van 't Algemeen'' alhier aan Dr. I. van der Moer,
als een bewijs van erkentelijkheid voor zijne veel
jarige diensten aan de bewaarschool der depar
tementen, een zilveren medaille aangeboden, met
goedkeuring van het hoofdbestuur geslagen op den
stempel van de Maatschappij.
De Arrond.-Rechtbank alhier heeft heden
aan de Handelmaatschappij toegewezen haren eisch
om schadevergoeding ten bedrage van 120,000,
te betalen door de reeders van het schip Djawa,
de heeren B. C°.
Haarlemmermeer, 21 November. Hedenoch
tend te halfzes brak alhier een hevige brand uit
op de hoeve „De Herstelling," gelegen aan den
Bennebroekerweg, nabij den SpieriDgweg en toe-
behoorende aan mevr. de wed. Dumont, te Benne-
broek. Terwijl de boer zich gereed maakte om
het gestalde vee te voeren, sloegen hem eensklaps
de vlammen tegen en weldra hadden zij de gansche
schuur aangetast. Door de tijdige hulp der Benne-
broeker spuit, werd het aan de schuur verbonden
woonhuis nog behouden, maar de schuur met
de daarin aanwezige granen, werktuigen en ge
reedschappen is totaal vernield. Twee paarden,
eene geit en eenige kippen zijn eveneens de prooi
der vlammen geworden, doch de koeien zijn ge
lukkig buiten gebracht en voor den vuurdood
gespaard. Woning en inboedel zijn tegen brand
schade verzekerd.
Den Haag, 21 Novemer. Ter terechtzitting van
den Hoogen Raad (burgerlijke kamer) op heden,
heeft, bij het nemen van conclusie door het O.
M. in zake Th. H. Pieck qq. tegen J. van Asch,
de heer advocaat-generaal Römer zich vereenigd
met de stelling in het beklaagde arrest ontwikkeld,
dat een onder curateele gestelde kan afleggen eene
buitengerechtelijke bekentenis, waarvan de kracht
geheel aan het oordeel en de waardeering van
den rechter is overgelaten. Naar zijn oordeel was
dus het Hof alleszins bevoegd aan de onderwer-
pelijke bekentenis de kracht van een begin van
bewijs toe te kennen. Al kan in het strafrecht
éen onwettig bewijsmiddel het geheele bewijs
vitiëeren, zoo is dat, gaf hij hoofdzakelijk te ken
nen, in het burgerlijk recht niet het geval. Voorts
was adv.-gen. met het Hof van oordeel, dat een
onder curateele gestelde kan verrichten handelin
gen, die hem tot schadevergoeding kunnen verplich
ten. Onder handelingen, in art.500 van het Burgerl.
Wetboek bedoeld, kunnen z. i. niet worden be
grepen onrechtmatige handelingen ex delicto of
quasi ex delicto, terwijl in casu als bewezen is
aangewezen, dat zoodanige krankzinnigheid, die
de toerekenbaarheid uitsluit, niet aanwezig is.
Op grond van een en ander strekte de conclusie
tot verwerping der ingestelde voorziening, met
veroordeeling van den eischer in de kosten.
De uitspraak is bepaald op 20 December.
Bekend is de oude geschiedenis, die in be
trekking staat tot het veelbesproken testament
van den op het laatst der 17de eeuw overleden
veldmaarschalk der Vereenigde Provinciën Paul
Wiirtz of Wirtz, een naam, waarmede de Fran-
schen van dien tijd zich nog al vroolijk hebben
gemaakt. Heeft dat testament, uit het stof der
vergetelheid gehaald, nog al veel geschrijf, stuk
ken en processen in de wereld gebracht, nog is
het met de zaak niet uit; en ook werd zij heden
weder bij den Hoogen Raad bepleit. Zij, die als
erfgenamen bij versterf op dat testament meenden
gerechtigd te zijn, stelden eene actie in tot afgifte
van den boedel en tot de daaraan verbonden
rekening en verantwoording, eerst bij de stede
lijke regeering van Amsterdam, later bij de alge-
meene commissie van liquidatie der zaken be
treffende de voormalige wees- en momboirkamers.
Het geding, dat steeds werd voortgezet, liep zon
der gunstig gevolg af voor de toen eischers en,
niettegenstaande het beweren, dat het testament
nietig was, op grond, dat de erflater niet zou zijn
compos mentiswerd de vordering ontzegd en is
het vonnis der Amsterdamsche rechtbank in hoo-
ger beroep door het arrest van het Provinciaal
Gerechtshof bevestigd. Door de toenmalige eischers
was beweerd, dat het testament valsch was; doch
dat beweren is door het Hof niet onderzocht, als
zijnde de bedoelde acte niet van valscbheid be
ticht. Tegen die beslissing is door de eischers in
cassatie A. J. Heugen c. s. als middel voorgesteld:
schending en verkeerde toepassing der artt. 1904,
1905, 1907, 1909 en 1934 van het Burg. Wetb.,
alsmede van de artt. 176 tot 198 en art. 436 van
het Wetb. van Burg. Rechtsv., omdat uit het
eerstgemelde artikel van Wetb. van Burg. Rechtsv.,
in onderling verband, duidelijk blijkt, dat daarbij
alleen bedoeld wordt en kan worden het geval
van materiëele valschheid, en door het Hof alzoo
ten onrechte is uitgestrekt tot intellectuëele valsch
heid, terwijl daarenboven de aangehaalde artike
len, als geschreven voor Nederlandsche authen
tieke acten, zeer zeker niet van toepassing zijn
op een testament, in 1676 te Hamburg verleden;
dat hier te lande, in den zin van art. 436 van het
Burg. Wetb., in het geheel niet uitvoerbaar is
en waarvan dus de uitvoering niet behoeft en
zelfs niet kan worden geschorst. Als pleiters
traden op: voor de eischers in cassatie, Mrs. A.
de Pinto en A. Teixeira de Mattos; voor de alge
meene commissie, Mr. J. G. Rochussen, en voor
den burgemeester der stad Amsterdam, Mr. B. M-
Vlielander Hein.
Bij de laatste uitgifte van kleedingstukken
aan personen, die bij de dienstdoende schutterij
te Delft in dienst zouden worden gesteld, ont
dekte de luitenant-kwartiermeester, met de uit
gifte belast, dat uit het magazijn een aantal uni
formjassen en broeken, zoo oude als nieuwe
waren verdwenen. Er werden ruim 30 stuks
pantalons en even zoovele jassen vermist. Al da
delijk viel de verdenking op den magazijnknecht
B., die tevens sergeant-tamboer bij de schutterij
zijnde, eene bezoldiging genoot van ruim f 250
'sjaars; hij was belast met het schoonhouden van
het magazijn en de kleedingstukken en was
daarom in het bezit van de sleutels. Het bleek
dat hij in den loop van dit jaar van de onder
zijne berusting zijnde kleedingstukken ten zijnen
voordeele had gebruik gemaakt. Daarvan waren
echter uitgezonderd een zestal pantalons, die hij
met behulp van den tamboer F. verkocht, ter
wijl voor de opbrengst beiden op de laatste
Delftsehe kermis verteringen maakten en zich
naar den schouwburg begaven. De pantalons,Mie
I 6.50 a 7 waard waren, werden voor f 1.40 a
f 1.50 van de hand gedaan. Van het groot aan
tal ontvreemde kleederen waren heden slechts
drie broeken ter terechtzitting van de arrond.-
rechtbank alhier, waarvoor B. en F. verschenen,
aanwezig; al het overige schijnt men niet te
hebben kunnen opsporen, zoodut de gemeente
Delft door dezen diefstal een niet onbelangrijk
nadeel zal ondervinden. Ofschoon de tweede bekl.
het eerst deed voorkomen, dat hij niet geweten
heeft, dat de door hem verkochte pantalons ont
vreemd waren, erkenden beiden het hun ten laste
gelegde. Op grond daarvan requireerde de subst.-
oflicier van justitie Jhr. Mr. de Jonge beider
schuldigverklaring en veroordeeling tot eenzame
opsluiting, voor den eersten van éen jaar, en voor
den laatsten van zes maanden. De uitspraak is
bepaald op heden over acht dagen.
Door de Commissie uit het Provinciaal Ge
rechtshof in Zuid-Holland zijn heden, na afge
legd examen, als candidaat-notarissen toegelaten
de heerenJ. C. van Brakel en T. B. van Soest
van 's-Gravenhage, J. G. Maris van Meerkerk, J.
D. N. van der Trappen van Pijnacker en H. P.
Bok van Boskoop.
Delft, 21 November. Tot leden van de Kamer
van Koophandel en Fabrieken alhier, zijn geko
zen de heeren: P. E. van der Mandele, C. F.
van Berckel, P. Murk en C. A. Dros.
Rotterdam, 21 November. Heden is het tweede
schip van de nieuwe stoomvaart-verbinding Rot
terdamNew-York, de Maas, kapt. E. Deddes,
met volle lading en 64 passagiers, van Helle-
voetsluis in zee gestoken, na gisteren alhier het
anker te hebben gelicht.
In de heden gehouden zitting ven den ge
meenteraad is besloten om aan Dr. A. de Jager,
leeraar in de Ned. taal en letterkunde bij de
hoogere burgerschool, als zoodanig eervol ontslag
te verleenen en eene jaarlijksche toelage toe te
kennen van f 2000.
In de vergadering, naar aanleiding van de
circulaire van den heer J. F. Schuld, geneesheer
te Meerkerk, e. a. gisteren alhier gehouden, is
besloten eene vereeniging te constitueeren voors
hands met het uitsluitende doel om strafbepalin
gen te verwerven tegen openbare dronkenschap.
De Vereeniging zal dienvolgens ten naam
dragenVereeniging tot het verkrijgen van wettelijke
bepalingen tegen openbare dronkenschap.
De Commissie werd bij acclamatie benoemd
tot Bestuur der Vereeniging. Vele der aanwezi
gen traden dadelijk tot haar toe.
Gouda, 21 November. De hier ter stede woon
achtige leden der „Vereeniging tot verspreiding
van kennis aangaande 's Lands verdediging" zijn
Maandag te zamen gekomen om zich als afdeeling
te constitueeren.
Tot leden van het bestuur zijn gekozen de hh.
de Fremery, Lulius van Goor en Zimmermano.
Raamsdonk, 19 November. De industrie in
deze gemeente zal weldra met drie fabrieken
vermeerderd worden, waarvan er reeds twee in
aanbouw zijn, namelijk eene stoommeelfabriek
en een stooin-graan- en schorsmolen, welke bin
nen drie maanden in werking zullen zijn. Ver
der zijn er ongeveer 3 bunders land in den Ku-
renpolder, gelegen aan het Oude Maasje onder
de gemeente Raamsdonk, tegen een buitenge
woon hooge waarde aangekocht, tot het plaatsen
eener fabriek ter bereiding der grondstof voor
papier uit stroo, die, zoo zij in werking komt,
aan 40 a 50 man gedurende het gansche jaar
werk kan verschaffen.
Amersfoort, 21 November. Tot leden der Kamer
van Koophandel en Fabrieken alhier zijn heden
herkozen de heeren B. E. Herschel, E. E. Visser
en J. F. Lagerweij.
In de beide kiesvereenigingen alhier is als can-
didaat gesteld voor een lid van den Gemeenteraad,
welke verkiezing den 26 dezer zal plaats hebben,
in plaats van den heer Mr. A. R. van Bel, naar
elders vertrokken, de heer Mr. F. H. v. Persijne.
Naar men verneemt is heden alhier in de
nabijheid van het spoor een stuk grond ver
kocht, waarop een stoombleekerij zal gebouwd
worden voor madanipollams, shirtings en calicos,
waarvoor de machinerieën enz. aangeschaft zijn
uit de vroegere fabriek van de firma W. uit
Haarlem.
Oosterhulzcn, 20 November. Gisteren arri
veerden alhier de Kantonrechter en Burgemees
ter van Apeldoorn, benevens Rijks- en gemeente
politie, om in loco een onderzoek in te stellen
naar vermoedelijke mishandelingen, welke aan
de verpleegden in het zoogenaamde „Huis van
Barmhartigheid" alhier zouden zijn aangedaan.
Groningen, 20 November. Gisteravond had in
de nabijheid van deze stad een groot ongeluk
plaats. Een marktwagen, die langs het Damster-
diep na afloop van de weekmarkt huiswaarts
keerde en waarin zeven personen waren gezeten,
werd door eene chais in volle vaart voorbij ge
reden, tengevolge waarvan de paarden voor den
marktwagen schrikten, ter zijde sprongen en met
wagen en al in het diep geraakten. Na veel
moeite gelukte het vijf personen te redden, doch
twee waren verdronken, terwijl een derde gister.
s-Heerenberg en trok de straten door. Op de
deur van het sociëteits-gebouw, waarop de vlag
wapperde, werd driemaal geklopt, en toen men
niet opende, een bombardement met steenen op
de vensters begonnen, ten gevolge waarvan de
meeste verbrijzeld werden.
Naar het oordeel van den getuige is de over
komst van de Eininerikers toe te schrijven aan
's-Heerenbergers, die in Emmerik werkten.
De rijksveldwachter Bach (gisteren verkeerde
lijk Kaak genoemd) verklaart: Tegen 4 uren
kwamen twee troepen Emmerikers, de eene 25
a 30 man sterk en de andere onder aanvoering
van een Pruisisch soldaat, in geregelden optocht
in de stad en trokken zingend en schreeuwend
door de straten. Aanvankelijk had de soldaat de
ontbloote sabel in de hand. Men hoorde de kreten:
Oranje boven! Oranje in de goot! Bij het soci-
teitsgebouw ontstond eene kleine woordenwisse
ling. Twee vrouwen met oraojestrikken versierd,
die voor hare woningen stonden, moesten voor
de dreigende menigte in huis vluchten. Bach ver
haalt daarna den aanval der menigte op de politie
op de markt, waarbij hij ook tegenwoordig was
om den secretaris Beijer te helpen. Hij zag hoe
ze met stokken op dezen sloegen. Getuige trok
zijn sabel, maakte daarvan echter geen gebruik,
maar van een stok. Men ontrukte hem zijn sabel,
avond in nog zeer bedenkelijken toestand blee
verkeeren.
21 November. Op de voordracht voor rechte
in de Arrond.-Rechtbank alhier zijn geplaatst d
heeren Jhr. Mr. O. Q. van Swinderen, rechter
te Almelo; Jhr. Mr. A. Wichers en Jhr. Mr. 0
de Marees van Swinderen, beiden rechters ti
Appingadam.
GEMENGD NIEUWS,,
Een persoon die, rondreizende, op verschillen^
plaatsen logementen betrok en onder valsche voor
gevens het vertrouwen wist te winnen, zich en
diet verschafte en daarna het logement in stille
zonder betaling verliet, zette die practijk ook t(
Rotterdam voort; de politie, hiermede in ken®
gesteld, heeft het geraden geoordeeld om die
man gratis logies te bezorgen aan de korte Hois
straat. De' vrouw te Rotterdam, die onlang
in de Hofstraat brandwonden bekwam door it
omvallen van emmers kokend water, is gister»
in het ziekenhuis aan de gevolgen overleden.-
De heer P. H. Kousmaker Jr., te Breskens, hes
bij deurwaarders-exploit het kerkbestuur dot
aanzeggen, dat hij niet langer lid wil zijn vs
de Nederlandsche hervormde kerk in Nederland.-
Naar men verneemt zal in Juli 1873 in Zuii
Beveland een zendingsfeest worden gehoude:
Volgens het Kerkelijk Weekblad worden reeds tc«.
bereidselen gemaakt door het engageeren ra
stoombooten enz. De rechtbank te Rotterdaa
heeft gisteren iemand veroordeeld tot eene cells,
laire gevangenisstraf van eene maand, omdat hi],
zonder daartoe gerechtigd te zijn, in het openbaai
heeft gedragen het ridderkruis van de militair!
Willemsorde met het daaraan verbonden ordelim
Tevens is de vernietiging van het in beslag ge
nomen kruis bevolen. Ook de merkwaardige
hunnebedden te Rode, in Drenthe, zijn thans
door het rijk aangekocht. J
LMGEZONDEW.
Mijnheer de Redacteurl
Met verwondering lazen wij dezer dagen in
uw blad, dat het Leidsche Studentencorps eene
bijdrage van f 500 had bestemd voor de hulde
te brengen aan de nagedachtenis van Thorbecke
Dit bericht was onjuist, daar eerst gisteravond
en wel in tegenovergestelden zin eene beslissing
in deze zaak is gevallen.
Het is ons onbekend, wie uw berichtgever,
aangaande zaken van ons corps is, doch wij
kunnen u verzekeren, dat hij niet tot de bet
ingelichten behoort, daar hij anders van dan
veelbesproken zaak wel op de hoogte had kus
nen zijn.
Met de opname dezer regelen zult U zeer
verplichten uwe dienstwillige dienaren
P. L. Tak.
T. W. J. Taveneaat.
Mijnheer de Redacteur!
Gisteravond had in het lokaal der Loge alhier
de tweede conferentie van mevrouw Sezzi plaats.
Geen twintig personen waren aanwezig. Zij drukte
dan ook haren spijt uit over het kleine getal der
toehoorders, en deelde ons mede dat een geacls
ingezeten zich beklaagd had, dat zij zich niet o;
godsdienstig gebied bewoog.
Ik laat die onzinnige aanmerking voor rekeniit
van den snuggeren „homme honorable," die ziel
waarschijnlijk niet kan voorstellen, dat men nul
kan stichten zonder er den godsdienst bij te halen
Overigens is nut stichten niet haar éénig doel,
zij wil ook onderhoudend zijn en boeien; en dit
gelukt haar, daar zij geestigheid paart aan juist
heid van opvatting, een helderen blik aan groote
belezenheid. Dit is reeds verleden Dinsdag ge
bleken, want iedereen keerde voldaan huiswaarts,
doch gaf hem die uit eigen beweging nog terug.!
Getuige heeft gezien hoe iemand uit een huis'
schoot; een ander een pistool had; dat met
Oranjelinten met de voeten in de goot trapte e.
daarbij riep: Oranje in de goot! Hij bevesti
vervolgens den aanval op den getuige Grimmt
tegenwoordigheid van 150 menschen, onder ht
roepen van bravo en het blazen op eene fluit
waarop de Emmerikers zich weder verzamelden
De secretaris Beijer bevestigt den aanval op dei
student, op zichzelven, op Tervoort en herkent
als daaraan deel genomen hebbende, ofschoon niet
met volstrekte zekerheid, de beschuldigden Schill#
Heinrich Knist en Koenen.
De gemeentebode Fehres legt verklaringen t
omtrent de mishandeling van Beijer dien hij f
red heeft, alsmede van zichzelven aan zijn hoot
neus, oor en schouder door 6 a 7 personen nu1
stokken, en herkent als medeplichtigen Ophees
Kempkes en Jansen.
[Wordt vervolgd.)
waarin hij haar aanspoorde zich met geweld toe
gang te verschaffen. Ook een soldaat in Pruisische
uniform, een artillerist, was daarbij. Getuige kon
zich eerst toegang verschaffen, toen hij verklaard
had, dat hij elk, die hem aanraakte, zou neder-
schieten. Spoedig daarna weder naar zijne woning
op het slot teruggekeerd, werd hem medegedeeld,
dat men alles verbrijzelde. Hij begaf zich ijlings
naar den wethouder Bosman, om de alarmklok
te laten luiden, opdat de 's-Heerenbergers zich
zouden vereenigen om de samenrottenden te ver
drijven. Bosman antwoordde hem, dat hij reeds
tweemaal te vergeefs had getracht storm te laten
luiden, maar niemand daartoe bereid had gevonden.
Ditmaal gelukte dit evenwel. Voor het raadhuis
werd met de oproerlingen, grootendeels uit Em
merikers bestaande, onderhandeld. Na eenige on
beduidende voorvallen moest getuige, daar zijne
aanhangers hem nabij allen verlieten, terugtrek
ken; tot aan de woning van den pastoor voort-
gedrongen, kreeg hij een slag met een stok op
het hoofd en daarna nog een met de vlakke hand,
tot dat hij in zijne woning in veiligheid was.
Daarop werd de wethouder Bosman gehoord.
Deze verklaarde: te 4 uren was een talrijke
troep menschen uit Emmerik gekomen de politie
had hem verzocht maatregelen te nemen, daar
het in de bedoeling lag schandaal te maken. Daar
er echter maar twee politie-dienaren bij de hand
waren, had hij aangeraden slechts rustig te werk
te gaan. Hij zelf zag hoe het volk den met oranje-
strikken versierden student van der Loeft' en
diens dame die nationale ouderscheidingsteekenen
trachtte te ontrukken. Van der Loeft' werd ge-
stooten, de te hulp gesnelde secretaris Beijer en
de gemeentebode Tervoort werden op den grond
geworpen, met de voeten getrapt en met stokken
geslagen. De getuige liep tusschen het volk en
hieuw met een, aau een ander ontnomen, stok
onder de meDigte. Beijer werd weggedragen. De
troep zette zich weder in beweging; den even
eens te hulp gesnelden rijksveldwachter en op
ziener der jacht en visscherij Hendrik Straatman
naui men terstond bij diens komst de karabijn
met bajonet af en mishandelde hem met stokken.
Getuige ontving eveneens twee slagen.
Nadat de aanvallen op de politie-dienaren voorbij
waren, ging de menigte uiteen en de Emmerikers
keerden schijnbaar naar huis terug. Zij trokken
echter niet verder dan tot de dicht bij de grenzen
op Pruisisch gebied liggende herberg van Gellekun.
Daar werden zij door invloedrijke personen aan
gespoord niet terug te keeren, terwijl men ten
antwoord gaf: Wanneer er geen vlaggen meer zijn,
tien gulden geeft men, wanneer er nog eene vlag
is. Tegen 8 uren keerde de troep terug naar