de navolgende contr. der dir. belast., in- en uitg. rechten en acc., als: J. J. F. H. Geelen, van Venlo Daar MaastrichtE. ~W. Verschooff, van Almelo naar GroningenH. P. van der Tak, van Pur- merend naar Alkmaar; P. J. A. Clavereau, van Sittard naar Venlo; opgedragen de waarneming van de contröle van dir. bel., in- en uitg. rech ten en acc. te Coevorden, aan J. van der Burch, adj.-contr. dier middelen te Groningente Sittard aan A. P. R. van Beusekom, adj.-contr. dier mid delen te Rotterdam; verplaatst de navolgende adj.-controleurs dier middelen als M. Schuylen- burg, van Maastricht naar Rotterdam (om werk zaam te zijn ter contr. der in- en uitg. rechten en acc. aldaar) M. A. Bringenberg van Dordrecht naar Schiedam, en J. H. van der Heyden van Nijmegen naar Amsterdam (om werkzaam te zijn ter contr. der in- en uitg. rechten en accijnzen aldaar); benoemdtot adj.-contr. der dir. bel., in- en uitg. rechten en acc., als: te Nijmegen (1ste afd.) D. G. Craus, thans surnumerair bij de adui. derzelfde middelen, werkzaam in de inspectie der dir. bel., in- en uitg. rechten en acc. te Rotter dam te Dordrecht, N. Gliuderman, thans surnu merair bij de admin. derzelfde middelen, werk zaam in de inspectie der dir. bel., in- en uitg. recluen en acc. te Rotterdam; te Maastricht, T. C. Knottenbelt, thans surnumerair bij de aduiiu. derzell'de middelen, werkzaam in de inspectie der dir. bel., in- eu uitg. rechten en acc. te Eind hoven te Groningen, J. H. Luttenberg, surn. bij de adm. derz. middelen, werkz. in de inspectie der dir. bel., in- en uitg. rechten en acc. te Eind hoven. BINNENLAND. Amsterdam, 2 December. Burgemeester en Wethouders hebben den gemeenteraad eenige namen voorgesteld tot benaming van nieuwe stra ten en kaden. Zoo geven zij in overweging om de straat tusschen de Sarphatistraat en Andrieszkade, naar den bekende wijsgeer Spinoza, den naam te geven van Spinozastraat. Onder de voorgestelde namen komen nog voor de Jacob van Campen- straat, de Daniel Stalpertsstraat (naar de bouw meesters van het Koninklijk paleis), de Rembrand- straat, de Gerard Doustraat, de van der Helts- straat, de Ferdinand Bolstraat, de van Ruysdael- kade (uaar de bekende kunstenaars van die namen). Burgem. en Wethouders stellen den naam van Pieter Corneliszoon Hooftsstraat voor ten behoeve der straat, die zal leiden naar het Vondelspark en het Vondelsbeeld, en den naam van Huijgensstraat voor de straat, verbindende de Vondelstraat met den Overtoom. Voorts zijn nog voorgesteld de namen van Marnixstraat en Marnixkade. Naar men verneemt heeft Amsterdam een waren triomf behaald op de Exposition Universelle d'Economie domestique, die te Parijs in het Palais de l'Industrie van Juni tot 2 December is gehoudeD. De Maatschappij voor den Werkenden Stand behaalde het groote eerediploma, de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst de gouden en de heer J. H. Leliman de groote zilveren eerepen ning, de eerste als waardeering voor haar streven, de tweede voor de tentoonstelling van een com pleet exemplaar harer boek- en plaatwerken, en onze stadgenoot voor zijne ontwerpen van arbei derswoningen, in het bijzonder voor de vereeni- ging Salerno, ontworpen of gebouwd. Jhr. J. W. Ploos van Amstel, onze consul- generaal voor Australië enz., is, door de Royal Geographical Society te Londen, op voordracht van den voorzitter sir Henry Rawliuson, tot medelid benoemd. Haarlem, 2 December. Gisteravond tegen 9 uren is de kleerenbleekerij, genaamd Nieuw Kraan tjelek, staande aan den Scbalkwijkerweg, het laatste huis der gemeente Haarlem, bijna geheel afgebrand. Gelukkig dat het perceel niet door andere ge bouwen belend was, anders waren deze voorzeker niet aan het gevaar ontsnapt. De brand was in korten tijd zoo hevig, dat het de ter hulp gesnelde brandweer slechts kon gelukken een zeer klein gedeelte van het perceel te redden. De inboedel en verscheidene wasschen waren voor 6000 en de woning was voor f 4000 verzeketd. De oorzaak is onbekend. Den Haag, 2 December. Welke ongelukkige gevolgen familietwisten kunnen hebben, bleek heden ter terechtzitting van de Arrondissements- Rechtbank alhier. Twee smeden Z. en H., wier vrouwen zusters zijn, maakten in den avond van den 12den October jl. waarschijnlijk voor goed een einde aan de voortdurende oneenigheden, die dikwijls tusschen de vrouwen plaats hadden maar wij betreuren de wijze waarop dit ge schiedde. In den bewusten avond begaf H. zich van zijn werk huiswaarts en werd in het Westeinde door zijn zwager Z. aangesproken over het geschil, dat ook dien dag weder tusschen hunne vrouwen was ontstaan. Dit aanspreken liep zoo hoog, dat er weldra klappen werden uitgedeeld en H. zich met een bij zich hebbend ijzeren voorwerp verdedigde eu zijn zwager en diens vrouw verwondingen toebracht. Daarop werd Z. zoo woedend, dat hij zijn knipmes voor den dag haalde en H. vreeselijk aan het hoofd verwondde, hetgeen zeer veel bloedverlies ten gevolge had. Gedurende twaalf dagen werd H. in het gasthuis verpleegd en was toen wat de wond betreft hersteld, maar met het oog op de ontstane koortsen achtte de dokter het wenschelijk den patient nog eenige dagen in het gasthuis te hou den, doch vond hem wel in staat zijn gewoon werk te verrichten. Intusschen verliet H. het gasthuis. Eenige dagen la'er schijnt de koorts te zijn teruggekomen en werd de hulp van den ge neesheer van den verwonde ingeroepen, die een middel tegen de koorts voorschreef, maar ook deze was van oordeel, dat H. in staat was te werken. Evenwel werkte hij tot heden nog niet, voorge vende daartoe te zwak te zijn. Z. stond thans voor de rechtbank terecht, beklaagd van moed willige verwonding, waardoor ziekte en beletsel om te werken van meer dan twintig dagen is ontstaan. Bekl. erkende de verwonding met zijn mes te hebben toegebracht, maar deed het voor- i komen alsof zijn zwager hem het eerst had ge slagen. Met het oog op de verklaringen van de geneesheeren requireerde de substituut-officier van Justitie Jhr. Mr. de Jonge schuldigverklaring aan moedwillige verwonding waaruit geen ziekte of beletsel om te werken van meer dan twintig da gen is ontstaan en veroordeeling van bekl, tot eenzame opsluiting voor den tijd van drie maan den en boete van (8. Z.E.d. riep het medelijden van de rechtbank voor bekl. in, daar dezen eenige dagen nu bet gebeurde op de fabriek waar hij werkzaam was, een ongeluk overkwam, waar door hij twee vingers van de rechterhand verloor en dus buiteu staat is zich en de zijnen te on derhouden. Heden over acht dagen zal de rechtbank uitspraak doen. Botterdam, 2 December. Hedenavond werd in de zaal van het Nut eene algemeene vergadering gehouden van deelhebbers in de Rolterdamsche Bank, tot behandeling van een voorstel tot wijzi ging van de statuten, waartoe eene nieuwe redactie van 24 artikelen werd voorgesteld. De vergadering heeft den president-directeur en den president-commissaris gemachtigd om de gewijzigdestatutenaan degoedkeuring des Konings te onderwerpen, de vereischte notarieele acte te passeeren en de wijzigingen van ondergeschikt belang aan te brengen die noodig mochten blijken. De heer Cohen Stuart, predikant bij de Remonstr. gemeente alhier, heeft tegen Augustus 1873 eervol ontslag gevraagd en verkregen. nigheid niet dacht, waarvan zij geene voorstelling had de smart van een man, die zich eene illusie gemaakt had van eene toekomst, die hij hoopte. Hij was een man op rijpen leeftijd, hij bezat niets tot steun om vol zelfvertrouwen een strijd te kunnen aanvaarden met jeugd en schoon heid, als die strijd een meisjeshart gold. Hij had den strijd opgegeven en wilde daarom het een zame buitenleven zoeken en hij trok zich de zaak zoo aan, als het onnadenkende bakvischje, zooals haar vader haar eens genoemd had, niet beseffen kon en zij verweet zich hare kleine intriges, daar zij haar vader innig liefhad. En wat het ergste was hoe zou zij het weer goedmaken? Zij zag er geen middel toe. Zij kon haren vader toch nu niet bekennen, dat zij over dreven, verzonnen had, om hem te straffen, om hem een weinig jaloersch te maken, om Johanna, die haar ook bedrogen en daarvoor straf verdiend bad, bij hem een weinig zwart te maken dat ging niet, daarmee zou zij tevens bekend hebben, dat zij vaders verhouding tot hare oudere vriendin doorzien had en met de voorbarigheid, die haar vader zoo dikwijls in haar berispte, zich daarin hebben willen mengen. Zij kon toch niet tot hem zeggen: Vader, ik zie, hoe zeer het u aan't hart gaat, ik zie, hoe zeer gij Johanna bemint.... neen, neen, dat kon zij niet over hare lippen brengen, en daarom sloeg zij de handen ineen en sprak ontroerd: „O mijn GodI wat heb ik mijn armen papa gedaan 1" Zij schreide bitter. Toen kwam de flauwe hoop bij haar op, dat haar vader 's morgens naar Johanna zou gaan om zich aan haar te verklaren, dan zou haar plagerij wel aan den dag gekomen zijn en zij eene flinke berisping hebben opgeloopen, maar dat had zij er gaarne voor over; vader was toch zoo goed, zoo toegevend voor zijn verwend eenig kind.Maar hij bleef thuis tot halftwaalf en liet toen het rijtuig voorkomen een uur later waren vader en doch ter op het landgoed. Wordt vervolgd). In tegenspraak met den heer van Meukeren verklaart de heer Berger in de N. R. Cl. dat de onderkant der brug te Gennep 2,97 meters te laag is, en dat daardoor zijne stoombooten en schepen reeds van 21 November af voor die brug liggen, zonder uitzicht spoedig te kunnen doorvaren. Strijen, 29 November. De heeren .1. Kleinjan en S. Herwijer, groote grondeigenaars alhier, hebben deze week eene vergadering belegd van de hier wonende kiezers voor de Tweede Kamer en Provinciale Staten. Aanleiding daartoe was de vervulling op 4 December a. s. der vacature in de Provinciale Staten van Zuid-Holland, ontstaan door het overlijden van wij'en den heer A. Vlielander. 47 Kiezers waren tegenwoordig. De vergadering werd geleid door den heer Nolthenius v. Elsbroek. Als caüdidaat voor de Provinciale Staten werd met nagenoeg algemeene stemmen gesteld de heer Mr. Joan Audel, notaris te Mijnsheerenland. Daarna werd er eene permanente commissie benoemd, om bij vacatures in de Tweede Kamer, Provinciale Staten of Gemeenteraad, de kiezers op te roepen tot bespreking der geschiktste can didates Nadat de twee eerstgenoemde heeren verzocht hadden daarvoor niet in aanmerking te komen, werden tot leden van die commisie be noemd de heeren J. Diepenhorst, A. Lagestee, P. Overwater, A. A. Overwater en A. Th. Winkler. Utrecht, 2 December. Behalve dat ruim 100 vuurmonden op het fort Rhijnauwen geplaatst worden, wordt het fort ook voorzien van het daarbij behoorende materieel, zoo ook worden de andere sterkten van de Ucrechtsche linie met ge schut van de nieuwste vinding, in plaats van de daar nog aanwezige stukken voorzien, en mede van het daarbij behoorende materieel. Bij beschikking van het Ministerie van Oorlog is de 1ste luitenant T. W. J. Buijs van het alge meen depot van discipline overgeplaatst bij het 8ste reg. inf. en ingedeeld bij de 5de compagnie depot, terwijl de 2de luit. D. Chériez van het 8ste reg. bij het algemeen depot van discipline is overgeplaatst. GEMENGD NIEUWS. Volgens het te Londen verschijnende Interna tionaal register van zeerampen, zijn in de maand October niet minder dan 240 zeilvaartuigeo ver gaan, waarvan 115 Engelsche, 21 Noorweegscbe, 18 Hollandsche, 17 Duitsche, 14 Fransche, 4 Ame- rikaansche, 9 Zweedsche, 5 Spaansche, 5 Russi sche; Italië, Chili en Portugal verloren elk drie schepen; België, Guatimala, Salvador, Mexico, Oostenrijk, de Argentijnsche Republiek, Nicara gua, Brazilië en Turkije verloren ieder één vaar tuig. Bovendien werden nog 18 stoomschepen van verschillende nationaliteit in de maand October door de golven vernield. Het dezer dagen ge melde bericht, dat, ten gevolge van hevige wind vlagen, de toren der nog in aanbouw zijnde R. K. kerk te Zeelst zou zijn ingestort, is geheel be zijden de waarheid: kerk noch toren hebben eenig letsel ondervonden. Zondag-avond ge raakte een huzaar, K. genaamd, die zijn meisje te Loosduinen had bezocht, in dusdanige opge wondenheid, dat de agenten het noodig oordeel den hem buiten de kom der gemeente te bren gen. Dit geschiedde echter niet gemakkelijk en toen men hem na veel spartelens er buiten had, en dacht dat hij zijn weg naar de residentie ver volgen zou, had men buiten den waard gerekend en was onze huzaar in volle galop weer het dorp ingerendom opnieuw zijn baldadigheden te hervatten. De agenten wilden hem opnieuw arresteeten, maar nu liet hij zijn krachten gelden en sloeg de agenten als twee koeken tegen elkander, onder dusdanig rumoer, dat ook de burgemeester zich uaar de kampplaats begaf en eenige stevige dorpelingen verzocht de agenten bij te staan, wier krachtige vuisten dan ook da delijk bewezen, dat het beter is met hen te eten dan te vechten. Onze huzaar werd dan ook spoedig in de cachot gesleept om zijn roes uit te slapen en daarna zijn welverdiende straf te ont vangen. Uit Maastricht wordt gemeld, dat de hooge waterstand en de daardoor ontstaande sterke strooming oorzaak waren, dat er Zaterdag avond een droevig ongeluk plaats voüd, hetwelk het naburige dorp Borgharen in rouw dompelt. Negen inwoners van genoemd dorp, in de stad werkzaam, keerden naar hun dorp terug en lie ten zich te dien einde bij het dorp Smeerinans de Maas overzetten. De stroom schijnt den veer man overmeesterd te hebten, waardoor het bootje is omgeslagen, zoodat allen hun graf in de gol ven vonden. Aan het Haringvliet te Rotter dam is gisterochtend een schippersknecht bij het overstappen tusschen zijne schuit en den monitor de Tijger geklemd geraakt. Met een gebroken been is hij er tusschen uit gehaald. Omtrent den te Heerde gepleegdeu moord met diefstal en brandstichting verneemt men nader: In den avond van 28 November jl., omstreeks 5 a 6 uren, werden de buren van zekeren E. B., wonende in de buurtschap Hoorn onder Heerde, korten tijd nadat deze met kar en paard was te huis gekomen, door hem ter hulpe geroepen en bevonden bij hunne komst ten zijnen huize, zijne vrouw op gruwelijke wijze door een tal messteken en sneden vermoord met afgesneden hals in de keuken liggen, de keuken 70l rook en brand in eene bedstede aldaar, welke brand echter door aangebrachte hulp spoedig is ge- bluscht. Gevende E. B. hun te kenneu, dat hem voor eene aanzienlijke waarde aan bankpapi en zilver uit het kabinet was ontstolen, j rechter commissaris en substituut-ofiicier van j stitie, vergezeld van den substituut-griffier, iu d avond van den 29stoo November j.l. ter plaats des onheils aangekomen, zijn Zondag-avond vai daar te Arnhem teruggekeerd. E. B. is, als vermoedelijke dader van den op zijne vrouw pleegden doodslag en van de brandstichting zijne woning, gevankelijk naar het huis van ve zekering te Arnhem overgebracht. Men schijnt vermoeden dat de diefstal gefingeerd is. De ve slagene was van middelbaren leeftijd, en leeld in onmin met haar haar man. BUITENLAND. nat kor 298 1 we tn var jee gee mi: oit ma voe Frankrflk. Iu de zitting der Nationaie Vergadering Zaterdag was aan de orde de interpellatie ve den heer Prax-Paris over de door de leden va een aaDtal gemeentebesturen aan den heer Thier ingediende adressen van adhaesie. Hij betoogt dat die adressen, waaronder er waren ingekleei in den vorm van regelmatige, gemeenteraadi besluiten, in strijd waren met de wet, welke aai de gemeentebesturen verbood zich over politiek aangelegenheden tot de regeering te wenden dat de regeering dit had voorbijgezien door I te laten dat namens den President der Republi diens dank voor de daarin uitgedrukte gevoelei werd uitgedrukt. De spreker voerde aan dat zek in het geval dat er van een vormelijk standpui tegen de ingediende adressen niets ware in A Qv brengen, zij van het standpunt eener goede poli tiek niet konden verdedigd of aangemoedigi worden. Blijkens de organen der radicale ricl ting, waaruit hij artikels voorlas om zijne be wering te staven, werden die adressen opgeva als een bewijs dat de gemeentebesturen part trokken voor den heer Thiers tegen de Nationa' Vergadering, en het leed dus geen twijfel of d dankbetuigingen van wege het hoofd van dei Staat, welke in dit geval niet als eene eenvoudig! formule van beleefdheid waren aan te merken moesten opgevat en geëxploiteerd worden als b< wijzen dat de President zich dit bondgenootscha tegen de vertegenwoordiging des lands liet aaD leunen. De Minister van Binnenlandsche Zaken ant woordde dat hij de verantwoordelijkheid voordi geheele zaak op zich nam. Hij erkende dat som mige gemeentebesturen hunne adhaesie aan dt regeering in strijd met de wet hadden betuig, w in den vorm van een regelmatig besluit, mali deelde tevens mede dat de zoodanige besiuitei vernietigd zouden worden. Tegen die adressen, welke de leden der gemeentebesturen als indi vidu's inzonden, beweerde hij echter dat de re geering, wilde zij de wet naleven, geene maat regelen nemen kon. Hij verwierp voorts met ver ontwaardiging de door den vorigen spreker meer aangeduide dan geuite beschuldiging, als zou de regeering dergelijke betooningen in de hand wer ken of aanmoedigen. De heer Raoul Duval beantwoordde den ministe. Hij herhaalde, onder veelvuldige teekenen va! afkeuring welke zijne toespelingen op het votu van Vrijdag aan de linkerzijde ontlokten, de bi zwaren van den heer Prax Paris en beweerdfl met nadruk dat, zoo dan al niet de regeering zelve, de heer Thiers en de ministers, de bewusle adressen uitlokten, dan toch stellig de vrienden en geestverwanten der regeering zulks deden, ei eindigde met in gemeenschap met twee anderi afgevaardigden de volgende motie van orde vooi te stellen „De Nationale Vergadering: „In aanmerking nemende dat onderscheiden gemeentebesturen de wet hebben overtreden door aan den president der republiek zonder de tus- schenkomst van eene hoogere autoriteit adressen in te zenden van eene onloochenbare politiekel strekking „In aanmerking nemende dat art. 24 der we'l van 18 Juli 1837 en de artt. 23 eu 25 der wi van 5 Mei 1855 aan den minister van binnen landsche zaken de verplichting opleggen om dezi onwettige handeling, waarvan eeuige algemeene raden het voorbeeld hebben gegeven, tegen gaan „Verzoekt den minister van binnenlandschi zaken de wet toe te passen, en gaat over tot dt orde van den dag." Bij de toelichting hield hij vol dat de toezeg ging van den minister, nu eerst, nadat er eeD aantal van adressen was ingekomen, dat de met de wet strijdende besluiten zouden vernietigd worden, niet bewees dat de regeering de wet it dit opzicht streng wenschte te handhaven. Dit zou, volgens den voorsteller, alleen hebben kun nen blijken wanneer inen den betrokken prefect den last gegeven had den eersten gemeenteraad welke de wet overtrad volgens de wet te schor sen en het besluit van schorsing onmiddellijk in het oflicieele dagblad had doen opnemen. Nadat de minister van binnenlandsche zaken, doch te vergeefs, verzocht had dat de motie wijzigd mocht worden in dien ziD, dat het dui delijk bleek dat hij alleen or door getroffen wierd. Dit bei dai 91 0O{ ret 37 de Iai oo ge di n( vc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 2