FEUILLETON.
DB KERSTBOOM.
N°. 4029.
Vrijdag
A0. 1873.
28 Maart.
DE HERSTEMMING.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 8 meendenƒ8.00.
Franco per poet8.85.
Afeonderlijke Nommers0.06.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJ8 IJ Kit ADVKKTK.NTI KN.
Voor iederen regelƒ0.15.
Grootere letten naar de plaateroimte die bet la an.
STADS-BE RICH TEN.
BURGEMEESTER kit WETHOUDERS YA*
(leiden,
Gezien het adres van Cornelis Colpa, goud- en
klversmid alhier, daarbij verzoekende om eene vuring
j mogen doen plaatsen in het achterste gedeelte van
[ijn huis aan de Lange Mare N°.' 27
Gelet op art. 4 van het Koninklijk besluit van
pi Januari 1824 (Staatsblad n°. 19)
Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars
ren bewoners van de naast bijgelegene en belendende
handen, ten opzichte der informatiën de commodo et
Imommodo, door Burgemeester en Wethouders zal
[worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Gemeente,
[op Maandag den 31sten Maart aanstaande, 's voor-
middags te elf uren; zullende de belanghebbenden
pverplicht zijn hunne bezwaren tegen dat verzoek op
Kien tijd in te brengen, terwijl, bij verzuim daarvan,
kij gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging
[niet te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
LiiDiir, 27 Maart 1873.
HER-IJK.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS vxii
EIDEN,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten der
provincie Zuid-Holland, van den 30sten December
1872, n°. 5/1 Provinciaalbln\ 109), houdende bepaling
an de tijdstippen van den her-ijk der maten en ge
dichten in de verschillende gemeenten in deze pro
vincie, voor het jaar 1873
Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne
[verplichting, overeenkomstig art. 15, lett. a, der Wet
an den 7den April 1869 Staatsblad n°. 57), tot het
loen her-ijken van alle reeds in gebruik zijnde maten,
'gewichten en weegwerktuigen, onder mededeeling dat
|daartoe door den ijker zitting wordt gehouden in het
lokaal van den ijk, op de Aalmarkt, naast de Gemeente-
Apotheek, en wel:
Voor de gewone gewichten, benevens de maten en
itrijkers,
voor de buitenwijk, op den 28sten Maart,
leken dage van des morgens 9 tot des namiddags
oren.
Eindelijk wordt ter kennis van de belanghebbenden
gebracht, dat volgens besluit van den Minister van
Staat en van Binnenlandsche Zaken, van den 4den
December 1872, de letter E, in den gewonen druk-
Torm, schuin gesteld, bestemd is tot jaarletter zoowel
ran den ijk als van den her-ijk.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door
aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leidkn, den llden Januari 1873.
ii.
Aan welke zijde is de plaats der conservatieven,
lie, te zwak om langer zelfstandig op te treden,
io den strijd vao de Kerk tegen den Staat,
nch bij een der partijen behooren aan te
sluiten?
Bij het toetsen dezer vraag aan deu 1 ieuwen
toestand, die zich bij de verkiezing in ons kies
district voor het eerst op zoo duidelijke wijze
aan ons oog heeft vertoond, en waarvan het
bestaan niet langer kan worden ontkend, doet
zich een aDdere quaestie voorhoe moet de
tegenkanting der conservatieven tegen de lihe
ralen worden beschouwd? Is het de eersten
alléén te doen 0111 zich meester te maken
van het gezag; is het doel van hun drijven de
groene tafel; lost zich hun geheele politiek op in
't öle-toi ie la, afin que je m'y metle: dan is ook
met hen niets tot stand te brengendan zal de
geleden nederlaag slechts het teeken zijn van de
geringe kansen op het welslagen dezer verove-
rings-politiek. Stryden
daarentegen voor
's lands belang, vo >r de zegepraal van beginselen,
oprecht en met eerlijke bedoelingen gelijk wij
dan mag met grond worden verwacht, dat het,
door gemeen overleg, met een goeden wil en ter
bevordering, van het algemeen welzijn, tusschen
de staatkundige partijen hier te lande, juist nu
tot een vergelijk zal kunnen komen.
Wij willen het laatste onderstellen, ook al geeft
de toon, dien de conservatieve pers, vooral na de
geleden nederlaag, aanslaat, recht van bestaan aan
het eerste vermoeden. De toestand echter van die
pers hier te lande moet bij elk verstandig man
de overtuiging vestigen, dat zij niet meer mag
worden beschouwd als de zuivere tolk van de
partij, welke zij heet te vertegenwoordigen.
Aangenomen dus: de conservatieven handelen
volkomen te goeder trouw. Ligt er dan tusschen
hen en de liberalen, gelijk dit tusschen de ker
kelijke en staatkundige partijen in het algemeen
het geval zon moeten zijn CU ook onlangs scheen
te zullen worden, een breede klove, die beiden
van elkander afscheidt, die vereeniging eu samen
werking in het bestuur des lands onmogelijk
maakt?
Deze vraag aarzelen wij geen oogenblik ontken
nend te beantwoorden.
Een volkomen afscheiding van hen, die geroe
pen zijn met de regeeriug de belangen van het land
te bevorderen, het in leven honden van verschil
lende partijen.lijnrecht tegenover elkander staande,
zal wel alleen kunnen worden gewettigd door
belangt ijk verschil van beginselen. En bestaat er
nu inderdaad zoodanig belangrijk principieel ver
schil
Na de grondwetsherziening van 1848 is er voor
Nederland een nieuw leven ontstaan. Alles, wat
na 1848 is tot stand gebracht, ademt een geest
van vrijzinnigheid: de vrijheid van drukpers, het
recht van vereeniging, het kiesrecht, door de natie
zelve uitgeoefend, dit alles is de vrucht van het
liberalisme, door degiondwet van 1848 gehuldigd.
Willen du de conservatieven in dien toestand
verandering brengen? Verlangen zij terug te keeren
tot vóór 1848? Niemand zal dit beweren, zelfs de
meest reactionnaire tegenstanders van het libera
lisme zouden zulk een wensch niet durven uileD.
En nu vragen wij waariu ligt dan het gropte
verschil tusschen de liberalen en conservatieven,
als men met ernst en waarheidsliefde onder
zoekt
Of zal meD beweren dat wij, liberalen, min
der gehecht zijn aan het Huis van Oranje? Is
daarvan ooit iets gebleken
Het tegendeel is waar de liefde voor ons Vorsten
huis, de eerbied voor het Koninklijk gezag, zijn
8edertl848 algemeen toegenomen en door de libera
len versterkt; niet het minst bij de Aprilfeesten bleek
het, hoezeer de liberalen Oranje weten te waardee-
ren. En al hebben zij niet de gewoonte gelijk de
zoogenaamde behoudsmannen,otn bij elke zaak,hoe
onschuldig ook, bij elke gelegenheid, hoe vreemd
ook aan de dynastieke belangen, met de woor-
deu Oranje, Koning, Vorstenhuis enz. te scher
men, in oprechten eerbied en zuivere bedoelin
gen jegens het Stamhuis, dat ons Vaderland de
vrijheid wedergaf, staan de liberaleD geenszins
achter bij de conservatieven, wier organen in
dit opzicht, tegeD beter weten in, ons steeds ver
dacht zoeken te maken.
Hierin dus geen verschil.
Maar de koloniale politiek? Is de staatkunde,
door de conservatieven voor de Oost aanbevolen,
verdedigd en tot het uiterste volgehoudeu, niet
voor goed verlaten? Het zou dwaasheid zijn dit
le ontkenDeu; daargelaten of het terecht of ten
onrechte is geschied, de vroegere koloniale poli
tiek is losgelaten. En zouden de conservatieven, in
't algemeen, daarheen willeu terugkeereu Zouden
zij inderdaad gedwongeQ arbeid, de rotting
straf, het passenstelsel en wat dies meer zij, in
onze bezittingen weder willen invoeren?
Het is niet wel aan te oemen. Voor het tegen
woordige is iu Indië het bestaande slechts mild,
met beleid en voorzichtigheid uit te voereDvoor
de toekomst te streven naar beschaving en ver
edeling van den inlander, -Daar ontwikkeling
van den landbouw en den handel en deuitbreiding
van het verkeer met het rijke lusuliude. Daar
heen zal de liberale staatkunde ougetwijleld leiden;
daarin kunnen ook de conservatieven ons behulp
zaam zijn.
Te ontkennen vak het evenwel niet, dat er
eenige punten van verschil schijnen te bestaan.
Hierover nog een woord ten slotte.
LGIDES, 27 IHaart.
De conservatieve kiesvereeoiging Vaderland en
Oranje heeft den heer van den Berch van Heem
stede tot candidaat gesteld bij de herstemming.
Dit was niet geheel onverwacht.
Waarom niet?
Wat bekreunt men zich om politieke morali
teit, otn eerlijkheid, om beginselen, om conse
quentie I
De St.-Ct. bevat het Kon. besluit, waarbij be
williging wordt verleend op de statuten der naam-
looze vennootschap ie Leidiche Bouwvereeniging te
Leiden.
Volgens kennisgeving van den heer Dr. M. P.
Lindo, inspecteur van het lager onderwijs in de
provincieZuid-Holland, zullen de voorjaarsexamens
voor hen die verlangen een acte te verkrijgen
tot het geven van lager ouderwijs, gehouden wor
den in den Haag, den 16den April en volgende
dagen, in het gebouw derj leesinrichting, in de
Oude Molstraat n°. 36.
De examinandi hebben zich vóór 26 Maar' 1873
bij hun districts-schoolopziener aan te melden,
met juiste opgave van de acte, d;e zij weDSChen
te verkrijgen en met overlegging van a. hunne
geboorte-acte: b. een getuigschrift van goed ge
drag, afgegeven binnen de laatste 12 maanden
door bet Gemeentebestuur, en liefst ook een ge
tuigschrift door de hoofdonderwijzers, in wier
scholen de examinandi werkzaam zijn, getee-
kendc. de reeds vroeger verkregen acte van
ouderwijs, met duidelijke opgave van hun adres.
Die Da zijne aangifte verhinderd wordt op den
bepaalden (jug Dij het examen te verschijnen,
wordt verzocht hiervan aan den Inspecteur van
het Lager Onderwijs in Zuid-Holland bericot te
zenden.
De Ópper-Ceremoniemeester maakt bekend,
dat, ingevolge de bevelen des Kooings, het Hof
den rouw zal aannemen wegens het overlijden
van H. AL de Keizerin Caroline Auguste, weduwe
van Z. M. Keizer Eraus I van Oostenrijk, te
weten: twee weken halven rouw, ingaande 27
Maart; en voor Z. K. H. Prins Nicolaas August
van Zweden en Noorwegeu, Hertog van Daie-
carlië, drie dagen lichten rouw, ingaande 11
April aanstaande.
Z. AI. de Koning, zal, naar meD verneemt, na
ziju bezoek aan de Noordelijke provinciën, een
reis naar Zwitserland ondernemen. (H. TV.)
Z. AI. de Koumg heeft, op een daartoe vaD
vvege J. Riesthuis te Looneker (Overijsel) inge
diend request om gratie, het nog onvervuld ge
deelte der tuchthuisstraf vaD vijfjaren, waartoe
R. den 22sten October 1872 door bet Provinciaal
Gerechtshof in Overijsel was veroordeeld, veran
derd iD twee jaren cellulaire gevangenisstraf. (O.)
Door den Minister van Binuenlandschó Zaken
is de volgende circulaire gericht aan de Cómtnis-
sarisseu des Kouings iu de proviuciën:
Meermalen doet zich het geval voor, dat krank
zinnigen, bij toepassing van liet laatste lid art.
10 der wet van 29 Mei 1841 Staatsblad n'. 20),
geheel in strijd met de bewoordingen der wet,
op zoo ondoelmatige wijze voorloopig in bewa
ring gesteld, verpleegd en in bedwang gehouden
worden, dat zij tengevolge vaD die verkeerde,
soms oumeDschelijke behandeling, in verwonden
eu voor hen zeer schadelijken staal in krankzin
nigen-gestichten aankomen.
De wijze, op welke dit kortstondig in bewa
ring stellen best kan geschieden, hangt, uit den
aard der zaak, geheel af van plaatselijke omstan
digheden en uiiddeleD en van den aard der zor
gen, welke het meest stroukeu met de verschil
lende toestanden, waarin de lijders verkeereu op
het oogeDblik, als de plaatselijke besturen lot de
toepassing der aangehaalde wetsbepalingen wor-
Vervolg.)
Het was eene schoon gebouwde vrouw meteen
beider klinkende stem, in het elegantste toilet. De
eerste blik op baar miDder bekoorlijk, dan elas
tiek schoon gelaat verried onmiskenbaar de ac
trice. Ztj droeg over haar ruischende zijden japon
een kostbare met bont omzoomde mantille waar-
tan zij lachend de door de warmte in de kamer
ipoedig smeltende sneeuw afsloeg, terwijl haar
beweeglijk oog haastig rondkeek en alles wat
bet zag opnam. De jonge man stond stil eD zag
baar onverschillig aanzij trok den glacé hand-
'ctioen van hare blanke, slechts een weinig al
te vleezige rechterhand en trad op hem toe met
be woorden
«Geef mij dan toch behoorlijk de hand, doctor I
Gij ziet mij nog altijd aaD, alsof gij uwe oude
'rieudin niet wist thuis te brengen. Ja, jonger
wordt men er natuurlijk niet op. Is bet Diet lief
vbd mij, dat ik u zoo spoedig na mijne aankomst
kom opzoeken? De trein is om zes uren aange
komen ja, men vreest o, heeren van de pen,
men komt eerst bij u en dan bij koningen of
prinsen. Gij weel, ik treed overmorgen voor de
eerste maal op als Marieije Stuart.
Houdt gij de keuze als debuut voor gelukkig
Wij uioeteu morgen eeus op een goed costuum
uitgaan, 't Is bij u waarlijk zoo heerlijk inge
richt, dat ik eeü oogenblik blijf. Gij hebt het
immers niet druk? Onzin, van agond zult gij niet
werken 1 Hebt gij gehoord, of er veel over Maria
Stuart gepraat wordt f"
Zij deed haren mantel af, wierp hem op eeD
stoel en ging zelf in den hoek der sofa zitten.
„Ik dacht, dat het een paar stappen waren naar
u toe," ging zij voort, „eu heb geen rijtuig ge
nomen, maar met die sneeuw krijgt men infaam
koude voeten
Zij had een paar overschoenen uitgetrokken en
hare kleine voeten in parelgrijze laarsjes op de
sofa gelegd. Het kleed ging daardoor een weinig
in de hoogte, zij streek het glad eD lag daar nu
in hare onmiskenbare schoonheid aan een leeuwiD,
Diet in de figuurlijke, maar in de werkelijke be-
teekenis, gelijk I Het kleed was van boven wijd
uitgesneden waardoor een paar verblindend blanke
schouders zichtbaar werdeu, terwijl het verder
nauw de taille omsloot en het bovenlijf omhoog
perste. Zij was door het loopen tegen den wind
in en door het haastig spreken buiten adem. Haar
boezem giug op en neer, zoodat de zijde kraakte,
en zij riep
„Vertel mij nu eeDS wat, doctor 1 Gij zijt zoo
stout als een visch de kleine Rol>ert is vervelend.
Wat doet gij toch? Ik dank u wel voor de mooie
critiek, die gij toen te Aluucben over mij geschre
ven hebt. Gij zijt de eenige, die zoo iets zeggeD
kan, daar is geest in. Hoe maakt het uw liqf
klein vrouwtje? Gij kuüt niet gelooven, hoe ik
verlang haar weer te zien!"
Hij bad nu en dan een woord geantwoord,
maar nu deed hij bet niet. Er was een oogen
blik stilte, waarin zij zich met de geringde vin
gers zacht voor het voorhoofd sloeg en half luid
er by voegde„O ja, ik vergat op het oogeu-
blik toen hief zij zich op den elleboog een
weiDig in de hoogte, zag hem strak aan eD zeide:
„Weet gij, lieve vriend, het heeft inij leed ge
daan, toen ik het gehoord heb, vreeselijk, maar
verheugd heeft het mij toch. Gij kondt niet an
ders doen. Ik gevoel het met u eD had al vooruit
gezegd die vrouw past niet bij zulk een maD.
Zij is hoe zal ik zeggen? te onbeduidend
voor hem, hij heeft zich door haar aardig ge
zichtje laten iupakkeo, maar zal zelf weldra on
dervinden, dat daarmee alles gezegd is. Wij
arti8teu moeten vrij zijn eu ongehuwd blijven.
Gij jonge mannen neemt te gemakkelijk eene
vrouw, omdat gij en, als het 365 maal 24 uren
verder is, denkt gijis dat nu alles wat ik er
vau heb? En dan komt eeDe andere op uw weg,
die u verstaat, uw geest en vernuft weet te waar-
deeren, en er misschieu ook niet kwaad uitziet,
en gij denktdie als vrouw te mogen kussen
zou Dog wat anders zijn. Heb ik het uiet juist
gezegd? En gij hebt toch weer ongelijk, doctor,
wij artisten mogen het niet, wij moeteD onge
trouwd blijven. Bij u is het waarlijk anders dan
bij ods, maar wat tegen de inrichting der natuur
te doeo Daarom zijn wij wel niet van steen,
en als het oogeublik gelegen kouit, dat wij
wat hebt gij daar, doctortje? Waarachtig, chuin-
pagne! dat wij dorst hebben, dan zeggen wij,
laten wij eens uit de schuimende kelk proeven,
vriend I"
Zij had zich geheel opgericht, terwijl hare hand
zich naar het op de tafel staand glas uitstrekte.
De jonge man zag haar onverschillig in het
schoone, sedert hare laatste woorden rozerood
geworden gelaat en begaf zich naar de deur.
„Wat wilt gij, doctor?"
„Een glas voor u laten komen."
„Onzin, ik drink uit uw glas, koin I"
(Wordt vervolgd.)