N°. 3997. Woensdag A0. 1873. 19 Februari. STADS-BERICHTEN. JAM DE ZWERVER. blevea. EIDSCH 25'ill DAGBLAD. PRIJS DKZKR COURANT. Toor Leiden per 3 maandenƒ8.00. Franco per postn 8*8B- A&onderlyke Nommer»n 0-05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Voor lederen regel;;.ƒ0.15. Qrootere letten naar de plaatsruimte die rtf beslaan. lergadering van den gemeenteraad van Leiden, Donderdag 20 Februari 1873, 's namiddags te uren. Onderwerpen ftenoeming van een onderwijzer der 1ste klasse sa» de openbare school voor meer uitgebreid lager [raderwijs der 1ste klasse, voor jongens. (25) Verzoek van P. Molenaar, om eervol ontslag als «hulponderwijzer aan de openbare school n°. 1 Ivoor minvermogenden. (21) j, Hverroek alsvoren van L. Marks, als hulponder- ""irirer aan de openbare school n\ 2 voor min vermogenden. (23) Sspport betrekkelijk den toestand der markten. (20) Voordracht betrekkelijk de huurovereenkomst ten aanzien van de loods in de Gortestraat. (22) dem betrekkelijk het beheer over de Gemeente- apotheek. (21) Idem betrekkelijk de apotheek in het Academisch ziekenhuis. (26) Staat van at- en overschrijving op de gemeente- I begrooting, dienst 1872. (27) LEIDEN, 18 Februari. Worgen zal bij gelegenheid van den verjaar- van Z. M. den Koning door de troepen van |èt garnizoen te 12 uren op de Ruïne eene groote Me worden gehouden, gecommandeerd door majoor Jhr. W. U. C. Ridder van Rappard het regiment veldartillerie, lïa afloop dezer parade zal te halftwee eon siaut plaats hebben waarbij aan de onderwijzers aooningen, aan de leerlingen aanmoedigings- rijzen en aan benoemde meesters en prevdts in .e schermkunst het diploma daartoe zal worden lidgereikt. hagen wij, en velen met ons, met verlangen de Instelling van de Hoovers van Schiller te geuioet, kt weinig waren wij teleurgesteld toen wij Itnamen dat dit stuk gisteravond niet opgevoerd ;on worden, door eene plotselinge ongesteldheid i den heer D. Haspels, die in dat stuk een der lofdrollen moest vervullen. ho ruil van de Roovers zagen wijDe oude kleer- fper of een vriend in den nood. Wij hebben dns ■d de voorstelling van gisteravond weinig te zeg- fln, daar dit stuk den eersten Zondag in Januari 11. ds vertoond is. Alleen kunnen wij zeggen, It menigeen genoegen heeft gesmaakt door dit loolijke blijspel, voor zeer velen nieuw, daar •1 van abonnenten het den vorigen keer niet heb ben gezien, vermits het op een Zondag-avond werd vertoond en er bovendien talrijke bezoekers ven bniten gekomen waren, voor wie het zeker «rerschillig was wat zij zagen. De voorstelling liep geregeld ten einde en vooral aan den heer osier Faassen komt een compliment toe voor >>jn gepast en geestig spel. '9 Er heeft zich hier ter stede voor eenigen tijd t een comité gevormd met het doel om voor Roomsch Katholieken van tijd tot tijd lezingen te houden. dezen winter heeft men zich tot drie lezingen bepaald; in het volgend jaar zal men er waar hijnlijk meerderen verkrijgen. Dit jaar was de contributie voor drie lezingen 1, voor het vol gende is de entrée-prijs nog niet bepaald. Wij vernemen dat morgen de laatste der drie lezingen in dit seizoen plaats heeft, in de Gehoor zaal. Er wordt gewoonlijk niet over godsdienst gesproken, maar over wetenschappelijke onder werpen, b.v. de laatste maal over het enthousiasme. De lezingen zijn wel bestemd voor Roomsch Katholieken, doch de belijders van andere ge zindien kunnen op aanvrage bij een der leden van het comité tegen betaling toegang bekomen. Alleen de Katholieke bladen ontvangen verslagen van deze lezingen. In de heden gehouden verkooping van Cokes op het Raadhuis alhier, van partijen van 5, 10, 60 en 100 hectoliters waren de hoogste prijzen 2.25, f 4.70, 22.50 en ƒ45; laagste prijzen ƒ2.25, 4.50 en 22.50. De 2de luitenant-kwartiermeester C. W. van de Ven is in rang en anciënniteit van het 5dö bij het 4de regiment infanterie overgeplaatst, met be stemming voor het veld-hataijon, te Haarlem in garnizoen, terwijl de 2de luitenant-kwartiermees ter F. G. E. Frausseu vau dat bataljon bij het depot te Gouda in garnizoen is overgeplaatst. Door den heer Maurin Nahuys is aan den ko ning eene memorie gezonden, waarin de wenscbe- lijkheid wordt uitgedrukt om bij gelegenheid van de wederinvoering van den dubbelen standaard, waardoor weder gouden munten in de circulatie zullen worden gebracht, de volgende maatregelen te nemen. 1. Invoering van den dubbelen standaard met de wettelijke waardeverhouding van 115,5 tus- schen het zilver en het goud. 2. Aanneming in beginsel van de franc, verdeeld in 100 centimes, als rekeoingseenheid. 3. Aanmunting van gouden standpenningen van 10 en 20 fraDCS. 4. Toelating van vreemde volwichtige goudstukken van 10 en 20 francs, als wettig betaalmiddel, 5. Verbod tot verdere aanmunting van de tegenwoordige zilve ren standpenningen. Om langer de nadeelige gevolgen van eene volkomen munt-isoleering voor Nederland te voor komen, zou het zijns inziens raadzaam zijn, dat in de wet, die in dien dubbelen eisch zou voor zien, o. a. de volgende bepalingen werden opge nomen 1'. Er zullen aangemunt worden gouden stand penningen, die eene fijngehalte van 0.900, een gewicht van 3.22580 grammen en eene middellijn van 12 millimeters hebben. 2°. Het tiende deel dezer gouden standpennin gen heet franc, verdeeld in 100 centimes. 3'. Behalve de gouden standpenningen -van 10 francs (sub no. 1 bedoeld) zullen nog worden aangemunt gouden standpenningen van 20 francs, die een fijDgebalte van 0.900, een gewicht van 6.45161 grammen en eene middellijn van 21 milli- meters hebben. 4a. Volwichtige goudstukken van 10 en 20 francs van Frankrijk, België en Zwitserland en van 10 en 20 lira's van Italië, geslagen overeenkomstig de muntconventie van den 23sten December 1865, wijders die van 10 en 20 peseta's van Spanje, geslagen krachtens de wet van 19 October 186S, die van 4 en 8 florijnen 10 en 20 francs van Oostenrijk, ingevolge de wet van 9 Maart 1870, en van Hongarije, krachtens de wet no. XII van het jaar 1869, geslagen, alsmede de gouden Zweed- sche Carolijnen 10 francs, gemuDt overeen komstig de Koninklijke Ordonnantie van 31 Juli 1868, die alle in gehalte, gewicht en diameter volkomen aan elkander gelijk zijn, kunnen als wettig betaalmiddel worden aangenomen. 5. Alle betalingen, die wettelijk in Nederland- sche zilvereD standpenningen behooren te geschie den of bedongen zijn, kunnen gedaan worden in gouden standpenningen van 10 en 20 francs. Het 10 francstuk ter waarde van ƒ4.75, het 20 francs stuk ter waarde van 9.50. 6. De zilveren standpenningen, geslagen over eenkomstig de wet van 26 November 1874 (Staats blad n°. 69), blijven wettig betaalmiddel, tot dat bij eene wet de munthervorming van de zilveren muntspeciën zal zijn geregeld. 7. De aanmunting van zilveren standpenningen heeft voorloopig niet meer plaats. De Minister van Financiën maakt bekend dat bij hem ontvangen is eene som van ƒ55, door een onbekende, onder het postmerk Venlo van 15 dezer, tot voldoening vaa te min betaald suc cessierecht ingezonden. Naar wij veruemeu is door den Minister van Justitie aaD de bewaarders der huizen van ver zekering eene verhooging toegekend van 100. Is dit een eerste stap tot verbetering van bet lot der rechterlijke ambtenaren, dan doethetons genoegen, dat de Minister juist aangevangen is met de lagere kringen, in plaats van, gelijk veel tijds het geval is, met de hoogere te beginnen. In den Haag loopt het gerucht dat aan alle ambtenaren eene verhooging van jaarwedde zal worden toegekend. Men sprak van 25 percent. Of genoemde verhooging eene aanvankelijke bevestiging van dat gerucht, dan wel de oorzaak er van is, durven w(j niet beslissen. (Arnh. Cl Z. M. heeft aan J. H. L. Vader van 's-Graven polder, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Wissekerke, en in zijne plaats als zoodanig benoemd W. J. Vader Z. M. heeft P. Brouwer Rz., oud-apotheker en leeraar in de scheikunde aan de hoogere burger school te Deventer, benoemd tot plaatsvervangend lid van den geneeskundigen raad voor Overijsel en Drenthe. Z. M. heeft Mr. N. F. van Nooten, lid van den Gemeenteraad te Utrecht, benoemd tot bnrgerlijk lid van den militieraad in de provincie Utrecht, en tot zijn plaatsvervanger Mr. H. G. Rijmer lid van den gemeenteraad te Utrecht. Z. M. heelt aan Mr. D. Wicherlink, op zijn ver zoek, met 1 Maart e. k. eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Steenwijk, en in zijne plaats als zoodanig benoemd J. R. Meesters. Z. M. heeft aan T. van AkeD, op zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 1 Maart 1873, eervol ontslag verleend als kantonrechter te Zeven bergen. Z. M. heeft aan den heer W. P. A. Ie Jeune tijdelijk de functiën opgedragen van Nederlandsch consul te Etmina, en aan den heer P. S. Hamel die van vice-consul aldaar. Z. M. heeft aan den majoor L. T. J. A. baron van Boecop, van het 3de regiment infanterie, ver gunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder 2de klasse der orde van St. Stanislaus, hem door Z. M. den Keizer aller Russen geschonken. BINNENLAND. Amsterdam, 17 Februari. Het zoogenaamde Keer Weer was gisteren het tooneel van eene eigenaardige plechtigheid. Dezen morgen had al daar de feestelijke opening plaats van het nieuwe gebouw der onlangs alhier opgerichte Amsterdam- sc/ie Diamantslijperij. Reeds vroeg in den morgen bevonden zich vele belangstellenden in de ruime werkplaatsen en sloegen met aandacht den arbeid gade. Te 12 uur kwamen commissarissen en directeuren en deden nogmaals de ronde op het terrein, terwijl muziek en zang door de liedertafels der diamantslijpers zich bij afwisseling deden hooren. Na het bezoek in de fabriek, werd hot bestuur der Diamant- slijpers-vereeuiging door commissarissen en direc teuren in het kantoorlokaal opgewacht. De heer G. Blaauw, president-commissaris, sprak het be stuur toe en wees met voldoening op den korten tijd, waarin de bouw dezer fabriek was voltooid; in December des vorigen jaars toch werd de eerste steen gelegd. Het feest werd 's avonds door eene verlichting der terreinen besloten. Znndvoort, 17 Februari. De Raad dezer ge meente heeft besloten tot het bouwen van een Raadhuis, waaraan reeds sedert geruimeu tijd be hoefte bestond. De daartoe noodige gronden in de Kerkstraat zijn aangekocht, zoodat men weldra de aanbestedmg kan verwachten. Den Haag, 17 Februari. Heden heeft de Hooge Raad uitspraak gedaan in de zaak van den pro cureur-generaal bij het Provinciaal Gerechtshof in Groningen, requirant vau cassatie tegen een ar rest van dat Hof van den 4den December 11. waarbij Litman, arbeider te Groningen, was schul dig verklaard aan het wanbedrijf van moedwil lige mishandeling zijner vrouw, en te dier zake veroordeeld tot eene gevangenisstraf van twee jaren, 26 boete en de kosten. De Raad, over eenkomstig de conclusie van den advocaat-gene raal Smits recht doende, heeft het voorgestelde middel van cassatie van den heer requirant ge grond geoordeeld en hoofdzakelijk verstaan, dat, vermits ten deze gebleken was, dat de dood der vrouw vau den gerequireerde het gevolg was van de op haar gepleegde mishandelingen, het feit oplevert de misdaad, waarvan art. 295 van Vervolg). Bij stak eene lantaarn aan en ging, gevolgd door ine vrouw, voor wie 't een genoegen was den I ivaDgene de soep te mogen breogen. Jan lag in !n vasten slaap, in zijne geheele leDgte uitge- 8 rekt op den vloer; de geur van de soep en het vcht van de lantaarn maakten hem wakker. Hij Jilde onwillekeurig zijne handen bewegen, maar 'jn gebonden armen herinnerden hem aanstonds u de treurige werkelijkheid. //Ik weet dat gij een man van eer zijt, Jan," dde de brigadier, „geef mij uw woord, dat gij iet zult trachten te ontvluchten, en ik maak da- 'elijk uwe handen los." Daar kan ik mijn woord niet op geven," sprak au; maar laat mij vrij mijn soep eten, dan kunt gij mij weer binden, zoolang gij verkiest." V „Goed," zeide de brigadier. 3 Jan at en dronk met smaak, en toen hij gereed was strekte hij zijne handen uit om zich de kluis ters te laten aandoen. „'t Gaat mij aan het hart u zoo te moeten be handelen, arme jongen; maar gij weetik ben ver antwoordelijk. „Doe uw plicht, brigadier; maar ik wilde u alleen verzoekeD mij de handen niet van achte ren te binden, want dat hindert mij zeer als ik op mijn rug wil gaan slapen." De brigadier zou hem deze gunst geweigerd hebben, maar een smeekende blik van zijne vrouw vermurwde hem. Die drommelsche Jan had altijd de vrouwen op zijne zijde, en ook ditmaal voer hij er wel bij. „Inderdaad," sprak de brigadier nadenkend, „dat moet zeer lastig zijn bij 't sla pen, nu 't is goed; maar voor alle zekerheid zul len wij Bérard hier laten waken. Vrouw, ga Bé- rard even roepen." Bérard was, zooals licht te begrijpen is, liever op zijn bed gaan slapenmaar dienstplicht bo venal 1 Hij ging zonder pruttelen op een stoel naast den gevangene zitten en de brigadier, na hen beideD opgesloten te hebben, verwijderde zich gerustgesteld. Twee uren ruim verliepen zonder dat de stilte van den nacht door iets gestoord werd. Jan was weer gaan liggen slapen, en Bérard worstelde zoo goed hij kon tegen de vermoeidheid en de steeds toenemende neiging tot slaapde wal mende lamp begon al rooder en rooder licht te geven, en zijne knippende oogen konden van tijd tot tijd de voorwerpen niet goed meer onderschei den. Nu en dan dommelde hij zachtjes in en was al verscheidene malen met schrik wakker ge worden. Eensklaps, juist op het oogenblik toen hij droomde dat de brigadier hem het einde van zijn consigne kwam aanzeggen, voelde Bérard dat men hem aangreep, op den grond legde, een prop in den mond deed en knevelde, in minder tijd dan noodig is om het te zeggen. Men kan begrijpen welk eene uitwerking het in de hoeve van Tinet te weeg bracht, toen Quinze- Onzes er met de vogels aankwam en van het vreeselijk gevecht verhaalde, waarvan hij getuige was geweest. Martijn, hoe gewoon ook te vein zen, had ditmaal moeite zijn inwendige tevre denheid te verbergen, en dronk twee of drie glazen uit om zich een houding te geven. „On gelukkige Jan 1" zeide hij eindelijk, „gij zegt dat hij er twee heeft gedood't Is verschrikkelijk en hij gaat op zijn minst er voornaar de galeien." Féliso barstte op die woorden in snikken uit en wrong de handen ïu wanhoop. Jan gevan gen, Jan veroordeeld, Jan naar de galeien van Toulouse, lij al die bandieten, dat was onmoge lijk, niet te gelooven. Hij die zoo even nog hier was, op dien stoel zat, met een van vreugde stra lend gelaatdie van de toekomst, de liefde, het aanstaand huwelijk praatte, eD er nog zou zijD, als die verweuschte patrijzen er Diet geweest warenen zij had hem zelve nog lachend aan gespoord om dat laatste schot te doen. Welkeen ongeluk, welk een verdriet! Hoe zou zij het ooit te boven komen 1 Vader Martijn deed niets om haar te troosten, en wilde, zooals hij zeide, de tranenbeek maar eerst leeg laten loopen. Toen hij meende dat zij wat kalmer was, begon hij echter op zijne wijs te redeneeren. „Gij hebt gelijk, dat gij er om treurt, arm kindtranen geven lucht, maar wat is er tegen het lot te doen? Vroeg of laat moet het met Jan verkeerd atloopen, bij zijne levens wijs, ziet gij, en gij moogt wel een ave bidden, dat gij u niet in een wespennest begeven hebt Hoe zou het thans met u gesteld zijn, als gij bij ongeluk de vrouw van dien rampzalige gewor den waart 'i En ik noemde nog maar de galeien wie weet of hem het schavot niet wacht." „Och I" sprak Félise driftig, „al praat ge nog zoo mooi, gij zult mij mijn armen Jan niet doen verloochenen. Hij wilde mij tot vrouw hebben, en ik zal de zijne worden, wat er ook gebeure 1" l Wordt vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1