LEIDSCH DAGBLAD. N°. 416H. Vrijdag A0. 1873. 12 September. IETS OVER BOERHAAVE. PRIJS DEZER COURAAT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommcrs0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 t-egelsf 1.05. Iédere regel meer0.171. Groolcrc letters naar plaatsruimte. Wie van de zijde van het spoorwegstation de sleutelstad binnentreedt, zal, zoo hij een barer inwoners is, in het voorbijgaan licht een enkelen blik slaan op het standbeeld, dat op een zoo gunstige plek is opgericht ter nagedachtenis van den beroemdsten geneeskundige van zijn tijd, onzen grooten Boerhaave, terwijl de vreemdeling onge twijfeld eenige oogenblikken op die plaats zal blijven toeven om het gedenkteeken wat nauw keuriger in oogenschouw te nemen en hulde te brengen aan den man, wiens bekwaamheden zelfs huiten Europa op prijs werden gesteld. Is daarmede voldaan aan het doel der oprich ting? Zeerzeker niet ten volle. Wilt ge de merk waardigheden van een of andere stad bezichtigen, dan zult ge juist bij hare inwoners niet altijd de beste wegwijzers vinden. De ingezetene heeft eiken dag de gelegenheid om zijn weet-of nieuwsgierig heid te voldoen, en ziedaar de naaste aanleiding tot de in dat opzicht zoo menigvuldig heerschende onverschilligheid. Het antwoord op de vraag: hoevelen onzer meer ontwikkelde stadgenooten hebben zelden of nooit een bezoek gebracht b. v. -aan het museum van natuurlijke historie? zou waarschijnlijk een vrij belangrijk getal opleveren; nog daargelaten dat menigeen minder belangstel ling zou hebben getoond, zoo niet de weetgierig heid van vreemdelingen er hem had heenge dreven. Zoo ook zullen velen dagelijks den metalen Boerhaave voorbijgaan zonder zich den geleerde voor den geest te brengen, zooals hij bijna twee eeuwen geleden zich binnen deze zelfde veste be woog. Toch heeft vooral hij er aanspraak op in dit opzicht een uitzondering op den regel te maken, daar men door mindere bekendheid met zijn levensgeschiedenis en werken al licht tot een verkeerde beoordeeling zou komen. Het is hier de plaats niet die geschiedenis in bijzonderheden te behandelen, maar wij willen naar aanleiding daarvan alleen op een punt van groot verschil tusschen Boerhaave en in 't alge meen tusschen de geleerden van zijn tijd en die van onze dagen wijzen, dat men soms maar al te dikwerf vergeet. Wat wij bedoelen kunnen wij misschien het best uitdrukken met de woordenBoerhaave was geen specialiteitalthans in dien zin, waarin wij dat woord thans opvatten. Hoe veelzijdig heden ten dage de studie in verschillende vakken ook moge zijn, worden er betrekkelijk maar zeer weinig geleerden gevonden die een meer dan oppervlakkige kennis bezitten buiten het vak, op welks beoefening zij zich meer uitsluitend hebben toegelegd. Dat is alleszins verklaarbaar. Het veld van studie is sinds de dagen van Boerhaave zoo zeer in uitgebreidheid toegenomen, dat men het tegenwoordig al tot een niet gewone hoogte moet brengen om in een enkel vak op den naam van specialiteit aanspraak te kunnen maken. Daarbij zijn de voorbereidende studiën dikwijls zoo wijd- I°°pig, dat men ze niet zelden als met tegenzin doorworstelt, met een zekere koortsachtige haast naar de beoefening van het geliefkoosde vak streeft en dan al het overige zoo spoedig mogelijk als een soort van ballast over boord werpt. Een geheel anderen weg volgde Boerhaave, Aanvankelijk voornemens zich aan het vak zijns vaders); de godgeleerdheid te wijden, kwarn hij •laarvan echter latei terug, toen het hem bleek, dat men op grond van eenige verkeerd uitgelegde uitdrukkingen liern verdacht van niet ten volle de vooral in die dagen zoo strenge kerkleer te zijn toegedaan. Aan die omstandigheid had hij een voor een geneeskundige zeker ongewone kennis der oude talen te danken. Dat hij ook andere leervakken met ernst beoefende bewijzen zijne buitengewone kundigheden in de botanie en chemie, waarin hij later als hoogleeraar te Leiden les gaf, nadat hij in de philosophic was gepro moveerd. Zelfs wordt aan zijne werken op dat gebied een vqor dien tijd bijzonder hooge waarde toegekend. Wie zich dus Boerhaave louter voorstelt als een specialiteit in het vak van geneeskunde, doet hem niet al het recht wedervaren, waarop hij aanspraak heeft. De hoogleeraar was iemand van meer algemeene kennis, een man, wien men terecht den naam van genie zou mogen geven, die het in elk ander vak, waarop hij zich mocht hebben toegelegd, lot een ongewone hoogte zou gebracht hebben, zoodat hij, wanneer hij zich b. v. tot de jurisprudentie had bepaald, ongetwijfeld ook als rechtsgeleerde naam zou hebben gemaakt. De omstandigheden leidden er evenwel toe, dat Boerhaave zich hoofdzakelijk aan de geneeskunde wijdde, en dat vak is voor hem niet ondankbaar geweest. Van alle zijden viel hem dan ook dé grootste onderscheiding te beurt. Willem III bood hem de waardigheid van lijfarts aan, echter zonder gunstig gevolg; Peter de Grot)te, de man die meer dan eenig vorst ware verdienste op prijs wist te stellen, rekende een onderhoud met den waardigen geleerde zich tot een eer, ja een Chineesch mandarijn behoefde slechts aan den beroemden geneesheer Boerhaave in Europa" te schrijven om den brief ter juister plaatse te doen aanlanden. Ook de stoffelijke voordeelen bleven bij zoo groote bekwaamheden niet achterwege. Bij zijn dood liet de gevierde arts een vermogen van ruim 2 millioen gulden na, wat vooral voor dien tijd een buitengewoon groot fortuin mag heeten. Wie dus aan de nagedachtenis van Boerhaave de hulde wil brengen, die hem toekomt, erkenne in hern nog andere verdiensten dan die, waarop zijn bekwaamheid als geneeskundige hem aan spraak geeft. LEIDEN, li September. Naar men met zekerheid verneemt zijn de pogingen, door den heer Van Lijnden aangewend, tot vorming van een nieuw Ministerie, mislukt, zoodat die heer van de hem opgedragen taak heeft afgezien en zijn mandaat neergelegd. De heer Van Lijnden had zich tot onderscheidene staatslieden gewend, die echter achtervolgens hadden bedankt. Dr. L. Suringar is tijdelijk als leeraar in het Grieksch en Nederlandsch aan het gymnasium te Maastricht aangesteld. Gisteren is van Den Haag naar Konstantinopel vertrokken de gepensioneerde kapitein-ter-zee Jan sen, aan wien opgedragen is als Nederlandsch afgevaardigde op te treden in de conferentie van deskundigen, welke aldaar zal bijeenkomen om te beraadslagen over het invoeren van een interna tionale scheepsmeting en tonnemaat en het be slechten der bestaande geschillen over de tolheffing op het Suez-kanaal. Nu de naaste familiebetrekkingen der twee onlangs in de adsistent-residentie Benkoelen ver moorde ambtenaren vanwege het Departement van Koloniën zijn gewaarschuwd, kan worden medegedeeld dat de vermoorde adsislenl-resident was de heer H. Van Amstel en de controleur de heer E. E. W. Castens. (St. Ct.) Aan het Departement van Oorlog is giste ren aanbesteed de levering van het voor den dienst van het jaar 1874 hij de landmacht benoodigd ordinair, onderofficiers- en uitmonsteringlaken. De benoodigde sloffen zijnOrdinaire lakens52000 meter donkerblauw, in 13 perceelen ieder van 4000 meter; 30000 meter lichtblauw in 10 per ceelen, ieder van 3000 meter; 3000 meter groen, bestemd voor het regiment grenadiers en jagers, in éene partijonderofficierslakens4200 meter donkerblauw, in 7 perceelen ieder van 600 meter; 2000 meter lichtblauw, in 5 perceelen, ieder van 400 meter; 100 meter groen, bestemd voor het regiment grenadiers en jagers in ééne partij; uit- monsteringslakens1000 meter geel, in 4 perceelen, ieder van 250 meter; 400 meter rood in 2 perceelen ieder van 200 meter; lakens bestemd voor het koloniaal werfdepot4000 meter donkerblauw keper, 3000 meter grijs keper, 150 meter licht blauw uitmonstering, 50 meter rood uitmonstering, in éene partij. Voor deze besteding waren van tien fabrikanten uit Tilburg en van éen uit Leiden aanbiedingen ingekomen. De minste prijzen per meter warenvoor de ordinaire lakens, donker blauw ƒ3.62; lichtblauw ƒ4,27; groen, voor het reg. grenadiers en jagers 4.89; onderofticiers- laken: donkerblauw ƒ6.45; lichtblauw ƒ6.07; groen, voor het reg. grenadiers en jagers ƒ6.97; uitmonsteringlakensgeel 4.97; rood ƒ5.17; lakens voor het koloniaal werfdepotdonkerblauw keper ƒ4.12; grijs keper ƒ2.87; lichtblauw uit monstering ƒ5.48, en rood uitmonstering ƒ5. Vanwege het departement van oorlog zal den belanghebbenden omtrent de toewijziging hunner inschrijving worden kennis gegeven. De te Aarlanderveen gehouden tentoon stelling van bloemen, gewassen, heesiers, bou- quetten enz., tot viering van het 25jarig bestaan der afdeeling Alphen en Omstreken van de Hol- landsche Maatschappij van Landbouw, is uitne mend geslaagd. De tentoongestelde voorwerpen onderscheidden zich zoowel door groote verschei denheid als door sierlijkheid; en de wijze, waarop alles gerangschikt was, maakte met de doelmatige decoratie der zaal en de goede muziek, die voor eenige afwisseling zorgde, een alleraangenaamst effect. In de Maandag gehouden zitting der Koninklijke Academie van Wetenschappen, afdeeling-letter kunde, bracht de heer Beets, ook namens de heeren Moll en Jonckbloet, verslag uit nopens de vraag van het al of niet wenschelijke eener uit gave der gedichten van Constantijn Huygens. Vol gens den verslaggever, zijn de ontdekte hand schriften zoo belangrijk, dat eéne nieuwe uitgave der gedichten niet alleen gerechtvaardigd, maar teveiis zeer aanbevelenswaardig is. Huygens is, om zijne aanraking met zooveel menschen van rang en stand, een merkwaardig persoon in de geschiedenis, en deze tol dusver onbekende vruch ten van zijn geest doen zoowel een dieperen blik werpen in het gemoedsleven des dichters, als in dat zijner tijdgenooten. De tweede vraag evenwel, of de Academie zich met de uitgave moet belasten, meent de verslaggever in onlken- nenden zin te mogen beantwoorden. Immers, het oogenblik schijnt gekomen, dat het werk een gul onthaal zal vinden. Grondiger waardeering van kunst en poëzie kenmerkt onzen tijd, zoodat met recht mag worden verondersteld, dal menig voor naam uitgever naar de eer zal dingen om de uitgave te bezorgen. Deze overweging heeft tot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1