I Donderdag 9 Januari. dj FEUILLETON. N°. 3962. A0. 1873. d: LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden Franco per post Afxonderlyke Nommers ƒ8.00. 8-^5. 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVEBTKNTIEN. Voor Weren regelƒ0.16. Grootere letten naar de plaatsruimte die *y beslaan. op STADS-BERICHTEN. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEIDEN, Herzien de openbare kennisgeving omtrent de ver plichting tot" het doen van aangifte voor de Natio nale Militie, in de maand Januari 1S73, voor hen die .op den lsten Januari van dit jaar hun 19de jaar zijn ingetreden, en alzoo de personen, geboren in het jaar 1854, alsmede voor hen die eerst na het intreden van hun I9de jaar, doch vóór het volbren gen van huu 20ste, ingezetenen zijn geworden, ge plaatst in de Leidsche Courant van den llden, 21sten en 2Ssten December 1872 Doen te weten dat tot deze inschrijving zitting wordt gehouden op het Raadhuis, van des voormiddaga 10 tot des 3 uren, op Maandag den 13den Januari, voor de bewoners van de wijken I, II en III, op Dinsdag den llden Januari, voor de bewoners 1 van de wijken IV en V, op Woensdag den 15den Januari, voor de bewoners van wijk VI, pp Donderdag den 16den Januari, voor de bewoners van wijk VII, "op Vrijdag den 17den Januari, voor de bewoners van de wijken VIII en IX of de buitenwijk, en dat de geboorte-acten, die de belanghebbenden bij de inschrijving, onder opgave der woonplaats van den ingeschrevene, behooren over te leggen, dagelijks, de' Zondag uitgezonderd, zijn te verkrijgen ter Secre tarie dezer gemeente (afdeeling Burgerlijke Stand), van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 uren, wanneer tevens voor hen, die hier Diet zijn geboren, aanvrage ter verkrijging dier acten kan worden gedaan. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant en bij aanplakking afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, den Iden Januari 1873. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Doen te weten, dat ingevolge art. 2 der Verorde ning, regelende de invordering der plaatselijke be- lasliug op de honden, iedere houder van een of meer honden, die aan de belasting onderhevig zijn, ver plicht is daarvan jaarlijkB voor of op den 31steu Januari bij den Gemeente-ontvanger aangifte te doen door inlevering van een behoorlijk ingevuld en door den aangever onderteekend biljet; dat bedoelde in- vullingsbiljetten voor het dienstjaar 1873 van heden af kosteloos ten kantore van den ontvanger ver krijgbaar zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. D. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 21 December 1872. LEIDEN, 8 Januari. De verzending der correspondentie van Cura sao en Paramaribo, over Engeland, zal voortaan van hier geschieden op den lsten en 16den, of, wanneer die dagen op een Zaterdag invallen den 2den eü 17deii van elke niaaud. De laatste lichting voor die brieven is te 9 uren 45 min. >s morgens. Naar wij vernemen heeft gisteravond in het hotel Rijnland de huishoudelijke feestviering plaats gehad van het lOjarig beslaan der ver eeuigiug Harmonie, en is bij die gelegenheid haar vaandel ingewijd, waarbij het natuurlijk niet aan toespraken heeft ontbroken. Daarna ver- eenigde men zich tot een bal. Naar wij vernemen moet Behagel, alvorens aan de justitie hier te lande te worden uitgeleverd, in Antwerpen eenige dagen gevangenisstraf onder gaan, hem door den Belgischen rechter opgelegd, ter zake van landlooperij. Verlind zal worden uitgeleverd zoodra de noodige stukken daartoe in orde zullen zijn, waarmede politie en justitie reeds druk bezig zijn. Volgens het te Antwerpen verschijnende blad Koophandel heeft het parket van den H aag agenten naar Autwerpen eu naar Rijssel gezonden, waar heen men dacht dat de gevluchte daders van den in den Haag gepleegden moord de wijk hadden genomen. Thaus verneemt men, dat die persoon te Antwerpen aangehouden is geworden door de Belgische politie, die zijn spoor heelt weten te outdekkeu. Sinds drie dagen was hij zijn intrek komen nemen in een kosthuis der tweede wijk; daar hij de Hollandsche taal sprak en zijn gaan er. komen zoo zonderling schenen, had men ver- moedeus jegens hem opgevat. Daarenboven was hij in bet bezit van verscheidene kostbare voor- W6rpeu. De politie daarover onderricht, begaf zich naar bet gemeld lokaal en drong in de ka mer vau den persoon, die zich wilde verbergen. Men hield hem aan en ondervroeg hein, waarop hij verklaarde te heeten Jan Hendrikus Behagel, oud 40 jaar te zijn, kleermakersgast, geboren en wonende te 's-Gravenhage. Zijn onze inlichtingen juist, zegt het blad, dan heeft bij bekentenissen gedaan en belangrijke inlichtingen gegeven over den dubbelen moord in de Hollandsche residentie gepleegd. De aangehoudene is, na een verhoor voor den onderzoeksrechter, naar de cellulaire gevangenis gevoerd geworden. De heer Buijs Ballot schrijft aan de N. H. Gt. het volgende: Een verdienstelijk meteoroloog, de heer Mel- druin, op Mauritius, heeft gemeend te vinden, dat in de jaren waarin de zou vele vlekken ver toont, ook de aarde veel van stormen te lijdeu heeft. De door zijne spectroscopische onderzoe kingen zoo beroemde Normau Lothyer beeft naar aanleiding daarvan gezocht, en zijne getallen schijnen het te bevestigen, of niet in die jaren ook meer warmte aan de aarde wordt mede gedeeld. Die uitkomst steunt echter op een veel te korte reeks van waarnemingen en is slechts voor een beperkt gedeelte van de aardoppervlakte verkregen, dun dat men er waarschijnlijkheid aan toe zou kennen. Eeue reeks van 90jarige waar nemingen te Praag laat daarvan niets zien. De meteorologen vergeten niet het onderzoek Daar periodieke wisselingen, maar kunnen en mogeD die alleen na eeu grondig en uitgebreid onder zoek aannemen. W ij vernemen met genoegen, dat mej. Marie Sablairolles, de dochter van den eenmaal gevierde looneelspeelster, en de veelbelovende kweekelinge der Amsterdamscbe muziekschool, zich, als pen- sionnaire van Z. M. den Koniug, te Brussel zal vestigen, om hare studiën te voltooien, onder leiding van den bekwamen musicus Cambel. (HU.) De Minister van Financiën zegt in zijn ant woord op het verslag der Eerste Kamer over Hoofdstuk VII B der staatsbegrooting voor 1873: Dat bij ineent, dat het verstandiger is, niet on middellijk weder uiet nieuwe belastingplannen te komen, maar eenigen tijd van beraad te nemen, en na te gaan, op welke andere wijze men tot verbetering zou kunueu geraken; dat hij bij elke voordracht tot wijzigiug nimmer de zorg voor het evenwicht onzer financiën uit het oog zal ver liezen; dat zijn voorstel, om van de bevoegdheid, bij art. 168 der grondwet, 2de zinsnede, den wet gever toegekend, in gewone omstandigheden geen gebruik te maken, werd verdedigd door velerlei redenen, en hij zich overtuigd houdt, dat door de aanneming veel getwist voor het vervolg zou zijn voorgekomen. Daar de Tweede Kamer dat voorstel echter heeft verworpen, onthoudt hij zich van verdere uiteenzetting zijner denkbeelden. 0 fa o? ra jo ft? -w ce P P co p 7? a 3 Co vq 5 - co 3 P er <- Q5 5* g S. 1 Ut) aV 3 c? - f S f O) O 3 O S3 03 5* o> £L O- p 5" S? c 5' D O <7- o .'pp S 5' O J? 4 p A 2 w 5. P 5 2. 5' m P as 5? ere oi 05 CO O* to co OS cc üO 05 Oi CO 2 o g iz o co o o O <o> O p Q- CU O O co to cc cu "co IIV. O o H O O Cc o NI oo 5 o "co cc o o os O cc CO V o O OS CU to CQ O to Jp Q Ii o t/DJ CO e_i c -1 to w s b p w. P yy J- g co o o bh O O O c» -a. O S* "O N W CO ti o üi O O) W yi K W co o to _tO co 1 "o "o GO -O "cc p. i_z üt o -4 ffl oc -J V to O CU po ON oo g -Q o co CO O O CU o oo ■ts Z* Uit dezen staat blijkt alzoo, dat de Nederland- sche Bank op 6 Jan. bij een muntmateriaal van ƒ110,450,426.10' voor eene som van ƒ67,171,626.42 minder aan bankbiljetten in omloop had dan waar toe zij gerechtigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt ƒ26,868,650.56' meer bedraagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou wezen. De Minister van Financiën heeft ter kennis van belanghebbenden gebracht, dal tot benoeming van twaalf surnumerairen der registratie en do meinen, op den 16deo April en volgende dagen te Utrecht, het daarvoor bepaalde vergelijkend examen zal plaats hebben. Zij, die tot dit examen wenschen te worden toegelaten, moeten zich vóór of op 1 Maart e. k. aanmelden. De commissie tot het examen is samengesteld uit de beerenvoor zitter W. Lee, directeur der registr. en domeinen voor de prov. Zuid-Holland; lid en secretaris Mr. P. W. A. C. van der Linden, advocaat te's-Gra venhage; leden S. J. van Slooten, G. A. Loeffen Mr. B. H. Upineijer, iuspecteurs der registr. en domeinen, respectievelijk te Assen, Rotterdam en Amsterdam. De luitenant-ter-zee der 1ste klasse K. O. van der Veen, laatst behoord hebbende tot het eskader in Üost-Indië, en van daar den 31sten December jl. in Nederland teruggekeerd, wordt inet dat tijd stip op non-activiteit gesteld. De luitenam-ter-zee der lste klasse C. Scliuy- lenburg, dienende als lste ollicier aan boord van Zr. Ms. ruderstoomselnp Valk, wordt, met den 15den Januari aanstaande, op non-activiteit ge steld, en, met den 16den daaraanvolgende, ver vangen door deu luitenant-ter-zee der lste klasse E. L. Ebnle. Voorts wordt de luitenant-ter-zee der lsle klasse A. G. Westerouen van Meeleren, met ingang van laatstgemelden datum, geplaatst aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis. Bij Koninklijk besluit van 7 Januari 1873 zijn de benoemiugen vau den burgemeester der ge meenten Meerkerk, Leerbroek en Nieuwland, U. A. Plato, tot secretaris dier gemeenten, met Zr. Ms. goedkeuring bekrachtigd. Z. M. heeft aan P. C. H. A. Hermans, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als maj.-comm. van het 3de bataljon rustende schutterij in het hertogdom Limburg, en als zoodauig benoemd E. P. F. Jaussens, thaus kapitein bij de 4de comp. van het bataljon. HINNKIVLiAND. Amsterdam, 7 Januari. Het adres aan den Raad ïan de Amsterdamscbe Afdeeling van het Nederl. Tooneelverboud eindigt aldus: „De afdeeling weet, dat zij een zaak verdedigt, die slechts door betrekkelijk weinigen in den lande en ook in deze stad der aandacht waardig wordt gekeurd. Dat zij dit als onbetwistbaar feit moet erkennen, getuigt in de eerste plaats tegen hen, die uit den aard hunner maatschappelijke bctrekkiug gewiohtigen invloed hadden kunueu oefenen op-tie richting en de wijze vau bespeling van den Schouwburg, tnaar die steeds bebben kunuen duldeD, dat een instelling, geroepen om naast de school een zedelijken en boven deze nog een aesihetisch-beschavende kracht in onze inaalschappij te zijn, meer en meer zonk tot een publieke vermakelijkheid, die van den wansmaak eu da harlslochten der groote menigte haar ge- TH K E BR S en hel GomernemeHt der Naliouale Verdediging. J Vervolg), En zoo er een opstand uitbrak, zouden dan de mannen door wier toedoen hij ontstaan was en die zicli in 't midden der beweging bevonden, haar, zooals de zaken stonden, tegengaan? Even min. Alles was dus verloren en de oplossing óf mnogelijk óf hartverscheurend. Men beraadslaagde in dien maalstroom van ntnogelijkheden en van uur tot uur werd de noodzakelijkheid der vervallenverklaring van de dynastie onvermijdelijker. De oppositie wilde den naam van den Keizer niet meer uitspreken, noch van de Keizerin en de meerderheid durfde hen met meer te doen eerbiedigen. Zij, die ik de volbloed Bonapartisten heb genoemd, slaakten nog eenige kreten, die veeleer wanhoopskreten dan uitingen van woede waren en zij waren ge heel en al onmachtig geworden om den minister tegenstand te bieden. Des Zaterdags, den 3den September, moest er een einde aau gemaakt wordeD, maar de oplos sing werd tot des anderdaags uitgesteld. Wij ver lieten de vergadering te middernacht. Er hadden zich op de Place de la Concorde groepen gevormd. De Sergenis de ville, die aan het bruggehoofd slonden geposteerd, wezen mij ze aan en daar die groepen niet zeer (alrijk waren en het mij mogelijk scheen mij er een doortocht door te ba,- uen, vooral met een fiksloopeud paard, haastte ik mij er door te komen. Op dat oogenblik ontmoette ik den heer Jules Favre te voet; ik bood hem aan in mijn rijtuig te stappen en hij nam het aan. Wij werden door de, troepjes achtervolgd en ingehaald bij de bewaarplaats van meubelen Zij hielden ods staande, plaatsten zich voor den kop van mijn paard en zij die het verst verwij derd waren, riepen: /Houdt opl Houdt op doodt 't paard I" De oproerlingen herkenden ons spoedig en hieven toen de-kreten aan: Redt onsI Redt ons! De vervallenverklaring!" Wij .zei den hen dat de vervallenverklaring weldra vol gen zou en dat, zoo zij daartoe wilden geraken, zij zich niet opgewonden moesten toonen. Deze verschillende malen herhaalde woorden eindig den met uitwerking te doen op degenen die het dichtst in onze nabijheid waren en die pogingen aanwendden om ons, niet zonder groote moeite, te bevrijden. Mijn koetsier, gevangen op den bok, werd in vrijheid gelaten en een harde zweepslag deed het paard in galop vooitteunen, zoodat wij bevrijd, of liever nog wel gevolgd, maar niet lan ger aangehouden waren. Wij scheidden van elkander, de heer Favre en ik, en er gingen verscheidene dagen voorbij, voor dat wij elkander weder zager. Hij dacht er toen evenmin als ik aan e band te leenen aan de revolutie. Het gerucht van een coup d'etat tegen ons allen, en ten doel hebbende ons allen in den kerker te werpen was zeer algemeen verspreid. Ik hechtte er echter geen geloof aan. Nochtans waren er on der mijn vrienden, die 't geloofden en de nacht ging in zeer groote bezorgdheid voorbij. De ver moeienis en mijn ongeloovigheid met betrekking tot het bedoelde gerucht dedeD mij een vasten slaap genieten. De graaf Daru A-propos van dien coup d'itat, gij zult wellicht weten op welken grond de ge ruchten, die in omloop waren, steunden. Wij hebben een zeer belangrijke verklaring verkre gen, die van den beer baron JérÓme David. Gij kunt haar lezen. Wat de verklaring van deu heer de Kératry betreft, deze zegt lijsten gevonden te hebben van personen, die gearresteerd moesten-worden, maar die lijsten waren oud. Er was in het kabinet geen beslissing voor eeu Coup d'itat. Generaal Pulikao even als de andere ministers onikenneu eenige de minste gedachte te hebben gehad om iemand, wie 't ook zij, te arresteeren. Het gerucht dat in omloop was, schijnt dus valsch te zijn geweest; er is noch eeu begin van uitvoering, noch eeo bepaald vastgesteld plaü geweest. De heeren Brame, Bussou Billault en Clement Duvernois, die wij gehoord hebben, werpen dit op de stel. ligste wijze van zich af. Een enkel getuige, de heer Jéróme David, heeft het niet op dezelfde bepaalde wijze outkeud; maar gij zult zien in welken geest hij er over spreekt; hij wacht zich wèl te zeggen dat de Ministerraad dergelijke plannen zou hebben gehad. De President der Republiek. Ik ben iuderdaad ook overtuigd dat er geen besluit van dien aard door de ministers was genomen; inaar ik geloof wèl dat er sprake van is -geweest, want de heer Clément Duvernois, die ik toen ter tijd zeer dikwijls sprak bij de overweging van de maat regelen voor de verdediging van Parijs te nemen, zeide mij meer dan eens: „Wat mij betrefi, ik zou nooit toestemmen in een coup d'itat en gij kunt op mijn woord rekenen.'' Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1