op pensioen; bevorderd tot officier van gez. 2de kl. bij de,n milit. geneesk. dienst van de landmacht in WeFj't-Indië, den offic. van gez. 3de kl. bij dien dienst p. A. Ijlisch; met ingang vap 1 Sept. a. s. beaoemd tot Rijkstelegraafkantoorhouder te Lohith, M. J. Van Aken, thans brievengaarder aldaar. Z. M. heelt piet ingang van 1 Sept. a.s.._ tot referendaris bij den Raad van State benoemd Mr. G. J. Roijaards, commies van staat bij dien Raad; aan Mr. A. |De Ruyter de Wjjdt, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Smilde met ingang van 1 Septem ber a. s; met ingang van 1 Sept. a. s. tot tijde lijk leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Middelburg benoemd A. J. G. Paardekooper aan C. G. A. Van Essen, op zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 1 Oct. a. s. eervol ont- lag verleend als commissaris van politie te Tiel. Z. M. heelt den heer G. A. C. H. De Kuijper erkeud en toegelaten als consul van Chili te Rotterdam, op den voet van Nederlandsch onderdaan; den heer P. Beekhuis Damsté als consul van België te Groningen, op den voet van Nederlandsch onderdaan den heer W. Hanegraaff benoemd als consul der Nederlanden te Djeddah. Gemengd Nieuws. Te Rotterdam zijn valsche rijksdaal ders in omloop, die zoo bedriegelijk zijn nage maakt, dat ze oppervlakkig niet van de echte zijn te onderscheiden. De politie is er nu weder in bezit geraakt van een exemplaar, dragende het borstbeeld van Z. M. Koning Willem III, het jaar 1871 en een zeer goed randschrift. Het Zondag 1.1. in de Maas onder Delfs- haven gevonden lijk is herkend voor dat van F. B., matroos op de Engelsche stoomboot William Cooiman, den 19den dezer maand des avonds over boord gevallen en verdronken. Volgens opgave van het Bureau Veri tas, zijn in de maand Juli gebleven en vermist de navolgende schepen. Zeilschepentotaal ver loren 99. Van Engeland 43, Frankrijk 15, Duitsch- land 10, Amerika 7. Italië 5, Noorwegen 4, Zweden 3, Rusland 3, Denemarken 2, Holland 1, Oostenrijk 1, Brazilië 1, Nicaragua 1, Argentijn- sche Republiek 1 en onbekende vlag 1. Hieronder zijn inbegrepen 20 schepen, als verondersteld ge heel verloren bij gemis van berichten. Stoom- bootentotaal verloren 13. Vari Engeland 11, Amerika 1 en Holland 1. Hieronder is 1 Eng. stoomboot, verondersteld als geheel verloren, bij gemis aan nadere berichten. De 102j arige heer J. Polak, die onlangs de Zwolsche kermis bezocht en daarna zich op reis begaf, om bij een zijner kinderen het gouden bruiloftsleest te vieren, 'ligt thans te Deventer gevaarlijk ziek. HGesquirrede ontrouwe voorma lige bediende en concierge in de bank van leening te Middelburg, heeft Maandag voor het prov. gerechtshof terechtgestaan. Bij de behandeling der zaak is gebleken, dat de beschuldigde in een tijdsverloop van 18 jaar niet minder dan 4121 pandbriefjes, afkomstig van geloste panden, had achtergehouden en daarmede der bank een nadeel van f 15,636.50 had berokkend. Tegen hem is eene tuchthuisstraf van 5 tot 15 jaren en eene geldboete van f 1500 geëischt. Mr. W. A. Van Hoek trad ambtshalve als zijn verdediger op en ontwikkelde in zijn pleidooi de -u'onden die voor verzachtende omstandigheden pleiten, o. a. de bekentenis van den beschuldigde en de gebleken onvoldoende controle op de zaken der bank. Het hot zal morgen uitspraak doen. Te Maastricht is in liet huis van arrest binnengebracht zekere Roger De Compag- riolles. Tegen hem was door de rechtbank rechts ingang met bevel van gevangenneming verleend wegens het volgende feit. Op den 12den Mei jl. zouden namelijk door hem op het postkantoor te Maastricht bezorgd zijn vier pakketten, op ieder van welke als ingesloten waarde stond aange geven f 6000 en bestemd voor personen te Am sterdam, terwijl het later gebleken is, dat gemelde pakketten niet bankpapier, maar slechts couranten inhielden. Te W a a I w ij k is een jongman van 24 jaren, de steun zijner familie, onder het zwemmen verdronken. Te W e e n e n z ij n zes b u r e a u l i s t e n der tentoonstelling in hechtenis genomen, omdat het gebleken was dat zij reeds eenigen tijd van 20 tot 50 gulden daags van de ontvangen entreegel den hadden verduisterd. Het Vaderland deelt het volgende mede van het nieuwe incident in de Haagsche moord geschiedenisVoor omstreeks vier maanden ont moette vrouw Burghoudt, wonende in het hofje Hendrikslaan in de Lage Nieuwstraat hetzelfde hofje waar ook de zuster van Behagel, de hospita van den verdachte in den dubbelen moord, woont in een broodwinkeltje waar zij een boodschap kwam doen, een ongetrouwde nicht van Behagel, die op dat oogenblik geen dienst had en bij haar nicht logeerde. Een knipje, dat genoemd meisje in de hand had, trok bijzonder haar aandacht, en daar zij het nogal lang in de vingers hield, ko,n zij het goed opnemen. Het was eeri kuipje met een fraai rond beugeltje en met een beursje van geschakeld zilver. Toen zij was vertrokken, was dan ook het eerste wat vrouw B. tot de werkvrouw zeiHebt gij wel gezien wat mooi knipje zij had? De vrouw zeide, dat zij er niet om gedacht had, en dat zij niet zou weten hoe zoo'n arm meisje aan een zilveren knipje kwam. Vrouw B. had niet terstond kwaad vermoeden, maar hoe langer zij er over nadacht, des te vreemder kwam het haar voor dat een meisje, dat geen geld had om zich behoorlijk te kleeden, wel een zoo kostbaar beursje zou kunnen koopen. Opeens ging haar een licht op, toen zij voor ongeveer drie weken toevallig een papier in handen kreeg, waarop een deel van de vermiste voorwerpen van mevr. v. d. Kou wen vermeld stond. Op dat papier toch werd ook gewag ge maakt van een paar knipjes, en de omschrijving van een dier knipjes kwam precies overeen met dat, hetwelk zij de nicht van Behagel toen had zien gebruiken. Zij sprak er met haar man over,, en deze raadde haar aan er terstond kennis van te geven aan de politie, aan welken raad zij dadelijk gevolg gaf. Bij den heer Beukman geko men, verhaalde zij omstandig de geheele toedracht der zaak, en deze scheen terstond het hooge gewicht van deze nieuwe getuigenis te beseffen. Hij liet ook de inspecteurs Mertz en Hardenberg komen, in )vier tegenwoordigheid vrouw B. haar verklaring herhaalde. Hel eerste werk van de politie was nu om het bewuste knipje in handen te krijgen. Schielijk werd uitgevischt naar de eigenares, die op dat oogenblik in dienst was, en het spreekt wel van zelf dat zij daarna met een bezoek van de politie werd vereerd. Op de tot haar gerichte vraag of men haar knipje eens mocht zien, gaf zij eerst ten antwoord dat. zij er geen had, maar toen de politie mines maakte orn zich door per soonlijk onderzoek van de waarheid dier bewering te overtuigen, viel zij door de mand en vertelde, dat zij het ter leen had gegeven aan haar tante in het hofje op de Hendrikslaan, die het in den lombard had gebracht. Bij onderzoek bleek het dat dit overeenkomstig de waarheid was. Het knipje, dat thans in de handen der politie geraakte, kwam echter niet overeen met de be schrijving van vrouw B. Wel zat er een rond beugeltje aan, precies zooals zij dat had opge geven, maar in plaats van met een zilveren, was het nu met een kralen beursje voorzien. De politie begaf zich nu met het knipje naar vrouw B. Eerst werd haar een zilveren beursje voorgehouden, maar op de vraag of zij dat als het bewuste van dien morgen herkende, antwoordde zij ontken nend. Toen daarna het knipje met kralen haar ver toond werd, verzekerde zij op slelligen toon, dat het precies hetzelfde beugeltje was, maar dat er een ander beursje was aangenaaid. Aan de steken moet dan ook te zien zijn, dat het er nog niet lang kon hebben aangezeten. Het spreekt wel van zelf, dat de politie haar ond. rzoek nu verder voortzette. De personen die veel bij mevr. Van der Kou wen te huis kwamen werden geroepen of zij het bewuste beugeltje ook herkepden, en het gevolg was dat niet éen, maar vier het her kend hebben. Er schijnt een bijzonder teeken aan te zijn, waardoor het hun gemakkelijk wordt te verzekeren, dat het geen ander kan zijn. De naaister van mevr. Van der Kouwen, van wie wij reeds vroeger melding maakten, moet zeer ge schrikt zijn, toen men het haar onder de oogen bracht. Zij had er nog eenige dagen vóór den moord kleine betalingen uit gedaan. Op de tot de dienstbode gerichte vraag hoe zij aan het knipje kwam, verklaarde zij, dat zij het van haar moeder te Schoonhoven dezelfde waar Behagel na den moord eenigen tijd moet geweest zijn gekregen heeft, maar de zuster van Behagel, die op het hofje woont, verzekert met die verklaring geheel in strijd, dat zij l^et gekregen heeft van een bakker te Tergouw, waar zij' vroeger diende en dat de kinderen van den schoolmeester er het beursje aangenaaid hebben. Wat nu waar is, moet dë tijd leeren. De moeder van de dienstbode zal eerst daags in verhoor worden genomen Indien het waar is dat zij het aan haar dochter heeft gegeven, dan doet zich als van zelf de vraag op, hoe het mogelijk is dat een vrouw, die zelf grootendeels van liefdegaven moet leven, een knipje van betrek kelijk zoo groote waarde ten geschenke kan geven. Komt door het bewuste voorwerp nu inderdaad de ware toedracht van de zaak aan het licht, dan heeft zeer zeker vrouw Burghoudt, die de aanwijzing heeft gedaan, recht op de indertijd toegezegde som. Ten gevolge van de ontdekking van dit knipje moet er nu ook nog weer meer aan 't licht zijn gekomen. Behagel heeft steeds beweerd, dat hij in den bewusten nacht in 't geheel niet bij zijn zuster in huis is geweest, en zijn zuster bevestigt dit; doch nu is het uitgekomen dat vier personen hem in den bewusten nacht circa halftwee met De Jong het huis van vrouw Behagel hebben zien binnengaan, en De .long tot Behagel hebben hooren zeggen„Als jij nu maar zwijgen kunt, anders hangen we toch nog." Na een half uur moeten zij genoemd huis weer hebben verlaten. Het oppervlakkig zeer vreemde geval, dat eerst nu die vier personen daarmee voor den dag komen, wordt opgehelderd, als men weet dat een van die vier personen een heer was, die daar in dat hofje een liefje had wonen en niet gaarne wilde, dat zijn verblijf op dat late uur bekend zou worden, hetwelk natuurlijk het gevolg zou zijn van een aangifte bij de politie. Dat Behagel en De Jong vroeger elkander zeer goed gekend heb ben, wat zij maar pertinent blijven ontkennen, wordt ook nog steeds bevestigd. Het is uitgeko men, dat zij o. a. van 184449 altijd op éen slaapzaal in het tuchthuis te Hoorn hebben gelo geerd. Ook is er een getuige die hen meermalen te zamen met de pont aan de Yeenkade heeft overgezet, terwijl dan éen voor beiden betaalde. Dat derhalve in de laatste dagen de ontdekking zeer is gevorderd, is zeker, maar evenzeer is het zeker, dat er nog altijd veel duisters overblijft. Te Parijs had de vorige week het volgende plaats: Twee straatjongens, van nauwe lijks 15 jaren, ontmoetten een blinde met een hond aan een koord. De een sneed het koord door en verwijderde zich met den hond, terwijl de ander aan het afgesneden koord den blinde naar een afgelegen plaats geleidde, waar hij hem plotseling overviel en het bedrag zijner ontvangen aalmoezen eischte. De hond had zich echter weten los te rukken eri kwarn zijn meester verlossen. De jeugdige aanrander werd zoo in het been gebe ten, dat hij luid schreeuwen moest, waarop twee politie-agenten toesciioten en zich van hem meester maakten. Voor e q n i g e n t ij d z ij o in het huis van arrest te Maastricht opgenomen zekere Bolder mans, zaakwaarnemer, en diens huisvrouw, beiden te Sittard woonachtig; de eerste beschuldigd van het bedrijven van onderscheidene diefstallen, met eri zonder inbraak, de tweede van het verhelen der gestolen voorwerpen. Het Provinciaal Gerechts hof in Limburg heeft, den man tot een eenzame opsluiting van twee jaren veroordeeld, de vrouw vrijgesproken. Te Middelhar nis werd in den nacht tusschen Maandag en Dinsdag de toren van het raadhuis door den bliksem beschadigd; ook sloeg de bliksem in eene woning door den schoorsteen, verscheurde het behangsel en vernielde een klok die aan den wand hing, zonder de bewoners die in dat vertrek aanwezig waren te kwetsen. In de gemeente Kolhorn werd eene vrouw in hare woning door een bliksemstraal gedood. Men meldt uit het kamp bij Mi Ui gen: Dinsdag om 2 uur na middernacht is, onder geleide van eer. onderofficier en twee soldaten, van hier naar Arnhem overgebracht, orn voor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 2