1 April.
FEUILL ETON.
DB KERSTBOOM.
N°. 4032.
Dinsdag
A0. 1873.
STADS -11 Eli IC II TEN.
Een laatst woord
Mr. H. A. Neeto,
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ8.00.
Franco per post„3.85.
Afzonderlijke Nommera0.05.
I>eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS OER AOVSBTBNTIUlt.
Voor iederen regel/"O.lö,
Grootere letten naar de plaataraimte die iy beslaan.
DB VOORZITTER van dfn Gfmeentebaad van
EIDEN,
Gezien art. 31 der wet van den 4den Juli 1850
m. n°. 37)
Doet te weten, dat de lijsten der kiezers van leden
oor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de
'rovinciale Staten en den Gemeenteraad op heden
ijo gesloten, opnieuw aangeplakt en gedurende acht
agen op Mé' Secretarie dezer Gemeente voor een
ider ter inzage zijn nedergelegd.
En word£ deze door plaatsing in de Leidsche
'ourant afgekondigd.
De Voorzitter voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leiden, 31 Maart 1873.
HER.IJK.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
EIDEN,
Gezien hét besluit Van Gedeputeérde Staten der
ovincie Zuid-Holland, van den 30sten December
72, n°. 5/1 Provinciaalbln°. 109), houdende bepaling
de tijdstippen van den her-ijk der maten en ge-
chten in de verschillende gemeenten in deze pro-
cie, voor het jaar 1873
Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne
plichtmg, overeenkomstig art. 15, lett. a, der Wet
n den 7iden April 1869 (Staatsblad n*. 57), tot het
doen her-ijken van alle reeds in gebruik zijnde maten,
iwichten en weegwerktuigen, onder mededeeling dat
_,artoe door den ijker zitting wordt gehouden in het
lokaal van den ijk, op de Aalmarktnaast de Gemeente-
Apotheeken wel:
VÖbr de gewichten voor fijne weging, in gebruik bij
edicijnbereiders, goud- en zilversmeden, speciehan-
laars, beleenbankhouders en verdere in goud en
her handelende personen,
or wijk I, II, III, IV en V, op den 1 en 2 April,
iken dage van des morgens 9 tot des namiddags
uren.
Eindelijk wórdt ter kennis van de belanghebbenden
ebracht, dat volgens besluit van den Minister van
taat en van Binnenlandsche Zaken, van den éden
december 1872, de letter E, in den gewonen druk
vaal, schuin gesteld, bestemd is tot jaarletter zoowel
den ijk als van den her-ijk.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door
pkkking en door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den llden Januari 1873.
JACHT en VISSCHERIJ.
De BURGEMEESTER van LEIDEN brengt ter
ennis van hen, die zich voor het aanstaande Seizoen
873/74? in het bezit wenschen te zien van Jacht-
lil Vlschacten, of wel vaii eenekoslelooze vergunning
tot uitoefening der visscherijdat de blanco ver-
loekschriften ter bekoming daarvan gratis verkrijg
baar zijn ter Gémeente-Secretarie, alwaar zij, behoor-
k ingevuld en onderteekend, vóór den 15den April
-zes jaars moeten terugbezorgd zijn, ten einde als-
in aan den Commissaris des Komngs in deze Pro-
iocie te worden ingezonden.
Tevens wordt ter kennis van belanghebbenden
jebracht, dat blanco verzoekschriften tot het bekomen
an buitengewone machtiging tot het verdrijven van
chadelijk gevogeltehel schieten van konijnen en ander
chadelijk gedierte, het vissclien als het water met ijs
edekt is en het scheppen van kleinen visch als aas voor
e dobbersvan heden af, mede gratis ter Gemeente-
ecretarie ter invulling verkrijgbaar zijn gesteld.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leiden, 12 Maart 1873.
aan de kiezers in ons kiesdistrict, om hen aan te
sporen rnorgen van 9 tot 4 uren ijverig te stem
men, kau niet overbodig ziju.
Wij gelooven den toestand zuiver te hebben
uiteengezet eu zullen er dan ook weinig bijvoegen.
Wij zullen niet doen uitkomen hoe de conser
vatieven, na een hardnekkig strijden tegen den
Standaard eu dus ook tegen den heer van dón
Berch van Heemstede, in een gaosch niet benij
denswaardige positie zijn geraakt bij het ombel
zen van de vroeger verworpen candidatuur.
Wij zullen niet betoogen hoe de katholieken
zeer juist begrepen hebben dat zij nimmer den
anti-revolutiounaireu uitverkorene kunnen steu
nen, zonder hun eigen belangen met voeten te
treden.
Wij zullen niet herhalen dat de conservatieven,
indien zij eerlijk ziju en geen portefeuille-bejag
maar alleen bet vaderlaudscb belang beoogen,
zich met ons behooreu te lereenigen in den on-
vermijdelijkec strijd tegen zucht naar kerkelijke
overh'eersching.
Dat ulles is reeds duidelijk geuoeg gezegd eu
heeft zells wij zien er een sprekend bewijs
in voor de gegrondheid onzer beschouwingen
de vrees eu toorn van sommige politieke vech
tersbazen reeds opgewekt.
Het eeuige wat ons nog te doen zou blijveD,
waie de beautwoording van hetgeen tegen onze
vertoogen is gezegd.
Doch dit is onmogelijk; men heeft geen argu
menten doen hooren, maar hatelijkheden; men
heeft geen gronden van bestrijding tegenover
onze artikelen geplaatst; och neeu: in een ant
woord op een geheel ander stuk van een ander
blad, neemt het Haagsche Dagblad nog steeds het
hoofdorgaan van de conservatieve partij, sterk 188
kiezers in het district Leiden éen zinsnede
Uit onze drie artikelen over en daarop volgt
een uitval, die ons herinnert aan het beeld dat
de Arnh. Ct. eens teekende: het Dagblad, met een
pet op 't hoofd, en een blauwe kiel en met een
emmer slijk op deu schouder.
Men kan dan ook moeilijk met gezonde rede
nen onze vertoogen ontzenuwen. En men ver
mijdt zorgvuldig een poging daartoe te wagen,
om met de weinige „getrouwen" op de vlucht
te jagen en om niet verplicht te zijn van te er
kennen dat de conservatieven thans, door de
houding bij de herstemming, al hun prestige,
voor zoover er nog iets van overgebleven was,
hebben verspeeld.
Geen woord dus meer over den stand, over de
verhouding, over de plichien her partijen.
Wij weten dal wij van geen van al de anti
liberale fracliëu l ij deze verkiezing iels te wach
ten hebben.
Maar daarom is liet des te eerder plicht voor
alle liberalen om als éen inan ter stembus te
komen, om als trouwe soldaten op hun post te
zijn en mèt ons morgen de verkiezing te helpen
verzekeren van den vrijzinnigen, bekwamen can
didaat der vereeniging Het Algemeen belang ea
Alphen en omitrcken, den heer
advocaat te Leiden.
LEIDEN, 31 Haart.
Wegens plaatsgebrek zijn wij genoodzaakt ohs
uitvoerig verslag over het LandbOuwfeest tot mor
gen uit te stellen.
Wij maken het publiek opmerkzaam op de
voorstelling in den schouwburg op Woensdag 2
April, zijnde de laatste in dit seizoen. Het op te
voeren stuk Uitgaan, is eene goed bezette zaal
wel waardig. Z. K. H. Prins Alexander heeft te
kennen gegeveD, de voorstelliug met LI. D. tegen
woordigheid te zullen vereeren.
Door den Minister van Binnenlandsche Zaken
is, ouder dagteekening van 21 Maart jl., n". 212,
9de afd., de volgende circulaire gericht aau de
Ged. Stateu der ouderscheidene proviuciën
„Art. 9 der wet van 4 Dcc. 1872 Staattblad n°.
184) schrijft voor, dat vervoer van lijders aan
eene besmettelijke ziekte naar een ziekenhuis of
uaar hunne woning geoorloofd is, volgens de daar
voor bij plaatselijke verordeoing te stellen voor
schriften.
Daar zich reeds op 1 Mei gevallen kunnen
voordoen, waarbij die voorschriften gevolgd moe
ten worden, schijnt het wenschelijk dat vóór dien
dag in alle gemeenten, waar dit nog niet geschied
mocht zijn, de bedoelde verordening woide vast
gesteld."
ik verzoek uw College, de gemeentebesturen
in uwe provincie daaraau te berinneren.
Van wege den Minister van Financiën is eene
aanschrijving uitgegaan aan de ambtenaren der
directe belastingen, waarin ter hunner kentiis
wordt gebracht dat het niet geoorloofd is, in door
hen uitgegeveu drukwerken, resolutiën of aan
schrijvingen omtrent de genoemde middelen pu
bliek te uiakeu, die uiet zijn opgenomen in de
oilicieeie verzamelingen.
Ter uitvoering van het tractaat van handel en
scheepvaart met Spanje heeft de Minister van
Financiën ann de onderscheidene Provinciale in
specteurs der directe belastingen eu accijnzen te
kennen gegeven, dat de wetteu op het recht van
patent op de onderdanen van SpaDje gelijkerwijze
behooren ie worden toegepast, als ten aanzien
der Italiaansche onderdanen bepaald is. Ook zijn
de heeren commissarissen des Konings, onder
kennisgeving van het vorenstaande, verzocht, de
burgemeesters, ook ter mededeeling aan de col-
legiën van zetters, daarvan te onderrichten, ten
einde dienovereenkomstig te handelen.
De Minister van Biunenlaudsche Zaken heeft,
met wijziging der beschikking van 12 Mei 1869,
Ho. 177 (2de afdeeling), betreffende de verdeeling
,vau hel hoofdkiesdistrict Sneek, tot verkiezing
van leden der Tweede Hamer van de Stateu-
generaal, het volgende bepaald: dat bet onder-
kiesdrict Douiaweretal in twee gedeelten wordt
gesplitst, als: eerste onderkiesdistrict Doniawer-
8tal, hoofdplaats Langweer, bestaande uit de dor
pen Goiugarijp, Broek, Boornzwaag, Langweer
Dijken, Teroele en Legemeer, met uitzondering
van de gedeelten ten westen van de Koevorde,
onder de dorpen Langweer, Dijken en Teroele
gelegen, behalve het gehucht Zandgaast eu de
toesprong, behoorende tot de dorpen Lang
weer en Dijken; tweede onderkiesdistrict Douia-
werstal, hoofdplaats Sint-Nicplaasga, bestaande
uit de dorpen Oostefhaule, Nijega, Oldeouwer,
Dooiaga, Tjerkgaast, Öint-Nicolaasga, Idskeuhui-
zeu en de gedeelten ten westen van de Koevorde
onder de dorpen Langweer, Dijken en Teroele
gelegen.
De commissie voor de oprichtiug van eeu ge-
denkteekeu ter eere vau de militairen, die iu
1882 bij het beleg van de Citadel van Antwerpen
het leveu lieten, heeft bekend gemaakt, dat de
beoordeeling der modellen, ingezonden op deu uit
geschreven wedstrijd, door haar heeft plaats ge
had, na te zijn voorgelicht door deskundigen, die
niet hadden medegedongen, en dat de eerste prys
is toegekend aau bet model onder het motto „Pro
Patria" eu de tweede aan dat onder het motto
„Een naald verheft zinnebeeldig den geest boven
bet stof;" dat bij de opening der naambriefjes van
deze twee inzenders is geblekeu, dat do ontwer
per en inzender van het eerstgenoemde model is
de heer E. Lacombiè, te Delft, eu die van het iu
de tweede plaats genoemde, de heer H. P. Vogel,
in den Haag.
De inzenders van de overige outwerpeu wor
den uitgeuoodigd die voorwerpen vóór 8 April
e. k. aan het gebouw van de Academie van
Beeldende Kunsten in den Haag te doen af haien,
of, mede vóór die dagteekening, aan deu secre
taris der commissie, Jhr. Mr. W. 'M. de Brauw
het adres te willen opgeven, waarheen zjj
moeten worden teruggezonden, bij gebreke waar
van de inzenders zullen geacht wordeu van de
ingezonden voorwerpen afstand te hebben gedaan.
Uit Schoonhoven wordt gemeld, dat door de
politie in deo Haag eene som van 1Ü00 is uit
geloofd aau den persoon te Schoonhoven, die als
nog eenige aanwijziog kan doen, waardoor een
of meer voorwerpen, afkomstig van de vermoorde
mevrouw vaD der Kouwen, in handen der justitie
kunnen geraken.
De rijksmedaille, aan mevr. Lina Schneider
verleend, draagt het volgende opschrift; „Aan
Vrouwe Lina Schneider geb. Weiier, voor uitne
mende diensten aan de vaderlandsche letterkunde,
van wege den Koning, 1873."
Vervolg.)
Eer hij echter naar haar toesnelde, wierp hij
en blik in het andere raam, en zijn mond mom-
elde„Arme vrouw zou het waar zijn
u oogenblik later stond hij over haar gebogen,
nm haar op zijn armen en droeg haar buiten
licht. Zij bewoog zich nog niet, en hij knielde
deloos naast haar in de sneeuw en hield haar
fd op. „Gij hebt gedroomd, arm kind, vergeel
u boozeD droom," zeide hij troostend. Zij sloeg
oogeo op en zag hem onbevreesd aan, doch
prak niet, maar schudde zwijgend het hoofd,
vlk geef u mijn woord van eer, als het geen
iroombeeld was, zoudt gij zulks van mij zeiven
erneuien, mevrouw. Maar kom, hier kunt gij
net blijven," ging hij op zulk een welmeenenden
vertrouwen in boezemenden toon voort, dat
[tem, die het gehoord had, alle twyfel aan de
erlijke bedoelingen onmogelijk ware geweest,
ij had hare oogeu nog wijder geopend en liet
qem begaan. Hare lippen stamelden slechts afge
broken: „Ik wil naar huis terug met den
trein eu een stuipachtig snikken smoorde
hare stem.
„Gij zult terug, mijn kind, ik breng u weg,"
lie. nam hij, besluileloos omziende. „Ook ik ga
met den nachttrein terug gij kunt gerust zijn
ween niet
Hij was reeds verlegen wat nu te doen, toen
een leeg rijtuig kwam aanzetten. In een oogen
blik was de koetsier gewenkt, stond het stil en
namen beiden er in plaats. Had men er in kun-
Den zien, dan zou men gedacht hebben, dat een
gelukkige vader, zijn door vermoeienis ingeslui
merde dochter in de armen hondende, zich naar
een vroolijken familiekriog begaf maar al ging
bet slecht sluitende portier ook du en dan geheel
open, niemand keek naar binnen, want het was
kerstavond, en men bad thans wat anders te
doen, dan zich aau wind en sneeuw bloot te
stellen.
„Gij speelt uitmuntend," zeide de jonge man
in de kamer, waar nog altijd de kaarsjes van den
kerstboom brandden, „doch boezeer ik uw talent
erken, beste vriendin, en u voor uw bedoeling
om mij een genoegen te bereiden dankbaar ben,
ben ik van avond toch niet in eene stemming,
om uwe bewonderenswaardige kunst naar ver
dienste te waardeereo. Maar ik kan u het com
pliment maken, dat gij overmorgen wegsieepend
zult zijD en uwen Mortimer in eene verrukking
brengen, die hem toejuichingen zal verschaffen."
Hij bad zijne hand uit de hare getrokken en
zeide het met eene ongeloofelijk koele, gelateDe
slem, waarmee slechts een bijna oomerkbare
ironische trek om den mond iu tegenspraak was.
Zijne schoone bezoekster was een oogenblik vuur
rood geworden, en men zag het aaD het flonke
ren van hare juweelen ringen, dat hare hand
eeDigszins beefde. Maar zij was oogenblikkelijk
zich zelf weer meesier, barstte in een vroolijk
lachen uit en amwoordde:
„Ja, bij mijne arme ziel, hel is een geluk voor
mij, dat ik de scène niet met u te spelen heb, doctor.
Ik geloof waarlijk, dat gij thaüs alleen bruikbaar
zijt voor een burgermannetje, die zijn vrouw
koffie inschenkt."
Zij keerde zich om, trok eene vergulde noot
van den kerstboom en kraakte die met zulk een
drift tusscheo hare kleine, scherpe, paarlwitte
tanden, dat uit baar onderlip een druppeltje bloed
kwam. Hij had op hare laatste woorden niets
geantwoord, en zij zeide evenmin iets, maar-zette
bare bezigheid, v^aar zij langzamerhand smaak
in scheen te vinden, voort. Zij wisselde de nóten
af met suikergoed en at met genot een sierlijk
appeltje er bij. Haar goede luim keerde daarbij
terug, hare oogen monsterden met de belangstel
ling van een kind al de tusschen de naalden van
den boom verborgen voorwerpen, en zij lachte:
„Waar hebt gij toch al dat moois vandaaD, doc-
tortjehoe komt Saul ouder de profeten, ik meen,
een jonggezel onder zooveel zoetigheid O, doc-
tortje, ik vermoed iets! Dat boompje is voor u
gereed gemaakt door vingers, die zeg, doctortje,
kan men het kindje ook opeten, of beteekent het
iets anders?"
Hij wendde, uit zijn gepeins ontwakende, met
eene haastige beweging het hoold naar haar om.
Zij had de kleine wieg van blauwe zijde van den
boom genomen en onderzocht met de vingers den
inhoud er van, inaar nu begon zij plotseling in
ernst te gillen en rukte hare hand, die hij 'stevig
had aangepakt, bijna angstig los.
Wordt vervolgd,j