Edele Meiisclieiivrieiiden der stad, is van éene spanning voorzien en de liardsteenen onderlaag voor de ontvangst der laatste spanning gereed. Het geheel kan wedijveren met de fraaiste bruggen van Europa. Buiten onvoor ziene omstandigheden denkt men vóór den winter gereed te zijn. Naar men verneemt is de heer G. L. Brocx, eervol ontslagen leeraar in het landmeten en waterpassen aan de te Delft bestaande instelling van onderwijs in de taal-, land- en volkenkunde van Ned.-Indië, voornemens, daartoe aangezocht, bij genoegzame deelneming, geheel kosteloos, een tweejarigen cursus te openen voor het onderwijs in landmeten en waterpassen, ten behoeve der jongelieden die aan bovengenoemde instelling worden opgeleid. De audiëntie van den Minister van Oorlog zal op Donderdag 4 September a. s. niet plaats hebben Vrijdag jl. is door Z. M. den^Koning in een bijzonder gehoor ontvangen de heer Target, ten einde aan HD. zijne geloofsbrieven te overhandigen als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van de Fransche Republiek. Bij beschikking van 29 Augustus jl. is de vergunning voor een stoombootdienst tot vervoer van reizigers, goederen en vee tusschen Rotterdam en Moerdijk, vroeger aan J. Smit Cie., te Ridderkerk, verleend, verklaard te zijn vervallen met ingang van 26 September a. s. De Minister van Marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat ten gevolge van het heerschen der cholera te Memel, op de schepen, die sedert 22 Aug. jl. van daar zijn vertrokken, bij aankomst in Nederland, de quarantaine-maatre gelen zullen worden toegepast. Z. M. heeft de jaarwedde van den commis saris van politie te Breda, met ingang van 1 Juli 11., verhoogd met 200 en derhalve vastgesteld op 1200. Z. M. hééft tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw benoemd den heer J. C. Jansen, referendaris bij het Depart, van Koloniën. Z. M. heeft aan den ingenieur der mijnen in het hertogdom Limburg, P. J. J. Bogaert, het beheer en toezicht der mijnen en groeven in Ne derland opgedragen en, in verband daarmede, voormelden titel vervangen door dien van „inge nieur (}er mijnen"; aan den heer W. J. Van Duysberg, adj.-comm. bij het Ministerie van Bui- tenl. Zaken, vergunning verleend tot het aannemen van het ridderkruis der Leopoldsorde, hem door Z. M. den Koning der Belgen geschonkenaan Mr. M. A. Van den Acker, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van regen ten over het huis van arrest te Brede en benoemd tot lid van gemeld college Mr. E. W. Guljé, advo caat aldaar. Z. M. heeft verleend de volgende pens., als aan: G. J. De Vriese, directeur van het postk. te Kampen, 1087; T. Kamphuis, brievenbest., ƒ79; M. E. Alberda van Menkema, wed. van Mr. J. J. Canter Cremers, in leven vroeger agent van het domein te Groningen, laatst betaalm. te Heerenveen, ƒ319; E. De Waart, landm. 1ste kl. bij het kadaster, 834; J. Ten Brink, postbode, ƒ83; H. Van der Burg, control, der dir. belast, en van het kadaster, ƒ1580; J. A. Van Voor den, postbode, ƒ160. Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der registratie voor de burgerlijke akten n°. 3, te Amsterdam, de heer J. H. van Nouhuys, thans ontvanger der registratie en domeinen te 's Her togenbosch. Gremengd Nieuws. De kinderen der wees-, arm-, diaco nie- en tusschenscholen te Rotterdam hebben ver leden week de Rotterdamsche Diergaarde bezocht. Er zijn uitgedeeld 16350 wafelen en 11 vaten bier, van welke laatste de helft door de bier brouwers gratis werd verstrekt. Bij de hevige stormvlagen van Vrij dag in den laten avond, is eene Urker visschers- schuit op de steenglooiing van het Noorder havenhoofd te Harlingen vastgeraakt, waar zij met de bemanning eenigen tijd in groot gevaar ver keerde. Gelukkig heeft men het volk gered en de schuit binnengebracht, doch zwaar lek en bescha- digd. Vrij dag-ochtend omstreeks 6 uren ontstond te Vreeswijk brand in eene der slaap kamers ten huize van Dr. T. Een knaapje van 4 jaar was opgestaan en had met lucifers gespeeld; deze ontbrandden en zóo geraakten de bedgor dijnen in vlam. In korten tijd deelde het vuur zich mede aan de overige slaapkamers, slechts met planken en papieren beschotten van elkander gescheiden. De geheele bovenverdieping is uitge brand, doch door de spoedige en doeltreffende pogingen der brandweer is het gelukt den brand daarbij te bepalen. Intusschen heeft men de ramp te betreuren, dat een kindje van drie jaar in de vlammen is omgekomen. De zuster van mevr. T., die in het bed sliep, dat het eerst in brand geraakte, had, ofschoon met brandwonden over laden, de tegenwoordigheid van geest om de kinderen en de meid, bij wie een der kleinen sliep, te wekken, en vluchtte met vijf kinderen naar beneden, doch de meid vergat in hare ont steltenis het kind, dat bij haar op bed lag, mee te nemen. De naakte kinderen werden by de buren opgenomen, en in het eerst wist men niet of allen uit het brandende huis waren gered. Toen het kindje, dat bij de meid geslapen had, gemist werd, was het te laatmen vond het kind, in de vlammen omgekomen. Door de justitie wordt de aandacht gevestigd op de volgende oplichterijOmstreeks de helft van Juli jl. ontving G. J. Nyrolder, koop man in eieren te Beltrum, gemeente Eibergen, een in het Hollandsch geschreven brief uit Lon den, „109, Borough Highstreet London Bridge", geteekend: Twiddy en C°., waarin hem voorge steld werd om aan die firma eene partij eieren te leveren. Nyrolder antwoordde, dat hij daartoe bereid was, doch dat hij vooruitbetaling verlangde. Hij ontving daarop weder een brief van dezelfde firma, waarbij deze hem verzocht de eieren te zenden, en hoezeer dit anders niet hare gewoonte was, zond zij hem vóór de levering een cheque van 25 pond sterling, geteekendTwiddy en C0., op „Mrss. Hartland en G°. the Continental-Bank." Nyrolder disconteerde die cheque bij een huis te Arnhem, en verzond de eieren per Rijnspoorweg en verder per stoomboot naar Londen. Eenige dagen later is de cheque onbetaald en geprotesteerd teruggekomen, en zou, volgens informatie, er te Londen, in de Borough Highstreet n°. 211, eene firma Twiddy en C°. bestaan, welke solide is, doch schijnen de heeren van n°. 109 Borough Highstreet dien naam met een oneerlijk doel te hebben aangenomen. Er zou sprake zijn van meer dere cheques, die onbetaald zijn teruggekomen. De verregaande vadzigheid der 1 a z - zaroni is algemeen bekend en spreekwoordlijk. Monselet verhaalt echter het volgende curieuse en alles overtreffende staaltje, door hemzelven on dervonden. Hy zou uit Napels vertrekken en be gaf zich met zijn valies en eenige pakketten pa pieren onder den arm naar den spoorweg. Het was hoog tijd en hij stapte dus zoo haastig mo gelijk. Eensklaps wordt hij aangeroepen. Hij staat stil en ziet aan den weg die naar het station leidt een lazzarone, die hem wenkt. Monselet denkt niet anders of hij heeft een pakket verloren, en spoedt zich naar den bedelaar, die het, naar hij vermoedt, heeft zien vallen. „Ik dacht wel dat ge tot mij komen zoudt om mij een aalmoes aan te reiken" zeide de lazzarone doodbedaard. „Het is zoo warm, en ge zijt wel goed dat ge mij de moeite bespaart bij u te komen." Monselet was woedend. Hij miste den trein!! Vrijdag had te Calmpthout in België het volgende ongeval plaats: Een werkman, be last met het toezicht der schijven, welke aldaar in de heide opgericht zijn voor den kampstrijd tusschen de burgerwachten des lands, was met het herstellen van een der deelen bezig, toen een kogel hem in de borst trof en hem onmiddellijk doodde. Er woei op dat oogenblik een hevige wind; het vlagje, dat als sein moest dienen, was waarschijnlijk om den stok gerold, en werd dus niet bemerkt door den schutter die aan de beurt was. INGEZONDEN. Wie gevoelt zich niet gedrongen om te helpen bij eene roepstem om hulp voor werklieden, welke bij onvoorziene ramp het middel om hun brood te verdienen voor hun gezin, hun gereedschap, hebben verloren, en zelf niet bij machte zijn om dit aan te schallen. Wie zou niet een penningske afzonderen om zijn broeder in staat te stellen met handenarbeid eerlijk zijn brood te verdienen. Ik vertrouw dat er weinigen zullen zijn die deze roepstem niet zullen ter harte nemen. Vele kleintjes maken éen groote. Zoo zullen er broeders worden geholpen. Zoo deze gedachte het algemeen bezielde, hoe veel smart zou er bij rampen worden gelenigd en hoevele rampen kunnen geweerd worden. Deze vrome wensch moet noodwendig uit elk welgesteld hart oprijzen. Te bejammeren is het dat er zooveel geredeneerd wordt uit allerlei begin selen en oogmerken waardoor deze vrome wensch niet in praktijk wordt gebracht. Edele Menschenvrienden 1 Wat baat redeneer® over voor en tegen, is het niet beter dat de handen worden ineengeslagen om rampen te weren door as surantie, dan beschamende uitkomsten te moeten ondervinden? Zou het doel der werkmans-vereem- gingen niet veredeld worden als wij hoorden dat door deze eene kleine jaarlijksche opoffering werd gedaan om het gereedschap der werklieden, hun rijkdom, in een brandwaarborg-maatschappij te verzekeren? Zoo ja, sporen wij hen hiertoe aan; en zoo wj terugstuiten op onwil of welke beginselen ook, door ons voorbeeld worde dit eenmaal bereikt Het is oneindig verkieslijker dat wij ons een! kleine jaarlijksche opoffering getroosten om hei gereedschap van ons werkvolk te assureeren das dat éen onzer bij zulk eene ramp beschaamd tl verlegen voor de algemeene opinie staat. X. BUITENLAND. Frankrij ls. De Fransche Academie heeft den 28sten Augustus eene zitting gehouden, waarin de belooningen voot betoonde deugd (prijs Monthyon) zijn toegewezen. Eén dier prijzen is toegekend aan zekere weduw Vendevelle, die haar meester, den heer Caraffe, 36 jaren heeft gediend met een trouw, met een toewij ding, die zich nooit een oogenblik heeft verloochend. Haar meester, een grijsaard die te Parijs woonde, werd in Juli 1870, eenige dagen vóór het uit barsten des oorlogs, door eene beroerte getroffen, waardoor hij volslagen doof en lam werd, zoodal hij aan het ziekbed gekluisterd bleef, ofschoon hij zijne verstandelijke vermogens ten volle bleef behouden. Die grijsaard nu stierf in Juli 1872, zonder dat hij iets te weten is gekomen van de rampen, die Frankrijk sedert 1870 getroffen had den. Zijne trouwe dienstbode had den buiten- en den binnenlandschen oorlog, het eerste en het tweede beleg van Parijs, voor hem geheim gehou den. Zij wilde het lijden van den haar zoo dier baren grijsaard niet verzwaren, door hem beken! te maken met die verschrikkelijke gebeurtenisseri Vele voorzorgen moest zij daarbij gebruiken, eeffi groote schranderheid ontwikkelenmaar zij slaagt' volkomen in haar liefderijk werk. Het feit, zei" de secretaris der Academie in zijn rapport, zw ongeloofelijk zijn, indien twee vrienden van den zieke, die leden zijn van de Academie van Fraaie Kunsten, evenals de heer Carafa als musicus er lid van was, ons niet persoonlijk de waarheid er van hadden bevestigd. De heer John Lemoinne zegt in het Jour nal des Débatsdat hij het droit divin niet erkent; maar daar de Republiek onmogelijk 's geworden, moet Frankrijk terugkeeren tot de libe rale Monarchie. Na den slap van den graaf van Parijs, waardoor de verkiesbare Monarchie heeft geabdiqueerd, is de graaf van Chambord de eemg mogelijke Monarch in Frankrijk geworden; maar op voorwaarde dat hij onderhandelt met de natie; want deze is niet gezind de openbare vrijheden prijs te geven. De graaf van Chambord kan, op het voorbeeld van Lodewijk XVIII, aan het land waarborgen geven in een Chartre. Wil hij dit niet, dan maakt hij zich even onmogelijk als de Republiek zich onmogelijk heeft gemaakt. De Semaine financière zegt, dat het Gou vernement in staat zal zijn den 4den September het restant der oorlogsvergoeding aan Duitsch- land, namelijk 250 millioen, met den intrest, te voldoen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 2