Mijne beschuldiging, de politie aangedaan, wegens
te weinig oplettendheid bij het behandelen van
beenderen en lorren, was volkomen gegrond. Het
volgende moge tot bewijs strekken
Naar ik vernomen heb is aan den heer P. K.
door de politie gelast, om voortaan, bij het ver
voer van beenderen, die onmiddellijk van het
pakhuis in de schuit of op den wagen, of omge
keerd, te brengen, en die niet meer zoolang in
de Koenesteeg te laten slingeren, zooals tot dus
verre was geschied. Was dus door de politie reeds
eerder attentie aan den dag gelegd, dan had zij
zulks reeds vroeger kunnen bevelen. De Koene-
steeg-bevvoners hebben het dus aan de ijverige
bemoeiingen der politie te danken, dat men ten
minste een weinig zindelijker met de behandeling
van beenderen zal omgaan. Over het verdere
gedeelte van het ingezondene zal ik weinig zeg
gen. Wanneer men op uitdrukkingen, als „om
zoo te zeggen" enz. niet let, dan kan men aan
den zin eene geheel andere beteekenis geven.
Evenals hij echter, begrijp ik, dat een koopman
in beenderen geene verrotte beenderen kan ver
handelen, alsdan zou er geen sprake van beenderen-
handel meer kunnen zijn. Wanneer het echter
mogelijk is dat beenderen kunnen beschimmelen,
zal hij mij toch moeten toegeven, dat zulk een
lucht hoogst onaangenaam is om in te ademen.
Dat die lucht voorts wel degelijk uit het pakhuis
van den heer P. IC. afkomstig was, heb ik zelf
bemerkt, daar, bij het passeeren daarvan, mij de
lucht nog sterker tegemoet kwam dan op eenig
ander gedeelte van de steeg. Over het pakhuis
van de heeren Gebs Palm spreek ik niet, daar
mij daarvan niets bekend is. En hiermede over
deze zaak mijn laatste woord; het doet mij intus-
schen genoegen dat in het belang der Koenesteeg-
bewoners iets, hoe weinig ook naar mijn wensch,
door de politie is gedaan. Over het laatste ge
deelte van het ingezondene zwijg ik; „honden
die blaffen, bijten niet."
Leiden, 15 Aug. 73. J. O.
Gemengd Nieuws.
Men meldt van Petten, d d. 12 Aug.:
Jl. Zondagmorgen, omstreeks 4 uren, ontwaar
den de bewoners alhier een brik in zee, die de
noodvlag geheschen had; men zag het scheepje
het strand naderen, zonder dat er hulp kon ver
leend worden, omdat de hulpmiddelen ontbraken;
omstreeks 8 uren was het op 150 a 200 meter
afstands het strand genaderd; men zag de sloep
omslaan waarin zich een man begeven had, twee
man van boord springen, om zwemmende het
strand te bereiken, den kapitein afscheid nemen
van vrouw en kind, de vrouw in de mast hijschen
waarin nog eenige manschappen geklommen waren,
en eindelijk het schip uiteenslaan en allen (9 a
10 personen) verdrinken, op éen man na, die
nog levend, maar bewusteloos aan wal spoelde.
Men moest dat hartverscheurend schouwspel aan
zien zonder hulp te kunnen verleenen. De zee
was wel is waar eenigszins onstuimig, maar ware
er een reddingsboot voorhanden geweest, de ge-
heele equipage had gemakkel'yk gered kunnen
worden. De naam van het schip is Gratitude
kapt. Hodyson, van Londen, met cement voor
Amsterdam.
Op een stuk land, onder de gemeente
Wijk aan zee en Duin, is een prachtige zwem
vogel gevangen, bekend onder den naam „Jan
van Gent." Het dier is geschonken aan het
Genootschap Natura Artis Magislra. Waarschijn
lijk is de vogel door het stormachtige weder op
ons strand geraakt. Hij verdedigde zich verwoed
tegen zijn aanvallers en is niet zonder veel moeite
gevangen.
Nabij den Veen weg te Voorburg is
Donderdag een kind van een wachter, dat zich
op de rails van den Rijnspoorweg bevond, door
een voorbijstoomenden trein overreden, waarbij
een der beentjes werd verbrijzeld.
Men meldt uit Monnikendam van
Vrijdag: Hedennacht brak in de nabijheid dezer
stad aan den Lagendijk, gemeente ICatwoude, in
de woning van den landman Klaas De Boer een
felle brand uit. De vlammen deelden zich spoedig
mede aan de naastgelegen woning van den land
man Klaas Oud, zoodat beide woningen spoedig
tot den grond afgebrand waren. Broeiing van
hooi schijnt de oorzaak van den brand te zijn
geweest. Beide perceelen zijn tegen brandschade
verzekerd.
Een werkman te Sluis, die eenige
dagen geleden verhit van zijn werk was gekomen,
heeft de onvoorzichtigheid gehad om dadelijk bij
'zijne tehuiskomst te veel water te drinken, waarna
hij kort daarop ongesteld werd en spoedig is be
zweken.
Ter gelegenheid van de feesten te
Antwerpen zal o. a. eene revue worden gehouden
over kinderen. Alle kinderen, welke deel zullen
nemen aan de revue op de Meir, zullen een drie
kleurig lintje op de borst dragen. Uit elke klasse
der meisjes zal er een worden uilgekozen, welke
een fraai bouquet zal mogen dragen, om aan H.
M. de Koningin, aan H. K. H. de gravin van
Vlaanderen en de kinderen des IConings in het
paleis aan te bieden. Deze bloemtuilen zullen uit
bloemen samengesteld zijn, welke de nationale
kleuren uitmaken, n. 1.: zwart, geel en rood. Na
de aanbieding dezer bouquetten zullen de koren
aangeheven worden en het défilé beginnen. Het
geheele corps der hoofdonderwijzers en onderwij
zeressen zal door Z. M. met den schepen van het
onderwijs, den heer Allewaert, ontvangen worden.
Dit feest zal met een lekkeren maaltijd in de school
eindigen.
Uit Arnhem wordt gemeld: Naar men
verneemt hebben twee voermansknechls, G. en B.
genaamd, die zich Woensdag ter hoogte van het
landgoed Sonsbeek onder deze gemeente bevonden,
twist gekregen over de nietigheid, wie hunner
meesters de beste paarden had. Nadat deze twist
ten einde was geloopen, deelde B. het voorge
vallene aan zekeren G., die juist daar ter plaatse
kwam, mede, en nu zocht de laatste naar aan
leiding hiervan twist met den anderen voerman,
welke twist zoo hoog liep, dat hij zijne tegenpartij
met een stuk glas of eenig ander scherp voorwerp
eene vrij belangrijke wonde in het aangezicht
toebracht. Ook deelt men mede, dat de politie
zich met deze zaak onledig houdt.
Te Hamburg heelt een man van ruim
50 jaren om 400 th. gewed, dat hij in vier dagen
van Hamburg naar Berlijn zou loopen. Hij heeft
de weddenschap gewonnen. Laatstleden Vrijdag
moest hij te 7 uren des morgens te Berlijn zijn.
Reeds te halfzeven stapte hij de Brandenburger
poort binnen en onmiddellijk werd daarvan per
telegraaf naar Hamburg bericht gegeven.
BUITENLAND.
Frankrij Is.
Men leest in de LiberieMen weet dat de
graaf van Parijs, alvorens door den graaf van
Charnbord ontvangen te worden, hem de juiste
beteekenis van zijn stap wilde doen kennen. Men
deelt ons nu den letterlijken tekst mede van die
dépêche, welke nog door geen blad is openbaar
gemaakt. Zij luidt als volgt: „De graaf van Parijs
is, evenals de graaf van Charnbord, van meening,
dat de ontworpen bijeenkomst tot geen verkeerde
opvatting hoegenaamd aanleiding mag geven. Hij
is, bij den graaf van Charnbord komende, bereid
hem te verklaren, dat hij hem niet enkel als
hoofd van het Huis Bourbon begroet, maar dat
hy ook het beginsel erkent, waarvan de graaf
van Charnbord de vertegenwoordiger is. Hij wenscht
dat Frankrijk bloei en welvaart zoekt in den terug
keer tot dat beginsel en hij nadert den graaf van
Charnbord, om hem de verzekering te geven, dat
deze onder de leden zijner familie geen enkelen
mededinger zal vinden."
Onder de naar aanleiding der fusie tusschen
de beide takken der Bourbons in omloop gebrachte
geruchten wordt door den Temps en den Consti-
lulionnel vermeld dat de graaf van Charnbord,
aan den aandrang van eenige afgevaardigden
toegevende, zou hebben toegestemd dat bij zijne
troonsbeklimming de driekleurige vlag de oorlogs-
vlag blijven zou, mits aan den stok een witte
met leliën bezette strik werd vastgehecht. De
witte zou als de koninklijke standaard alleen op
het paleis des Konings worden gevoerd.
Duitschland.
Eenige dagen geleden werd uit Solingen aan
de K'ólti. Zeitung geklaagd over het aanwerven
van manschappen voor de Nederlandsche expeditie
naar Atchin. De politie hééft, ten gevolge vai
die klacht, in alle gemeenten van het distric
nauwkeurige nasporingen gedaan en geconstateerd
dat er zich volstrekt niets heeft voorgedaan, het
welk in eenig opzicht tot rechtvaardiging van d
klacht zou kunnen dienen.
Omtrent een ongeluk, voorgekomen bij de
belegeringsoefeningen te Graudenz, verneemt roet
de volgende bijzonderheden. De daarbij om hel
leven gekomen officier, de Badensche kapiteic
Kutzbach, was te vroeg in eene galerij der pe-
sprongen mijn binnengetreden en viel neder, be.
dwelmd door de daarin nog aanwezige gasset
Twee onderofficieren en drie soldaten, die hu
kapitein wilden redden, werden het slacht
offer hunner hulpvaardigheid. Een zesde soldai'
die mede te hulp was gesneld, is nog levend
de galerij gekomen, maar op het transport c<:
de ambulance aan de vergiftiging door het ri,
gas overleden.
Spnnje.
Het Engelsche stoomschip, dat voor Fontarak
in beslag, genomen is, had 1700 geweren n
boord benevens den Schotschen kolonel Stewaj
die belast was met het overbrengen der onderd
Engelsche katholieken bijeengezamelde gelden, Ie
behoeve van Don Carlos.
De Cortes hebben een wetsontwerp aangi
nomen waarbij 80,000 man van de reserve onderi
wapenen worden geroepen.
De Carlisten melden dat zij Berga genomsl
hebben.
Italië. I
Volgens de Osservatore Romano heeft I
heer Nigra aan het gouvernement een rappof
overgelegd betreffende de meeningen in Frarikrr
omtrent de kansen voor de Monarchie, en bekt
fende de gezindheid van Rusland, Engeland
Oostenrijk, die gunstig zou zijn voor deze oplossr.
Portugal.
In het op de Spaansche grenzen gelegen d«)
Carvalhas is eene uit Spanje komende bende ui
500 insurgeuten binnengetrokken, welke echto
spoedig weder over de grenzen teruggegaan u
De Portugeesche regeering heeft daarop tersloo
de grenzen door troepen doen bezetten en de
last gegeven alle uitgewekenen te interneeren. D
raddraaiers van den opstand te Sevilla zijn b'yn
allen langs den Gualdalquivir naar Portugal ont
vlucht en, gelijk verzekerd wordt, naar Lissabot
gevoerd. Men verwacht dat hunne uitlevering door
de Spaansche regeering zal aangevraagd wérden,
Rusland.
Door haar correspondent te Berlijn word)
aan de Times het volgende geschreven naar aan
leiding der laatste berichten uit Rusland: Hf
vraag nopens de toekomst van Midden-Azië ij
thans een nieuw tijdperk ingetreden. Aangemoe
digd door den goeden uitslag van de bij de expe
ditie naar Abyssinië voor het eerst gebruikte
pijp-wellen in verschillende deelen der steppe,
heeft de Russische regeering een volledigen toe
stel voor het boren van artesische putten naar
Chiwa gezonden. Deze bezending is eenige wekeo
geleden uit Warschau vervoerd, en zal nu wel
zijn aangekomen aan de grenzen van het onher
bergzame land, welks aanblik daardoor eene geheele
verandering zal ondergaan. Indien de Russen erin
slagen die uitgestrekte vlakten door dit middel van
water te voorzien, dan zal de geschiedenis zulks
vermelden als de grootste weldaad, die er immer i
aan de woestenijen van Turkestan bewezen is-
Met deze materieele verbetering zal de politieke
reorganisatie des lands hand in hand gaan. Er is
#nog wel mets bekend van generaal Kaufmanns
plannen ten aanzien der gevestigde bevolking,
maar men verhaalt dat hij zijne bijzondere aandacht
schenkt aan de nomadische stammen in de noorde
lijke grenslanden van het Khanaat welker beschaving
men door de bemiddeling der Kirgisen van Oren-
burg beproeven wil. Een zeker getal Kirgisen uit
het noorden, door menigvuldige aanraking met
Europeanen tot eene zekere mate van beschaving
gekomen, schijnen naar het meer Aral te zijn af
gezonden om te gelijkertijd meer ontwikkeling te
verspreiden en de orde te handhaven onder de
ongetemde, doch niet van aanleg ontbloote stammen
in de woestijn. Daar de Kirgisen, of kozakken
gelijk zij zich zeiven noemen, reeds meermalen
blijken van groote onafhankelijkheid gegeven