FEUILLETON. N°. 3999. Vrijdag A0. 1873. 21 Februari. STADS-BERICHTEN. JAM DE ZWERVER. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per S maandenƒ8.00. Franco per postn 8.85. Afzonderlijke N om menn 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DBR ADVEBTENTIEN. Voor federal regel;...........ƒ0.15. Orootere letten naar de plaatsruimte die x\j beslaan. BURGEMEESTEE en WETHOUDERS van leiden, Gezien het adres van Jan Sïveien Slbotinhobst, meubelmaker, wonende alhier, daarbij verzoekende om in zijn huis aan de Middelgracht n". 40 een for nuisje te mogen doen plaatsen; Gelet op art. 4 van het Koninklijk besluit van 31 Januari 1824 (Staatsblad n°. 19) Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars en bewoners van de naast bijgelegene en belendende panden, ten opzichte der informatiën de commodo ei incommodo, door Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Gemeente, op Maandag den 24sten Februari aanstaande, 's voor- middags ie elf uren; zullende de belanghebbenden verplicht zijn hunne bezwaren tegen dat verzoek op dien tijd in te brengen, terwijl, bij verzuim daarvan, tij gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging met te hebben verzet. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 20 Februari 1873. LEIDEN, 2© Februari. Gisteren brachten wij na den afloop der parade een bezoek aan het assaut in de kazerne aan de Morschpoort. Door de zorg van den adjudant-on derofficier Onstenk was de zaal der bijeenkomst net gedecoreerd, terwijl hem ook de verdere lei ding was toevertrouwd. Aan de volgende deelnemers aan het assaut werden diploma's uitgereikt: Meester op alle wapens, de sergeant Beukel- man; meester op de sabel, de militairen Versteeg, Fiering en Jansenprevot op den degeD, Patoir en van Vaart; prevot op de sabel, Peters, Weber Tirolf, Kok en Kiom; prevot op den langen stok, Hazelhorst, Stok en de Groot; op den korten stok, de Grijze, Chouffour, Versteeg, Tiering, Thomson cc Berghuis. Na het assaut werd aan hh. onderofficieren eeu bijzondere tafel bereid, waartoe de gehuwden wa ren geïnviteerd. Door den adj. Onstenk werd een toost gebracht aan Z. M. den Koning, welke door al de aanzittenden inet een driewerf hoera! werd toegejuicht. Des avonds kwamen zij weder bijeen op een bal, waarop men zich uitstekend amuseerde. Twee onderofficieren der infanterie waren heden óf door de pret van gisteren in abnormalen toestand, óf door andere oorzaken, geneigd om zichzelf of anderen te dooden. Een hunner toch ging, met een geladen geweer, in de kazerne op een schildwacht af en wilde den man doodschieten, deze riep de hulp van de wacht in en daardoor vluchtte de onderofficier naar zijn kamer waar hij het schot in het pla fond loste. Hij werd dadelijk in de provoost ge bracht. De andere is hedenmorgen over de balie van een der bruggen in 't water gesprongen en werd met groote moeite gered. Hij is naar het hospitaal vervoerd. Wij vestigen de aandacht van werklieden op de in dit nummer voorkomende annonce van de tooneelvoorstelling, door de Smeden-Vereeniging Nut en Vriendschap tot stijviüg der kas van hun ziekenfonds op aanst. Zondag te geven. Elkander te helpen moet het streven der werklieden zijn, vooral wanneer het diegenen geldt, wier gezond heid geschokt en wier kracht te gering is, om door arbeid het brood tijdelijk te verdienen. Hoe veel klem bestaat er, om die hulp te verleenen, waoneer bij het Duttige eu weldadige zich nog het aangename voegt, zooals hier. Door de directie der Stoomvaartmaatschappij Nederland zijn algemeen verkrijgbaar gesteld hare nieuwe tarieven en voorwaarden van vervoer van passagiers, specie, pakketten en ijlgoederen tus soben Nederland en Nederlandsch-Indië. Het is te verwachten, dat die zeer zullen bij dragen om de voordeelen van de versnelde ge meenschap, niet alleen door den handel, maar ook door vele particulieren, te doen waardeeren. De Nederlandscbe hoofdcommissie voor de Weener wereld-tentoonstelling verzoekt de inzen ders, die baren brief, dd. 31 Januari jl., nog niet hebben beantwoord, dit nog ten spoedigste te willen doen aan den voorzitter, den heer J. W. L. van Oordt, te Rotterdam en op te geven hoe veel collis zij zullen inzenden en naar welke plaats, Rotterdam of Amsterdam. De Jury voor de tentoonstelling te Wee oen heeft besloten de volgende eereblijken toe te kennen: 1. Het eere-diploma der tentoonstelling, als eene onderscheiding wegens buitengewone verdiensten ten opzichte der wetenscbap en hare toepassing, der volksontwikkeling en der bevordering vam bet geestelijk, zedelijk en stoffelijk welzijn des menschdoms. 2. De Fortscbritts-medaille, voor inzenders die, na hetgeen in hun vak op vroegere tentoonstel lingen is geleverd, hebben uitgemunt in nieuwe uitvindiDgeD, invoeriDg van nieuw materieel, ver beterde iurichtiDgen, enz. 3. De medaille van verdiensten, voor bijzonder goede afwerking van voorwerpen, uitbreiding van productie, openiDg van nieuwe wegen van afzet, gebruik van verbeterde machinerieën en werk tuigen en bevordering der prijswaardigheid van producten. 4. De kunst-medaille, voor de beste kunstvoort brengselen. 5. De medaille voor goeden smaak, voor de in zending van industrieele voortbrengselen, bij wel ker beoordeeling in de eerste plaats vorm en kleur in aanmerking komen. 6. De medaille voor arbeid, voor die personen, welke, naar verklaring der inzenders, als fabriek- opzichter, meesterknecht, teekenaar, modelmaker of gewoon werkman, ieder in zijne betrekking, het meest tot verbetering der productie en uit breiding van den afzet hebben bijgedragen. 7. Het gewoon eere-diploma voor hen, die zich verdienstelijk hebben gemaakt, doch niet in die mate dat hun de Fortschritts-medaille, of de me daille van verdiensten kan worden toegekend. De geneeskundige raad voor Friesland en Gro ningen beeft aan burgemeester en wethouders in die twee provinciën een circulaire gericht, waarin de aandacht wordt gevestigd: 1°. op het bouwen van ruime regenbakken nabij kerken, scholen en andere openbare gebouwen, onder de opmerking evenwel, dat er gewaakt worde tegen mogelijke vergiftiging van het water door lood, afkomstig van goteo, daken en buizen, waarlangs het water naar het reservoir vloeit; 2°. op het aanleggen van versch-watervijvers, nabij of in de kom der gemeenten, zooveel mogelijk in verband met een filtreer- en pomptoestel, om het verkrijgen van zuiver water ten allen tijde mogelijk te maken; 3". op bet maken van zoogenaamde Norlonputten, waar de aard en de staat van den bodem deze wijze van voorziening in drinkwater toelateD. Ook in Friesland zijn door den Commissaris des Konings de gemeentebesturen aangespoord, voortaan niet meer herbergen te bestemmen voor bet houden der loting voor de nationale militie. Men schrijft uit Groningen Iu een correspondentie uit Warfum, voorko mende in een blad der provincie Groningen, is dezer dagen medegedeeld, dat, als Dr. Wester- hoff's gezondheid blijft zooals die thans is, hij in weerwil van zijn leeftijd zich eene nieuwe ver kiezing als afgevaardigde zou laten welgevallen. Vrienden en bekendeu vau den heer Westerhoff verzekeren echter het tegeQdeel. Algemeen is de wensch, dat de beer Westerhoff-zelf spoedig zich over zijn voornemen verklare. Zestien Hollandsche jongelingen, die op de han delsschool te Qsaabrück onderricht ontvangen, hebben gisteren aan Z. M. den Koning, bij gele genheid van HDs. verjaardag, een telegram inet hunne gelukwenschen gezonden. Op de school was de Hollandsche driekleur gebescheu. Naar men verneemt, is de heer P. T. Roos doctorandus in de philosophic aau de universiteit te Göttingen, door de Oostenrijksche regeering benoemd tot adsistent-prolessor aan de keizerlijk chemisch-physiologische Academie te Klostemeu- burg bij Weenen. De Tijd deelt op gezag van De Waarheid mede, dat de vader van den milicien Kuysinga reeds katholiek werd nog vóór zijn huwelijk; dat K. slechts éénmaal naar de Protostantsche kerk is geweest, om er een gerestaureerd monument te bewonderen, en dat hij overigens de katholieke kerk bezocht. Voorts spreekt het blad tegeD, dat K. een postje was beloofd, zoo hij katholiek werd, en laat dan volgen, dat de berichtgever van de Waarheid ook ons die inlichtingen gezonden heeft, maar dat wij weigerden ze op te nemen. Dit is onwaar. Wij hebben slechts éen brief ontvangen, dien wij weigerden te plaatsen om de redenen, door ons opgegeven, den brief, die ook in De Tijd is opgenomen. In dien brief kwamen de bedoelde inlichtingen niet voor; geen woord althans overbet beweerde feit, dat reeds de vader van K. vóór zijn huwelijk tot bet katholieke geloof zou zijn overgegaan. Daarmee zijn ook alle inlichtingen, die wij ontvangen hebben, in strijd. Volgens onzen cor respondent behoorde noch de milicien Kuysinga, noch zijn broeder, tot het katholieke kerkgenoot schap. (N. R. Cl.) De Minister van FinanciëD vestigt de aandacht der belanghebbenden op de gelegenheid tot ver zending vau brieven, gedrukte stukken en mon sters van koopwaren naar Nederlandsch-Indië, door middel van het stoomschip van de maat schappij „Nederland", de Print van Oranje, waarvan het vertrek uit het Nieuwe Diep op den 5deu Maart aanstaaode is bepaald. Z. M. heeft de benoeming van j. A. van Hengst, burgemeester van Loenersloot en Ruwiel, tot secretaris dier gemeenten, goedgekeurd. Z. M. heeft, met ingang van 1 April 1873, be noemd tot leeraren bij 's rijks veeartsenijschool te Utrecht: L. J. van der Harst, leeraar aan's rijks hoogere burgerschool te Utrecht, en F. Th. Weit- zel, veearts te Amersfoort. Z. M. heeft het eervol ontslag aan P. J. van der Mandere, burgemeester en secretaris der ge meente Kapelle, op zijn verzoek, uit laatstgemelde betrekking verleend, goedgekeurd. Z. M. heeft den 2den luitenant C. van Crans, van het 5de regiment infaDterie, in raug en ancienneteit ovei geplaatst bij het wapen der infaDterie van het leger in Nederlandsch Indië. Z. M. heeft aan den generaal-majoor G. P. Booms, chef van den generalen staf, en aaD den kapitein C. D. II. Schneider, van dien staf, verguDniDg verleend tot het aannemen en dragen der ver sierselen, respectievelijk van commandeur én van ridder van het Legioen van Eer, hun door den President der Fransche Republiek geschonken. Z. M. heeft den officier van administratie der 2de klasse H. K. j. van den Bnssche, op zijn daartoe gedaan verzoek, met ultimo Februari 1873 eervol uit Zr. Ms. zeedienst ontslagen, en met ingang van den eersten Maart daaraanvolgende benoemd tot lsten luitenant-kwartiermeester bij het leger in Nederlandsch Indië. BUVNENLAN D. Amsterdam 19 Februari. De correctioueele kamer der arrondissementsrechtbank alhier heeft gisteren bij verstek behandeld de zaak legen M. B. Welstand (voortvluchtig). Men zal zich her inneren, dat deze persoon in December 11. van den beer E. L. van Praag, commissionair in ef- Vervolg). Vader Martijn hoorde zonder eenig blijk van verbaziDg 't verhaal van het gebeurde aan, uit den mond van Jan Cendrous. ,/t Is goed," zeide hij, „die een dochter heeft moet alles verwach ten; maar ik vrees dat er heel wat water ODder de brug zal stroomen, voordat wij naar de brui loft gaan!" Jan en Félise brachten den dag door in de grot ten van Maraval, altijd op de wacht, of men hen soms vervolgde. Toen de avond daar was, begaven zij zich gearmd naar het dorp en klop ten er aan de deur van den geestelijke. „Wat komt gij hier doen, ongelukkige," zeide de pastoor; „weet gij niet dat al de brigades van het departement u achternazitten en dat men het op uw leven gemunt heeft? Red u schielijk, en geve God dat het nog tijd is!" „Wel, wel; wees gerust, mijnheer de pastoor; ik heb op dit uur wel wat anders om aan te deDken, en later zal ik mij eens om de blauwen bekommeren. Wij moeten ons intusschen wat haasten." „En wat heeft bij u meer haast, dan te vluch ten „Gij ziet dat Félise met mij is gekomen," her nam Jan ernstig; „zij heeft mij van morgen ge roofd, en ik wil haar niet naar bet gebergte mee nemen, voordat zij mijne wettige vrouw is. Lees onze huwelijksmis zoodra bet middernacht gesla gen is, en bid den goeden God voor de arme novi I In den eenvoud van zijn gemoed, vond Jan zijn voorstel het natuurlijkste ter wereld, en betgiDg den pastoor zeer aan bet hart hem aan 't ver stand te moeten brengen, dat zoowel het concor daat als hot wetboek zich bepaald tegen zulk soort vau verbintenissen verklaarde, en dat hij een strafbare daad zou begaan, met in zijn wensch te bewilligen. „Wat moeten wij dan doen, mijnheer de pas toor?" zeide Jan met een blik vol teleurstelling Félise aanziende. „Jan," sprak de priester, bewogen door de stomme welsprekendheid van dien blik, „ik ken u sedert lang, ik weet dat gij een eerlijk en god- vreezend man zijt. Gij en Félise zijt man en vrouw, zonder het sacrement, en gij moet door alle mid delen voor den goeden naam van Félise zorgen. Gij zijt jong, en ziet niet tegen vermoeienis op; tracht langs den koristen weg Savooie te berei ken in dat land zegenen de priesters bet huwe lijk in, zonder dat de rechtbank er zicb mee be moeit. Knielt, kinderen, en ontvangt mijn zegen voor uwe reis!" Jan en Félise knielden en ba den een oogenblik onder de uitgestrekte hand van den pastoor. „Jan," sprak de geestelijke, toen zij weder opgestaan waren, „ik vertrouw n Félise toe en stel haar onder uwe hoede; gij zult haar eerbiedigen als uwe eigene zuster, dag eD Dacht tot aan bet einde van de reis; belooft gij dat?" „Dat zweer ik u voor God, mijnheer de pas. toor!" „Ik houd u bij uw woord; vaartwel, mijne kinderen; God geleide u en brenge n weder!" Op het oogenblik toen Jan de denr zou uitgaan, nam de pastoor hem even ter zijde en zeide bem zacht: „Hier hebt ge twee louis d'or, houd die, en als ge soms daar wat SpaaDscben tabak vindt, denk dan om mjj!" Terwijl Jan en Félise, langs wegeD, waarvoor geiten zoudeD teruggedeinsd zijo, de inzegening van hun echt gingen zoekeo, doorzocht de briga- gadier van Mormoiron, om de poets die men hem gespeeld had te wreken, den Mont-Ventoux in alle richtingen en vermoeide zijne mannen door eene vruchtelooze vervolging. Overal vonk hij wel is waar liet spoor van Jan, hier eeu nachtverblijf, daar een schuilplaats, ginds groote steenen nog zwart van gestampt houtskool, maar Jan zelveu niet. Hij was noch te vatten, noch te zien. Op eeD avond, dat de brigadier langs Com be-Obscnre terugkeerde, na zoo ver mogelijk iu de Baume- Noire te ziju voortgedrongen, weer eveu vruch teloos als vroeger, hield hij een oogenblik stil aau de hoeve van Christol om er zicb te verfrisschen. De hond van Jan was op de hoeve gebleveD, se dert den avoDd van de groote worsteling, en wachtte dat zijo meester hem kwam terughalen Op het gezicht van den brigadier kwam het dier op bem aaD, hevig blaffende en wilde hem in de beenen bijten. „Van wien is die hond, Christol?" vroeg de brigadier, het dier van bem afhoudende; 't is geen gemakkelijk heer!" „Dat is Maripan, de hond van Jan den Zwer ver," antwoordde Christol; „van menschen met steken houdt hij niet, maar anders... Hier, Ma ripan, hier! wil je eens stil zijn!" Om meer nadruk aan zijn bevel te geven, gaf hij het beest een hevigen schop, zoodat bet onder de tafel rolde. De arme Maripan was zeker al lang met die soort van argumenten bekeod, want ondanks de pijn en de schande gehoorzaamde hij eu gmg stil in een hoek zitten; alleen zijne oogen fon kelden van kwaadheid en dreigden nóg. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1