een afgevaardigde voor de federatie Nederland op het wereldcongres, op 8 September e. k. te Genève te houden, en wel hoofdzakelijk wegens den finan- cieelen toestand, waarin de genoemde federatie verkeert. Tevens is de federale raad van Amster dam naai' de residentie des Konings verplaatst en als correspondent, in de plaats van Gerhard, Burgdorffer in Den Haag benoemd. KOLONIËN. PARAMARIBO, 19 Juli. Bij de jongste verkiezing voor twee opengeval len plaatsen in de Koloniale Staten is de heer A. J. Da Gosta voor beide gekozen. Hij heeft niet aangenomen de plaats waarvoor het lid in 1874 moest aftreden. Een nieuwe verkiezing is daarvoor uitgeschreven. Bij Gouvernementsresolutie van 14 dezer is ten gevolge van het aan den Gouvernementssecretaris Mr. E. A. Van Emden verleend buitenlandsch verlof, in afwachting van nadere voorzieningen, bepaald, dat de hoofdcommies L. C. Batenburg het gouvér- nementssecretariaat en de functiën van ambtenaar van den burgerl. stand te Paramaribo zal waar nemen. Den 5den dezer is bij Braamspunt ten anker gekomen het Engelsch stoomschip Bengal gevoerd door kapt. A. Douglas, met immigranten van Calcutta, van waar het den 15den Mei jl. vertrokken was met 577 koelies. Op de reisiieb- ben 3 geboorten plaats gehad, zijn 18 huwelijken gesloten en 9 personen overleden, waarvan de meeste kinderen. Het vaartuig ligt nu voor het fort Nieuw Amsterdam en zal spoedig naar de stad opstoomen. Naar men verneemt, zou een andere stoomboot, de Yorkshire, die 650 immi granten overbrengen kan, den 25sten Juni van Calcutta herwaarts vertrekken. Curasao, 19 Juli. Naar men verneemt, zullen de stoomschepen der Compagnie générale Trans- atlantique dit eiland wederom eens in de maand bezoeken. INGEZONDEN. Het stukje, voorkomende in het Leidsch Dag- blad van 15 Aug., door een onpartijdige, zal ieder oplettend lezer dadelijk met ons overtuigd hebben, dat de onderteekening lijnrecht met de bewering in strijd is, omdat de onpartijdige" de onaangename eigenschappen, die de heer J. O. aan de goederen van den heer P. K. toeschrijft, liever op onze goederen toegepast wilde zien. Wij berichten den vorigen schrijver, dat de heer J. O. zich niet kan vergissen, omdat de naam van den eigenaar duidelijk op het pakhuis staat, en ons bedoeld beenderen-pakhuis niet altijd open staat, wel eens andere pakhuizendoch de „onpar tijdige" schijnt te veel kennis juist van deze goederen en plaats te hebben, dan dat wij hier aan eene vergissing moeten denken. Wij raden den zich noemenden onpartijdige aan, in 't vervolg waarheid te schrijven en getrouw zijne onder teekening na te komen. Gebs Palm. Gemengd Nieuws. Voor het Prov. Gerechtsh. van N.-Hol land, kamer van appèl, stonden eergisteren terecht J. B. H.; P. J. J.; J. J. de V.; H. H.; IC. P. en G. G. W.allen van Spaarndam en veroordeeld door de rechtbank te Haarlem wegens rebellie tegen den burgemeester, in de waarneming zijner bediening gepleegd, bij een brand op 2 Juni jl., de vier eersten tot een cellulaire gevangenisstraf van 15 dagen, de twee laatsten, die niet waren opgekomen, tot eenzelfde straf van twee maanden en allen in de kosten. Na verhoor van drie ge tuigen k charge en twee a décharge, nam de procureur-generaal Jhr. Mr. G. H. Backer zijn requisitoir, die de gronden, waarop de rechtbank te Haarlem het vonnis had uitgesproken, in alle opzichten duidelijk achtte en, na het getuigen verhoor daaraan niets wenschende af of toe te doen, bij dat vonnis persisteerde. De verdediger Mr. M. de Marez Oyens voerde o. a. tot veront schuldiging aan: den korten tijd dat de burg. als zoodanig te Spaarndam fungeerde, en, daar ZE.Achtb. niet in de gemeente woonde, niet die achting zich schijnt verworven te hebben, die hij als hoofd der gemeente verdient; dat deze Spaarndammers bij vorige branden getoond hadden wakkere mannen te zijn, daar reeds twee malen een premie van de Tielsche Brandwaar borgmaatschappij bij cfen B. was ontvangen, waarvan de eerste aan een verkeerd persoon was gegeven en de tweede na verloop van een jaar en, nè. dezen laatsten brand, onderling was verdeeld ge worden op grond van een en ander wees spreker op verzachtende omstandigheden en vroeg, wat beide eerste beschuldigden betrof, vrijspraak. Het Hof begaf zich daarop in raadkamer en, rechtdoende, veroordeelde het de beschuldigden geheel over eenkomstig het vonnis van de Haarlemsche recht bank, benevens in de kosten van het hooger beroep. Ter herinnering aan de ophanden zijnde feesten te Antwerpen wordt eene medaille geslagen, die gegraveerd is door den hepr F. Baetes. Aan de eene zijde bevindt zich het por tret des Konings en aan den anderen kant leest men: Joyeuse entreel de Leopold II, Roi des Beiges dans Anvers17 Aoiït 1873. Een staaltje van buitengewoon snelle vaart gaf dezer dagen het te Harlingen te huis behoorende kofschip de Ondernemingkapt. G. H. Pot, dat in 5*/2 dag van daar naar Riga zeilde. Als eene zeldzaamheid deelt men van Kampereiland mede, dat er de zesweeksche big gen thans voor Engelsche rekening druk worden opgekocht tot den hoogen prijs van p. m. c24 c. per i/2 kilo. Varkens van 60 a 70 kilo zijn het meest gezocht. Te V1 a a r d i n g e n wer d D i ns dag-morgen op het kantoor van de firma Van der Drift en Nooten bemerkt, dat een bezoek was gebracht door de industrieelen van nachtelijke bedrijvigheid, die door 't geforceerd openbreken van een kast- slot zich den toegang verschaft hebben tot een ijzeren geldkist, met vermoedelijk doel zich de daarin bevindende waarde zonder verlof toe te eigenen. Misschien bij vorige gelegenheid teleur gesteld, daar de kist niet gemakkelijk te openen was, hebben zij die nu maar toegesloten mede genomen zonder overigens aan boeken of papieren de minste schade toe te brengen. Gelukkig voor de zoo bij voorkeur bestolen firma was toevallig zeer weinig waarde in de kist aanwezig. Door de bemoeiingen der politie is de geldkist in het Prikkenwater gevonden, aan den onderkant open gebroken en natuurlijk van de weinige daarin geweest zijnde specie verlost. Een Europeesch slangenbezweerder is het slachtoffer van zijn kunst geworden. Een jong man, Joseph Wagner, te Glichy in Frankrijk woonachtig, verstond, naar hij zeide, de kunst, zelfs de gevaarlijkste slangen te bezweren. In tegenwoordigheid van eenige vrienden nam hij dezer dagen een kleine zwarte adder in de hand, liet haar om zijn arm slingeren en wierp haar toen op den grond. Daarna nam hij een rottinkje en sloeg het dier zoolang tot het woedend werd. Toen nam hij het weer op, en, met de woorden „Kom, kus mij nu", stak hij den kop van de slang in zijn mond. Het dier beet hem evenwel bij die gelegenheid in de tong, en na verschrik kelijke pijnen geleden te hebben is de ongelukkige bezweken. In Munster berg, Pruisen, gaf de mechanicus Schórrer druk bezochte voorstellingen. Een mechanisch hoofd dat sprak, enz. verbaasde dagelijks de toeschouwers. Eenigen echter meen den dat 't kunstwerk verdacht was. Men maakte de politie op de zaak opmerkzaam en nu werd het volgende geconstateerd. Een kleermaker, die een naaimachine hij Schórrer had gekocht, stond als betaling zijn dertienjarige dochter voor het boerenbedrog af. Van 9 uur 's morgens tot 10 uur 's avonds werd hel kind in een klein driekant kastje geplaatst, waar het op de knieën en het hoofd door een ronde opening gestoken in elkan der werd geduwd. In die houding moest het kind op commando van haar beul zingen, spreken, rooken, sterken drank drinken enz. Meer dan twee maanden hield het kind de marteling reeds uit, maar de geneesheeren verklaarden dat zij, zonder de tijdige ontdekking, spoedig bezweken zou zijn. Schórrer is gevangen genomen. Te Donaz, een dorpje dat aan den weg van Ivrée naar Aoste ligt, was dezer dagen een jongetje van 10 jaren met eene meid op de bergen kruiden gaan plukken. De meid verliet eenige oogenblikken de zijde van het knaapje, en een arend, welke reeds lang die prooi beloerd had, maakte van die omstandigheid gebruik om op het kind aan te vallen, dit met zijne sterke klauwen te grijpen en er de lucht mede in te vliegen. Eenige soldaten, welke op het fort Bard in garnizoen liggen, hebben het vreeselijk verminkt lijkje van den knaap teruggevonden, op ongeveer twee uren afstand van de plaats waar het roofdier zijne prooi had weggenomen. De arme dienstmeid durfde niet naar hare meesters terugkeeren en bleef twee volle dagen in eene rotskloof verscholen, waar men haar heeft teruggevonden. Het was meer dan tijd, want zij had daar al dien tijd zonder eten of drinken doorgebracht. Herhaaldelijk worden op de Weener tentoonstelling pogingen aangewend om voorwerpen te stelen, meestal echter met slecht gevolg. Onlangs echter werd uit de Duitsche tentoonstelling, afd. onderwijs, een mikroskoop gestolen ter waarde van ƒ300. De goede uitslag gaf den vermoedelijken dader moed een tweede exemplaar, dat ƒ100 waard is, weg te nemen. De politie had ditmaal scherper oogen en er bestaat nu vooruitzicht dat zij van den gevangene vernemen zal waar het eerste gebleven is. Op het rooken in overdekte gebouwen is eene geldboete van 5 gesteld, 't Schijnt de rookers niet af te schrikken. Het bedrag der ont vangen boeten bedraagt reeds ƒ1300. Eindelijk, den 10 Aug., heeft de ontvangst van entréegelden het cijfer van een millioen gulden bereikt. Aan vankelijk had men gedacht reeds in Mei tot dit cijfer te komen. Verleden Zaterdag speelden eenige kinderen bij een der vijvers op het landgoed van den heer Bisschoflsheim, nabij Brussel, doch een der knapen weigerde aan hun spelen deel te nemen en bleef aan den kant van het water staan. Eens klaps stieten twee der kinderen den vreesachtigen jongen in den vijver. Ongelukkig was de plaats waar hij viel met waterplanten begroeid, en met door den schrik verlamde ledematen poogde de arme kleine, nauwelijks 9 jaren oud, vruchteloos uit het water te geraken; na eenige minuten verdween hij in de diepte. Zijn makkers liepen van schrik weg en durfden aan niemand het gebeurde verhalen, 's Anderendaags zagen voorbij gangers het lijk van het ongelukkige kind op de watervlakte drijven. Te Vicksburg in Amerika heeft zich een voor criminalisten hoogst merkwaardig geval voorgedaan. Een zesjarige knaap was de lieveling zijner ouders, toen er nog een broertje kwam. Hij verbeeldde zich dat hij bij dezen werd achter gesteld en dit vervulde hem met wangunst jegens den kleine. Op een namiddag, dat zijne ouders van huis waren en hij met eenige knapen op straat speelde, raapte hij een tichelsteen op en verwijderde zich. Met dien steen sloeg hij zijn broertje de hersens in, droeg het lijkje in een kreupelbosch en keerde toen naar zijne makkers terug, wien hij vertelde wat hij gedaan had en, tot overtuiging, zijn doode broertje zien liet. De ouders, eerlijke lieden, zijn diep getroffen en weten niet wat zij met den kleinen moordenaar zullen doen. De vraag of deze daad, die geheel en al het karakter heeft van een moord met voorbedach ten rade, als zoodanig te beschouwen is, houdt de justitie bezig; maar er kan natuurlijk geen quaestie wezen van de gerechtelijke vervolging van een zesjarig kind. Eenige dagen geleden heeft te Moskou het volgende plaats gehad: Een ter dood veroor deelde zou worden geëxecuteerd en lag reeds uit gestrekt op het schavot, het oogenblik verbeidende dat de bijl zou vallen om zijn hoofd van het lichaam te scheiden. Het teeken wordt gegeven, maar het mes blijft haken voor het den hals van den veroordeelde heeft bereikt en deze blijft onge deerd. De menigte die de executie bijwoonde roept om genade voor den man- en deze wordt naar de gevangenis teruggevoerd, om den keizer over zijn lot te doen beschikken. Z. M. was van oordeel dat, waar de Voorzienigheid zoo blijkbaar de uitvoering van het vonnis had belet, deze niet andermaal mocht beproefd worden en verwees den misdadiger naar de galeien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 2