FEUILLETON.
R.
Woensdag
18 December.
N°. 3946.
A°. 1872.
te.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 8 maandenƒ8.00.
Franco per portn 8.85.
Afzonderlijke Nommer»8 0.05.
Deze Courant wordt dagelijkspt uitzondering van
Zon- en Feestdagentgegeven.
PRIJS DER advkrtkntikn.
Voor Meren regelƒ0.15.
Grootere letten n»»r de plutsrniinte die lij balun.
LEIDEII, 17 December.
In de gisteren gehouden avondzitting der Tweede
Kamer, hebben, nadat de Minister van Justitie
de rechtskundige bedenkingen tegen het consulair
traclaat met Spanje had beantwoord, de heeren
Heemskerk, Kappeyne en van Zuylen hunoe be
zwaren volgehouden, waarbij zich de beer van
Loon gedeeltelijk aaDsloot, terwijl de heer Jolles
de aannemelijkheid nader betoogde. De Ministers
van Buitenlandsche Zaken en Justitie hebben nog
kortelijk gedupliceerd, waarna ten slotte het
tractaat is aangenomen met 36 tegen 29 stemmen.
Heden te 11 uren zal de discussie over de be-
j^grooting van Financiën worden voortgezet.
Gisteravond werd in den schouwburg het laatst
uitgegeven stuk van Victorien Sardou, Rabagas en
de Commune, ten tooneele gebracht, door het too-
neelgezelschap van den heer J. C. Valois, van
welk tooneelstuk de vertaling is toevertrouwd
aan den heer A. Wijnstok, die zich wanneer
wij eenige germanismen en gallicismen over het
hoofd zien vrij goed van die taak heeft ge
kweten.
Een ongenoemde schrijft in de laatste afleve
ring van het Tooneelverbond, dat Sardou op weg is
om zijn hoog geprezen naam te grabbelen te
werpen, door een Rabagas te schrijven, door de
gastvrijheid van de Tuileriën te beschimpen en een
karaktervol man, Léon Gambetta, in een komisch
en bespottelijk daglicht te stelleD, heigeen even
wel in Frankrijk niet is gelukt daar elke voor
stelling door groote afkeuring werd bejegend.
Wat ons betreft zien wij niet in dat Sardou
met dit tooneelwerk zijn grooten naam sehaüde
aandoet. Het. tooneelspel is zeer verdienstelijk ge
schreven en behoeft niet onder te doen voor zijn
vroegere wei ken. Dat de inhoud van Rabagas die
men ten onrechte wit doen doo.H««- -i- a»...-
betta, doelt op de gebeurtenissen né den laatsten
Frarisch-Duitschen oorlog, zal ieder toeschouwer
begrepen hebben; maar om in den karakterloo-
zen Rabagas en zijn beode, een man van zulk een
standvastig karakter en van zoo loyale inborst
te zien als Gambetta en naast hem de republi-
keinsche partij in Frankrijk, verraadt zeer
weinig doorzicht eD kennis van toestanden, die
elkeen nog zoo fiisch in 't geheugen moeten lig
gen. Veeleer wordtin Rabagas de Commune bespot
telijk gemaakt en het volk krijgt er een les iD,
hoe verkeerd het is altijd de daden van een re-
geeriDg te gispen en steeds over goede daden,
zoowel als over zwakheden, een gouvernement
te veroordeelen.
Dat in dit tooneelspel ook een paar verliefde
I partijen voorkomen spreekt van zelf hoe zou
t' 't anders couiedie zijn? doch deze zijn zoo
gekozen dat zij de bedoeling van het stuk meer
verduidelijken dan belemmeren. De uitvoering
was ontegenzeggelijk goed; jammer dat sommigen
bij den aanvang der voorstelling hun spotlust
tegen een der acteurs zonder reden botvierden;
dat is niet alleen onaangenaam voor den man
dien het aangaat, maar het is ook hinderlijk voor
het publiek.
Allereerst brengen wij onze hulde aan Mevr.
Valois-Sablairolles, die in een genre, dat 't hare
niet is, dat van Grande Coquette, meesterlijk hare
rol vervolde, vooral in het 3de bedrijf waar zij
Rabagas zocht te overwinnen; dit 3de bedrijf was
evenwel niet het eenig verdienstelijke in haar
spel, want zonder de minste overdrijving speelde
zij haar rol als Miss Blount, door het geheele
stuk.
Mw. Haspels Valois was als Prinses Gabrielle
allerliefst; kinderlijk beminde zij ondanks een
verbod en toch had zij haar vader innig lief; er
was zoo iets behagelijks in haar spel dat ieder
boeide en waardoor zij niet ten onrechte de goed
keuring van het publiek verwierf.
Dat de heer Rosier Faassen als Rabagas, als
de eerste persoon in 't stuk niet alleen, maar
ook als een der besten het eerst moet vermeld
worden, zal ieder die hem zag met ons instem
men; alleen betreuren wij het dat ook hij het
portret van Gambetta zóo had nagebootst dat het
voor niemand moeilijk te raden was wie hij
wilde voorstellen. Zooals altijd meesterlijk in zijn
opvatting, muntte de Heer Faassen nochtans ook
hier uit door zijn creatie; elke beweging was
gepast, elke geestigheid in beschaafden toon terug
gegeven en wij betwijfelen het zeer of een onzer
Hollandsche acteurs het hem zou kunnen verbete
ren. De verdienstelijke acteur werd dan ook bij her
haling met bijval begroet. De beer Spoor gaf ons,
als Prins van Monaco, een zachtmoedig karakter
te zien; hij hield dat karakter even bedaard als
voorzichtig, tot het einde goed vol, en wist alle
gevoelige schokken, altijd io zijn rol, door liefde
en lankmoedigheid te overwinnen.
De heer Haspels speelde als André van Mora
zooals wij dat van hem gewoon zijn, welbegre-
you Ou ju,.., - T».„.
Carle, deed zijn best en wij hebben het wel
minder vau hem gezien. Tegen dien acteur
schijnen sommigen een grief te hebben en waarom?
Alle acteurs kunnen toch geen eerste talenten
zijn en indien dit wèl het geval ware wie zou
dan moeten optreden in accessoirerollen Door
afkeuring ontmoedigt men den acteur, en ofschoon
wij ook erkennen dat de heer Pietersen Diet
onder de verdieDStelijksten kan genoemd worden
blijven wij toch elke manifestatie ten zijnen na-
neele misprijzen.^
De overige vertooners werkten allen goed mede
tot het welgelukken der voorstelling en het doet
ons genoegen met dit stuk van Sardou kennis
gemaakt te hebben; de Schouwburg was, zooals
wij verwachtten, goed bezet en onpartijdig gaf
iedereen zijn goedkeuring te kennen.
Bij de heden gehouden verkooping van Cokes
op het Raadhuis alhier van partijen van 10, 50
en 100 hectoliters waren de hoogste inschrijvin
gen I 4.70, f '23 en f 45 en de laagste f 4.50,
f 22,50 en f 45.
I onzen Frankforter correspondent oDtvan-
gerij het volgend bericht
Levita, die door het Comité uit de alhier
aaezige houders van lladridsche loten naar
Spe was afgevaardigd, is teruggekomen en
hei verslag omtrent zijne zeDding uitgebracht.
Dierslag is in zoover gunstig dat het hem ge-
1 uUs, den Gemeenteraad van Madrid, waarin
on^s een aantal nieuwe leden zijn benoemd,
te srtuigen van het recht en de billijkheid der
eisen van het Comité, terwijl hij spoedig is ge-
skid io de wederlegging van daartegen aange-
v>ele bedenkingen. Ten gevolge daarvan zou
di laad binDen kort de achterstallige renten en
gtakken premiën doen uitbetalen. De stad bezit
datoe de noodige middelen, naardien het Ste-
élik Bestuur opnieuw machtiging heeft ver-
Pejen tot het heffen van zekere belastingen,
laa-toe het gedurende twee jaren geene ver-
gniiDg kon bekomen. De over die twee jaren
aDjegane vlottende schuld zou vermoedelijk door
ene nieuwe leening worden gedekt. Daartoe zijn
tj het stedelijk Bestuur reeds verschillende aan
tecingen gedaan; doch het heeft gemeenddaar-
v.n geen gebruik te moeten makeD, voordat in
d Cortes het wets-ontwerp zal zijn aaDgenomeD
kathtens hetwelk verschillende gronden, over
vtier eigendom de Gemeenteraad met den Staat
ir conflict ligt, definitief aan de stad in eigendom
zillen zijn toegewezen. De waarde dezer gronden
bidraagt meer dan de leening van 1868. Voor het
gtval dat de Gemeenteraad aan zijne gedane be
1 often niet voldeed, heeft Dr. Levita maatregelen
genomen, om te Madrid de zaak voor den rech
ter te brengen en de tusschenkomst van de di
plomatieke vertegenwoordigers van verschillende
Staten te doen inroepen. (N.
algemeenen maatregel van inwendig bestuur, be
doeld bij art. S5 der wet houdende voorziening
tegen besmettelijke ziekten, voor te bereiden.
Reeds heeft die commissie zich deo 13deo dezer
geconstitueerd en een aanvang gemaakt met
hare werkzaamheden. Bij bedoelden algemeeneD
maatregel van inwendig bestuur moet alles ge
regeld worden wat betrekking heeft op het ont-
smetteo, het vernietigen van sommige voorwer
pen enz. De commissie is samengesteld uit de
heeren: Dr. J. W. Gunning, Dr. A. C. Oudeman,
Dr. D. Lubach, Dr. G. van Overbeek de Meijer,
Dr. I. Teixeira de Mattos en Mr. D. LéoD.
Het voorloopig bestuur
der Ned. Vereeniging
voldaan aan de taak, die het in de op 20 November
te Rotterdam gehouden vergadering heelt op zich
genomen. Een concept-reglement voor de Vereeni
ging, ten einde wettelijke bepalingen tegen open
bare dronkenschap te verkrijgen, is samengesteld
en medegedeeld in de Nederl. Huisvriend van 14
December. Dat ontwerp zal behandeld worden in
eene den 21sten December a. s., 's namiddags te
een uur, in het gebouw voor Kunsten eu Weten
schappen te Utrecht te houden vergadering.
Het bericht van onzen Haagschen correspondent,
in ons vorig nummer medegedeeld, als zou de
Staatscommissie voor het muntstelsel met haar
verslag gereed zijn en tot het invoeren van den
gouden standaard hebben geadviseerd, is onjuist,
(IV. R. Cl.)
De Minister van Oorlog heeft, uit aanmerking
van de duurte van het zool- en ander leder, be
paald Hat bij de legercorpsen, te beginnen met
Januari e. k., het tarief voor schoenreparatie,
dat bereids in Februari jl. met 6 pCt. is verhoogd,
met 4 pCt. zal worden vermeerderd.
Z. M. heeft benoemd tot raadsheer in het pro
vinciaal gerechtshof in Gelderland, Mr. D. J. Mom
Visch, thans rechter in de arrondissements-recht-
bank te Arnhem.
BINNENLAND.
De gewone audiëntie van den Minister van
Financiën en die van den Minister van Koloniën
zullen op Donderdag 19 dezer niet plaats hebben.
Door den Minister van Binnenlandsche Zaken
is dezer dagen eeDe commissie benoemd, om den
Alkmaar, 15 December. Den 8steo October
1873 zal Alkmaar het derde eeuwfeest vieren
van zijn heugelijk ontzet. De algemeene com
missie, met de leiding der feestviering belast,
hoopt op dien dag op de plek, waar men streed
en overwon, een beeld te doen oDthulleD, dat ge
tuigenis geeft van de hooge waardeering van dit
feit door het tegenwoordige geslacht, en zijne be-
teekenis ook bij het nageslacht in dankbare her
innering zal doen blijven. De commissie vraagt
van allen, die met dankbaarheid terugzieo op
oen waaKeren strijd onzer voorouders legen
vreemde dwingelandij, voor de oprichting van dit
nationaal gedeokteeken te Alkmaar eene bijdrage.
De kosten van het beeld met voetstuk bd fuDdee-
ring zijn begroot op f 10,000 a f 12,000.
Zandvoort, 16 December. Het bezoek aan
deze badplaats is in dit jaar drukker geweest
dan in andere jaren, zoo zells, dat er in Juli en
Augustus te gelijkertijd nageDOeg 600 logeergasteu
waren. Ook het dagelijksch bezoek was veel leven
diger dan gewoonlijk. Als reden daarvoor mag
niet alleen het fraaie zomerweder gelden, maar
moet ook genoemd worden de verbeterde gemeen
schap met Amsterdam en Haarlem, door het
plaatsen eener halt van den Hollandsche IJzeren
spoorweg aan de Zandvoortsche laan en de wagen-
dienst van den heer H. Driehuizen alhier tusschen
Zandvoort en de halt. Het aautal der baden, die
gedurende het seizoen van Juni tot het laatst van
October zijn gebruikt, bedraagt: buitenbaden
10,519, binnenbaden en douches 1088.
Den Daag, 16 December. EeD afzonderlijk
Politieblad, heden uitgekomen, behelst het vol
gende
„In den nacht van 13 op 14 December jl. is te
EN
het Gouvernement der Nationale Verdediging.
Vervolg).
De geheele wereld vroeg zich op dat oogenblik
af, waarom generaal Prim de zoo gemakkelijke
keuze van den hertog de Montpensier ongebruikt
liet en het ware motief daarvan was het tegen
streven door het hoofd der keizerlijke dynastie te
Parijs uitgesproken.
Alzoo hebben wij Diet alleen aan het Huis-
Bonaparte een noodlottigen oorlog te danken,
maar wij zijn het ook de beweegreden voor dien
oorlog verschuldigd, want door, om een belaDg
der dynastie, de candidatuur-Montpensier tegen-
te werken, deed het zonder deD minsten twijfel
de candidatuur-Hohenzollern in het leven roepen.
De vader van den jeugdigen vorst, die een
oogenblik voor den Spaanschen troon bestemd was,
wendde zich tot zijn natuurlijk opperhoofd, tot
den koning van Pruisen, die, tengevolge van de
voor hem zoo gelukkige gebeurtenissen, keizer van
Duitschlaud werd, en vroeg hem raad in de aan
bieding der'Spaansche kroon; waarop de koning
van Pruisen een vrij onbeteekenend antwoord gaf,
door hem de vrijheid te laten om aan te nemen
of te weigeren, zonder hem Docbtans voor de ge
volgen van zijn besluit te waarborgen.
Dit bericht verspreidde zich als een donderslag,
die weldra zijn echo door de geheele wereld deed
weerklinken Het hof der Tuileriën was er tegelijk
door verslagen en in opstand.
„Zietdaar, riepen de vleiers, die aangewezen,
die begeerde gelegenheid om Sadowa te wrekeD.
Pruisen heeft ongelijk en Frankrijk kan dus, ge
heel op zichzelf, vuur vatten voor een zoo gewich
tig, zoo nationaal belang."
Die heeren vroegen zich niet af of men gereed
was, of de gelegenheid, om Sadowa te herstellen,
zoo goed was als zij veronderstelden, of er geen
zekerder, geen minder gevaarlijk middel wasoui
Sadowa te wrekeD, door PruiseD bijv. voor het
oog van geheel Europa te doen buigen, wat zeer
zeker even schitterend en minder rampvol zou
zijn geweest. Maar even stellig besloten, alsof
zij er toe gereed was, dacht de regeering er slechts
aan Pruisen te doen wijken, met de degen in de
hand.
Zij debuteerde in een niet te qualificeeren han
deling. Zij sommeerde Pruisen dadelijk af te zien
van de candidatuur-Hobeuzollem, bijna zonder
voorafgaande opheldering, juist zooals men zijn
handschoen toewerpt aan iemand uiet wien uien
wil duelleeren. Niets was dwazer dan zulk een
handelwijze, zelfs al ware men zoo goed voorbe
reid geweest als men het nu niet was. En wan
neer men dan ook den tegenstander in alles on
gelijk gaf, had men zich van verkeerdheden in deD
vorm niet moeten vrijpleiten!
Het gevolg was wonderbaarlijk. Ik kwam in
de Katner. De zitting was aangevangen. Toen ik
binnenkwam, naderde mij iedereen ODder den
uitroep: „Welnu, weet ge wat er omgaat?"
„Wat dan?" „De oorlog." „Ja de oorlog,"
herhaalden allen die mij omringden in koor. Ik
kon mijn oogen en ooren niet gelooven, want
nog een paar uren te voren was de vrede de
staat van zaken, zeker en onwankelbaar, voor
Frankrijk en de geheele wereld.
Men verhaalde mij het incident en ik was even
verwonderd als ontsteld, daar ik in den oorlog,
bij den toestand waarin wij de Mexicaansche
expeditie hadden gelaten, een wissen ondergang
voorzag.
De heer Ollivier kwam op mij af; met ieder
een opgewonden, was hij tegenover mij tooh
eenigszins beklemd. Hij kende inderdaad mijn
meaning over den algemeenen toestand; bij was
er wel zeker van dat ik de daad van krankzin
nigheid, die men begaan had, zou gispen. Hij
voegde mij als verontschuldiging toe dut tnen een
dergelijke onderneming van Pruisen, achter onzen
rug, niet kou gedoogen. Hij had zich echter moe
ten herinneren wat hij een jaar te voren had ge
zegd om ons de zoo snel toegenomen grootheid
van Pruisen te kunnen doen verdragen. Ik dacht
er niet over verwijten te doen hooren, want niet
wetende in hoeverre er onvoorziene dingen waren
gebeur en tegen de candidatuur-Hohenzollern
gekant, zeide ik hem dat men in die candi-
datuur Diet moest toestemuien, maar dat er een
middel was om haar te verijdelen, terwijl ik den
maatregel, dien men had genomen, onzinnig
noemde.
„Alles kaD nog hersteldworden," zeide ik,
„zoo men dat wil. Pruisen heeft zich op een
verkeerd standpunt geplaatst en het zal dat stand
punt niet volhouden tegenover het geheele onte
vreden en gestrenge Europa. Immers, twee mo
gendheden, die hier van zeer veel invloed zijo,
en die beiden vurig den vrede verlangen, Enge
land en Rusland, zouden dan tusschenbeide tre
den om Pruisen te dwingen van zijn voornemen
terug te komen."
Wordt vervolgd).