Dinsdag 8 April. FEUILLETON. DB KBHSTB00I. N°. 4038. A0. 1873. Geble^ LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00. Franco per poat3.85. Afzonderlijke Nommera0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DSR ADVBBTENT1BN. Voor lederen rejelZ0.15. Omotere lettere neer de pleeteroimte die qj beskee. LEIDEN, 7 April. laar de som, toegestaan bij art. 61 van het hoofdstuk der staatsbegrooting voor het loo- ,d jaar, tot aftvering van het gevaar waarmede imeltelijke veeziekteu den veestapel bedreigen, ioteodesls is uitgeput, tengevolge van onvoor- belaugrijke uitgaveu in den laatsten tijd, de Minister van BinnenlaDdsche Zaken geuoodzaakt gezien de afmaking van we- lougziekte verdacht vee te staken tot dat hooging vau dat artikel bij de wet zal zijn itgesteld. Dientengevolge beeft de commissaris Kouings iu de provincie Zuid-Holland aan de meentebesturen medegedeeld dat de burgemees- zich dus, te rekenen van 8 April e. k., heb- te bepalen tot de onteigening van de door igziekte aangetaste runderen. Met de verdachte aderen zal evenals vóór de ministerieele be- likking van 9 November jl. moeten worden ge- ideld volgens de voorschriften der wet van 20 1870 en het Kou. besluit van 30 October 1872. volstrekte afzondering zal, zoowel in den stal op de weide, moeten worden gezorgd, met in- itoeming der bepalingen voorgeschreven bij iuisters brief van 27 Maart jl. Gistermiddag te balfzes geraakte een jongentje omstreeks zeven jaar, dat achter op een vigi- ote wilde klimmen, zoodanig tusschen het wiel het rijtuig geklemd, dat de koetsier op zijn «breeuw stilhield. Nadat men bet wiel bad feedraaid, werd het kind, deerlijk gekneusd en ffaar uit neus en mond bloedend, naar eene kbunge woning gedragen. >e bibliothecaris der Konioklijke bibliotheek left aan den Minister van Binneulandsche Zaken volgende verslag gezonden UK heb de eer uwe excellentie hierbij de lijs- tover te leggen van de boekwerken waarmede j Koninklijke bibliotheek gedurende het jaar h is vermeerderd. Zoowel door geschenken I: door aankoop zijn deze aanwinsten verkregen zij staan over bet algemeen niet achter bij soft i, waarover deze inrichting, en het publiek dat gebruik vau maakt, zich iu den regel verheu- m mogen. ,Ook dit jaar heeft Z. M. de Kooing, hebben departementen van algemeen bestuur ten ont- t, de wetenschappelijke en letterkundige maat- lekuppijeu en geuootschappen, alsmede .de parti- jalieren, in het binnen- en buitenland, hunne Welwillendheid aan deze rijksboekerg betoond. Vsu al die blijken der algemeene belangstelling (is hierachter dankbare vermelding geschied, ter- jl ik mij veroorloof uwer excelleutie's aan- cht vooral te vestigen op de breede lijst der rken waario het bestuur van het Britscb Mu- >tn den rijkdom der verzamelingen, binnen ae mureu bijeengebracht, heeft omschreven. geschenk is een welkom vervolg op de tal- te blijken vau vrijgevigheid, welke die prach- e inrichting reeds jareu lang aan de koniuk- ke Biblioibeek beeft gegeven. 41) „Onder de vakken, welke gedurende bet afge- loopen jaar door aankoop meer bepaald zijn uit gebreid, behooren tengevolge vao gunstige om standigheden, de Nederlandsche letterkunde en de verzameling van oud-Nederlandsch drukwerk. „Door ruil of erflating is deze boekerij in 1872 niet verrijkt geworden, terwijl de maandelijksche opgave in de Nederl. Staats-Courant van de boek- werkeu die ingevolge de wet vao 25 Jauuari 1817 Staatsbln*. 5) oit Uwer Excelleutie's de partement ontvangen zijn, mij ontslaan van de verplichting die bier nogmaals op te sommen. Aaugaaode het door de Haagsche Nieuwsbode ver melde, bericht het Handelsblad nader In het protocol, gevoegd bij het handelstrac- taat, dat den 5den November 11. tusschen Frank rijk en Engeland is gesloten, is de beslissing oTer de vraag, of Fraokrijk restitutie van iuvoerrech- ten zal moeten geven voor goederen, welke krach tens overeenkomsten nog geleverd moeten wor den, en welke anders aan hooger invoerrechten onderworpen zouden zijn volgens het tractaat, opgedragen aan twee gecommitteerden, één Fran- schen en één Engelschen. Voor bet geval dat deze zich niet kunnen verstaan, is bepaald, dat er een super-arbiter benoemd zou worden. De functiën van 8uper-arbitef zijn den heer van Bosso opge dragen. De benoemde commissarisseo zgndehee- ren Ozenne en Kennedyde contracten van leve ring betreffen meerendeels den handel in mine rale oliëD, welke aan een hooger uitvoerrecht worden onderworpen, dan 't geen vóór het verdrag in Frankrijk bestond. Volgens particuliere berichteu uit Nederland, zou de beer Augelbeek, lid vao het hooggerechts hof in N. I., thans nog met verlof, naar lndië terugkeeren om zijne vorige plaats in gemeld hof als raadsheer weder in te nemen. Indiër Betreffende de expeditie naar Atchiu deelt het Utr. Dagblad nog mede, dat Cummandant der ar tillerie is de !uit.-kol. H. G. Boumeester, com mandant der cavalerie ritrn. H. K. E. Periéjchef van den geneesk. dienst de ofiic. van gez. 1ste kl. B. E. J. U. Becking; chef der admiu. de onder-int. lste kl. J. Hotstede; command, der hulptroepen luit.-kol. K. van der Heydeu. De expeditionaire troepen bestaan uit 4 veld- bataijous, waarvan 2 gewapeud met Beaumontge- wereu, 2% batterij veldartillerie, 60 cavaleristen, 1 bataljon Madureescbe hulptroepen en de noo- dige genie- en hospitaalsoldaten; terwijl 10UO kettiuggangers aan de expeditie zijn toegevoegd. De expeditie is kruchtig en perfect georgani seerd met flinke chefs voor eiken lak van dienst. genie Egter van Wisseukerke. De vice-president van den Raad van Ned.-Indië, de heer Nieuwen- huyzen, gaat mede als gouvernements-commissa- ris. De expeditie zal tegen 20 Maart vertrekken. Ik schriji u dit, omdat de uitgevers ouzer couran ten zijn uitgenoodigd over de zaak het stilzwijgen te bewaren. Men verneemt omtrent de aanleiding niets naders, dan dat het gouvernement van Ned.- Indië naar den Sultan van Atchin eene commissie heelt willen zenden, naar aanleiding van zijne houding tijdens den jongsten Delischen opstand, en dat de Sultan ongeveer geantwoord heelt, dat hij zeer veel respect had voor het Nederlandsche gouvernement, doch dat hij gaarne zag dat het zich niet met zijne zaken bemoeide. „Gij begrijpt dat deze expeditie, die voor de laatste naar Boni niet onderdoet, veel seosatie verwekt. De Sultan zelf moet een jong menscb zijn, doch geheel door zijD eersten minister wor den geïnspireerd, die een geslepen man schijnt te wezen. Bij gebrek aan een voldoend aantal op het oogeublik beschikbare oorlogsbodems, zijn, behalve verscheidene koopvaardijschepen (Kosmo poliet 111, Susanna Johanna, Maarten van Kos sem, Johanna Elisabeth, Josephine), vijf stoom schepen van de N. 1. Stoomvaart-Maatschappij gehuurd. Hoe deze maatschappij het in dit seizoen zonder die schepen stellen zal, is velen een raadsel." Naar men verneemt, beeft de Minister van Bin- uenlandscbe Zaken zich reeds vóór 14 dagen in betrekking gesteld met de Commissarissen des Konings in de provinciën, en een aantal vraag punten betrekkelijk deu census aan hun oordeel onderworpen, waarover bet toegezegde nader onderzoek zou behooren te loopen. Men schrijft uit Batavia aan de N. H. Ct „Eene belangrijke expeditie wordt naar Atchiu gedirigeerd. Zij zal beslaan uit p. m. 4000 man infanterie, artillerie en cavalerie, waaronder p. ui. 250 officieren en 1000 bansans. Het commando is opgedragen aan den pas benoemden generaal Kohier. Chef van den staf de commandant der in hel mail-overzicht van de Jaoabode van 1 Maart leest men 't volgende Sinds ons laatste mail-overzicht heeft de toe- staud zich eenigszins gewijzigd, de ware stand van zaken is meer te voorsemjn gekomen en offi cieel erkend. De toestand in Demak blijft tieurig. En alsof de rarnpeu, welke deze groote en schoone vlakte treffen, nog niet groot genoeg waren, hebben be langrijke overstroomingen gedurende deze week een groot gedeelte der beplante velden ouder water gezei, zoodat de aanplant daarvan als ver loren mag worden beschouwd. Zooals reeds voorlaDg in dit blad werd opge merkt, is de nood iu Demak geen op zichzelf staand feit. Uok in Djapara, Suerakarta, Rem bang, Pekalougan, Madura eu Bantam heerscht op sommige plaatsen gebrek, en hel kan gezegd worden dat er een algeineeue schaarste aan voe dingsmiddelen, voornamelijk aan rijst, op geheel Java wordt waargenomen. Daarbij komt dal men nog niet gerust is met betrekking tot den te wachten oogst. Wel heeft de laatste week vrij wat regen aangebracht, doch er zal nog meer noodig zijn om den oogst goed te doeu slagen. Mocht dit laatste niet gelukken, dan staat ons op Java Dog erger voor de deur. In verscheidene residentiën echter laat de oogst, op 't oogenblik zich vrij goed aanzien. Den 25sten Febr. vormde zich te Batavia een commissie tot het inzamelen van liefdegiften voor de gebreklijdende bevolking in Midden-Java. Leden daarvan zijn de HHJ. L. van Gennep, president,^A. J. W. vau Delden, thesaurier, A. H. Wiegand, secretaris, N. P. van den Berg, C. T. Carmichael, S. van Hulstijn, D. Jannete Walen, Mr. F. Alting Mees en G. H. Miesegaes. Staande de vergadering, in welke die com missie zich constitueerde, werd door baar leden ingeschreven voor de belangrijke som van pl. m. 18,000. Gisteren en beden hebben de lijsten ge circuleerd, eu het reeds verzamelde bedrag 19 ge stegen tot eeu som vao 26,000. Eeu beroep op onze overzeescbe broeders in Nederland mag intusschen niet als overbodig worden beschouwd, want er is in veel te voor zien, er moet veel worden gedaan. De Indipendance deelt mede, dat Z. M. de Koning bij de mnziekale opleiding, die hij aan eenige onzer jeugdige landgenooten doet geven, zou uit gaan van het plan, om ten hore een eigen tbé&tre lyrique op te richten. Uit Pargs bericht men dat de heer Adelberth de Bourbon, die aldaar in het begin der 2de helft van de vorige maand was aangekomen, vergezeld van den beer baron Roëli, alles heeft geregeld met den advocaat Jules Favre, den graaf Gruau de la Barre en de overige rechtsgeleerde raadslieden der familie de Bourbon, in zake bet proces tegen den graaf van Ohambord, en daarna weder naar Nederland is teruggekeerd. De beer Jules Favre zou zich deu tijd van het reces der Nationale Vergadering benuttigen om zgo pleitrede in orde le maken, terwijl tegen den dag dat de pleidooien zulleo aanvangen de heer A. de Bourbon andermaal naar Parijs zal vertrekken, vergezeld van eenige Nederlandsche heeren, waaronder een beroemd rechtsgeleerde, die op verzoek van den heer Favre zal assis- teeren in het overleg en van de vele merkwaar dige bewijzen, die betrekking hebben op de erkenning van Lodewijk XVII door de gouver- nememeu van Engeland en Nederland. Tijdeus het verblijf van deo heer Adelberth de B. te Parijs hebben verscheidene legitimisten zich aan bet hotel aangemeld, om hem hun op wachting te maken. Ouder deze ook de grijze graaf d'Hozier, die in 1886 deo hertog van Nor- uiandië, toenmaals te Parijs, naar den postwagen vergezelde, waarmede deze op last van Louis Philippe Frankrijk verlaten moest. De zuster van den heer de Bourbon en de graaf de la Barre verblijven te Parijs tot na afloop van het geding. De dagbladen in New-Tork hebben in de laatste dagen veel geschreven over het aanstaand vertrek naar Nederland van den kunstschilder Kruseman van Elten. Men betreurt het algemeen, dat de si (Slot.) J:*1 Want als gij het niet doet, als een noodlottig geublik uw hart vermeestert, dan zult gij wan- 'I>ig, eenzaam, smachtend van verlangen eens op terugzien, en ieder uur van hei vroegere, btzmnig weggeworpen geluk zal als eene kool ürs in uwe herinnering branden, gij zult het ist beweenen en daarna zal de valscbe schaamte het leven verbitteren ellendig zult gij zijn Whrijfelijk ellendig, gelijk ik, die gedaan wat gij doen wilt, en die. nu in wanhoop ff reizen, om weder te zoeken wat eens het 'joe was, en slechts, als een vreemde, uit de itte een blik van dat oog op te vangen, dat mij os iedere minuut zeide, dat ik het liefste was de gansche wereld ffij brak snikkend, overweldigd af. De vreemde 'me bad, zonder dat hij er acht op sloeg, zicb 'sus opgericln, eeu beveud geluid was oudei en sluier aan bare lippen ontsnapt, zij hief bare is' Ul du baud op doch tegelijk floot de locomotief, de trein giug langzamer en hield weldra stil. De laudraad had nieis geantwoord, htj opende nu het portier en zeide bij het uitstijgen „Ik kom zoo terug. Dat verandert de zaak ge heel, mijnheer wij zullen baar later bespre ken. Sluit bet portier, uuders mocht mevrouw het koud krijgen." Het sein om verder te gaan deed zich Uooreu, eu de treiu zette zich weer in beweging, zonder dat de oude beer terugkwam. De jouge man keek uit het raampje en riep „Conducteur 1 Hier moet uog iemand in I" De conducteur wist precies bet kleiu aautal persouen dat de treiu bevatte. „De oude heer was iets te laat," antwoordde hij van de trede, „en is in den laatsten wagen gestegen. Hij laat u zeggen dat bij aan het laatste station weer bij u komt en het geheel met u eens is." „Met mij eens?" De doctor schudde het hoofd. „Inderdaad een zonderliug manNu is bij het plotseling met het tegendeel eens, van betgeen hij vroeger P" Hij ging weer zitteu rechts en links sneeuw velden, schuierende sterren aan den onbewqlkten hemel! Zijn hart klopte hevig, Nu begon de trein eensklaps te ratelen, hoornen verhinderden het uitzicht, en weldra gaf een dicht dennenboscb het geluid al9 echo terug. De reiziger wendde de oogen af eu legde snikkend het hoofd op zijn hand. Toen klonk het zacht boven bet geraas van den voortdondereuden wagen uit: „Robert Hij hoorde het. „Zoo klonk bare stem," mom pelde hij. „Robert Hij zag op. Hij droomde tocb niet? „Robert is het waar, wat gij straks gespro ken hebt?" zeide de dezelfde stem beyeod eu niet meer in den boek, maar dicht naast hem zat de dame in 't zwart, sloeg de voile van het bleek gelaat en keek bem met oogen aan, die zelfs iu bel douker stralen vau berouw en liefde schoten. Was er reeds een geruime tijd verloopen, sedert de passagiers in de naaste coupés een luiden, ben uit den slaap opsclinkkenden kreet vernomen hadden? Ja, hun scheen toe, dat bet volgend sta tion vervelend lang uitbleef, daar zij benieuwd wareu te weten wat er gelieqr.d was. Niets, geen rnoofd, geen diefstal, niemand wist van iet? af. Dan bad zeker iemand in zgn droom geschreeuwd, eu zij leunden weer slaperig achter over of zagen hoogstens onverschillig naar bet perron van het eeDzaine station, of er ook iemand afstapte. Ja daar staan zij, een jong paar dat zoekend rondziet Wacht, daar komt nog een deftig ond heer uit den achtersten wagen. Met een blij gelaat ging hij ijlings, de beide handen uitstrekkende, op de afgestegenen toe en zeide met een zonderlingen, van diep gevoel sprekenden glimlach: „Waarbeen, jongelui? Wij zijn er nog niet, mijn landgoed is Dog een paar uur verder." Zij vatten beiden zijne hand en drukten die hartelijktoen antwoordde de jonge man eveneens Iacheud „Wij zijn er, mijnheer, onze bestemming is heden overal, doch niet bij inen6chen, en zelfs houd het ons ten goede niet bij u. Maar mor gen ziet gij ons bij u als gij nog metdennut- teloozen raadgever gediend zijt." Er werd geluid en gefloten. „InstappeD, mijn heer I" De oude gaf beiden nogmaals de baud eu gehoorzaamde. „Dan zullen in mijn huis twee ge lukkige paren logeeren," zeide hij, „die elkaar wederzijds tot toonbeeld mogen dienen. Tot weer ziens, vrienden I Ik dank u voor den kerstavond, dien gij mij bereid hebt 1" „Wij danken Het was ernstig en beteekeueml geantwoord, en ernstig zag ook de oude heer, van wiens ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1