Donderdag 28 November. s N*. 3929. A». 1872. De Census-vraag. r, ËIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.85. Afzonderlyke Nommersn 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTKNTIEN. Voor lederen regelƒ0.15. Grootere letten naar de plaatsruimte die x\j beslaan. L Een der gewichtigste onderwerpen, die in de laatste weken de pers hier te lande hebben bezig gehouden, is het door de regeering aan de ver- tegeuworrdiging ingezonden wetsontwerp tot wijzi ging der kieswet van 4 Juli 1850 (Stbl. n°. 37). Er is over dit onderwerp reeds zooveel geschre- veu, de openbare meening beeft zich in deze bereids van alle zijden zoozeer geuit, dat het ons moeielijk zal vallen iets nieuws daarover in het midden te brengen. Doch deze overweging mag er ons niet toe leiden ons ontslagen te rekenen van de verplichting tot de mededeeling onzer opinie over een zoo belangrijk vraagstuk als dat der census-hervorming. De zaak is niet nieuw; sints een paar jaren is vau zekere zijde een vrij sterke aandrang uit gegaan om de kieswet te wijzigen. In de Amster- damscbe kiesvereeniging Burgerplicht werd het eerst de leuze: „uitbreiding van het kiesrecht" ver nomen en weldra werd die leuze in ruimeren kring verspreid. De conservatieven maakten er zich meester van en sedert dien tijd voerde men vrij algemeen een gedachtenwisseliug over de al of niet wenschelijkheid van een wijziging der kieswet van 1850. Al dadelijk doet zich hier de vraag voor, of de wensch naar uitbreiding van het kiesrecht alge meen kan worden geuoemd. Die vraag mogen wij, met volkomen gerustheid, ontkeuueud be antwoorden. Van een nationaal verlangen bleek niets. De drang tot die uitbreiding ging steeds uit van eenige partij, niet van het Nederlandsche volk, dat eigenlijk koud eD ongevoelig bleef voor de kieswet-beweging. Geen vereeniging werd met het doel om die beweging te bevorderen opge richt; geen petitiën aan de volksvertegenwoordi ging deden van de wenschen des volks blijken; alleen in de Tweede Kamer verhief zich nu en dan een zwakke stem, die slechts echo naliet op het Binnenhof en in een deel der pers. Niemand heeft dan ook ooit beweerd dat de groote menigte der natie uitbreiding van het kies recht vordert en zij, die dit wèl betoogen, kuunen die stelling niet door het aanhalen van feiten verdedigen. Wèl erkent schier elkeen, dat de kieswet van 1S50 groote leemten bezit; dat de wijze waarop het kiesrecht geregeld is op sommige punten on volmaakt is, zooals alle men3chelijke werken maar niet zoo algemeen wordt de overtuiging gedeeld dat aan velen, die deze misseD, de be voegdheid gegeven moet worden om mede te werken tot de verkiezing der vertegenwoordigers des volks in 's lands raadzaal. Wij althans kunnen die meening niet deelen. Het is nog op verre na niet zoover gekomen dat de rechten, ons bij de Grondwet van 1818 geschon ken, door het volk op den waren prijs worden geschat en dat ook zij, die niet al die rechten verkregeD, zeiven behoefte zouden gevoelen om daarvan ook gebruik te mogen maken. Men zie toch niet voorbij dat wij in 1848 op eenmaal een reuzenschrede zijn vooruitgegaan; wij verkregen toen, zoo niet te veel, althans ge noeg voor geruimeu tijd. Niet vóórdat de zeker heid zal zijn verkregen dat de natie doordrongen is van de beginselen, in onze constitutie neer gelegd, mag, naar onze innigste overtuiging, worden overgegaan tot een uitbreiding van het kiesrecht, aan de natie voor een goed deel ge schonken. Van dèt tijdstip zijn wij echter nog verre ver wijderd. Men lette, om bij het kiesrecht te blijven, alleen op het gemis aan belangstelling, hetwelk door de burgers wordt getoond waar het hun rechtstreeksch belang, het bestuur van de plaats hunner inwoning, den gang der zaken in hun eigen gemeenten geldt; men vrage zich af, of de kiezers in de steden, en op het platteland in nog hoogere mate, geacht kunnen wordeD doordrongen te zijn van het gewicht der hun geschonken be voegdheid, om zelf de mannen te kiezen, die hun belangen moeten voorstaan? De statistiek geeft op die vraag een voor ons ontwikkeld volk be schamend antwoord. Behoudens enkele uitzonderingen blijven de kiezers, als het op 't afvaardigen van vertegen woordigers in de gemeenteraden aankomt, voor misschien de helft te huis. Zoolang bij de gemeen- telyke verkiezingen zulk een lauwheid, zulk een gebrek aan belangstelling blijkt te bestaan, be hoorde men dan ook, om het onafscheidelijk ver band dat er tusschen de verkiezingen voor lands- en stedelijke vertegenwoordiging bestaat, van geen census-verlaging te spreken. Doch partijbelang heeft ook deze zaak beheerscht. Nadat eenige jaren te vergeefs de census-quaestie was aangeroerd en menig verwijt in en buiten de Kamers aan de liberale partij was tegenge worpen, werd de kieswet-hervorming een pierrt d'achoppement op het parlementair strijdveld, en in een onbewaakt oogenblik was de toenmalige Minister van Binnenlandsche Zaken, de heer Fock, zwak genoeg om zich te laten overmeesteren; hij deed een toezegging en van dat oogenblik af kan de zaak worden beschouwd als werkelijk op wetgevend gebied een punt van voortdurende zorg, van onafgebroken overweging te hebben uitgemaakt. LEIDEN, 37 November. Op last van den Minister van Buitenlandsche Zaken is thans, onder toezicht van Mr. E. Zilcken, hoofdambtenaar bij het Departement, uitgegeven een werk, betreffende de Consulaire Rechtsmacht en de bevoegdheid der Consulaire Ambtenaren tot het op maken van Burgerlijke Acten, met Fransche en En- gelsche vertalingen, instructie, formulieren en ver dere bijlagen. Men vindt in deze verzameling de wet van 25 Juli 1871 in de drie talen, alsmede de instruc tion ter uitvoering van die wet, vastgesteld bij Kon. besluiten van 19 Sept. jl.; voorts de wet op het Notarisambt van 1842 en de wet van 1847, houdende vaststelling van het tarief tot bepaling van het honorarium der Notarissen, enz. De for mulieren aan het slot van dit werk, mede in drie talen, en voor eenige ook in het Hoogduitsch voorkomende, zijn 70 in getal, en betreffen aller lei omstandigheden die, bij het steeds toenemend internationaal verkeer, voor de Consuls kunnen worden gebracht. Ook ambtenaren vau het Grootboek hebben een adres tot den Minister van Financiën ge richt, met verzoek om lotsverbetering. De justizrath Carp, eeD der verdedigers in de zaak der beschuldigde Emraerikers, bepaalde zich niet tot het verdedigen van zijne cliënten, Noldus en Knist, maar achtte het noodigde zaak hooger op te vatten en den aard van het April-feest te vermelden. Ziehier wat hij aan heeren gezwore nen en aan zijne landgenooten berichtte. „Koning Philips II van Spanje voerde vóór ineer dan driehonderd jaren over de Nederlanden een streng bewind door „generaal Granvella." De protestanten werden door de inquisitie op de gruwzaamste wijze vervolgd. Willem van Oranje stelde zich aan hunne spits. Na Granvella's terug roeping trad in de plaats van dezen de wreede hertog van Alva, die zijn beulsambt meedoo- genloos vervulde. Egmond, Hoorn en Willem van Oraoje ontfermden zich over hen in 1570. (Egmond en Hoorne werden n. b. in 1568 onthoofd). „Na den moord op Willem van Oranje trad in zijne plaats zijn „broeder" Maurits. Door het ver drag van Utrecht in 1572 vereenigden zich zeven provinciën tot vorming van een Hollandschen vrijstaat en tot geheele afschudding van het Spaansche juk; katholieken zoowel als protes tanten. Ter herinnering aan de toenmalige groote gebeurtenis werd dat feest, als een natio naal feest, thans weder in den veelbewogen tijd gevierd." Zoo de Duitschers aan de Franschen het ver wijt doen dat zij niet te hnis zijn in de aard rijkskunde, de geschiedenis schijnt de sterke zijde niet te wezen van de Daitschers althans niet van den justizrath Carp of den verslaggever. (Arnh. Ct.) De Nimf is gereed; zij is in het atelier van den heer Koelman te zien. Het pleistermodel, dat voor het gieten dienen moet, vertoont het meisje met een los gewaad, waarvan de ronde plooien zich om de lichaamsvormen aansluiten. Als Galathee of Aphrodite staat zij op een groote schelp, die, even als 't gewaad en de zeeplanten die haar sieren, aanduiden van waar ze komt. De rechterarm houdt de vaan omhoogde linkerhand is uitgestrekt naar de Noordzee. Het hoofd is fier en vroolijk opgeheven. De handeling der figuur is goed uitgedrukt, de dra perie en het lichaam bieden van verscheidene kanten schooDe lijnen, en zooveel men nu bere kenen kan, zal de figuur op de beraamde hoogte en plaats zeker een bevallige uitwerking doen. Het beeld zal nu weldra bij den heer Enthoven in brons gegoten worden. (Vad.) De Minister van Binnenlandsohe Zaken brengt ter algemeene kennis, dat in de bedelaarsgestich ten Veenhuizen een genees-heel-en verloskundige zal worden in dienst gesteld voor de dagelijksche behandeling der zieken, verwonden en kraam vrouwen van éen dier gestichten met de daartoe behoorende huisgezinnen, ook van ambtenaren, aan wie daar uitoefening van praktijk buiten die gestichten niet geoorloofd is eene bezoldi ging van I 1200 met vrije woning en tuin zal worden toegekend. Zij, die voor deze betrekking wenschen in aanmerking te komen, moeten zich vóór 15 December e. k. aan het Departement van Binnenlandsche Zaken aanmelden, bij gezegeld adres, met opgave vau naam, voornamen, leeftijd, woonplaats, en met bijvoeging van de acte hunner bevoegdheid en van een bewijs van goed gedrag, afgegeven door het bestuur hunner woonplaats. Gedeputeerde Staten der provincie Znid-Holland hebben bij besluit van 18 dezer aan de Gemeente besturen toegezonden de tabellen A betrekkelijk de statistiek van het lager onderwijs en daarbij eenige voorschriften gegeven omtrent de invulling van die tabellen. De verlangde opgaven betreffen het getal der in elke gemeente gevestigde open bare en bijzondere al of niet uit de gemeentekas gesubsidieerde scholen van lager onderwijshet getal leerlingeD, hun ouderdom enz. De Commissie van rapporteurs van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, voor het wets-ont- werp houdende eene nieuwe rechterlijke inrich ting, heeft, na kennis genomen te hebben van de Memorie van Beantwoording en het gewijzigd ontwerp van wet, door den Minister van Justitie naar aanleiding van het Voorloopig Verslag we gens dit onderwerp ingezonden, een nieuw onder zoek te dezer zake in de afdeelingen der Kamer noodig geoordeeld. De Commissie van rapporteurs is samengesteld uit de heeren, van der Linden, van der Does de Willebois, van Eek, Heemskerk, en Godefroi. o pa kj ra pj w 8- 5 2 5- 8 U- CT P G> P a> D 2. 2 crq crq CO O o 3 3 O P CD C f D m 5. i „I 5- CJQ CO O o 3 3 a o o o. 2 CO CO CO CO CO frÖ 2 O 0 o CO r.' a> 3 co t O, CD 1 9 CD co PT CD g 3 E. q cd 2 ff Cl G co cT D CL CD "I cr P D PT S a u c 5* 2- O 3 cd CD 3 3 CD PT SE ?r 2 2. CD D 3 2. 5' a a era sr W M O C G5 *-> <X> /-s OO to J—1SD u-i co "co "ffb "to "co (Y, o o> {O C O CO c {O p co J-4 CJT "ra O OO GO CS o o 2 o, o cn O) o pi 0 00 o O CO O OS 01 o o co o co «s e o -§ s> to ST 01 B g. 1 i si <5 Cu. ft, 2 O 1 S s P £- f o tr o «oc o O G CO co O «O 'o h-1 ifL. O w co h o "O t—OO "co "tO "kfi. CO O O co Cj CC (XI OO O j>0 cc SD ZO CU o "oo "to "co ""3 O —3 CU —3 O to O VI 03 O H os o o o ói O O O co o co Uit dezen staat blijkt alzoo, dat de Nederland sche Bank op 25 Nov. bij een muntmateriaal van 7112,626,366.89 voor eene som van 775,320,149.42' minder aan bankbiljetten in omloop had dan waar toe zij gerechtigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt f 80,128,059.77 meer bedraagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou wezen. De Minister van Financiën heeft, naar aanlei ding van het dienaangaande te kennen gegeven verlangen, in het Verslag van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, betreffende het VII Hoofd stuk B der Staatsbegrooting voor 1873, aan de Tweede Kamer doen toekomen twee staten van de tractementen der R. Katb. geestelijken in de provinciën Noord-Brabant en Gelderland, met aan wijzing van de mutatiën daarin van 1815 tot 1873. Het Staatsblad n'. 131 bevat het besluit van den 20sten November 1872, betrekkelijk de verzending vaD gelden door middel van postwissels tusschen Nederland en de Vereenigde Staten van Noord- Amerika en zulks met intrekking van het Kon. besluit van 22 Febr. 1869 (Stbl. n'. 28). De gewone audiëntie van den Minister van Binnenlandsche Zaken zal a. s. Zaterdag 30 dezer niet plaats hebben. Met ingang van den 28sten dezer zal het Rijks- telegraafkantoor te Delfshaven open zijnop werk dagen van 9 uren voor- tot 3 uren en van 5 tot 7 uren namiddag; op Zon- en feestdagen van 8 tot 12 uren voormiddag. Z. M. heeft herbenoemd Mr. S. H. De la Sa- blonière als burg. der gem. Kampenbenoemd tot burg. der gem. Doesburg A. C. Th. Gevers Leuven, onder toek. van eerv. ontslag als burg. der gem. Loenen, Loenersloot en Ru wiel; tot burg. der gem. Zuid-Beierland J. Schaddelee; en tot burg. der gem. Numansdorp en Klaaswaal D. Kluifhoofd. Z. M. heeft aan J. Kater Tzn., ing. van den prov. waterstaat van Groningen, vergunning ver leend tot het aannemen en dragen der versierse len van ridder 1ste kl. der Huis- en Verdienste- orde van Oldenburg, hem door den Groothertog van Oldenburg geschonken. Z. M. heeft verleend de navolgende pensioenen aan: A. F. van der Loeff, ontv. der dir. bel. ƒ364; S. G. Heringa, dir. van het postkant, te Utrecht 2103; B. van Riesens of Rijsens, postbode 84; H. G. J. Scheidt Stael van Holstein, comm. 1ste kl. bij 's Rijks bel. 7 400D. A. Hoogland, brie vengaarder f 151; M. J. Scheurleer, comm. 4de kl. bij 's Rijks belastingen f 133; J. F. Langen- bergh, ads. ten postkant, te Breda, f 140; J. A. Nolet, comm. Isle kl. bij 's Rijks bel., 441; J. Versti aeten, comm. 1ste kl. bij 's Rijks bel., 365; W. IJzerdraat, adj.-comm. bij het Dep. van Fin., 7 271; L. Dinnessen, comm. 1ste kl. bij 's Rijks bel., 7 298; G. Vierkant, landm. Isle kl. bij het kad. 7 906; J. P. W. baronesse Van der Borch, wed. van G. C. baron Sloet van Warmelo, in leven ontv. der in- en uitg. rechten en acc. en entreposeur, f 1367; M. W. Maarsman, wed. van J. Keiler, in leven ontv. der reg., f 2598 W. H. Lambrechts, comm. 3de kl. bij 's Rijks bel., 7410; G. Raven, wed. van P. M. Schweig, in leven ontv. der dir. bel. en acc. f 272; A. van Bille- wijk, wed. van H. Welink, in leven comm. 2de kl. bij 's Rijks bel. 221. BINNENLAND. Amsterdam, 26 November. Het Provinciaal Gerechtshof alhier heeft heden, bij een uitvoerig arrest, uitspraak gedaan in de Dinsdag en Woens dag 11. behandelde zaak tegen den 64jarigen Frieschen schipper J. L. Fokke. Het Hof heeft zich vereenigd met de zienswijze van het Open baar Ministerie, dat het bewijs is geleverd: 1°. van deu hem ten laste gelegden moedwilligen doodslag, gepleegd op 21 Juli 11. op zijne huis vrouw; 2°. van de op 19 Juli 11. door hem aan zijDe dochter moedwillig toegebrachte kwetsuur. Terwijl intusschen het Openbaar Ministerie geen aanleiding vond tot toepassing van verzachtende omstandigheden en een tuchthuisstraf van zes jaren legen hem had geëischt, oordeelde het Hof dat die aanleiding te vinden is in het wangedrag (herhaalde dronkenschap en verkwisting) van die vrouw en dochter en de daardoor veroor zaakte wanordelijkheden. Het Hof veroordeelde mitsdien den beschuldigde tot eene gevangenis straf van drie jaren. In de Maatschappij Arti et Amicitiae zal de kunstbeschouwing op Donderdag 28 November gegeven worden door HH. Dirtcteuren van Tey- lers stichting. Naar men verneemt, bestaat er vooruitzicht dat reeds ïd 1874 schepeu uit de Noordzee recht streeks langs het kanaal door Holland, Amster dam zullen knnnen bereiken. Haarlem, 26 November. Gisteren had hier de eerste vergadering van het Haarlernsche departe ment der Nederl. Maatschappij van Nijverheid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1