I Goud op Aruba. der haven niet tot eenstemmigheid gekomen. De heeren Camp en van der Waijen Pietersen, door de Commissie geraadpleegd, verklaarden zich mede voor den aauleg van een haven bewesten (bezuiden) het dorp. In het ontwerp van de hee ren Swaan en van Heyniogen echter was de plaats, voor de haven aangewezen tusschen de kerk en het paviljoen. De gemeenteraad had zich met de keuze van die plaats vereenigd, en voor de uitvoering van het onderwerp uit de ge meentekas een subsidie van 750.000 toegezegd, üieruit zou men mogen afleiden, dat de gemeente raad de met het oog op de badinrichting geop perde bezwaren als niet van overwegenden aard beschouwde, in ieder geval als ondergeschikt aan het belang der haven. Is deze zienswijze ook nu nog de heerschende, zegt de minister, dan zou de aanvrage van de heeren Maas eo Kool, althans uit dit oogpunt, bij het gemeeutebestuur geen bedenking ontmoeten. De minister vöegt daarbij de opmerking, dat deze aanvrage zich hierdoor boven vroegere aanbeveelt, dat ditmaal, naar het schijnt, geen subsidie wordt verlangd. Zelfs wan neer eene verplaatsing der badinrichting naar de westzijde der haven wenschelijk mocht worden geoordeeld, zouden de kosten daarvan wellicht kunnen worden opgewogen door de besparing van het vroeger toegezegde subsidie van 750.000. Uit die ministerieele missive blijkt alzoo, dat de minister vooral het gevoelen van het ge meentebestuur verlangt te vernemen aangaande de voorgenomen plaatsing der ontworpen haven tusschen het gemeentebadhuis en het dorp; waar tegen de Raad in 1864 verklaarde geen beden king te hebben. Van verschillende zijden werd hieromtrent even wel thans bezwaar geopperd. De baddokter, de heer Mess, richtte tot den Minister een brief, dd. 3 September j 1., waarbij aan de Regeering in ernstige overweging gegeven en er met nadruk op aangedrongen wordt, dat geene definitieve con cessie worde verleend, dan nadat in overleg met het gemeentebestuur van 's-Gravenhage worde vastgesteld de plaats waar men de haven zal aan leggen zonder de belangen van Scheveningen als badplaats uit het oog te verliezen. De commissie uit de reeders te Scheveningen heeft den 12 Sep tember jl. een adres gericht aan Burg. en Weth., waarvan de strekking wordt teruggevonden in nog andere aan den Minister gerichte adressen van een aantal reeders, de heeren M. Parser en M. Oosthoek aldaar. In die adressen worden B. en W. dringend verzocht al hunnen invloed aan te wenden dat de Hooge Regeering de concessie niet verleene, dan op voorwaarde dat de haven gemaakt wordt ten zuiden van de Vunrbaak, of, indien de concessie toch mocht worden verleend, dat de haven gemaakt worde tusschen het Pavil joen van Z. K. H. Prins Frederik en het Schui tengat, dat dan de concessionarissen worden ge noodzaakt de visschersvloot voor minstenséen millioen gulden over te nemen. De aanvragers van hun kant zonden aan Burg. en Weth. eene missive, waarin zij ook hunne voornemens ten aanzien eener met de zeehaven in verband te brengen binnenhaven blootleggen. De N. R. Ct. vindt in een advertentie, ge plaatst in de bladen van eergisteren, aanleiding om te berichten dat een aantal stalhouders besloten hebben, nu de rijtuigen des avonds van licht moeten zijn voorzien, alle vrachten binnen de kom dezer gemeente met 10 cents te verhoogen zij voegt er wijselijk bij „een aantal," want wij kunnen met zekerheid berichten dat een ander deel der stalhouders hier te stede, zich met dit besluit hunner vakgenooten niet kunnende ver eenigen, voornemens zijn eerstdaags onderling te vergaderen, om over dit genomen besluit van ge dachten te wisselen en ook later hun plannen en besluiten aan de ingezetenen kenbaar te maken. Haagsche Nieuwsb.) Heden heeft het openbaar ministerie bij den hoogen raad der Nederlanden, burgerlijke kamer, zijn conclusie voorgedragen in de zaak van de heeren J. W. Koentze, en F. G. Wagner, beide appellanten tegen een vonnis waarbij de heer W. K. C. Sassen Jz. is toegelaten tot het doen hooren van eerstgemelde heeren op verschillende vraagpunten, in betrekking staande tot het hem verleend ontslag. De heer adv.-gen. Römer heeft op verschillende gronden geconcludeerd tot vernietiging van het hooger beroep en van het beklaagde vonnis; voorts dat de hooge raad verklare, dat de gestelde vraag punten niet zijn ter zake dienende en dat er ter men zijn om ze te wijzen van de hand; dat ein delijk de raad de vordering ton principale zal verklaren ongegrond en de geïntimeerde veroor- deelen in de kosten van het geding. De uitspraak is bepaald op 27 December. Rotterdam, 15 November. Het bestuur der officiereD-sociëteit alhier heeft zich in betrekking gesteld met den heer Lefèbre (van de firina VY ey- gand Co., in den Haag) die van de acoustiek en hare toepassing op muziekuitvoeringen zijn bijzundere studie heeft gemaakt, onder wiens leiding in het midden der sociëteit een nieuwe muziektempel zal worden opgericht, die aan alle eischen zal moeten voldoen. Tegen het aanstaande voorjaar zal het werk gereed zijn. Kampen, 15 November. Tegen den 26sten dezer zijn tot dienstneming bij het instructie-bataljon 25 der ingeschreven adspiranten opgeroepen, zul lende een daaraan geëvenredigd getal korporaals titulair van dat bataljon op 19 en 20 dezer naar de onderscheidene infanterie regimenten vertrek ken, om daar tot korporaal te worden bevorderd. Bij het corps zijn aangekomen de onderofficie ren van verschillende wapens, die vroeger aan het examen tot toelating in den lste klasse cursus der militaire administratie voldeden, om dien cursus te volgen. Middelburg, 15 November. De ijzergieterij Prins van Oranje te 's-Gravenhage is voor ƒ28,569 minste inschrijver geworden voor de hier aan te leggen brug. GEMENGD NIEUWS. De kerkelijke modernen dreigen, volgens de Standaard, de Chineezen der hervormde kerk te worden. We zien dus spoedig predicatiën tegen hen in 't Chineesch van Ds. Kuyper tegemoet! In Schotland heeft het gedurende eenige dagen zwaar gesneeuwd, terwijl het tamelijk sterk heeft ge vroren. Uit alle oorden van Engeland wordt voorts gewag gemaakt van vreeselijke sneeuwstormen waardoor tal van onheilen zijn teweeggebracht. Op de kust zijn ettelijke schepen vergaan. De beide huzaren, die in de cavaleriestallen te Haarlem de wacht moesten houden doch ver klaarden geslapen te hebben tijdens er de geheim zinnige bloedplassen en vlakken aangebracht werden, zijn, naar men verneemt, wegens dienst- verzuim gestraft met 14 dagen provoost op water en bropd, om den anderen dag kromgesloten. Een knaapje te St.-Josse ten Noode (Brussel), dat veel aanleg had als violist, viel eergisteren met het hoofd in een ketel kokend water. Toen men hem er uithaalde was hij een lijk en onherkenbaar. In dezelfde voorstad van België's hoofdplaats heeft zioh een oude dame door ophanging van 't leven beroofd, omdat een dienstbode, aan wie zij zeer gehecht was, omdat ze een huwelijk deed, haar had verlaten. Dat in Twente de industrie nog al van beteekenis is, kan hieruit blijken, dat er thans 152 fabrieken in werking zijn, met 196 stoomwerktuigen van 4000 paardekrachten en met 204 ketels. De wachtmeester-facteur van het 2de regiment huzaren B. J., te 's-Hertogenbosch in garnizoen, heeft zich Donderdagmiddag op de stads-vestingwal met zijn pistool voor 't hoofd ge schoten, en was reeds een lijk toen de schildwacht van het kruitmagazijn toesnelde, in welks onmid dellijke nabijheid hij de wanhopige daad verrichtte. De ongelukkige was ruim 2 jaren gehuwd en laat eene zwangere weduwe na. UVGEZONDEN. In antwoord op een artikel voorkomende in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van Zondag 3 No vember 1872, dient „dat het waar is dat in's Rijks Museum van Natuurlijke Historie te Leiden eenige fraaie exemplaren gouderts van het eiland Aruba aanwezig zijn. Reeds meer dan 20 jaren geleden, namelijk in het jaar 1850 heb ik van het werk Geologie of Natuurlijke geschiedenis der aarde van K. C. vonLeon- hard, met Aanteekeningen en Bijvoegselen door E. M. Belma, Amst. 1850, deel III, bladz. 704706 als bijvoegsel onder anderen medegedeeld Dat men reeds in de vorige eeuw op het eiland Aruba naar goud heeft gezocht, doch dat de moeite en kosten daartoe aangewend niet schijnen beloond te zijn geworden. Verscheidene jaren later, na melijk in het jaar 1824, werd het goudzoeken op dit eiland door een bijzonder toeval weder ter sprake gebracht, hetwelk zich op de volgende wijze heeft toegedragen. Een knaap, welke zijns vaders schapen hoedde in een met cactussen be groeid veld, kreeg eenen scherpen doorn in zijn voet; terwijl hij bezig was met dien er uit te trekken, vond hij op de plaats waar hij zat een stuk goud, hetwelk hij zijnen vader bracht, die het aan een voorbijreizenden kramer verkocht voor 34 gulden. Sedert dien tijd zocht de jongen dagelijks naar goud en woelde allengs zooveel uit den grond op, dat zulks weldra bekend werd. Omstreeks denzelfden tijd werd er ook door eene Indiaausche vrouw, aan eene plaats waar ezels gedrenkt werden, goud gevonden en nu begon men te gelooven, dat geheel Aruba uitgedegen goud bestond; inderdaad werden ook meer dan eens, onder de zeer dunne laag teelaarde, stukken goud van eenige ponden gewicht gevonden. Nu wilde elk in een oogenblik rijk worden; nau welijks werd het anker van een schip uitgewor pen, of de matrozen vielen op het land aan en zochten naar het edele goudhandwerkslieden, visschers en slaven doorliepen het eiland, en woel den, groeven en hakten, tot dat er, in de maand Juli van het jaar 1825, eene commissie van on derzoek, met den Luitenant-Generaal Kra(jen- hoff aan het hoofd, aanlandde, het goud voor den eigendom der Nederlandsche Regeering verklaarde en de werkzaamheden voor hare rekeuing liet bedrijven. Ook werd de vrij be langrijke handel met goud verboden en tot al leenhandel gemaakt, Intusschen waren er reeds in drie maanden, van April tot het begin van Juli, ongeveer 6000 oneen goud gevonden en gedeeltelijk naar Europa, gedeeltelijk naar Noord-Amerika verzonden. Doch daarmede scheen ook de winstgevende voorraad uitgeput te zijn; althans de door Krajjenhoff aangestelde arbei ders, uit mineurs en sappeurs bestaande of dit nu juist wel geschikte goudzoekers en goud- wasschers waren, zullen wij niet beslissen vonden zoo weinig edel metaal, dat men het voor geraden hield, de kostbare opgravingen te staken. Evenwel werd er te dien tijde eene hoeveelheid goud van 71 Ned. ponden, 1 ons en 3 lood aan de Nederlandsche Regeering overgezonden; welke hoeveelheid men als zeer aanzienlijk moet be schouwen, wanneer men de geringe uitgestrekt heid der valleien in aanmerking neemt, die tot dat einde opgedolven werd. Een stuk goud van vijf Ned. oneen, aldaar gevonden, is in het Mu seum te Parijs als eene zeldzaamheid geplaatst; terwijl in het Rijks-Museum van Natuurlijke His torie te Leiden het model of verguld afgietsel in gips bewaard wordt van een klomp goud van Aruba, wegende 6 Ned. ponden, 4 oneen, 1 lood en 5 wichtjes. Voorts wordt gezegd, dat een slaaf in het jaar 1825 een nog veel grooter stuk zoude gevonden hebben, wegende 32 ponden en 8 on een oud gewicht, hetwelk aan eenen Jood op Curajao verkocht werd voor 13,000 pesos of 17,333 gulden; waar tevens bij vermeld wordt, dat de slaaf, welke dezen schat aan zijnen heer bracht, niet eens werd vrijgelaten. Wij kunnen hier nog bijvoegen, dat het goud van Aruba een vrij hoog gehalte heeft. Volgens een door den Hoogleeraar Kelnwardt te Leiden scheikundig onderzocht stuk, bedroeg het 892 duizendste fijn, hetgeen overeenkomt met 21 ka raat en 4#/io grein; zijnde het overige of het al looi meest zuiver zilver. E. M. BEIMA, Conservator aan 's Rijks Museum van Natuurlijke Historie te Leiden. BUiTENLAlVD. Frankrijk. Zooal6 bereids door ons is medegedeeld, loopt het oordeel der Parijsche bladen over de bood schap van den heer Thiers nog al uiteen. Het Journal des Débats, de Événement, de République Fran- aise, het Journal de Paris en de Temps verklaren zich b. v. zeer tevredengesteld door de woorden vau Thiers; zij verklaren den president tezulleu steunen in zijn voornemen om de republiek, op de grondslagen 4an de orde, te handhaven. De Gazette de France, de Frangais en l'Union daaren tegen zijn zeer vertoornd door de gevoerde taal, en verzekeren de republiek te zulleu blijveu be strijden. Men beweert dat het nieuwe handelstractaat met Engeland zonder tegenkanting door de natio nale vergadering zal worden goedgekeurd. De regeering heeft besloten tot het instellen van 32 nieuwe regimenten artillerie; te rekenen van 10 November, zullen er maandelijks twee worden gevormd. Ook is de metalen patroonhuls aangenomen, zoodat al de geweren te St. Etienne veranderd moeten worden. Ieder chassepotgeweer zal een uitgaaf van 1) francs no dig maken, hetgeen voor 800,000 man, ieder met vier geweren, een som van fr. 35,200,000 oplevert. De werklieden te St. Etienne zullen dus langen tijd de handen en de beurs vol hebben. Uit Barcelona wordt bericht dat, van de 140 daar woonachtige Elzassers en Lotharingers 136 voor Frankrijk hebben geopteerd en slechts 4 de Duitsche nationaliteit hebben verkozen. Te Con lie is op het kerkhof een gedenk- teeken opgericht ter nagedachteuis van de 1311 dappere Bretagners, die in den Fransch-Duitschen oorlog zijn gesneuveld. Cl ï-oo t-lii-i tilniiië. Blijkens de gerechtelijke statistiek van den laatsten tijd neemt bet getal der in Engeland te rechtgestelde personen voortdurend af. In 1868 bedroeg dit getal 20,053, in 1869 19,280, iu 1870 17,576 en in 1871 16,269. Wegens moord stonden in 1869 te recht 63, in 1870 4] en in 871 54 personen, waarvan 17 vrouwen. Van de lerechtgestelden werden 26 personen vrijgesproken, 15 wegens krankzinnig heid buiten verdere vervolging gesteld en 13 ter dood veroordeeld. Wegens poging tot moord ston den in 1871 terecht 23 personen, waarvan er 12 veroordeeld werden. Het geheele getal der terecht gestelden wegens vergrijpen tegen personen bedroeg in 1871 2175, of 42 meer dan iu 1870. Wegens vergrijpen tegen den eigendom, met geweldpleging ondernomen, slouden in 1870 te recht 1509 personen, en 11,265 wegens eenvou dige vergrijpen tegen den eigendom. In het vorige jaar bedroegen deze cijfers respectievelijk 1719 en 12234. In 1871 werd aan 4 der 13 wegens moord ver oordeelden het doodvonnis voltrokken, terwijl de straf voor de 9 anderen, waaronder de twee eenige in dat jaar ter dood veroordeelde vrou wen, in levenslange gevangenis veranderd werd Behalve deze 9 personen ondergingen in 1871 de volgenden gevangenisstraf als: voor het leven4 (6 in 1870); voor langer dan 15 jaren 15 (9 ;0 1870); voor 1015 jaren 53 (42 in 1870); vooi een korteren tijd dan van 10 jaren 1556 (1731 iJ 1870). België. Bij de Belgische kamer van vertegenwoordigei zijn bij de hervatting hater werkzaamheden dooi de regeering onder anderen de volgende wett ontwerpen ingediend: tot wijziging der wet oi de verpleging van krankzinnigen; tot het bevo. deren eener geregelde stoomvaart tusschen 2n| werpen en Valparaiso ën de voornaamste havens van Brazilië en La Plata; tot het aanleggen vai een spoorweg op kosten van den staat Charleroi naar de Luxemburgsche grenzen; afschafting der invoerrechten op de leveosmiddi len en van de premie bij uitvoer van gedistilleerd tot wijziging der wetten op het patentrecht ei het registratierecht; tot opening van een credi van 20 millioen francs voor den aanbouw en bei meublement van lagere scholen. Een der leden van de Kamer heeft voorts tu wetsontwerp ingediend waarbij de benoemt;; der wethouders, welke krachtens de bestaand wetgeving tot de bevoegdheid des Konings h hoort, bij de gemeenteraden wordt overgebrach Verder zijn nog verschillende wets-ontwerpe uit de vorige zitting onafgedaan gebleven, waar onder zich regeeringsvoorstellen bevinden tot her ziening van het wetboek van koophandel, tot re geling van de uitoefening van het jachtrecht, to nadere bepaling van het minimum van leeftiji voor arbeiders in de steenkolenmijnen, tot wij ziging der wetgeving op de zeebrieven enz. Ooi zijn bij de kamer onder anderen aanhangig ge bleven een door een der leden ingediend wets ontwerp, tot invoering der schoolplichtigbeid, ei eene voordracht van achttien leden om te bepa len dat de rechtspleging in de Vlaamsche gewes ten van België in de Vlaamsche taal zal worden gevoerd. De Etoile Beige meldt: Inlichtingen, uiteent goede bron geput, stellen ons in staat te zeggen dat de oplossing der militaire quaestie definitie gearresteerd is door het Gouvernementde statu quo zal gehandhaafd worden. De Minister vai Oorlog kan natuurlijk geen genoegen nemen me een besluit, waardoor al het gebrekkige, dat vol gens hem in de tegenwoordige organisatie be staat, blijft bestaan. Het besluit is dan ook ge-l nomen dat hij zal aftreden. Men zoekt een op volger. De heer Jacobs heeft een wetsontwerp iv gediend, houdende de bepaling, dat voortaan di benoeming van schepenen zal geschieden door dt Gemeenteraden. De minister van oorlog heeft ook nieuwe strafbepalingen vastgesteld tegen moedwillige verminking door miliciens, ten einde zich daar door aan den dienst te Onttrekken. Ten einde de vrijwillige dienstneming mei premiën te bevorderen, heeft de Minister van] oorlog bepaald dat mannen beneden den leeftijd van 40 jaren een premie van 1300 fr. verkrijgen, bij een eerste engagement, terwijl zij bij eenj latere verbintenis aanspraak verkrijgen op eed levenslang pensioen van 200 fr. na bun ontsla; Tengevolge van de nieuw gesloten tractate; zijn de porto's van brieven uit België naar Bri zilië, Buenos-Ayies en Montevideo aanmerkelij verlaagd. Ook het gewicht van een gewonen bril is van 10 op 15 grammen gesteld. O ui ti* el» l;i uil. Bij gelegenheid van het gouden bruiloftsfes des Konings van Saksen, heeft de Keizer het Dantzig liggende regiment grenadiers u'.4, waai| over de Koning van Saksen na den oorlog chi geworden is, den naam van „lijf-grenadier-regi ment van den Koning Johann van Saksen" geven. Ook het regiment op de Achselklappt. zal den naam van zijn koninklijken chef voortat dragen. Dit is een bijzondere onderscheiding het Pruisische leger. Het bericht der ongesteldheid van prins vol J1 Bismarck heelt te Berlijn groote ongerustheid o|j jj gewekt; er bestaat echter geen reden tot bezorg! e held; zooals gemeld is, bestaat de ziekte allee in rhumatisme, tengevolge eener verkoudhei ontstaan en die weldra, zoo als men hoopt, vei dwenen zal zijn. Men zegt opnieuw reeds herhaaldelij' was dit gerucht verspreid dat de minister vii Koophandel in Pruisen, de heer Itzenplitz, w- dra zijn ontslag zal nemen; uien leidt dit af ij de houding, door dien minister tijdens de beha) deling der districtswet in het Heerenhuis aang^ nomen. De Gazela Narodowa deelt het volgend merk waardig, maar tevens vree mi bericht mede: „9' overgang van Poolsche dorpen iu Duitsche has den duurt voort. Geen week gaat er om, waarin wij (Polen) niet een gedeelte van ons terrein vet' liezen. Bet verdient daarbij opmerking dat van di den Poolsche dorpen, die in Duitsche handen val len, nauwelijks twee tot ons terugkeeren. D oorzaak dezer treurige verstandhouding, voeg v S t JE o h a vi- si lg4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 2