LEIDSCH DAGBLAD. Woensdag A0. 1873. 6 Augustus. n°. mi. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 3 maandenf 1. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meern 0.175. Groolere letters naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 18 der wet van den 14den September 1866 (Staatsblad n°. 138J, houdende bepalingen betrekkelijk de inkwartieringen en het onderhoud van het krijgsvolk, en de transporten en leverantiën, voor 's Konings legers of vestingen gevorderd; Doen te weten dat de lijst, bevattende de narnen der inwoners, die voor het verleenen van inkwartiering en onderhoud in aanmerking komen, is opgemaakt, op de kleine pers van het Raadhuis aangeplakt en van heden, gedurende veertien dagen, op de Secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage wordt nedergelegd. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaat sing in de Leid-scke Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STOFFELS, Weth. loco Burg. E KISTSecretaris. Leiden, 5 Augustus 1873 PAEDAGOUIEK. Onder de nuttigste maatschappelijke betrek kingen, een ieder zal het met ons eens zijn, behoort in de eerste plaats die van onderwijzer. Wie mag aanspraak maken op den naam van bekwaam leeraar? Hij, die zich in genoegzame mate de kundigheden heeft eigen gemaakt, die hij aan zijne leerlingen moet mededeelen? Vol strekt niet. Er moet nog een tweede voorwaarde worden vervuld, en wel dezede onderwijzer moet ook in staat wezen zijn leerlingen de door hem verworven kennis deelachtig te maken, hij moet paedagoog zijn. De paedagogiek is eene afzonderlijke wetenschap, die leert hoe men moet onderwijzen, die onder bepaalde regelen heeft gebracht wat jarenlange ondervinding op dat gebied heeft geleerd, die verklaart hoe de leerling denkt en gevoelt, hoe het onderwijs moet zijn ingericht om met vrucht door den jeugdigen hoorder te kunnen worden opgenomen, hoe de leeraar met den leerling moet omgaan. Zij heeft dus evenals elke wetenschap haar geschiedenis, hare beoefenaars en.hare vereenigingen. Ook ons land telt er zulk eene, die ontslaan is uit de vroegere Vereeniging vari Instituieurs en dezer dagen te Utrecht haar 15de jaarlijksche vergadering hield. Mag zij uit een wetenschappelijk oogpunt be langrijk heeten, ook in een ander opzicht verdient zij de aandacht. Op de vergaderingen der Ver eeniging voor Paedagogiek toch vindt men onder wijzers van verschillende bevoegdheid, nl. hen die hunne krachten aan het middelbaar, en hen die ze aan het lager en uitgebreid lager onderwijs wijden. Zulk een samentreffen van beoefenaars der onderdeden van hetzelfde vak, die gewoonlijk minder met elkander in aanraking komen, kan niet anders dan een heilzamen invloed uitoefenen. Het geeft aanleiding tot een wrijving van ge dachten, die kan bijdragen tot vernietiging der eenzijdigheid, die het gevolg zou zijn van alge- heele afscheiding, vooral te bejammeren bij onder deden, die zoo nauw aan elkander verwant zijn, dat goede overeenstemming ze tot een schoon geheel kan vormen, gebrek aan samenwerking daarentegen op heide een nadeeligen invloed moet uitoefenen. De afgeloopen vergadering nu 't valt niet te loochenen, wat mert later ook ter vergoelijking zou willen aanvoeren - heeft bewezen dat de goede harmonie tusschen de leeraren van het M. O. en de onderwijzers van het L., vooral het D. L. O., nogal wal te wenschen overlaat. Het is er mee gelegen zooals het met naburen in het dagelijksch leven en met rijken in de groote sta- ienmaatschappij wel meer gaat: men is het oneens over de grenzen van elk gebied. De onderwijzers beschuldigen de docenten van zucht om een ge deelte van het U. L. O. te annexeeren, de laat- sten ontzeggen den eersten de bevoegdheid om het onderwijs zoover uit te breiden als thans het geval is. Daarbij wordt den docenten de beschul diging, laat ons liever zeggen liet feit, naar het hoofd geworpen dat het M. O. zoo slechte vruch ten oplevert Het is dezelfde quaestie als die der uitgebreid heid van het voorbereidend gymnasiaal ten op zichte van het academisch onderwijs. Wij begrijpen echter niet waarom het U. L. O. niet zou mogen omvatten wat op de lagere klas sen der H. B. S. wordt gedoceerd, zoolang het zich bepaalt tot de bevoegdheid, die de hoofdonder wijzer door de hem toegekende akte heeft ver worven. Niet alle ouders willen of kunnen hunne kinderen naar de H. B. S. zenden, zonder daarom nog tevreden te zijn met hetgeen hunne zoons op de L. S. zouden leeren, als dat onderwijs niet verder ging dan tot daar, waar de laagste klasse der H. B. S. begint. Bovendien waarom den hoofdonderwijzers een betrekkelijk zoo zwaar examen afgenomen, als het hun niet zou vergund zijn in de vakken, waarin zij geëxamineerd worden, onderricht te geven Zou dat niet een groote onbillijkheid zijn? Het M. O. levert, de gunstige uitzonderingen natuurlijk daargelaten, niet de resultaten op, die men het recht mocht hebben er van te verwach ten. Als een van de voornaamste redenen daar van beschouwen wij het gebrek aan discipline, dat op menige H. B. S. maar al te zeer heerscht. Is het te verwonderen De meeste docenten heb ben hunne studiën volbracht aan een onzer hooge- scholen en treden dan uit een paedagogisc.il oog punt schier geheel onvoorbereid op aan een inrichting, waarvan de leerlingen een zekere mate van onafhankelijkheidsgevoel bezitten, dat uit den aard der zaak aan jongelieden uit den meerge goeden stand eigen is, wier leeftijd, van 1218 jaar en soms hooger, de leiding voor den onder wijzer dubbel moeilijk maakt. Daarom wij zijn 't volkomen eens met de daaromtrent op de Utrechtsche vergadering uit gedrukte meening ware het vooral voor het M. O. wenschelijk dat er meer tijd werd besteed aan de beoefening der paedagogiek, terwijl de instelling van een proefjaar, zooals hij onze Duit- sche naburen in zwang is, ongetwijfeld allerheil zaamst zou werken. De onderwijzers aan de L. S. zijn, wat de lei ding der leerlingen betreft, ongetwijfeld op een gunstiger standpunt geplaatst, vooral ook omdat zij reeds vroeg als hulponderwijzer, sommigen zelfs als kweekeling, gelegenheid hebben eene rijke ervaring op te doen. In dat opzicht zou het kweekelingenstelsel misschien aanbeveling ver dienen. Wij besluiten met den wensch dat de „broe derlijke" maaltijd, die de vergadering bekroonde, de voorbode moge zijn van een broederlijke ge zindheid tusschen de beoefenaars der verschil lende takken van onderwijs onderling en als ge volg daarvan tevens van steeds beter resultaten hunner moeilijke werkzaamheden. LEIDEN, 5 Augustu*. Hedenmiddag te halfeen had in het stroo- magazijn naast de Stadswerf een begin van brand plaats. Door de huren werd met eenige emmers water verder gevaar voorkomen. Gistermorgen omstreeks halfnegen sprong, waarschijnlijk in eene vlaag van krankzinnigheid, de echtgenoote van den heer E. huilen de Rhijns- burgsche poort in den Singel, doch werd dadelijk door twee knechts er uitgehaald en naar huis gebracht. Bij de heden gehouden verkooping van Co kes op het raadhuis alhier van partijen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters waren de hoogste prijzen 50, 26, ƒ5,10 en ƒ2,65, de laagste ƒ50, 25,50, ƒ4,90 en 2,50. Op Maandag 8 September a. s. zal in Den Haag worden gehouden de 2.3ste Algemeene Ver gadering der Broederschap van candidaat-notarissen. Onder de te behandelen onderwerpen behoort een voorstel van den heer Armand Sassen te Breda, strekkende dal de Broederschap van candidaat- notarissen zich wende tot de Regeering en de Kamers der Staten-Generaal, met het verzoek over te gaan tot de herziening der wettelijke regeling van het notarisambt. Door het Hoofdbestuur van het N. O. G. zijn tot honoraire leden des Genootschaps benoemd wegens hun uitstekende verdiensten als opvoed kundigen, de heeren D. De Groot te Groningen en G. J. Pontier in Den Haagwegens hun onver- moeiden ijver en belangstelling voor de verbetering van het lager onderwijs, de heeren Dr. S. Sr. Coronel te Leeuwarden, Mr. W. W. Van Lennep en N. G. Pierson te Amsterdam; wegens onver- moeiden ijver en toewijding aan de verbetering van het onderwijs voor meisjes, mevr. M. G. Storm van der Ghijs te Delft en eindelijk wegens groote verdiensten jegens het Genootschap de heer Dr. J. Zeeman, te Amsterdam. Korten lijd na het overlijden van den heer P. H. B. Motké, te midden van de belangrijke zending, die hem door de Nederlandsche regeering was opgedragen, werd in eene bijeenkomst van mannen, welke hem gedurende zijn kort verblijf in Indië hadden leeren hoogschatten, besloten, te zijner gedachtenis een blijvend gedenkteeken op zijn graf te Pekalongan te plaatsen. Ter verwe zenlijking van dat denkbeeld is de medewerking van zijne vrienden hier te lande ingeroepen. Daar aan is in zoover gevolg gegeven, dat op den 18den Juni in Den Haag eenige belangstellenden zijn bijeengekomen, om dat plan te bespreken. Allen verklaarden zich bereid om de uitvoering daarvan te bevorderen, echter onder voorbehoud, dat van de hijeen te brengen gelden eene toereikende som zou afgezonderd worden, om in de geboorteplaats van Motké eene herinnering te plaatsen aan den man, die zich in zijn werkzaam leven, niet het minst in Nederland, de trouwe vriendschap van zoovelen wist te verzekeren. De commissie, die zich in genoemde bijeenkomst heeft gevormd, zal zich met de zorg voor de uitvoering van het ge denkteeken in zijne geboorteplaats Thorn, in Lim burg, belasten. Tot het ontvangen van bijdragen hebben zich bereid verklaard de heerenW. A. Scholten, te Groningen; Mr. Gh. L. J. Cornelis, te Roermond; Mr. W. A. P. Verkerk Pistorius, in Den Haag; W. C. P. Toewater, te Rotterdam; A. Volkmaars, te Amsterdam; A. J. R. A. L)e Ceva, te EindhovenH. M. H. Van Wessem, te Haarlem. De gemeenteraad van Gouda heeft benoemd tot leeraar aan de Latijnsche school den Heer P. van Druinen, te Deventer. De Commissie, belast met het afnemen der examens voor vroedvrouwen te Amsterdam, heeft van de leerlingen van hel Groninger instituut geëxamineerd en tot vroedvrouwen bevorderd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1