slag verleend als inspecteur van het middelbaar
onderwijs, met dankbetuiging voor de in die be
trekking bewezen diensten.
Z. M. heeft tot inspecteur van het middelbaar
onderwijs benoemd den hoogleeraar Dr. M. Sal-
verda, met toekenning van eervol ontslag als in
specteur van het lager onderwijs in de provincie
Utrecht.
Z. 11. heeft aan C. H. Wehlburg, onder dank
betuiging voor de door hem bewezen langdurige
en goede diensten, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als kapt. bij de dd. schutterij te Amster
dam, en hem tevens verleend den personeelen rang
van majoor, met vergunning tot het blijven dra
gen van de uniform der schutterij, met de onder
scheidingsteekenen aan dezen rang verbonden.
Z. M. heeft herbenoemd: als burgemeester van
Obbicht en Pnpenhoven, J. H. Houben; en als
burgemeester van Oudenbosch, .1. C. C. Midde
laar, secretaris dier gemeente.
Z. M. heeft benoemd tot raadsheer in het pro
vinciaal gerechtshof in Noord-Brabant Mr. II. A.
van den Acker, thans rechter in de arrondisse-
ments-rechtbank te Breda.
Z. M. heeft benoemd tot rechter-plaatsvervanger
in de arrondissemcnts-rechtbank te Middelburg
Mr. A. J. van Deinse, advocaat aldaar.
Z. M. heeft goedgevonden, met ingang van den
lsten Januari 1873, de adjunct-commiezen bij de
directie der marine te Willemsoord J. H. J.
Schmidt en G. G. van de Sande en den klerk bij
de directie der marine te Hellevoetsluis B. F. van
Eek, te bevorderen lot commies; de eerste en
laatstgenoemde te Hellevoetsluis en de andere te
Amsterdam; den heer J. P. van Reyn aan te
stellen tot klerk bij de directie der marine te
Willemsoord.
Z. M. heeft goedgevonden, den kapitein K. H.
J, J. Hirschmann, van het wapen der infanterie,
thans op nomactiviteit, op zijne aanvrage, op
pensioen te stellen, en het bedrag van dat pensioen
te bepalen op 900 'sjaars.
BINNENLAND.
Den Haaf, 4 Januari. In de terechtzitting van
gisteren heeft de heer procureur-generaal Karoe-
boom zijne conclusie voorgedragen in de zaak
van de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij,
eischeresse, tegen den Staat der Nederlanden,
gedaagde; welke zaak betrekking heeft op
het vervoer door de maatschappij van de post
wagens, brieven en pakketten, alsmede coudue-
teurs ten behoeve der posterijen, en waarop ge
grond is de vordering tot veroordeeling van den
staat om aan de maatschappij te vergoeden alle
schaden, voor haar ontstaande uit de bij Kon.
besluit van 4 Juli 1860 Staatsblad n°. 28) uitge
sproken toepasselijke verklaring van art. 39 der
wet van 21 Aug. 1859 Staatsblad n°. 98) op den
spoorwegdienst der eischeresse, en dat het beloop
dier schade zal worden bepaald op f 1.600.000,
ol zoodanig ander bedrag, als de Hooge Raad
zal oordeelen te behooreu sedert den dag der
dagvaarding en met veroordeeling in de kosten.
Proc..-Gen. heeft o. a. overwogen, dat ten deze
alleen in aanmerking zou kuDnen komen de
schade, welke wordt geleden door het kosteloos
vervoer van gewone rijtuigen van den spoorweg
met de treinen, als daar zijn meendere slijtage
der rails en van het rollend materieel, vereischte
zwaardere kosten van stoom ten vervoer van de
aldus saamgestelde treinen en hetgeen verder tot
vervoer binnen de gebruikelijke tijdsruimte mocht
worden gevorderd, de kosten van het vervoeren
dier mede te voeren wagens, die voor het onder
houd der inrichtingen tot het opnemen en afge
ven van brieven en pakketten gedurende het
traject; maar dat geene vracht kan zijn verschul
digd, en dus ook geene schadevergoeding voor
hetgeen de post-administratie als zoodanig in hare
eigen toe te laten rijtuigen mocht vervoeren en
alzoo het beloop der schade oog niet is gerecht
vaardigd; dat de grond van berekening der ge
vorderde schade tot een bedrag van f 1.600.000
niet aannemelijk is en op dat cijfer niet kan
worden vastgesteld. Op deze en andere gronden
strekte de conclusie, dat de Hooge Raad aan de
eischeresse toewijze in het algemeen hare vorde
ring tot schadevergoeding en, met uiet-aanneming
van hare berekening, de voor die vergoeding ge-
eischte bepaalde som afwijze en den gedaagde
veroordeele tot de in deze gevallen schade nader
op te maken bij staat; de kosten te voegen bij
die der einduitspraak. De uitspraak is bepaald
op :14 Februari.
Voorts zijn de pleidooien gevoerd in zake
het Bestuur der Registratie en Domeinen, eischer
in cassatie, tegen M. Jager, verweerder. Als mid
del van cassatie is daarin aangevoerd schending
en verkeerde toepassing der artt. 1, 2, 4 en 69,
7, N°. 1 der wet van 22 Frimaire VII, van de
artt. 10 en 13 der wet van 16 Juni 1832 (Slbl. N°.
29), van art. 1 N°. 10, litt. d. der wet van 31
December 1870 (Slbl. N'. 233) en der artt. 1289,
1296, 1357, 1493, 1494, 1584, 1586, 1587, 1619 en
1620 van het Burg. Wetb., omdat de overeen
komst, waarvan hier de rede is, de zaak zelve
en niet eenvoudig haar gebruik en haar genot
tot onderwerp hebbende, volgens de aangehaalde
artt. van het Burg. Weth. rechtens niet kan wor
den giqualificeerd als huur, maar integendeel in
zich vereenigt alle vereischten van eene overeen
komst van koop en verkoop, alleen afhankelijk
van de voorwaarde, dat de kooper op een be
paald tijdstip eene schriftelijke verklaring zal
uitbrengen.
In deze zelfde terechtzitting zijn beëedigd,
als raadsheer in het Prov. Gerechtshof in Gel
derland de heer Mr. D. J. Mom Vischals
griffier bij het Prov. Gerechtshof in Zuid-Holland,
de heer Mr. C. J. J. Wijckerheld Bisdom, en
als advocaat bij den Hoogen Raad, de heer Mr.
J. H. Mossel mans.
Rotterdam, 3 Januari. Dr. M. Dcnekamp alhier
is wegens de diensten, door hem tijdens den
jongsten oorlog in het lazaret te Dusseldorf be
wezen, door den Duitschen Keizer benoemd tot
ridder van de Pruisische Kroonorde 4de klasse.
Utrecht, 3 Januari. De stand der winterrogge
op de velden in deze provincie is door den aan
houdenden regen niet zeer gunstig. Het vele water
belemmert den groei zeer, niet alleen van dit
gewas, maar ook van vele andere. De handel
in vee is zeer levendig, zoodat de meeste veebe-
zitters, door de hooge prijzen tot verkoopen uit
gelokt, slechts zooveel vee houden als voor de
zuivelbereiding noodig is. Voor een kalf koe wordt
niet zeldeu de ongehoorde prijs van f 270 en
hooger betaald.
De twee poldergasten, die eergisteren op
den Katharijnensingel op eene brutale wijze van
onderscheiden personen geld afvorderden, zijn
thans ter beschikking der justitie gesteld.
Gisteravond zijn weder twee poldergasten ter
zake van bedelarij door de politie aangehouden.
Nieuwjaarsavond trachtte een onbekend per
soon, waarschijnlijk een poldergast, bij den hove
nier P. alhier binnen te dringen en had reeds een
raam opengeschoven. Toen bij echter bemerkte
dat hij ontdekt was, koos hij het hazenpad. De
hoveniersknecht had reeds zijn revolver gereed.
Ook werd deze week door een poldergast aan een
melkmeisje op de Kranskade, onder bedreiging,
een gulden afgeperst. (U. D.)
Oosterbeek, 2 Januari. Het zoogenaamde
Nieuwjaarschieten heeft alhier ook zijn tol betaald.
Een jongeling van 14 jaren schoot met een pistool
een knaap van gelijke jaren in het aangezicht,
waardoor dezen de wang letterlijk als een ster
gekloofd werd. üogenblikkelijke geneeskundige
hulp heeft de wond nog voor verdere gevolgen
behoed.
Wezep, (Gelderland) 2 Januari. Hoe gevaarlijk
vuurwapenen zijn in handen van onkundigen
bleek heden hier weder: de smidszoon J. D., aan
de kachel in de apotheek van den geneesheer
L. S. wat te verrichten hebbende, nam uit nieuws
gierigheid een revolver van den wand, ten einde
die te bezichtigen. Toevalli was het wapen ge
laden, waardoor bij het trekken aan dc-n haan
een schot afging door de hand van den onvoor
zichtige. Gelukkig is het, naar men verneemt,
slechts een vleeschwond; het had erger kunnen
afloopen, want het vijfjarig dochtertje des heeren
L. S. stond op het oogenblik van het ongelukkig
schot vlak naast D.
Meppol, 3 Januari. Gistermorgen heeft de zoon
eener weduwe, werkzaam bij deu apotheker S.,
zich vergiftigd; hij werd dood op 't geheim ge
mak gevonden. Eerst onlangs was zijn vader
overleden.
GEMENGD IV1EUWS.
Baron van Heekeren van Wassenaer te Delft
heeft zijnen pachters, die in den afgeloopen
zomer door hagelslag hebben geleden, voor
een jaar de pacht kwijtgescholden. In Poitu-
gal heeft men de gewoonte om visch door middel
van suiker tegen bederf te bewaren. Men neemt
namelijk de ingewanden uit den visch, bestrooit
hem van binnen met suiker en legt hem in een
horizontale positie, opdat de suiker er zooveel mo
gelijk indringe. Een tafellepel suikor is voldoende
voor een visch van vijf pond. De visch, op die
wijze ingesuikerd, blijft lang goed en heeft voor
de liefhebbers een aangenomen suiaak. Uit
Ambt-llardeuberg wordt gemeld, dat aldaar op
1 Januari een jongeling op eene afschuwelijke
wijze is vermoord. Men heeft hem doodgeslagen
en daarna ziju lijk met pistoolschoten verminkt.
De hersens van den ongelukkige vond men op
den weg. Het vreeselijk geval schijnt het gevolg
te zijn van een twist, in dronkenschap ootstaari.
De juiste bijzonderheden zijn echter vooralsnog
onbekend. Twee personen zijn als de vermoedelijke
daders in hechteuis genomen. Naar men ver
neemt heelt er te Eist bij Rhenen in den nacht
tusscheu 31 December en 1 Januari de volgende
noodlottige gebeurtenis plaats gehad. Eenige werk
lieden keerden in vrij beschonken toestand van
Rhenen naar hunne woonplaats terug. Een hun
ner, een auders oppassend jongeling, bleek zoo
danig door den drank bevangen te zijn, dat hij
onmogelijk de reis kon voortzetten. In hunne
dronkenschap geen kans ziende hem thuis te
brengen, besloten zijne makkers hem op zij van
den rijweg op wat bladen neer te leggen en hem
later te gaan halen. Den volgenden morgen
teruggekomen, vond men slechts een lijk. De
overledene was ruim 20 jaren oud. Vol
gens een Amerikaansch blad zouden alle loco
motieven, die op de 125,000 mijlen spoorweg ge
bracht worden, achter elkander geplaatst een
reeks van ongeveer 1000 mijlen lengte vormen,
den afstand van New-York naar Chicago. De
waarde dezer locomotieven ieder op 25,000 gere
kend, zoude meer dan 6500 millioen gld. bedrageu
e
v
BUITENLAND.
Frankrij k.
Naar een bericht in de Indépendance Beige het
welk volgens een correspondent der Kölnische
Zeitung als authentiek moet beschouwd worden,
heeft de heer Thiers het volgende gezegd met
betrekking tot de Italiaansche quaestie
<,Het kost mij moeite genoeg om het aan weers-
kauten bestaande ongeduld te bedwingen, maar
ik heb vast besloten de weegschaal niet te doen
overslaan en zal niet terugdeinzen voor de ver
vulling mijner verplichtingen als hoofd van het
Fransche gouvernement eu als Katholiek.
Een ieder weet dat ik niet heb behoord tot
hen die de eenheid van Italië hebben tot stand
helpen brengen. Het tegenwoordige Italië is mijn
werk niet, ik heb de eenheid van Italië bestre
den toen het keizerrijk de dwaasheid beging van
haar te bevorderen ik was toen niet meer dan
een volksvertegenwoordiger en ik betreurde het
dat de regeering afweek van de politiek welke
het meest met Frankrijks belangen strookte.
Doch de eenheid van Italië bestaat nu eenmaal.
Italië wordt onder de groote mogendheden geteld.
Ik heb daartoe niet bijgedragen, maar aan de
regeering gekomen zijnde, heb ik mij geplaatst
gevonden tegenover een groot en sterk Italië,
even gelijk ik geplaatst was tegenover Rusland,
Engeland, Pruisen en Oostenrijk. Kan ik nu Italië,
ten aanzien der internationale betrekkingen, op
een anderen voet behandelen dan de andere
mogendheden? Neen, voorzeker. Italië is op den
besten voet met alle mogendhedener zijn er
onder haar welke het met eene zekere teeder-
heid behandelen en zelfs Oostenrijk, hetwelk
aan Italië twee schoone provinciën verloor en
zijn invloed in drie Italiaansche staten derven
moest, onderhoudt met Italië de beste betrek
kingen.
Ik begrijp welke verplichtingeu ik jegens het
opperhoofd der katholieke kerk te vervullen heb
ik weet wat aan Frankrijk jegens het opperhoofd
van het katholicismus betaamt. Het heeft de onte
vredenheid van Italië opgewekt, dat mijne regee
ring bij het weder bijeenkomen eener sedert
vele jaren bestaande wetenschappelijke commissie
een daartoe behoorend geleerde had opgeroepen.
Ik geef toe dat ik pater öecchi niet zou opgezocht
hebben, maar ik mocht hem niet buitensluiten
uit eene commissie, waarin zijne geleerdheid hem
geroepen had.
Ik heb vast bt sloten geene avontuurlijke politiek
te volgen, ik zal hen niet navolgen die Frankrijk
buiten Europa hadden gesloten. Frankrijk bezit
thans de sympathie van het buitenland, ik streef
er naar om die te versterken. Ik zal de onafhan
kelijkheid van den Heiligen Vader als opperhoofd
der kerk handhaven, daar het welbegrepen be
lang van Frankrijk vordert niet alleen dat er
vriendschappelijke betrekkingen met Italië onder
houden worden, maar ook dat de belangen van
het opperhoofd der keik worden geëerbiedigd.
Ik geloof niet van de gedragslijn welke ik
getrokken heb te zijn afgeweken. Ik zal een
Fransoh oorlogsschip in de wateren van Civita
Vecchia gestationeerd houden, ofschoon Oostenrijk,
Portugal en de andere ka holieke mogendheden
zulks niet doen; ik geloof echter dat de plicht
der Frunscne regeeriug gebiedt den Heiligen
Vader met gastvrijheid te ontvangen, wanneer
hij meent aan zijne ooalhaukeiijkheid verplicht
te zijn ons om eene wijkplaats te vragen.
Frankrijk is de oorzaak van Italië's eenheid,
welke het wereldlijk gezag teu val bracht; het
is daarom meer dan eene andere natie verplicht
jegens den paus consideratie te gebruiken. Maar
het schip, hetwelk ik gemeend heb voor den
paus beschikbaar te moeten stellen, moet geene
bedreiging jegens de regeering des Konings van
Italië zijn; het is het schip eener bevriende mo-
geuüheid, en daarom moeten de officieren, als
vertegenwoordigers der Fransche marine, op den
nieuwjaarsdag hunue opwachting bij den Ko
ning van Italië maken. Huu wegblijven zou als
eene beleediging kunner aangemerkt worden."
De artillerie zal bepaald in twintig in
plaats van tien divisiën worden verdeeld.
Binnen weinige dagen zal er een nieuwe
post-overeenkomst met Amerika worden getee-
kend, waarbij het port voor gewone brieven op
40 centimes zal worden gesteld.
De heer Rochefort zal voorloopig nog in
Europa blijven. Men had zijn naam gebiacht op
de lijst van hen, die naar Nieuw-Caledonië moe
ten vertrekken. De attesten zijner geneesheeren,
t
*1
dat hij de reis tuans zonder levensgevaar doen' y
kan, kvvameu der regeering niet voldoende voor.Ml
en Rocbel'ort's naam werd vau de lijst geschrapt,
Te Toulouse hebben weder eenige arrests-" p
tiën plaats gehad, in verband met de woelingen 'g
per Internationale.
öroot-Britannië.
In de Engelsche dagbladen wordt met den aan- T
vang des nieuwen jaars eene aanzienlijke ver-''
betering in den toestand van Ierland gecousta-o r
teerd. De landbouw ontwikkelt zich moer en meer,
de marktprijzen van ziju producten ziju hoo»
en de handel bloeit. De rust is in den lande beter
verzekerd dan in vroegere tijden, en de statistiek
toont eene aamerkelijke vermindering vau mis
drijven aan.
In het door de commissie voor het armwezeu'j 'n
uitgegeven rapport wordt medegedeeld dat dei
belastbare waarde van eigendommen, waarvan
de armentax geheven wordt in 1872, bedroe»
13,327,770 pd. st., of 92,000 pd. st. meer dan in g
1871, en dat het getal personen welke onderstand
genoten 293,375, tegen 287,900 in 1871, bedroe»
Uit de verdere van regeeringswege openban
gemaakte bescheiden blijkt dat de handel va 1
Dublin gestadig toeneemt en wel in zoodanig!
mate dat er onvermijdelijkheid bestaat om nieuwe
havenwerken, dokkeu en kaden aan te leggen,
vermits de bestaande etablissementen, niet meer
in de steeds stijgende behoeften kunnen voorzien, j
De uitvoer van eenige handelsartikelen was in
laatste tien jaren meer dan verdubbeld; zoo be
droeg die van het bier in 1870 268,102 en in 1872
303,547 okshoofden; die van de whiskey bereikte
in 1S72 het dubbel cijfer van den uitvoer van 1867
en nagenoeg het tiendubbele van dien van 1861
Ook de uitvoer van het rundvee was aanmerkelijk
toegenomen; het beliep 182,112 stuks in 1870,1 1
175,751 in 1871, en 203,514 in 1872, terwijl de
statistiek ook ten aanzien van boter, eieren, spek,
vleesch, aardappelen en andere provisiën eene
groo'e vermeerdering in uitvoer aanwees.
De invoer van verbruiksartikelen nam voora
uit Amerika sterk toe. Schoon die van rogge el J
gerst niet veel hooger was dan in 1871, werd ei,'
gedeeltelijk wegens het mislukken van het aard-
appelengewas in 1872 veel meer maïs ingevoerd.
Blijkens het onlangs verschenen rapport der
commissie voor openbare werken te Londen heelt
deze, sedert het tijdstip harer instelling, in 1856,
reeds negen millioen pd. sterl. geleend. De com-
missie oefent haar werkzaamheden uit over een
oppervlakte van ongeveer 117 vierk. mijlen, be
bouwd met 419.642 huizen, bewoond door 3.266.9i
zielen. De uitgaven over 1S73 worden door
commissie geraamd op 233.000 pd- sterl. i
Volgens een depêche in de Daily Telegraph
uit Cairo, is de onderkoning van Egypte voor
nemens eerlang belangrijke versterkingen naar
Zanzibar te zenden om de expeditie van Sir Sa
muel Baker langs den Nijl te ondersteunen.
Luideus een ander bericht in geuoemd blad ij
heeft zich de sultan van Zanzibar, in een briel f
aan den Amerikaansehen kapitein Wilson, on
dubbelzinnig tegen den slavenhandel uitgesproken
Duitsclilancl.
Naar de Opinione meldt zal Duitschland hel
transport der Eugelsch-Indische post verliezen.
Zooals bekend is, werden reeds voor de opening
van den tunnel door den Mout-Cenis onderhande
lingen aangeknoopt, om in plaats van den weg
Ostende-Keulen-München-Brindisi, den kortereo
Calais—Parijs—Mont-Cenis—Brindisi te nemen,
maar zij werden afgebroken, omdat de Franschf
maatschappijen een te hooge vergoeding ver
langden. Nu moeten deze bezwaren zijn opgehe-
veu, en de Indische ost zou dien ten gevolge
haar weg niet meer over den Brenner nemen.
Voor Italië heeft die verandering het voordeel,
dat de correspondentie uit Engeland en België
eenige uren vroeger zal aankomen. Zoo lang tol
de Gothard-spoorweg voltooid is, zal de post uil
West-Duitschlaud steeds den omweg over Mün-
chen maken.
Rusland.
Door de Russische dagbladen, ook door het in
Brussel verschijnende Russische orgaan le Nord,
wordt thans de expehitie tegen Chiwa als eene
bepaald vastgestelde zaak beschouwd. Over het
algemeen wordt dit besluit der regeering toege- u
juicht, en wordt op de onverwijlde uitvoering
daarvan aangedrongen. Zelfs wordt het verlangen
geuit dat men zich niet tot het tuchtigen van
Chiwa bepale, maar het verovere en aan de
Russische heerschappij onderwerpe, ten einde de
veiligheid van den handel en het verkeer van
Rusland met de groote handelsmiddelpunten van
Midden-Azië op afdoende wijze te beveiligen. Een
te St.-Petersburg verschijnend opositieblad, de
Golos, geeft intusscben in overweging of er niet,
alvorens men tot het tuchtigen van den Khan van
Chiwa en het veroveren /an het Klianaat over
gaat, een grondig onderzoek zou moeten ingesteld
worden naar de oorzaken van de woelingen in
Turkestan en van de vijandige gezindheid der,
bevolking tegen Rusland. Naar het oordeel van
genoemd blad zou de bestaande spanning