FEUILLETON.
N#. 3976.
A0. 1873.
Zaterdag
25 Januari.
üi
EIDSUH
eel e
Astt
DAGBLAD
te i_
ïeke
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden p«r 8 maandenƒ8.00.
Fran» per port®-86-
ifmnderlilka Nommeree 0-05-
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEM.
Voor Men» regelƒ0.16.
Grootere letten naar de plaaternimte die «ij bealaae.
STADS-BERICHT EN.
iEtl BURGEMEESTER itr WETHOUDEES van
S. LEIDEN,
,«ij, Doen te weten, dat ingevolge art. 2 der Verorde
ning, regelende de invordering der plaatselijke be-
lasting op de honden, iedere houder van een of meer
honden, die aan de belasting onderhevig zijn, ve>
plicht is daarvan jaarlijks vóór of op den 31steu
5,Januari bij den Gemeente-ontvanger aangifte te doen
door inlevering van een behoorlijk ingevuld eu door
den aangever onderteekend biljet; dat bedoelde in-
vullingsbiljetten voor het dienstjaar 1373 van heden
af kosteloos ten kantore van den ontvanger ver
krijgbaar zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BBANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 21 December 1872.
LEIDEN, tl Januari.
Als tegenhanger van den moord, gepleegd in
de militaire strafgevangenis alhier, vermelden wij
- eene daad, die werkelijk geen geringe beteekenis
heeft.
De gezamenlijke gevangenen in genoemd deten
tiehuis hebbeu korten tijd na de vreeselijke daad
- van hun lotgenoot aan de bevoegde autoriteiten
een verzoek iügediend om eenige gelden te mogen
afstaan voor de nagelaten betrekkingen van den
vermoorden bewaarder, welk eene som konden
beloopen van ruim 100.
Hoewel dit verzoek niet kon worden ingewil-
- ligd, is het toch een verblijdend verschijnsel voor
den menschenvrieDd.
Het' Schoolblad meldt:
De benoeming van Prof. Salverda tot inspecteur
van bet midd. ond. wordt zeker door alle mannen
van het onderwijs ten zeerste toegejuicht. Niet
alzoo door Het Vai. dat in ieder geval een litte
rator gewenscht had.
Ofschoon wij reeds vroeger over het wensche-
lijke van een letterkundige gesproken hebben,
zullen wij er nu nog even op terugkomen. Het
komt ons voor dat in deze quaestie een voorname
zaak voorbijgezien wordt. Er wordt nl. niet op
gelet, dat de studie van het schoolwezen een studie
is evenals alle andere. Zij eischt dat men lijd en
lust heeft er zich aan te wijden. Bij de benoeming
van een inspecteur dient er in de eerste plaats
op gelet te worden of hij aan het schoolwezen
zijn nauwkeurige aandacht heeft geschonken en
of hij er een warm hart voor bezit, bij veel
ijver. Wie het meest aan die vereischten vol
doet, is de meest geschikte persoon en de regee
ring, die daarop in de eerste plaats let, vat hare
taak goed op. Wij herhalen wat wij vroeger
zeiden: wij hebben op een litterator niet tegen,
mits hij meer zij dan dat. Te meer moet die
wensch, om in ieder geval een letterkundige als
inspecteur te hebben, bevreemden, daar van den
kant der wis- en natuurkundigen over het alge
meen1 geen neiging bestaat de beoefening der
humaniora gering te schatten. Het tegendeel if
tot nu toe geblekeo.
Het Utr. Dagblad meldt, dat Mr. E. du Marehie
van Voorthuysen besloten heeft, de candidatuur
voor de Tweede Kamer bij de aanstaande ver
kiezing niet weder te aanvaarden.
De Minister van Binnenlandsche Zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat in de tweede
helft van de maand Februari aanstaande, ter
benoeming van een machinist aan het stoomwater
werktuig aan den Arkelscheo dam, een verge
lijkend onderzoek plaat3 hebben.
Zij die zich aan het vergelijkend onderzoek
wenscheo te onderwerpen, moeten vóór 10 Fe
bruari 1873 daarvan aan het Departement van
Binnenlandsche Zaken doen blijken, bij op zegel
geschreven adres, bevattende nauwkeurige op
gave van naam, voornaam, ouderdom en woon
plaats.
Z. M. de Koning heeft goedgevonden met af
wijzing van het verzoek, zooals het is liggende:
aan Adrianus Steehouwer, achtergebleven loteling
van de lichtiug der Datiouale militie van 1870,
ontheffing van den werkelijken dienst voor zijn
geheelen diensttijd te verleenen.
De Minister van Financiën maakt bekend dat
den 22sten dezer, door een onbekende, eene som
van f 82,80 en eene som van f 2.76, beide tot
voldoening van verschuldigd successierecht, aan
zijn Departement zijn afgegeven.
Z. M. heeft benoemd bij de rustende sohutte-
rijen in Zuid-HollaDd, 6de bataljon, 8de comp., tot
2den luit. A. P. A. Vink, thans korporaal.
Z. M. heeft benoemd tot notaris binnen het ar
rondissement Appiogedatn, ter standplaats de ge
meente Ten Boer, L. A. H. de Sturler de Frienis
berg, cand.-notari9 te Garmerwolde, thans burg.
der gemeenten Ten Boer en Noorddijk.
Z. M. heeft benoemd tot griffier bij het kanton
gerecht te Ridderkerk Mr. J. J. B. van Eyk van
Voorthuysen, advocaat te Amsterdam.
Z. M. heeft aan Mr. J. J. Smits, op zijn daartoe
gedaan verzoek, met ingang van 1 Februari 1878,
eervol ontslag verleend als griffier bij het kan
gerecht te Kaalte.
Z. M. heelt goedgevonden bij het wapen der
artillerie Ie benoemen: bij het reg. veld-art, tot
lsten luit. (naar ouderdom >an raDg), den 2den
luitenant J. van der Meulen, van het corpsbij
het 2de reg. vest.-art., tot kapit. van de 3de kl.
(n. o. v. r.), den lsten luit. J. A. Frieswijk, van
het reg. veld-art.
Z. M. heeft den buitengewonen districtsveearts
H. J. Prakke, te Leeuwarden, benoemd tot districts
veearts en hem tevens vergunning verleend de
betrekking van gouvemeuients-keurmeester van
vee te blijven bekleeden.
BIMVEiVLAND.
Amsterdam, 23 Januari. Hedenmorgen werd
door het provinciaal gerechtshof uitspraak gedaan
in de bekende zaak van den aannemer J. W. de
Heij, te Haarlemmermeer, tegen die gemeente.
De door deD aannemer ingestelde vordering strekte
tot ontbinding der overeenkomst van aanbeste
ding en aanneming, betrekkelijk het bouwen van
een Raadhuis voor de gemeente, met scl adever-
goediDg, en znlks op grond dat, op last van den
burgemeester der genoemde gemeente, de eischer
door veldwachters werd verwijderd, en de ge
reedschappen en materialen, door den aannemer
aangeroerd, wederrechtelijk werden gebruikt en
in bezit gehouden, terwijl de aannemer persoon
lijk van het werk werd geweerd, toen dat werk
zoo goed als voltooid was en uiet kracht door
den aanuemer werd voortgezet. De gemeente
vermeende daartoe gerechtigd te zijn, omdat vol
gens overeenkomst dien dag bet werk voltooid
had moeten zijn.
Den 14den April 1868 heeft de arrondissements
rechtbank te Haarlem den eischer het bewijs
door getuigen der vermelde feiten opgelegd. Van
dit vonnis kwam de gemeente in appèl; doch
het werd op 6 Januari 1870 door het provinciaal
gerechtshof van Noord-Holland met eene kleine
wijziging bekrachtigd. In hoofdzaak werd den
aannemer opgelegd door getuigen te bewijzen,
dat het werk niet door de borgen, maar door de
gemeente zelf werd voortgezet; voorts het ge
bruik van des aannemers gereedschappen en
materialen en dat bij persoonlijk van het werk
werd geweerd. Na de toen plaats gehad hebbende
getuigen verhooren, pleidooien en de conclusie van
den officier van justitie, strekkende tot toewijzing
van den eisch, is op 6 September 1871 door de
arrondissemeuls-rechtbank te Haarlem aan den
aannemer zijn eisch toegezegd.
Ook van dit eindvonnis kwam de gedaagde
gemeente in appèl; den 31sten October 11. zijn
daarover de pleidooien gehouden door i\lr. Aug.
r.iilips voor de appelleereude gemeente cd door
Mr. A. J. Hovy, voor den aannemer. De conclu
sie van den advocaat-generaal, op den 28sten No
vember 11strekte tot bekrachtiging van het von-
uis der arrondissements rechtbank te Haarlem.
Overeenkomstig deze conclusie heeft heden het
bof uitspraak gedaan en den eischer zijn eisch
toegezegd.
Den Haag, 23 Januari. Het huis, weleer be
woond door mevr. de wed. vau der KouweD,
werd ook hedeD, den laatsten kijkdag, door een
overgrooten toevloed van nieuwsgierigen bezocbt.
Aandoenlijk is 't om te zien hoe juist op de plek,
waar de dienstbode zoo gruwelijk werd om hal3
gebracht, op het als eikenbout beschilderd be
schot van den muur haar naam Adds Beeloo
zeer duidelijk in het gevlamde schilderwerk staat
te lezen, waarachter men nog de sporen kan
onderscheiden van het bloed, dat bij het bednj-
ven van den moord tegen den wand is gespat.
Den Daag, 24 Januari. De arrondissements
rechtbank alhier heelt, tot vervulling der openge
vallen recbtersplaats, aanbevolen de heeren en
Mrs.: I. I. van Geuns, rechter-plaatsvervanger
alhier; A. J. Roest, substituut-officier te Rotter
dam; C. Asser, rechter-plaatsvervanger alhier.
Het diner gisteren door Z. Exc. den Minister
van Justitie gegeven werd o. a. bijgewoond door
de Ministers van Binnenlandsche en Buitenland-
sche Zaken, door sommige leden van den Staats
raad en van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal, zoomede door de Oostenrijksche, Ameri-
kaansche en Belgische gezanten bij het Neder-
landsche Hof.
Op het adres van den predikant I. I. Der-
mout te Scheveningen, daarbij de beschikking
vragende over eene oppervlakte gronds, groot
400 centiaren ruim, in de nabijheid van het ge-
meentebadhuis, ten einde daarop te stichten een
kapel ten behoeve van badgasten, die den Protes-
tantschen godsdienst belijden, gaf de commissie
van fabricage in overweging, om het doel der
stichting, dezen grond voor niet af te staan.
B. en W. zouden zeer gezind zijn dienovereen
komstig te adviseeren, ware het niet dat vroeger,
voor de oprichting van het R. K. kerkgebouw
te ScheveniDgen, de grood op andere voorwaar
den werd uitgegeven.
Vandaar dat zij den Raad hebben voorgesteld
om ook den grond aan den heer Dermout af te
staan tegen eene gelijke grondrente als voor den
afstand van grond voor het R. K. kerkgebonw
werd bepaald, onder bepaling dat de kapel bin
nen een jaar na de overdracht van den grond
moet voltooid zijn.
Aan de politie werd heden kennisgegeven,
dat eene woning op de Paveljoeosgracht nabij
de DunDe Bierkade geheel gesloten wa9 en op
herhaald bellen niet werd opengedaan, hoewel
men binnenshuis het geblaf van bonden ver
nam, zoodat men bevreesd was, dat daar biDnen
weder het een of ander schrikkelijk drama was
afgespeeld.
De heer commissaris van politie Beukman be
gaf zich spoedig na de aangifte, vergezeld van
eenige politie-beambten en een smid, naar de
aangewezen wouing, om zich te vergewissen, wat
er van de zaak was. Alvorens de deur te laten
openmaken werd besloten door een ander huis
er van achteren in te gaan, en binnengetreden
vond menniemand iD huis, dan een paar
hondjes en eene poes.
Het bleek nu, dat de benedenbewoner van
ochtend vroegtijdig het huis, waarschijnlijk voor
den geheelen dag, verlaten had, terwijl de bo
ven bewoonster, gelijk voor haar Diet ongewoon
is, voor eenige dagen een ander kwartier had op
gezocht.
Bleek de vrees, die men koesterde, ditmaal on
gegrond te zijn, gewaardeerd mag het worden,
dat men niet geschroomd heeft, spoedig de politie
te informeeren, waar iets ongewoons is waar te
nemen.
Nabij het Huis ten Bosch is hedenmiddag een
koetsier, die met een ledig rijtuig was uitgereden,
waarschijnlijk door eene beweging van de paarden,
van de bok gevallen en heeft daardoor zijn been
gebroken. In dien toestand bleef hij eenigen tijd
liggen, toen een koetsier van een ander voorbij
komend rijtuig het ongeval bemerkte en daarvan
kennis gaf aan de twee dames die in het rijtuig
Tl
[IERS
EN
hel Gouvernement der Nationale Verdediging.
Vervolg
Overal veroorzaakte mijn tegenwoordigheid bui
tengewone verwondering en deed de hoop op
den vrede, met het grootste veriaogen verbeid,
levendig ontwaken. Maar helaas ik bracht te
Parijs slechts de verschrikkelijkste nieuwstijding,
die der overgave van Metz.
Een slecht geïnspireerd dagblad had, door de
gewone slechtheid der partijen bezield, de over
gave, eeoige dagen vóórdat zij bad plaats gehad,
aangekondigd; de regeering had dat bericht
terecht tegengesproken en zoo was dus het ge
loof gevestigd dat Metz ons nog toebehoorde;
van daar dat de tijding der overgave met de
vreeselijkste ontsteltenis werd ontvangen.
Door een geheel onverwacht toeval bevond zich
de heer Picard aan de poorten van Parijs toen
ik aankwam en het verheugde mij evenzeer hém
weder te zien als het hem vvederkeerig genoegen
deed. Hij teekeDde mij den toestand van Parijs
in de akeligste kleuren af en uitte, ais inaD van
verstand en overleg, het levendigste verlangen
naar den vrede, zonder daarbij de moeilijkheid
in 't oog te houden om dien vrede te doen aan
nemen door de woedende menigte, die de over
hand reeds begon te krijgen in de hoofdstad eD
die wij sedert in de gedaaute van de cowmuoe
hebben zien optreden.
Ik begaf mij dadelijk Daar den beer Jules
Favre, aan het ministerie van buitenlandsche
zaken, waar ik mij vestigde en ik vroeg de on
middellijke bijeeuroeping van het gouvernement.
De heer Jules Favre, dien ik sedert het midden
van September niet gezien bad eD met wien ik
mij vereeDigd bad toen ik ontwaarde dat hij zoo
goed was, zoo edelmoedig, zoo geneigd om de
welgezinde denk be lden uit te voereD, hij was
gelukkig bij bet vernemen der mogelijkheid tot
onderhandeling, maar zeer ongelukkig door de
tijding der overgave van Metz. Hij ontveinsde
zich niet en ik kon dit evenmin doen hoe
zeer mijn tegenwoordigheid te Parijs de alge-
meene verwondering zou opwekken, en de ge
moederen zou opwinden bij de verscheidenheid
van gelukkige en droevige tijdingen, de mogelijk
heid van den vrede en de overgave van Metz.
De indruk, die dan ook inderdaad werd opge
wekt, was buitengewoon en terwijl het bericht
van een wapenstilstand, met de hulp der onzijdige
mogendheden verkregen, een zichtbaar genoegen
veroorzaakte, de overgave van Metz verscheurde
de vaderlandscbe gemoederen, overspande de woel
geesten en werd in hun handen een nieuw mid
del tot tweespalt. Het was duidelijk dat er weldra
een crisis moest volgen, ten gevolge van dat con
flict, tusschen hen die de noodzakelijkheid inzagen
om dien oorlog zonder uitkomst te staken en hen,
voor wie alles een nieuwe gelegenheid was voor
waoorde en beftigbeid.
Het gouvernement kwam dadelijk bijeeu en
wij brachten den Dacht door met beraadslagingen.
Iedereen was voor den wapenstilstand gestemd,
waDt men zag wel in dat de tegenstand van
Parijs slechts een quaestie van voorraad levens-
beboeften was; dat geenerlei hulp meer was te
verwachten van legerscharen, die te Sedan en
te Metz verslagen waren en die men te vergeets
bij de Loire zou trachten te hervormer., zonder
kaders, zonder oorlogsuiaterieeldat er dus een
einde moest kouien aan die reeks van ongeluk
ken en dat een wapenstilstand een eerste schrede
zou zijD, een zeer belangrijke schrede, op den
weg tot den vrede. Maar de begrijpelijke voor
waarde die iedereen, er aan wilde en moest ver
binden was de toelating van een hoeveelheid
levensbehoeften, geëveoredigd aan den duur van
den wapenstilstand. Dat was regel in dergelijke
omstandigheden en ditmaal noodzakelijker dan
ooit.
Er was eenstemmigheid in de vergadering der
regeering. Ik vond het zeer begrijpelijk en moedig
tevens dat, zooals ik verwacht had, generaal Trochu,
een edele borst, die zoo onrechtvaardig is belasterd
en de heeren Jules Favre, Simon, Picard, Magnin,
en, wat iedereen verwonderen zal, zelfs de heer
de Rochefort, het allen eens waren in de zaken
en by de feiten die zich voordeden, wisten zich
de meest tot oppositie geneigde karakters te tem
peren en naar de eischen van het oogenblik te
schikken.
Na den Dacht al pratende te hebben doorge
bracht, hield ik mij des morgeDs bezig met, in
overleg met den heer Jules Favre, de instructiën
op te stellen die ik zou medenemen eu met het
bespreken met den heer Magnin van de hoe
veelheid levensmiddelen, die ik moest eischen
voor de voeding vbd Parijs gedurende den wapen
stilstand.
Wordt vervolgd.)