wisch gebruikte, en haar met scheldwoorden overlaadde, terwijl de man van A. B. ongeveer een jaar ten huize van F. B. met haar heeft samengewoond en haar daarna heeft verlaten, gelijk hij zeide: „omdat zij het met haar oom hield." Beide besch., later in de instructie nog gehoord, gaven hoofdzakelijk op De lsle besch., dat hij wel dacht dat zijne nicht bevallen moest, maar hij op zijne vragen altijd een ontwijkend antwoord kreeg; het was onwaar dat hij tot haar heeft gezegd: „jij dood of het kind dood"; eerst 's morgens te uren na hare bevalling had hij dit van haar vernomen. Zijne nicht had van jongs aan bij hem in huis gewoond, zelfs toen zij getrouwd was, op een korten tijd na, en na gescheiden te zijn van haar man, met hare beide kinderen ook hij hem gewoond. Hij had er nooit aan gedacht een dokter over de ver moede zwangerschap zijner nicht te spreken. Het kind had hij een dag of drie later des avonds lusschen licht en donker op verzoek zijner nicht van onder de dekens weggehaald en begraven. Zij had hem na de bevalling gezegd dat het kind dood was, terwijl hij toen te zeer ontsteld was orn het dadelijk te begraven. Hij wist niet dat het kind geen natuurlijken dood was gestorven en kon zijne geheimzinnigheid over de bevalling niet oplossen. Hij wist er mede niets van dat zijne nicht ook voor 2'/2 jaar ten zijnen huize zou bevallen zijn, hoezeer hij toen met haar in het zelfde vertrek sliep en hij in de laatste vier jaren geen nacht van huis was geweest. Alles wat zijne nicht daaromtrent heeft opgegeven, was gelogen. De 2de besch., dat zij op 7 April jl. des avonds, bemerkende dat haar bevalling nabij was, dit aan haar oom heeft medegedeeld, die zeide: „je weet wat ik gezegd heb, jij dood of het kind dood," dat haar oom haar het kind na de bevalling ont rukt heeft en dus niemand dan hij het kan heb ben geworgd; dat zij te bang was voor haar oom om zich tegen zijne handelwijze te verzetten. De band en de doeken op het kind gevonden waren in het huis van haar oom aanwezig. Het was onwaar dat zij voor 5 jaren was be vallen, maar wel was zij voor ongeveer 2 jaren bevallen van een levend kind. Ook dat kind was door haar oom onmiddellijk na de geboorte weggenomen, zonder dat zij weet waar hij er mede gebleven is en zij was te bang voor haar oom, om hem te vragen waar hij hel kind had gelaten nadat hij het haar had afgenomen. In de/.e zaak wordt het Openbaar Ministerie waar genomen door uen Adv.-Gen. Mr. Van Maanen. Als verdedigers treden op: voor F. B., Mr. Van Gigch, en voor A. B., Mr. Pape. In Den Haag is gisteren een gasthuis voor R. Katholieken geopend, genaamd het Ziekenhuis van den H. Johannes de Deo. Er is een afzon derlijk gebouw voor lijders aan besmettelijke ziekte aan verbonden. De directie der Stoomvaartmaatschappij Java verzoekt het Hand. mede te deelen, dat volgens brief van kapt. E. Van Ingen, voerende het stoomschip Javadeze wel degelijk zijne hulp aan de gestrande stoomboot Tromp, toebehoorende aan den heer Engels, en varende in de lijn der Commercial Steamship Companyheeft aange boden dat van land geseind werd, dat er muiterij aan boord was, en dus de commandant der troepen zich tegen de landing verzette, en dat overigens kapt. Oort van het stoomschip Prins Hendrik seinde, reeds bijna alles aan boord te hebben en te kunnen bergen. Te Aden is door kapitein Van lngen weder aangedrongen op het afgeven van een gedeelte der troepen, doch kapitein Oort weigerde iels anders dan de postpakketten aan boord der Java te zenden. De Stoomvaartmaatschappij Java zou zich niet publiek in deze zaak hebben gemengd, ware het niet, dat hij zich ten behoeve van kapitein Van Ingen gedrongen gevoelt, het bovenstaande algemeen bekend te maken. Aanhoudend worden in den laatsten tijd de inschrijvingen op de groote werken van de genie, door den minister van oorlog aan de minste inschrijvers niet gegund, wegens overschrijding van de ramingen van de genie. Enkele aannemers hebben zich daarover reeds beklaagd en aan de bevoegde macht kennis van die zaak gegeven. Wegens de aanhoudend stijgende prijzen van werk loon en materieel kunnen de ramingen niet meer op den ouden voet gemaakt worden. (D. B.) Tot tijdelijk leeraar in het Grieksch aan de Latijnsche school te Kampen is benoemd Dr. C. F. A. Van Darn. Men verneemt, dat de pogingen van den directeur der Duitsche opera te Rotterdam om zich door een subsidie van f 20,000, te vinden uit particuliere inschrijvingen, te dekken voor het a. s. speelseizoen, nog geenszins gelukt zijn. Daar de voorstellingen reeds in de volgende maand moeten aanvangen, is het vooruitzicht voor de kunstliefhebbers tegen den aanstaanden winter eenigszins somber. Van het regiment veld-artillerie te Arnhem zullen van 23 dezer tot 8 September a. s. ge detacheerd wordentwee sectiën naar Den Bosch, een sectie naar Maastricht en een sectie naar Nijmegen voor de oefeningen, welke in dat tijd vak en in die plaatsen zullen worden gehouden. Kapitein G. Van der Voort van het 8ste reg. inf. is bij de normaalschietschool in Den Haag en in verband daarmede ook bij den staf der infanterie overgeplaatst. Volgens een van den commandant der zeemacht en chef van het Departement van Ma rine in Nederlandsch Indië ontvangen telegram van den 6den dezer, is Zr. Ms. schroefstoomschip Djambi van Batavia vertrokken, met beslemming naar Nederland, Zr. Ms. schroefstoomschip Riouw al daar aangekomen en Zr. Ms. schroefstoomschip Vice-Admiraal Koopman naar Atchin vertrokken. Het stoomschip Meikong, van de Messageries Maritimes, met de verwacht wordende Fransche mail met berichten uit Batavia van 3 Juli, is 2 Augustus van Suez naar Port Said en Marseille vertrokken, in welke laatste haven gemeld stoom schip 9 dezer verwacht wordt. De stoomschepen Malta en Ceylonvan de Peninsular and 0- riental Companymet de verwacht wordende Indische mail aan boord, zijn 4 Augustus van Alexandrië vertrokken en worden, het eerste 7 dezer te Brindisi en het tweede omstreeks 17 dito te Southampton verwacht. Den 28sten dezer zal het stoomschip Jason kapit. De Boer, voor rekening van de stoomvaart maatschappij Nederland weder naar Java vertrek ken. Het schip, dat toebehoort aan de Koninkl. Nederl. Stoombootm., is bij overeenkomst met eerstgenoemde maatschappij voor die reis bestemd. De reis zal medegemaakt worden door een deta chement suppletietroepen, sterk 300 man. De luits. ter zee der Isle kl. N. A. De Vries en E. H. E. Van Woelderen worden met den 16den dezer geplaatst respectievelijk aan boord van Zr. Ms. wachtschepen te Amsterdam en te Willemsoord. De minister van financiën heeft bepaald dat de navolgende ambtenaren bij de administratie der posterijen hun functiën zullen uitoefenen als volgt, te wetende commies der 3de kl. L. J. Van Ingen, ten postkantoie te Breda; de com mies der 3de kl. S. Van Delden te Dordrecht, en de surnumerair H. Van Trojen te Arnhem. Door den minister van oorlog zijn de ser geanten K. IJzerman en T. W. Beitels, van het bataljon mineurs en sappeurs, te rekenen van den Oden, tot fortificatie-opzichter 3de klasse benoemd. Z. M. heeft op zijn verzoek eervol ontsla gen als ontvanger der dir. bel., in- en uitg. rechten en acc. te Amersfoort c. a., behoudens aanspraak op pensioen, den heer J. P. Schluiter, en als zoodanig in zijn plaats benoemd den heer J. P. Helmolt, thans controleur der dir. bel. te Haarlem. Z. M. heeft aan Mr. J. J. Ermerins, op zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 1 Sep tember a. s. eervol ontslag verleend als notaris te Zierikzee; bij het wapen der infanterie be noemd, tot 2den luit. bij liet 2de reg., den ser geant-titulair F. J. R. Von Ernst, van het 7de reg. Gemengd Nieuws. Gisteren stonden te Utrecht voor de arrond.-rechtbank terecht de personen van V. en V. en een korporaal van het 8ste reg. inf., beschul digd van zich aan straatgevecht te hebben schul dig gemaakt, waarbij de korporaal feitelijk slechts toeschouwer was en door de beide bovengenoemden werd aangerand. De korporaal was door de militaire autoriteit aan den burgerlijken rechter voor dat feit ter beschikking gesteld; de officier van justitie eischte eene cellulaire gevangenisstraf van !J> dagen. In zekere gemeente in de provincie Groningen kwamen 6 kiezers in een gemeentehuis om hunne stembriefjes te halen. Toen men ze hun gaf en vroeg, wie ze er nu op plaatsen wilden,, gaven ze ten antwoord„dat hebt wie nog nooit doan, dat dut altied veur ons dei ken 't goud. Voor de betrekking van klokluider, lantaarnopsteker en politie-agent te IJlst, hebben zich ruim 30 sollicitanten aangemeld. Bij het in orde brengen van het archief te Gouda heeft men, verborgen onder een massa papieren, een prachtigen zilveren beker gevonden, voorzien van verschillende wapens en waarschijnlijk afkomstig uit den tijd van Jacoba van Beieren. De manschappen van het bat. mineurs en sappeurs, die voortdurend op de forten en lunetten werkzaam zijn, vertrokken voor een paar dagen naar het fort de Bilt en maakten gebruik van eene brug, die bij hunne afwezigheid door de infanterie gelegd was. Bij den overtocht vielen 8 man in 't water, waarvan er een een vrij belang rijke kwetsuur bekwam. De beide stadspoorten van Woerden, vóór 14 dagen tot amotie verkocht, brachten toen gezamenlijk slechts f435 op. Deze verkooping^ niet geapprobeerd, en nu andermaal uitgeschreven, had ten gevolge, dat zij Dinsdag f 1402 golden. Bij bevelschrift der arrondissetnents- rechtbank te Middelburg, is naar den procureur- generaal bij het gerechthof in Zeeland verwezen I. De W., oud 32 jaren, dienstmeid, wonende te Waterlandkerkje, thans gedetineerd te Middelburgs ter zake, dat zij in den avond van 28 Mei 1873 haar kind, den 24sten Maart te voren geboren, met een touw heeft geworgd en het daarna in de waterleiding geworpen. Des middags van dien dag had zij haar kind uit het huis eener vrouw onder Yzendijke, bij wie het besteed was, ge haald, omdat zij het kostgeld niet langer kon op brengen, en het medegenomen zonder bepaald doeldaarna is het voornemen bij haar opge komen om haar kind te dooden. Men meldt uit Limburg: Zekere Spiertz, van Eijgelshoven, heeft men bij het kort daarbij gelegen Pruisisch gehucht Worn dood ge vonden. Hij schijnt, ten gevolge van bekomen messteken in het hoofd, overleden te zijn. Men had zijn lijk op de rails van den spoorweg ge legd, doch het werd gevonden, eer het overreden werd. De dader is nog niet ontdekt. Voor eenige dagen was uit Franeker een krankzinnige ontsnapt, die, na rondgezworven te hebhen, Woensdag-avond halltien bij zijne familie te Sneek aankwam. De politie was al spoedig van zijne aankomst verwittigd en nam maatregelen hem naar Franeker terug te brengen. Dit ging echter hoogst moeilijk. De krankzinnige had zich nl. op den zolder zoodanig gebarrika- deerd, dat- de gewone toegang geheel versperd was. Toen men daarna door een raam op den zolder wilde binnendringen, trachtte hij zich met een mes te verdedigen. Eindelijk inziende, dat hij, tegen de overmacht niet was opgewassen, ont snapte hij over het dak, waarna een wezenlijke jacht begon. Over drie daken, de pannen stuk trappende, trachtte hij te ontkomen. Eindelijk werd hij boven op een huis gegrepen, naar be neden gevoerd, gebonden onmiddellijk per rijtuig naar Franeker teruggebracht. Men schrijft uit Spa: Dinsdag-avond reden de Koningin en de jonge prinses op eenigen afstand van deze badplaats, toen zij door een onweer verrast werden. Zij haastten zich naar een huis te vluchten, dat zij op eenigen afstand zagen, waar zij meenden te schuilen; maar de vrouw die de deur opende, verbaasd over de schitterende toiletten, weigerde haar gastvrijheid te verleenen en zeide kortweg in haar patois Ik logeer geen lieden zooals gij. De Koningin wendde zich toen tot een landbouwer, die, ver wonderd over dit onverwacht bezoek, zich haastte een briefje van H. M. naar Spa te brengen. On- noodig er bij te voegen, dat hij voor zijn moeite goed werd beloond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 2