Dinsdag
31 December.
FEUILLETON.
N0. 3955.
A0. 1872.
LEIDSCfl
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 mtandenƒ8.00.
Franco per port8-85-
Afzonderlijke Nommen0.05.
l)eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVEBTBNT1EN.
Voor iederen regeli. LP. ƒ0.16.
Grootere letten naar de plaatsruimte die t\j beslaan.
Uithoofde van den Nieuwjaarsdag zal dit
Blad Woensdag niet worden uitgegeven.
STADS-BERICHTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN,
Gelet op het raadsbesluit van den 29 December
1870, gewijzigd den 30 November 1871, regelende
de heffing eener plaatselijke directe belasting, goed
gekeurd bij Koninklijk besluit van den 11 Januari
1872, N°. 20, waarbij tevens is aangehaald de ver
ordening, regelende de invordering dier belasting,
BreDgen ter kennis van de belanghebbenden, dat
met de uitreiking der beschrijvings-biljetten voor die
belastiDg voor het jaar 1873, op Donderdag den
2den Januari 1873 een aanvang wordt gemaakt,
wordende de belastingschuldigen uitgenoodigd, de
daarin vervatte vragen behoorlijk, bepaald en zonder
voorbehoud te beantwoorden, en daarbij tevens mede
te werken tot datgene, wat noodig is om deze be
schrijving ordelijk te doen afloopen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
V. D. BEANDELEE, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Lzidbn, 30 December 1872.
LEIDEN, 30 December.
Wij behoeven nauwelijks te zeggen, dat het
plaD, om de nagedachtenis van den grooten Kalser
te vereeren, onze volkomene sympathie wegdraagt.
Heeft bij in de eerste plaats de wetenschap ge
diend, hij heeft daardoor tevens in groote mate
den wetenschappelijken roein van ons vaderland
bevorderd, en zich bovendien door zijne uitste
kende populaire geschriften jegens het geheele
Nederlandsche volk verdienstelijk gemaakt, zoodat
het zeker gewenscht is, dat de hem te brengen
hulde niet enkel zich bepale tot de beoefenaars
der wetenschap, maar zich uitstrekke tot een
wijderen kring.
Voor het overige verwijzen wij naar achter
staande advertentie van de commissie, bestaande
uit eenige van Katscr's vereerders, vrienden en
leerlingen, die zich vereenigd hebben om een
hem waardig gedenkteeken op te richten.
Gistermiddag ontstond er bij deD heer W., op
den Nieuwen Rijn, een begin van brandhet
mocht hem echter gelukken den brand, die zich
in het eerst vrij ernstig liet aanzien, meester te
worden.
Naar men verneemt heeft J. de Jong Vrijdag
avond beproefd zich in het huis van arrest door
ophanging van het leven te berooveo, maar is hij
ip zijne poging niet geslangd.
De ware oorzaak van de ontsporing op den
Rijnspoorweg bij Gouda 18 December jl. voorge
vallen is thans officieel bekend.
De Alioister van Binnenlandsche Zaken deelt
nl. in zijn memorie van antwoord op het afdee-
lirgsverslag van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal, omtrent het wets-ontwerp tot vaststel
ling van hoofdstuk V (Dep. van Binnenl. Zaken)
der staatsbegrooting voor 1873, op de daartoe iD
dat verslag gedane vraag, het volgende mede:
„Naar de oorzaken van de ODtsporing op den
Rijnspoorweg bij Gouda, 18 December voorge
vallen, is nog dienzelfden avond door den raad
van toezicht op de spoorwegdiensten het onder
zoek aangevangen en deD volgenden dag voort
gezet.
Bij dat onderzoek is gebleken, dat de weg, ter
plaatse der ontsporing, in zeer voldoenden toe
stand en van verzakking geen spoor of teeken
was; dat derhalve de oorzaak niet in den toestand
vaD den weg was te zoeken.
Uit de verklaringen van de op den trein in
dienst geweest zijnde beambten en uit de om
standigheden bij het onderzoek waargenomen,
meent de raad te kunnen aannemen, dat de ont
sporing op het ontmoetingspunt der beide wegen
is aangevangen met den bagagewagen, en die kan
veroorzaakt of bevorderd zijn door de inrichting
der veeren gepaard met eene ongelijkmatige be
lasting van dien wagen.
Het ongeval is zonder ernstige gevolgen voor
de reizigers en het op den trein dienstdoend per
soneel afgeloopen. Een conducteur bekwam eeDe
lichte verwonding aan het hoofd, de machinist
had een duim eeDigszins verstuikt.
De schade aan den weg en het materieel was
veel minder dan aanvankelijk vermoed werd, en
door doeltreffende maalregelen waren de rijtuigen
en de tender opgeruimd en naar Gouda gebracht
en was de weg hersteld vóór deD aanvang van
den dienst op den volgenden dag, 19 December,
terwijl de locomotief op 21 daaraanvolgende reeds
weder op den spoorweg gebracht eu naar Gouda
vervoerd was.
Het onderzoek naar de oorzaken der ontsporing
heeft derhalve tot geen andere opmerking geleid,
dan herhaling der aanbeveling om met matige
snelheid door het aansluitingspuot te rijden en
het voorschrift om in de sneltreinen uitsluitend
bagagewagens met verbeterde inrichting der
veeren te gebruiken.
De Nederlaudsche maatschappij ter bevotdering
van nijverheid heeft zich dezer dagen tot Z. Al.
den Koning gewend, met verzoek dat het profes
sioneel ouderwijs, zooals dit thans hier en daar
op de ambachtseholeu voortaan van Rijkswege
aan alle burger dag- en atoudscholen worde ver
bonden.
Voorts heeft de maatschappij aan den Koning
haren weuseh te kennen gegeven, dat vvettelijke
bepalingen mogen worden ingesteld tegeo het
verontreinigen van den bodem en de publieke
wateren door fecale stoffen en afval van fabrieken.
Naar wij verneineD, heeft de justitie zich van
Middelburg naar Oostburg begeven, tot het in
stellen van een onderzoek naar een in ot' nabij
die gemeente gepleegdeu moord. Bijzonderheden
zijn nog niet bekend. (M. Cl.)
Naar uien verneemt is te Cleve eene maat
schappij van Duitsche en Nederlandsche kapita
listen bezig zich te constitueereD, ten einde het
bestaande en het nieuw in aanbouw zijnde bad
huis aldaar, zoomede de hotels Styrum en Robbers
aan te koopen en te exploiteeren.
De Gedep. Staten van Drenthe hebben bij schrij
ven aan den Minister van Justitie er op aange
drongen, dat het wetsontwerp betreffende de
nieuwe rechterlijke inrichting in dien zin gewij
zigd worde, dat Assen, dat volgens 't ontwerp
een rechtbank tweede klasse zou bekomen, waarop
geen hooger beroep is toegelaten, zal worden eeD
plaats van appèl in strafzaken eu dat de recht
bank aldaar worde gebracht tot de eerste klasse.
De audiëntie van den Minister van Oorlog zal
op Donderdag, den 2den Januari aanstaande, niet
plaats hebben.
Blijkens de laatst verschenen naam- en rang-*
lijst der officieren van het Koninklijke leger der
Nederlanden was de verdeeling over de verschil
lende wapens en instellingen, als volgt:
Opperbevelhebber: Z. M. de Koning; Veld
maarschalk: Z. K. H. Prins Prederik; Generaal
der infanterie: Z. K. H. de Prins van Oranje;
Kapitein der infanterie enz. Z. K. H. Prins Alex
ander.
Generale staf: 1 gen.-majoor; 1 kolonel; 8 lui
tenant-kolonels; 3 majoors; 6 kapiteins 1ste klasse,
4 kapiteins 2de kl. en 2 eerste luitenants.
Provinciale staf: 7 luit.-kol.; 3 maj. Plaatse
lijke staf. Plaatselijke commandanten: 1ste kl. 1
gen.-maj.1 kol.; 2de kl. 2 kol.; 2 luit.-kol.3de
kl. 5 maj. Plaatselijke adjudanten: 1ste kl. 8
kap.; 2de kl, 14 eerste en 4 tweede luit. Mi
litaire administratie en intendance: 1 Hoofd-in-
tendant, gen.-maj.; 1 int. 1ste kl. kol.; 1 dito2de
kl. luit.-kol.'; 3 onder-intend. 1ste kl., majoors; 6
id. 2de kl., kap. Kwartiermeesters: 1 maj.;
8 kap. 1ste kl., 9 id. 2de kl., 7 id. 3de kl., te
zauien 24 kap.-kwartierm.; 36 eerste luit.-kwar-
tievin.24 tweede id. Administrateurs van
kleeding en Wapening: 6 kap.; 11 eerste luit. en
5 tweede luit. Directeurs der militaire hospi
talen 7 kap.; 1 eerste luitenant.
Geneeskundige dienst: 1 inspecteur (gen.-maj.);
4 eerste offic. van gez. der 1ste kl., waarvan 1
kol. eu 3 luit-kol.5 id. der 2de kl. (maj.) 41
offic. v. gez. 1ste kl. (kapiteins); 47 id. 2de kl.
(eerste luit.) 22 id. 3de kl. (tweede luitApothe
kers 1 eerste apoth. (majoor); 6 apolh. 1ste kl
(kap.); 11 id. 2de kl. (1ste luit.) 8 id. 3de kl.
(2de luit.). Veterinaire dienst6 paarden-artsen
lste kl., waarvan 1 maj. en 5 kap.; 7 id. 2de kl.
(lste luit.); 8 id. 3de kl. (2de luit.).
Studenten voor den militairen geneeskundigen
en pharuiaceutischen dienst voor het leger hier te
lande, ontvangende huune opleiding te Amster
dam: 7 candidaat-artsen, 19 studenten (Natuur
kundig gedeelte); voor het O.-I. leger 2 artsen,
24 cand.-artsen eu 34 studenten (Natuurkundig
gedeelte); voor de W.-I. landmacht 1 candidaat-
arts; 2 studenten (Natuurk. ged.); voor de zee
macht 3 cand.-artsen eu 23 studeuten (Nat. ged)
Pharmaceutische dienst in O.-I. 15 studenten
wordende te Utrecht opgeleid. Veterinaire
dienst voor het leger hier Ie lande 4, voor dat
iü O.-I. 2 studenten.
Infanterie: 1 generaal-majoor inspecteur van
het wapen; 10 kolooels; 10 luitenant-kolonels;
40 majoors; 82 kapiteins lste kl.; 88 id. 2de kl.
en 82 id. 3de kl.totaal 247 kapiteins; 364 lste
en 276 2de luitenants.
Cavalerie: Inspecteur van het wapen Z. K. H
de Prins van Oranje; 4 kolonels; 5 luit.-kol.; 9
majoors; ll ritmeesters der lste kl.12 id. 2de
kl. en 12 id. 3de kl.; Ie zamen 35 ritm.; 51 lste
en 38 2de luitenants.
Artillerie: 2 gen.-maj. (waarvan 1 insp. vau
liet wapen); 6 kolonels; 9 luit.-kolonels; 18 ma
joors; 99 kapiteiDS, waarvan 33 van de lste kl.
32 van de 2de kl.; en 34 van de 3de kl.; 112
lste luit. en 77 2de luits. 10 magazijnm. der
art. van de lste kl., waarvan 7 majoors; de
overige 3 kapiteins; 6 id. 2de kl. (1 kapit. en 5
lste luits.); 10 id. 3de kl., waarvan 7 2de Ipit. en
3 geen officier zijnde).
Genie (corps ingenieurs, m'iDeurs en sappeurs)
1 gen. maj. inspect, gen. der fortificatiën; 2 kol.,
5 luit.-kol., 8 maj. 32 kapt. (nl. 10 van de lste,
11 van de 2de eu 11 van 3de kl.) 27 lste en 15
2de luit.; 13 fortificatie-opzichters vau de lste en
even zooveel van de 2de en 3de klasse. Konink
lijke marechaussée 2 maj. commandanten, 3 kap.,
4 lste luit. eu 2 2de luit. Koninklijke militaire
academie. In December bestond het getal cadet
ten voor de verschillende wapenen, zoowel hier
le lande als in Oost- eu West-Indië, hunne op
leiding vindende, uit 59; le weten 11 voor dein-
laüterie hier te lande; 2 voor de cavalerie, 26
voor de artillerie, 11 voor de genie; 1 voor de
infanterie in O. I., 4 voor de artillerie en 4 Voor
de genie in O. I.
Op non-activiteit werden gesteld op verzoek als
anderszins, 3 off. v. gezöndb., 3 maj. der inf.; 14
kap.; 11 eerste en 3 tweede luits. Van de
cavalerie 1 ritmeester, 4 eerste luits. en 1 tweede
luit. Vau de artillerie 6 kap., 7 eerste en 1 tweede
luit. Genie 1 maj. 3 kap. en 1 eerste luit.
Gedurende het algeloopeu jaar werdeo eervol ont
slagen, op verzoek enz. 11 officieren; gepeuéioneerd
werden 2 luit.-gen. en 3 gen. maj.; van den prov.
staf 2 luit.-kol. en 1 maj.; van den plaatselijkeu
staf 3 kolonels, 1 luit.-kol. en 3 kap. Vau de
militaire administratie 2 onder-intendanten; 1 kap.
hosp. dir.; van den geneesk. dienst 4 off. v. gez.
van de infanterie 4 kolonels, 1 luit.-kol. 1 maj.,
9 kap. en een eerste lult.; van de cavalerie 1 luit,
kol. en 2 ritmeesters. Vau de artillerie 1 kol.,
2 luit.-kol. (waarvan 1 sedert overleden), 4 maj.
8 kapiteius. Van de genie 1 luit.-kolODel eu 2
kapiteins. Van de kod. marechaussée 1 uiaj. Eeu
en ander gepaard met toekenning van hoogere
rangen.
Overleden ziju: 15 hoofd- en verdere officieren
Naar wij vernemen, i3 door het Fischerei Verein
te Berlijn onze landgenoot de heer Franyots P.
L. Pollen tot gevolmachtigde voor Nederland be
noemd, voor de te houden tentoonstelling van
T MM MER SS
het Gouvernement der Nationale Verdediging.
Vervolg).
'Ziet, de beleediging die den heer Benedetti aan
gaat bestond alleen hierin. De KoniDg van Pruisen
bevond zich op de badplaats Ems, ziekelijk, op
gewonden, geheel beziggehouden door de groote
gebeurtenis van het oogenblik. Hij baadde zich
op zekereu morgen, in gezelschap van zijn zoon,
toen de heer Benedetti, niet tevreden met de
eischen aan het Pruisische gouvernement ken
baar gemaakt, en reeds van de hand gewezen,
zijn aanzoeken kwam herhalen bij den Koning,
op een zeer ODgelegen oogenblik. De Koning had
hem zonder hardheid, maar op stelligen toon,
gezegd, dat hij niets aan de antwoorden zijner
ministers kon toevoegen eD had hem overigens
verlaten zonder den schijn van onbeleefdheid op
zich te ladeD. Er moet worden bijgevoegd dat
gansch Doitsobland ongeduldig was om te weten
wat er omging en de heer von Bismarck daarom
's KoniDgs antwoord per telegraaf had bekend
gemaakt. Dit is de grove beleediging, waarom
men ons den oorlog vroeg en waarom men eeu
ware triomf, die van Pruisen voor Europa te
hebben doen wijken, deed plaats maken voor de
afschuwelijkste rampen.
ZoolaDg ik leef zal ik mij dien verschrikke-
lijken dag herinneren. Het Wetgevend Lichaam
was vau des morgeus af bijeen en meu kwam
ods de oorlogsverklaring voorlezen gegrond op de
motieven, die ik u heb ontvouwd. Ik was ver-
slagèü en de kamer met mij. Men zag elkaoder
met een soort van verbazing aan. De voornaam
ste leden der linkerzijde schaarden zich om mij
heen en vroegen mij wat er gedaan moest wor
den. IJit vrees van de ongunstige gezindheid' der
meerderheid ten aanzien vau de liukerzijde,vuégde
ik mijn collega's toe: „Bemoei er u niet mede
en laat mij begaau." lk zag een onweder
boven ons hoofd dreigen; maar ik zou den blik
sem getrotseerd hebben, met de zekerheid ver
pletterd te norden, liever dan lijdelijk tegen
woordig te zijn bij het plegen vau de fout die
men gmg begaan, lk stond driftig op; ik verhief
mij, om zoo te zeggeu, en nam vau mijn plaats
het woord. Een heftig geschreeuw deed zich da
delijk hooren. Vijftig voorvechters toonden mij
de gebalde vuisten, scholden mij, zeiden dat ik
mij onteerde, dat ik in ij u grijze haren bezoedelde.
Ik week niet. Van mijn zitplaats liep ik naai
de tribune, vanwaar ik slechts eenige afgebroken
woorden kon doen verstaan. Overtuigd dat men
ons bedroog, dat bet niet mogelijk was dat de
koning vau Pruisen, doordrongen van den ern-
siigeu toestand, ua op de hoofdzaak te zijn ge-
wekeD, ous een beleediging had willen aandoen,
vroeg ik de overlegging van de stukken waarop
men zich beriep om zich beleedigd te noemen.
Ik was er zeker van dat, als wij 24 uren won
nen, alles opgehelderd en de vrede gered zou
zijn. Men wilde niets hooren, niets toestaau, dan
alleen het bijeenroepeu eener commissie, iu
welker vergadering van eenige oogenblikken niets
werd opgehelderd. De zitting werd hervaten mètde
zittiug, ook het tumult. Ik werd van alle zijden
beleedigd en de afgevaardigden van de centruns,
die iu de vorige dagen zoo vreedzaam waren,
stemden nu, meegesleept, onder den indruk van
het oogenblik, verschooning vrageDde voor hun
zwakte vdn gisteren door hun heftigheid van heden,
voof dien oorlog, die ongetwijfeld de ongelukkig
ste is, welken Frankrijk in zijn langdurig en
woelig bestaan heeft ondernomen.
Toen de zitting geëindigd was keerde ik, met
mijn vrienden, in mijn wooing terug, ontstemd
en overtuigd, dat wij da grootste ongelukken
tegemoet giugeD. Miju buis werd bedreigd, dat
arme huis dat iu deze crisis moest vallen, en ik
zelf werd in de rue de Lafayette uitgejouwd door
eenige beschonken soldalen, die uit eeu open rij
tuig de voorbijgangers uitscholden, terwijl zij
zich Daar het station begaven. De regeering deed
onrecht, om, onder die omstandigheden, ten einde
het land luchtkasteelen te doen bouwen, veel
militairen door Parijs te laten trekken, hun
reisgeld uit te keeren en hen zóó te vertooDen,
geheel afgemat door de warmte en door drank
gebruik, als een schouwspel vau indiscipline dat
een zwakke voorspelling der overwinning kon
heeten. De illusie was dan ook, helaas I niet van
langen duur. Twee of drie dagen na de oorlogs
verklaring was het Wetgevend Lichaam, dat den
tijd had gehad om na te dénkeD, treurig, neer
slachtig, innerlijk overtuigd dat men een groote
fout had begaau, zich reeds zoekende te veront
schuldigen voor de overijliog, waarmede men was
le werk gegaaD, zooder dat mèn tooh de rampen
kon voorzien, die ons wachtteü.
Wordt vervolgd).