N°. 4021. Woensdag A0. 1873. 19 Maart. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ8.00. Franco per post8.85. Afzonderlijke Nommera0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVEHTENTIEN. Voor iederen regelƒ0.15. Grootere letters naar de plaatsruimte die rij beskan. STADS-BERICHTEN. Ter Gemeente-Secretarie zijn verkrijgbaar, tegen italing van 65 cent het stuk, gedrukte exem- |«ren van het rapport der Raadscommissie, in ike de Bank van Leening alhier. LEIDEX, 18 Haart. Voor de verkiezing van eeu lid voor de Tweede lamer voor het hoofdkiesdistrict Leiden zijn eden 694 stembriefjes alhier ingeleverd. De stembus is geslolen. Hoe jammer voor het sijscAe Dagblad, dat nu juist zoo goed op dreef .wam; het blad is zeer verbolgen, vooral tegen e katholieken, 't Is dan ook verdrietig, dal, juist het graaf Schiminelpenninck, een der warmste lijWad-manneD geldt, de katholieken van geen aafschheid meer willen weten en niet gediend irlangen te zijn van de „stembuswijsheid" waar- an het Dagblad het monopolie bezit. „Stem bus wijsheid" het woord is van het kgblad; 't is nieuw en karakteristiek! Bij de heden gehouden verkooping van Cokes i het Raadhuis alhier, van partijen van 50, 0 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen 22.50, f 4.60 en 2.25; de laagste f 22.50, f 4.50 f 2.25. De schouwburg was gisteravond zeer goed izet en wij waren verlangend, de koningin van 't nationaal tooneel van Antwerpen, Mejuffr. lersmans te zien optreden in de hoofdrol van let loonspel: Mathilda of een vrouwenhart. Ons rdeel over de omgeving va* Mej. Beersmaus an niet in alle opzichten gunstig zijn; vooral liel het eerste bedrijf ons zeer tegen, niet alleen mdui sommigen volstrekt niet geschikt waren w bet werk dat hun was toevertrouwd, maar ik omdat er geen eenheid, geen samenwerking het spel was en voo namelijk was de oorzaak laarvan gelegen in de houding van de beeren uiuiers en van den Eijnde. De inhoud van bet stuk mee te deelen is on- oodig; want weinigen zullen er zijn, die het looit gezien hebben. Al was de uitvoering in het algemeen minder levredigend, Mej. Beersmaos schitterde in alle pzichten als eene ster aan den kunstbemel en [eeD wonder, dat zij dan ook aller toejuichiogen oogstte voor haar uitnemend spel, dat onopge- lukt, zonder eeuige overdrijving een waar ge it scheukt. Wat de overige vertooners betreft, was de rol n PanneLhof niet voor den heer Beems ge hikt; ofschoon hij in sommige oogenblikken iet onverdienstelijk was, gaf hij toch hier en |aar een wel wat te komische tint aan zijn rol, aartoe het karakter van een ongevoelig vader n aanleiding gaf. De heer Lemmers als Wil- lebald, wij zeiden het reeds, was een mislukte figuur; de heer Bouwmeester, ofschoon wij hem gaarne onder de goede acteurs willen rangschik- [en, bederft veel door zijn te letterlijk spreken en mag dat misschien in België gaarne hooren, ie boekentaal bevalt ons niet. Overigens moeten y van hem zeggeD, dat hij meer vuur odI- ikkelde, naarmate bet effect in zijne rol klom. het 1ste bedrijf deelden wij zijue opvatting ter niet. De lieer van deu Eijnde, als Fat man, was in bet 3de bedrijf vooral slecht; deze acteur bad eeu figuur als een kurkentrek ker. De heer Lenaerts, als knecht, voldeed wel, aar was als vriend van den huize niet zoo ied. Mw. Beems, als Mw. Geresbach, de groot- loeder van Mathilda, wa3 voor die rol veel te ling en zij kou daarom niet teruggeven wat haar |ol vordert. Het uastnkEen tchat van een vrouw (1) eigen- jk Het vrouwtje zonder wederga, voldeed bijzonder ied. Voor de geestige uilvoering daarvan komt el allereerst lof toe aan Mej. Heilbron, die als ïta optrad, als eene Öpaansche en Engelsche 'touw en ook als een Hidalgo; haar Spaausche io Engelsche liederen, en haar caskelten-dans 'tachten de toeschouwers in verrukkiog en haar ielen dan ook de ondubbelzinnigste bewijzen [au goedkeuring ten deelde overige vertooners aren in deze vaudeville minder of meer op unne plaats. Mej. Heilbron was hier eebter de loofdfiguur, zooals Mej. Beersmans in Mathilda. Wanneer sommige vertooners ons niet geheel voldeden, de beide genoemde dames maakten alles goed. Door de commissie voor volksvoorlezingen werd gezorgd, dat de laatste bijeenkomst eene verras sing was voor het talrijk opgekomen publiek. In plaats van eene letterkundige voordracht werd eene muziekuitvoering gegeven. De heer B. de Goei, tenor solist, zong zeer verdienstelijk een aria uit de Freischülz, alsook de solo's in de Ita- lienischer Salat, een uitnemend koor, terwijl de heer Hemmes uit den Haag zich niet minder on derscheidde in de soli op de oboë. De muziek der schutterij voerde verschillende stukken uit, zeer ten genoegen van de hoorders, zoodat ten slotte allen zeer voldaan huiswaarts gingen, dankbaar voor het gesmaakte genot en onder den aange- naamsten indruk aan de nuttige en genoegelijke avonden, hun door de commissie in dit jaar ge schonken. Met genoegen vernemen wij, dat de heer Max ReichmanD, piano-, zang- en declamatie-parodist, kamer-virtuoos van Z. M. den Keizer van Rusland, ook in deze stad eene voorstelling zal geven en wel op a. s. Maandag. In den Haag mocht hij zeer veel bijval verwerven, en ieder, die geestig heid, met talent verbonden, wil hooren en zien, durven wij met gerustheid, op grond van het oordeel door anderen over den heer Reichmann geveld, aauraden hem met eeu bezoek te ver eeren. Wij hebben met genoegen kennis genomen van het uitnemend en grondig rapport, door de com missie uit den Gemeenteraad ingediend met be trekking lot de bank van leeuing de heeren Buys, Cock en Bijleveld. Dat rapport, hetwelk vrij uitvoerig en om stijl eo inhoud zeer lezenswaurdig is, behandelt de quaestie der bank in al baar onderdeelen. Daar het voor elkeen ter gemeente secretarie verkrijg baar is, meenen wij te kunnen volstaan met de conclusie mede te deelen. De Commissie vaogt aan met de vraag te on derzoeken of aan opbelliug der bank van lee ning kan worden gedacht en stuit daarbij op verschillende moeielijkiiedenofschoon zij Diet onduidelijk doet uitkomen zeer ingenomen te zijn met het Engelsche stelsel der pawnbrokershops particuliere banken van leening, dat de mi nister Fock indertijd ook wilde invoeren, meeDt zij dat dit denkbeeld niet is te verwezenlijken met het oog op bet Kon. besluit van 31 Oct. 1826, dat de toestand der baDkeu van leening hier be- heerscht; en ofschoon zij meent dat veel op de rechtsgeldigheid van dat besluit zou zijn af te dingen, oordeelt zij bet toch niet raadzaam de principieele quaestie, na een onderwerping van 46 jaren, te gaan opwerpen. Aan de opheffing der bank valt dus niet te denken, wel aan baar re organisatie. Alvorens daartoe de middelen aan te wijzen, treedt de commissie in een uitvoerig onderzoek van twee hoofdpunten 1°. bet kapitaal der baük en de wijze waarop het wordt besteedeo 2°. de inbrengkantoreD. Om het doel te bereiken, dat de commissie be oogt eene zuivere en duidelijke voorstelling van de financieele resultaten jaarlijks door de BaDk van LeeniDg verkregen kan men twee wegen inslaan. Men kan zich namelijk houden aan bet tegenwoordig reglement eD dus de Bank zonder eenig eigen kapitaal eenvoudig maken tot het werktuig met behulp waarvan de gemeente bank zaken drijftof wel men kan haar geven een zelfstandig vermogen, en bepaleD, dat de gemaakte winst aan haar zelve verblijft, na aftrek van eene vaste rente, bijv. van vijf percent, welke de ge meente als geld3chietster te vorderen heeft. Wat de inbrengkantoren betreft, deze worden door de commissie scherp afgekeurd, omdat zij de zuoht tot verkwisting bevorderen, de deur wijd openen voor alle misbruiken en verbazend veel kosteD. En daartegenover staat geen enkele lichtzijde. Van daar dan ook dat de commissie ten slotte het volgende voorstel doet 1". om de financieele betrekkingen tusschen de gemeente en de Bank van Leening te regelen zooals hier boven werd omschreven 2'. om de zes inbrengkantoren, hier bestaaode, met den Sisten December a. s. te sluiten, en de bank ook hulpkantoor te doen worden, dat ook des avonds moet zijn geopend 3°. om de commissie te machtigen ter verdere vervulling van haar mandaat, een nieuw ont- werp-reglement voor de Bank van Leening voor te dragen, epgeuiaakt met inachtneming der be ginselen, bij de besluiten onder de nommers 1 en 2 aangenomen. Voor een paar jaren wendden eenige jongelie den zich tot den min. Thorbecke, met verzoek om vrijstelling van het admissie-examen tot de Hoogescholen. Gelijk bekend is, bekwamen zij ten antwoord dat op bun verzoek zou beschikt wor den wanneer zij zich opnieuw aaumeldden tegen den tyd dat zij voornemens waren hun candidaats- exaineu voor de faculteit af te leggen. Eenige studenten te Leiden haddeD onder die omstandig heden ijverig hunne stadiën voorgezet, doch toen een hunner, die indertijd met glans het eindexa men der H. Burgersch. heeft afgelegd, zich dezer dagen opnieuw, thans tot den tegenwoordigen Minister van Binn. Zaken weudde om vrijstelling, ontving hij een definitief weigerend BDtwoord. Daarmede is vermoedelijk ook het lot der overi gen beslist. (IV. v. d. D.) Tot secretaris der Koninklijke Intendance of controleur en kassier van de Koninklijke Hof houding is, iD plaats van den onlangs overleden heer C. J. Haberlin, benoemd de heer P. H. van der Togt, klerk bij de intendance en vroeger bouwkundig opzichter aan het nieuw gebouwd Academisch Ziekenhuis te Leiden. D Te Gent, Oost-Vlaanderen, is de directie van het Nederlandsch tooneel voor het jaar 18731874 open. Behalve het kosteloos gebruik der tooneel- zaal, wordt door de stad aan deu bestuurder eene toelage verleend van 6U00 francs, waarvoor deze gehouden is een volledig tooDeelgezelschap samen te stellen tot het behoorlijk opvoereD van het drama, het tooneel- en blijspel. Aanvragen moe ten vóór 1 Mei 1873 aaD 't stedelijk bestuur wor den ingezonden. Uit Suez wordt gemeld dat de Japansche stoom boot Phase aldaar is aangekomen. Dit vaartuig bevat, gelijk uien weet, de kunst- en industrie voortbrengselen uit Japan, die op de Weenerex- positie zullen worden tentoongesteld. De Japansche commissie en al hare bedienden bevinden zich aan boord. De boot heeft de reis van Yokohama in 30 dagen volbracht. De N. li. Cl. bevat het volgend schrijven van den heer A. Réville: Terwijl ik Vrijdag-avond te Roozendaal terug kwam ik had namelijk Nederland voor drie dagen verlaten zag ik aldaar uit de Nieuwe liollerdamsche Courant, dat eene Commissie zich had gevormd, om de middelen bijeen te brengen, ten einde, vóór mijn vertrek naar Frankrijk, mij een blijvend aandenken aan mijn verblijf in Nederland aan te bieden. Ik behoef u niet te zeggen, hoezeer ik getroffen ben door eene zoo welwillende intentie, en hoezeer bet mij tot er kentelijkheid stemt. Maar nu de zaak van alge meene bekendheid is geworden, wend ik mij tot uw geacht blad, o;dat insgelijks bekeDd worde, dat ik dadelijk aan de Commissie een brief ge schreven heb, waarin ik haar dringend verzocht haar plan te laten vareD. Nederland is mij Diets, ik, daarentegen, beu Nederland veel verschuldigd, meer zelfs dan ik in staat ben ooit goed te maken. Heb ik door eeDige letterkundige opstellen Neder land beter in het buitenland leeren waardeeren, ik werd hierbij voural geleid door mijne over tuiging, die mij zeide, dut Nederland in den vreemde met bejegend wordt gelijk bet verdieDt. Nederland wint er bij, zoo bet gekend wordt, maar ook het buitenland wint bij de nadere kennis making met Nederland. Het komt mij voor dat op die wijs de rekening effen wordt. Indien ik, na een 21jarig verblijf in uw vaderland, in het mijne terugkeerende, de achting en genegenheid medeneem van allen, die mij van nabij gekend hebben, en inzonderheid van manneD, iD ver schillende opzichten zoo uitstekend als de leden van de bedoelde Commissie, dan beD ik reeds meer dan beloond. Staatscourant van 22 Februari en van 2 en 3 Maart jl-, brengt, met wijziging in zooverre van die aan kondigingen, ter algemeene ken Dis, dat de buiten gewone opzichters van den waterstaat, die thans bij de Rijks- of provinciale werken in dieDSt zijn, aan bet in April e. k. te houden vergelij kend onderzoek, tet beooeming van Rijksopzich ter van den waterstaat 4de klasse, kunnen deel nemen mits zij op 1 Mei eerstkomende den ouder dom van vijfendertig jaar nog niet zullen bereikt hebben. De Minister van Binnenlandsche Zaken, gelet op de aankondigingen, opgenomen in de Ned. Door den Nederlandschen consul te Duinkerken is de beer E. Petijt aangesteld tot zijn vice- consul aldaar. De heer D. C. van Romondt is erkend als vice- consul der Vereenigde Staten van Amerika op St.-Martin. De Minister van Financiën maakt bekend, dat bij hem ontvaDgen is een muntbiljet, groot 10, door een onbekende, onder het postmerk Raams- donk 16 dezer, tot voldoeDiog van te min betaalde rechten ingezonden. Z. M. beeft aan H. Jonxis, gewezen controleur vbd het academisch gasthuis aan de hoogeschool te Groningen, verleend een pensioen ten la9te van den Staat ten bedrage van 666 's jaars. Z. M. heeft de benoeming van H. van Barne- veld, burgemeester van Vriezenveen, tot secre taris dier gemeente, met Zr. Ms. goedkeuring be krachtigd. Z. M. heeft den heer H. Hesse erkend eu toe gelaten als consul-generaal vaD Perzië te Amster dam, eu zulks op den voet van handeldrijvend vreemdeling. Z. M. heeft den heer Mr. A. L. P. baron de Constant Rebecque benoemd tot attaché bij het Nederlandscb corps diplomatique. Z. M. heeft goedgevonden, met ingang van 16 Maart te bevorderen, tot luiteuant-ter-zee der 2de klasse, de adelborsten der 1ste klasseJ.G.C. van Casteel en C. F. A. Gregory, met bepaling, dat zij zullen rang ceuien, de eerste tusschen de luitenants-ter-zee der 2de klasse P. F. H. Volcke en VV. H. Dittlof Tjassens, en de tweede tusschen de luitenants-ter-zee der 2de klasse J. C. van Wes- sein en G. C. ülten. Z. M. heeft aan den heer H. van der Burg eer vol ontslag verleend uit zijDe betrekking van controleur der directe belastingen en van het ka daster te 's Hertogen bosch, behoudens aanspraak op pensioeD of wachtgeld; en benoemd tot con troleur der directe belastingen en van bet kadas ter te 's-Hertogenbosch, den heer A. van Haren- carspel, thans adjunct-controleur derzelfde midde len te Zwolle; tot adjunct-controleur der directe belastingen en van het kadaster te Zwolle, den heer M. M. J. Coleu, thans surnumerair derzelfde middelen te Groningen. Z. M. heeft aan deD heer A. van RhijD, adjunct- coinmies bij het Departement van Koloniën, met ingang van den lsten April 1873, een eervol ont slag verleend uit zijDe betrekking, met toekenning van aanspraak op wachtgeld. BINN ENL.AND. Den Haag, 17 Maart. Door het centraal Comité van het AigemeeD Werklieden bond, gevestigd te Amsterdam, is tegen aanstaanden Zondag 23 Maart, des middags te 12 uren, eene bijeenkomst voor leden eu arbeiders uitgeschreven, weike zal wor den gehouden in het lokaal van den Hoogduit- schen schouwburg, hier ter stede. Dezen morgen zond M. in het Gerbrand- straatje, depothouder der Brood- en Meelfabriek, zijn knecht uit met den broodwagen. Reeds was bet laat geworden, zODder dat de knecht met het geld vaD 't verkochte brood terugkwam. M. ging hem dus opsporen en vond eerst den wagen on beheerd op straat, daarna den bakkersknecht in beschonken toestand. De politie, inmiddels van de zaak verwittigd, heeft deu knecht gearresteerd en doet verder onderzoek. Id den afgeloopen nacht omstreeks twee uren is er brand uitgebarsten in het bovengedeelte van een woning op de Amsterdamsche Veerkade, waarin eene tapperij en slijterij wordt gehouden. Hoewel de spuiten, waaronder de stoombrand- spuit, spoedig kwamen opdagen, zijn echter de bovenste verdiepingen van het perceel afgebrand

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1