds. Chr. Knap, pred. te Kralingen. Bij de heden gehouden verkiezing te Rotterdam voor een lid van de Tweede Kamer zijn ingekomen 1028 stembiljetten. Het aantal geldige stemmen bedroeg 1011. Gekozen is de heer Mees met 756; de heer Keuchenius bekwam 231 stemmen. Het stoomschip Hollandvan Nieuwediep naar Batavia, is den 29sten September te 1 uur 's namiddags van Suez vertrokkenalles wel aan boord. Op de voordracht voor het rectoraat van het gymnasium te Nijmegen, ter vervanging <*an

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1