LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4119. Woensdag A0. 1873. 16 Juli. Een oude waarheid. PRIJS DEZER COURAJiT: Voor Leiden |»er 3 maandenf 1. {franco per posln 1-40. Afzonderlijke IX'ommersn 0.02. STADS-BEllICHTEN. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet te weten, dat aan den Ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld een op den 11 den dezer maand invorderbaar verklaard kohier, voor de belasting op het personeel, dienstjaar 1873 en 1874, houdende aanslagen voor wijk 6, terwijl ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. De Burgemeester voornoemd, v. d. BRANDELER. Leiden, 15 Juli 1873. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Don" derdag 17 Juli 1873, 'snamiddags te een uur. 1 Ondsnoerpen 1°. Benoeming van een tijdelijk lid van de Commissie van Financiën. 2°. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegroo- ting, dienst 1873 (114) 3°. Ontwerp-Algemeene Politie-verordening (100 en 100*). Het is bekend, dat jaarlijks tal van Duilschers, zoogenaamde bovenlanders, zich naar ons land begeven om er als grasmaaiers werkzaam te zijn, waarvoor zij een buitengewone geschiktheid schijnen te bezitten. Het lokaas, dat die lieden, ook wel bekend onder den naam van hanneke- maaiers, aanspoort onze grenzen te overschrijden, bestaat in het voor hen buitengewoon liooge loon, dat zij bij onze landbouwers verdienen, en na afloop van den hooibouw keeren zij dan ook met een welgevulden buidel huiswaarts. Dit jaar echter is dat niet het geval. De ge wone bezoekers uit westelijk Duitschland laten zich voor het grootste gedeelte wachten, want in hun eigen vaderland is gebrek aan handen, zoodat ook reeds geruimen tijd geleden juist het tegen overgestelde verschijnsel zich heeft voorgedaan, dat tal van Nederlanders in dienst van Duitsche werkgevers zijn getreden. De redenen van dien toestand liggen voor de hand. In de vroeger en nu laatstelijk aan het nieuwe keizerrijk toege voegde streken houdt men zich op dit oogenblik met werken van aanzienlijken omvang onledig, er worden kanalen gegraven, nieuwe vestingen aan gelegd enz. Bovendien zijn ten gevolge der nieuwe orde van zaken velen der vroegere bewoners uit geweken, zoodat er bij vermeerdering van arbeid vermindering van werkkracht heeft plaats gehad. Alweder een bewijs voor de stelling dat vraag en aanbod den prijs der loonen regelen. Die waar heid heeft men in den laatsten tijd wel eens willen betwisten of allhans minder op den voorgrond gesteld. Er wordt tegen aangevoerd dat de werk man uit gewoonte tegen het oude loon werkt, ook al bestaat er gebrek aan werklieden, dat de werkgever liever eenige bestellingen niet aanneemt, dan bij buitengewone drukte het loon te verhoo gen om ze te kunnen uitvoeren. Naai' onze meening zijn die verschijnselen slechts uitzonderingen op den algemeenen regel van vraag en aanbod, uilzonderingen die wel eenigen tijd kuunen worden gehandhaafd, maar ten laatste door terugkeer tot den natuuriijken toestand van zelf verdwijnen. Keeren wij tot ons land en de grasmaaiers terug, wij zullen er de bevestiging zien van onze stelling. De Duitschers blijven dit jaar weg, en de landbouwer is verplicht zijn toevlucht te nemen tot andere werklieden, ditmaal zijne landgenooten. Be geschikte grasmaaiers zijn in aantal afgenomen, maar het te veld staande hooi moet worden bin nengehaald. Wat is nu het gevolg? Zegt nu de Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 10 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.17£. Grooterc letters naar plaatsruimte. boer: „Verleden jaar heb ik voor die en die op pervlakte twee gulden maailoon gegeven," en neemt de arbeider uit gewoonte met dat aanbod genoegen? Volstrekt niet. Ook het aangrenzende land moet worden gehooid, en de eigenaar daar van, die nog geen werklieden heeft aangenomen, biedt een veel hooger prijs. Inderdaad zien wij dan ook, dat dezen zomer de maailoonen de helft zijn gestegen, ja in sommige streken bijna ver dubbeld zijn. Is dit nu geen bevestiging van de waarheid: het aanbod regelt zich naar de vraag, en omgekeerd Laat ons nu aannemen, dat na verloop van eenigen tijd de toestand in Duitschland tot het oude terugkeert en weder tal van grasmaaiers bij onze boeren hunne diensten komen aanbieden. Het natuurlijk gevolg zal dan zijn, dat de loonen dalen, ja lager worden dan zij ooit te voren nog waren. Alleen de bekwaamste arbeiders zullen dan in dienst worden genomen, terwijl de overige naar ander werk zullen moeten omzien, en eerst na verloop van tijd zal de evenredigheid van het loon der grasmaaiers tot dat van andere werklieden weder meer juist worden. Bij het kiezen van een vak of een beroep zal het dus van het grootste belang zijn zich te be palen bij dat, waarin men na verloop van tijd veeleer gebrek dan overvloed aan arbeidende per sonen zal hebben. In de meeste gevallen is dal echter zoo goed als onmogelijk, daar de geringste omstandigheid voldoende is om in een vak een algeheele omkeering van zaken teweeg te brengen. Er is een lijd geweest dat de diamantslijperijen nagenoeg geheel stilstonden. Wie zou in die da gen zijn zoon hebben aangeraden dat vak als middel van beslaan te kiezen? Een onvoorziene omstandigheid leidt tot de ontdekking der diamant velden in Zuid-Afrika, en het werk stroomt den diamantslijpers van alle kanten in zoo verbazende hoeveelheid toe, dat de bekwame arbeiders thans fabelachtig hooge sommen verdienen. Veelal zal 't dus van omstandigheden buiten ons afhangen of het vak, aan welks beoefening wij ons hebben gewijd, ons een gunstige maat schappelijke positie zal verschaffen, ja dan neen maar dat neemt niet weg dat men, als men be gaafd is met doorzicht, gezond verstand en geest kracht, de omstandigheden eenigermate kan be- heerschen en aan zijne belangen dienstbaar maken. LEIDEN, ld Juli. Voor de verkiezing van negen leden van den Gemeenteraad zijn op heden uitgebracht: ten Raadhuize, door de wijken 1, 2, 3 en 4: 312 stemmen; op den Burg, door de wijken 5, 6, 7, 8 en 9 299 stemmen Het aantal kiezers voor den Gemeenteraad be draagt 1555. Bij de heden gehouden verkooping van Cokes op het Raadhuis alhier van partijen van 10 en 5 hectoliters waren de hoogste prijzen f 5.80 en f 2.80; de laagste f 5.50 en f 2.65. De Leidsche deken-industrie, zegt de corres pondent van de iV. R Ct., is op de Wereldten toonstelling te Weenen wel is waar door slechts éen fabrikant, de heeren Zaalberg en Zoon, maar ten minste zóo vertegenwoordigd, dat het den vreemdeling kan leeren, dat de sleutelstad, vooral met haar rood- en geelgestreept artikel, nog altijd door hare mededingers ver van ingehaald is. Het muziekcorps van het 4de reg. infanterie, onder directie van den heer Grentzius, heeft Zondag weder een muziekuitvoering op het grootstedelijk Badhuis te Scheveningen gegevende keus van het programma en de uitvoering werden door het publiek zeer geprezen. De Eerste Kamer heeft gisteravond hare werkzaamheden hervat. De wetsontwerpen, laat stelijk door de Tweede Kamer aangenomen, zijn ingekomen en naar de afdeelingen verzonden. Het stoomschip Conrad van Nieuwediep naar Batavia is Vrijdag-namiddag te 4 uren Dun- geness gepasseerd. Alles wel aan boord. Het stoomschip Prins Hendrikmet troe pen aan boord, dat te Aden met gebroken machine door de Java is binnengesleept, kan daar niet naar behooren gerepareerd wordener is een ge brek ontstaan aan den lage-drukkingscilinder. Een extra-bijvoegsel van de Javasche Courant, per jongste mail aangebracht, behelst een nominatieve opgave der officieren, onder officieren en soldaten der landmacht, die bij de krijgsverrichtingen tegen Atchin gesneuveld, gewond of ten gevolge van die krijgsverrichtingen overleden zijn. Gesneuveld zijn 50, waarvan 1 vermoedelijk; overleden na bekomen wonden of ten gevolge van vermoeienis enz. 29, gewond 393. Een buitengewoon nommer der Javasche Ct. bevat de volgende proclamatie: „De Gouver neur-Generaal van Nederlandsch-Indië, opperbe velhebber der land- en zeemacht van Zijne Ma jesteit den Koning der Nederlanden, beoosten de Kaap de Goede Hoop; brengt ter kennis van een iegelijk wien zulks mocht aangaan, dat, naar aanleiding van den toestand van oorlog, waarin het Gouvernement van Nederlandsch-Indië met het Rijk van Atchin verkeert, de havens en landings plaatsen, kusten, rivieren, baaien en kreeken van genoemd Rijk en zijne onderhoorigheden worden verklaard te zijn in staat van blokkade, met al de gevolgen daaraan verbonden, en dat met de uitvoering van dezen maatregel is belast de com mandant der in de wateren van Atchin gestatio neerde zeemacht. Gedaan te Buitenzorg, 4 Juni 1873. Loudon." De Java-Bode deelt mede: Volgens het zeggen der Atchineezen, inwoners te Penang, is van Atchin het bericht ontvangen dat het verlies der Atchineesche troepen 1700 man bedraagt; nagenoeg al de gekwetsten zouden aan de gevol gen hunner wonden overleden zijn. Men zegt ook dal vele bewoners van Atchin, verwoed over de groote geleden verliezen, naar den Rijksbestierder zijn gegaan, hem hebben verweten dat hij den oorlog niet had weten te voorkomen en hem daarop in stukken hebben gehakt. Den dag volgende op het vertrek der troepen van Atchin, zijn de Atchi neezen naar het strand teruggekeerd en hebben de barakken en hutten van de legerplaats onzer troepen in brand gestoken. Het Turksche blad Bassiret is geschorst, omdat het de valsche tijding had gegeven dat Turkije schepen naar den Indischen Archipel had gezonden tot ondersteuning van Atchin. Volgens de gisteren per mail uit Indie aan gebrachte berichten zoude het met de blokkade belaste eskader in de wateren van Atchin reeds in de maand Juni bestaan uit de navolgende schepen het stoomfregat Zeelatid, het schroefstoomschip 1ste kl. Metalen Kruisde schroefstoomschepen 2de kl. Citadel van Antwerpen en Watergeus de schroefstoomschepen 4de kl. Coehoorn en den Briei\ de raderstoomschepen Soerabaya, Timor Sumatra en Admiraal van Kinsbergende gouvernements-stoomsch. Hertog Bernhard, Siak en Telegraaf, drie gewapende booten. Dit escader

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1