A0, i 878. 27 Januari. FEUILLETON. N°. 3977. Maandag LEIDSCH .if i DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 8 munden. F ree co per poet. ximuw r 1"'^'^feopderlylce Nommer».. ƒ8.00. 8.86. 0.06. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DBB ADVKHTENTIKN. Voor kdertn regel.1.,./0.15. örootere latten naar de plaataroimta die «ij beslaan. STADS-BERICHT EN. NATION* ALE MILITIE. KENNISGEVING. BURGEMEESTER ES WETHOUDERS vam leiden, Gelét op art. 2G der wet van den 19den Augustus 1861,j: betrekkelijk 'de Nationale Militie Staatsblad n». 72); Doen te weten dat het register van inschrijving en de alphabetische naamlijst der in 1872 voor de Nationale Militie in geschrevenen, van den 22sten tot den 31sten dezer maand, ter gemeente-secretarie voor elk ter lezing worden nedergelegd; dat bezwaar tegen register en lijst, binnen den tijd der nederlegging, kan worden ingebracht aan den Commissaris des Konings in deze provincie, schriftelijk op ongezegeld papier, bij den Burge meester in te leveren. Enfgeschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsghe Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. i Leiden, 21 Januari 1873. LEIDEN, 25 Januari. Ofschoon de Schouwburg gisteravond, hij de opvoering van de Opera-dramatique Sylvana van Ch. m. von Weber, vrij goed was bezocht, viel 't ods toch tegen dat nog een zoo groot getal plaat sen onbezet was, waar iets nieuws en we voegen er bijiets schoons was te genieten. Wij wenschen hij de beoordeeling van dit nieuwe werk.een Boheemsche geschiedenis, vol gloed en actie, een compositie van een beroemd Duitsch meester, door Fransche zangers uitgevoerd onverholen te vorklaren dat ons het muzikaal - gedeelte zeer teleurgesteld heeft en wij gelooven dat bet meerendeel van het publiek van dezelfde opinie was. Van Weber mochten wij iets bree ders, iets degelijks en klassieks verwachten en wij hoorden, zoo iu de ouverture als in de ge- heele opera met enkele, zeer enkele uitzonde ringen zoo men wil niet één imposant num nier; alles klinkt even lus en alleJaagscli, en hoewel aan 't geheel geen geestige uiting, geen oorspronkelijkheid kan worden ontzegd, mag Sylvana niet ouder de goede werken van den beroemden meester worden gerekend. Slaar daarentegen was de uitvoering boveu onzen lof verheven en werd door al de vertooners bijge dragen tot een goed geheel; in 't bijzouder moeten wij'daarbij echter den heer Bacquié, (Krips, een geestige snaak) en Mad. Authié (Zine, een on deugend kauieoierlje) noemen, die ons onophou delijk deden lachen door hun recht aardig spel, En dat lachen kwam niet te onpas, omdat wij anders te ernstig zouden zijn gestemd, door het meesterlijk spel van den heer Emile Marck, den direcleur, die ons opnieuw toonde al de eigen- schdppen le bezitten in een kundig tooneelspeler vereischt. Mimiek, gesticulatie, dictie, alles was - zóo uitermate schoon dat wij gerust aan den heer Mérck de eerepalm van den avond mogen toe- kennen. Als Melchior, de hartstochtelijk verliefde en door zijn onbeantwoorde genegenheid tot het uiterste gevoerde Bohemer, die later, als zijn hart gehoor vindt, als 't ware kruipt voor 't aange beden meisje de stomme Sylvana bracht Emile Marck ods in verrukking, en onwillekeurig moesten we getuigen zulk een opvatting, zulk een spel nog weinig te hebben gezien. Geen wonder dat hij degenen, die hem omringden, tevens in spireerde en dus aan hem iu de eerste plaats het uitstekend ensemble was te danken. Doch ook Mile Dutertre de bevallige, lenige, danseres, die slechts door gebaren de gevoelens van Sylvana, het dansend kind van 't wood, teruggaf, maar zich toch zeer duidelijk verstaan baar wist te maken en in verschillende Boheem sche dansen haar vlugheid ons deed bewonderen, droeg het hare tot het schoon geheel bij. Ten slotte wenschen wij den tooneelmeester recht te laten wedervaren door hem een woord van lof te brengen voor het goed gekozen deco ratief in de 1ste en 4de actes: hooge bergstreken met verschillende wegen op- en afwaarts. Er behoort overleg toe om uit ons decoratie-magazijn zulk een looneol te voorschijn te brengen. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 140 tot 183 vol wassen personen en van 43 tot 78 kinderen. Het werk over de Pandecten van den hoog- leeraar J. E. Goudsmit is, onder toezicht des schrijvers, uit het Nederduitsch in het Fransch vertaald door den heer Vuylsteke, advocaat te Geod. Het eerste deel dier verlaling ziet het licht. De Précurteur van Antwerpen maakt gewag van het vertrek naar Philadelphia der eerste stooui boot, Vaderland genaamd, kapt. Th. van der Heyden van de Belgisch-Amerikaansche Stoombootmaat schappij. Onder de passagiers bevond zich de heer Dr, Cremer, attaché bij de legatie der Vereenigde Staten te's-Gravenhage, en echtgenoote. De stoom boot, waarvan inrichting en comfort hoog door het Antwerpsche blad worden geprezen, is eerst nog naar Vlissingen gestevend om er de equipage te com pieteeren. provinciën, waar de ziekte, ongelukkig, sinds lang algemeen is verspreid, de maatregel thans bezwaar lijk zou zijn toe te passen, en dat in vroegere jaren op die wijze in het noorden des lands, evenals in Zeeland, de ziekte is gestuit of uitge roeid, waar zij reeds grooter uitbreiding had er- langd. Het Vaderland meldt; Behagel en Verlind zijn nog niet gearriveerd en zullen in de eerste dagen ook nog niet komen. De vorige week dacht men, zooals wij ook hebben meegedeeld, dat zij in het laatst, van deze week bier zouden kunnen zijn, maar nog steeds is aan al de formaliteiten niet voldaaD. De Jong is naar een ander vertrek overgebracht, omdat hij met de personen, in wier gezelschap hij zich bevond, niet langer samen kan zijn. Hij dacht, dat zij hem wilden nithooren, en moet daarop in woede ontstoken zijn. In de laatste dagen moet het vrij zeker gecon stateerd zijn, dat de moordenaars met een valschen sleutel het huis van mevr. v. d. K. zijn binnen gedrongen. Een smid, van wien men vermoedt dat hij zonder te weten tot welk gebruik voor de Jong een sleutel heeft gemaakt, is door de politie ondervraagd. Zooals onze lezers weten was er eenige dagen voor den moord ook reeds aan het deurslot gedraaid. non-activiteit gesteld, en met den lsten Februari daaraanvolgende als zoodanig vervangen door den luit.-ter-zee der 2de klasse A. de Bruyne. Het Vaderland meldt, dat de heer Stieltjes door den Minister van Koloniën is benoemd, tot secre taris van de commissie vau bankiers, aan wie de opdracht is gegeven den jllinister een uitgewerkt advies te geven omtrent den aanleg van spoor wegen op Java. De heer J. E. Slingervoet Ramondt te Zwolle is wegens vroeger en thans bewezen diensteD door den Koning van Italië benoemd tot ridder van de Kroon. In De Tijd worden de Katholieke huisvaders aangespoord, om zich vóór 10 Februari te ver klaren over de opneming hunner kinderen op eene te Amsterdam op te richten Hoogere Bur gerschool, uitsluitend voor R.-Katholieken. Wan neer vóór dien tijd het getal deelnemers niel groot genoeg is, kan de oprichting niet plaats hebben De herhaalde pogingen, met name uit de pro vincie Groningen, bij de regeering aangewend, om, wanneer in die provincie (en elders) waar de longziekte ooder het rundvee niet inheeinsch is, wegens longziekte op een stal een rund inqcht zijn afgemaakt of daaraan een rund mocht zijn gestorven, dan al de rundoren van dien stal moch ten worden verdacht verklaard, onteigend onaf gemaakt, hebben het door de voorstanders van dien afdoenden maatregel gewenschte gevolg ge had, vermits de Minister van Blnnenlandsche Zaken heeft bepaald, dat na 21 dezer in dien geest zou worden gehandeld, doch bepaaldelijk in de provinciën Friesland en Gron-ngen. Daarbij inoet niet uit het oog worden verloren, dat inde De officier van administratie der 2de kl. C. Lagaay, dienende aan boord van Zr. Ms. ram schip Schorpioen, en de officier van admiuistratie der 3de kl. A. de Leef, dienende aan boord van Zr. Ms. monitor Tijger, worden inet den lOder Februari aanstaande op non-activiteit gesteld en mot den llden daaraanvolgende vervangen res pectievelijk door den officier van administratie der 2de kl. W. J. Medenhach en den officier van ad ministratie der 3de klasse L. C. Duhne. De luit.-ter-zee der 2de kl. H. A. Sirks, die nende als Jste officier aan boord van Zr. Ms. ino nitor Tijger, wordt met den laatsten dezer op Z. M. heeft A. Deking Dura, civiel ingenieur Dordrecht, met ingang van 1 Februari a. s. benoemd tot adspirant-iDgenieur van den water staat. Z. M. heeft op hun verzoek een eervol ontslag verleend: aan G. L. van Oosten Slingeland van Cabauw en Zevender, als hoogheemraad van Krimpenerwaard, provincie Zuid-Holland; be noemd: tot heemraad van den polder Heukeiom, provinciën Gelderland en Zuid-Holland, C. Kleyn; tot voorzitter van het bestuur van den Numans- polder, gemeenten Nuinansdorp, Strijen en Zuid- Beierland, provincie Zuid-Holland, B. Vlie- lander. Z. M. heeft aan de na te melden officieren bij de dienstdoende schutterijen, op hun verzoek, eervol ontslag verleend, onder gehoudenheid tot het volbrengen van de op hen, uit kracht der wet, nog rustende verplichtingen als gewoon lid der schutterij bij de reserve, met al de gevolgen daaraan bij de wet gehecht, als: die te Rotterdam, aan D. Th. Ruys, als 2den luitenant; bij die te Utrecht, aan R. C. vau Haagen, als lsten luit. Voorts is aan Mr. C. H. Q. van Strijen, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als kapitein bij de dienstdoende schutterij te Hoorn. Tevens zijn bij de d.d. schutterijen benoemdbij die te Rotterdam, tot 2dfh luit. B. Kolff, thans sergeant; bij die te Hoorn, tot kapt. H. Kroon Dz., thans 1ste luit.; tot lsten luit. G. H. van Hoolwerff, thans 2de luit.tot 2den lait. Mr. J. T. Boelens, vroeger 2de luit. bij de d.d. schutterij te Nijmegen; bij die te Zwolle, tot 2den luit. P. H. ter Meulen. binnenland. 24 Januari. Naar wij vernemen een vergadering gehouden der Amsterdam, is deze week plaatselijke schoolcommissie, ter behandeling vau een voorstel om zich tot den Gemeenteraad te wenden, met verzoek om niet aan te nemen de door Burg. en Weth. en den schoolopziener in bet 3de schooldistrict ingediende voordracht, om den heer Ph. Rank op grond der bekende mis handeling van een zijDer leerlingen te ontslaan als hoofdonderwijzer aan een der openbare tus- schenscholen alhier. Dat voorstel vond veel bijval bij een aantal leden, die dezen hoofdonderwijzer reeds voldoende gestraft vonden en het te ver- leenen ontslag zouden betreuren, op grond van zijDe bekwaamheden en overigens gunstige be kendheid in de waarneming zijner betrekking. Anderen deelden dat gevoelen Diet en bestreden op onderscheidene grimden het doen van eenige officieele stappen in betreking tot deze zaak, waarin de commissie huns inziens geen ongevraagd ad vies mocht of moest geven. Ten slotte werd naar wij uit goede brou vernemen het voor stel met 10 tegen 9 stemmen verworpen. De opiniën in deze treurige veelbesproken zaak zijn hier ter t. B/ Til IKIEK ?ort./fill en '*°j 1 fiet (jouvernenienl der Nalioualc Verdediging. m Vervolg). ■tas Tijdens dien morgen volgden de treurigste be- o. N richten elkander op. Wij hadden den 3lsten Oct., Doddlottige dag die de oorzaak van nieuwe en vree- V se lijke rumpen is geweest. De slechte dwazen, die de boinmune zijn geworden, vonden in de over gave van Metz een voorwendsel tot groote opge wondenheid en in de tijding van onderhandelingen tot°het sluiten vau een wapeustilstand een gele genheid oin te zeggen dat de afichuwelijke parlij van den vrede aan den vreemdeling de eer van Frankrijk ging overgeven. Ongelukkig werden loa" vele eerlijke lieden verontrust, verward, doch zon- it-l der zich over te leveren aan de overdrijvingen der onruststokers, overmeesterd door de zwakheid r_ j; vau een door de omstandigheden verkeerd begre- vt pen vaderlandsliefde en werkten zonder het te willen hen iu de hand, die slechts wanorde eu ort, 97» Ti» TorfAl slechtheid begeerden. Dat alles te zauien moest ik weldra onder den duim krijgen en over winnen, zes maanden later, met een leger van 130,000 man. Generaal Trochu moest mij 's middags te twaalf uren komen opzoeken en mij naar de voorposten geleiden. Hij liet mij zeggen dat de stemming zeer oproerig was en ik mij dus niet langer te Parijs moest ophouden, en ik begreep dan ook dat er inderdaad geen tijd te verliezen was. Toch meende ik niet dat het gevaar zoo groot was als het werkelijk bleek to zijn; maar wel vreesde ik dat het in kwelling gebrachte, of slechts dour den toestand van Parijs meegesleepte gouverne ment mijn instructiëii zou wijzigen en mij daar door alle onderhandelingen onmogelijk zou maken. Ik verliet Parijs te twee uien, onder de ver schrikkelijkste omstandigheden, physiek en mo reel, en ik nam aan de porte Maillot een escorte van den generaal Ducrot, dien ik toen nog niet kende en met wien ik eenige zeer droevige woor den wisselde over den ongelukkigen toestand van 't oogenblik. Wij reden in galop het bosch van Boulogne door cn daar alles toen zoo gebrekkig was, te midden van de moeielijkheiien van den oorlog, kwam ik, te twee uren van het ministerie van buitenlaudsche zaken vertrokkeu, eerst te vier uren aan den pont de Sèvres aan. Trompetgeschal deed zich aan de beide oevers der rivier hooren en ik stak ditmaal de voorposten zeer snel over. De Pruisische officieren wachtteD er inij en waren zeer verbaasd tnij weder te zien. Ik kwain te Ver sailles terug, waar de heer von Bismarck, ver wonderd en voldaan over mijn spoedige terug» komst, mij geluk liet wenschen met mijn geluk kigen en snellen tocht naar Parijs en mij verzocht het uur te willen bepalen voor ons eerste onder houd, den volgenden dag, Elf uren was 't gekozen tijdstip voor onze onderhandelingen, die gedurende verschillende dagen des morgens aangevangen, eerst des avonds eindigden. Des anderendaags dus ontmoette ik den heer von Bismarck en onze onderhandelingen vingen aan. Ik heb ze uiteengezet in een nota, die te Parijs bekend werd, maar die tevens aan geheel Frankrijk en Europa is bekend gemaakt, toen ik, bij de verwerping van den wapenstilstand, ver antwoording moest doen vaD de wijze van uit voering mijner zending, niet alleen aan Frankrijk, maar ook aan de onzijdige mogendheden, onder welker bescherming die onderhandelingen waren ODderoomen en geleid. Ik zal dus Diet herbalen wat ik reeds geschreven heb, maar alleen de hoofdzaak zeggen. Pruisen wilde toen den vrede, en geheel Duitscliland evenzeer. De onverwachte tegenstand vau Parijs, een zeer eervolle en zeer nultige tegeosland, en waarvan het voor ons tijd was om er al her mogelijke voordeel van te trek ken; de vrees van Dog twee maanden onder de muren onzer hoofdstad te worden opgoboudeo de vermoeienis der Duitsche troepen; het ontzag lijk aanzien van de aan tetasteu vestingwerken; de aandrang van Europa en de aansporingen van Rusland ia 't bijzonder dat allies had er het Hof van Pruisen toe gestemd om een wapenstil stand aaD te nemen. iWij moeten hadden wij, de heer von Bis marck en ik, gezegd, den vrede in twee dee- len splitsen. Laten wij oos thans inet het eerste deel bezig houdenhet tweede zal dan wel vol gen." Ik voor mij, zoo weinig geneigd om mij met het tweede deel in te laten, aarzelde geen oogenblik de hand aan het eerste te slaan. Het was zeker mogelijk om het eens te worden over hetgeen gedaan moest worden. De eeDige moeie- lijkheid bestond in de hoeveelheid der levens middelen, te Parijs in te voeren, want het kwam op den duur van den tegenstand aan, dien men den Parijzenaars nog wilde gunnen, wanneer men het ten slotte niet eens zou kunnen worden over de vredesvoorwaarden. [Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1