meester van het regiment grenadiers en jagers aan zijn sergeant-schrijver v. d. H. ƒ2600 ter hand in bankbiljetten van 200, om eenige rekeningen van regimentsleveranciers te voldoen. V. d. H. voldeed aanvankelijk aan de order, maar daar hij den een niet thuis vond en de ander nog geen betaling verlangde, omdat hij daarvoor nog bons moest ontvangen, begaf hij zich naar den koffie- huishouder H. om een bankbiljet van f 200 te wisselen, daar hij voorzag dat de derde leveran cier niet kon wisselen. Doch de sergeant ging van het eene koffiehuis naar het andere en geraakte daardoor in een toestand, die hem in het ongeluk bracht. Hij was zoo beschonken geworden, dat hij op zijne wandeling werd aangesproken door een onbekend persoun, die hem waarschuwde voor de patrouille, want het was reeds laat in den avoDd geworden. De sergeant moest zich niet meer in uniform vertoonen, zoo meende de bur ger, en ook niet naar de kazerne gaan. De bur ger voorzag hem van andere kleeren en bracht hem naar het logement de Stoomboot. Hoewel de burger in het eerst te kennen gaf niet te willen logeeren, erlangden de militair en hij ieder eene afzonderlijke kamer. Tot dien tijd was v. d. H. nog in het bezit van het hem ter hand gestelde en wel twaalf bankbiljetten van 2O0, 7 van f 25 en 25 in specie. Deze laatste gelden en bankbiljetten had hij van den koffiehuishouder H. bekomen, in de plaats van het dertiende bil jet van f 200. Den volgenden ochtend was de burger te 9 uren vertrokken, na met één gulden zijne verte ring te hebben betaald. De sergeant, die niet wist met wien hij in den vorigen avond was in ge zelschap geweest, zou later vertrekken, maar toen hij wilde betalen, was er op eenige centen na niets meer van het geld te vinden. Hij bevond zich in een benauwden toestand zonder uniform en zonder geld. Een voorbijkomend serg.-majoor was zijn redder. Hij deelde dien alles mede en toen gingen beiden op ontdekking uit. Weldra was de onbekende gedienstige geest gevooden en toen hem naar uniform en geld gevraagd werd, luidde het: //ben je bedik weet van niets." De sergeant-majoor deed toen alsof hij van de zaak verder niets wilde weten, maar verwittigde de politie en nu werd er huiszoeking gedaan, maar er werd op gelet dat de burger W. zich verwijderde; men zocht en vond hem op het privaat in het bezit van f 147 en later werden in de zoldering van deze plaats nog f2000 terug gevonden. Voor de arrond.-rechtbank stond W. heden te recht, om zich omtrent het bij hem ge vonden geld te verantwoorden. Negentien getui gen werden gehoord, wier verklaringen meest alle ten nadeele van den beklaagde luidden. Hij zelf ontkende pertinent en gaf voor dat hij de gelden van den sergeant had gekregen en dat het verwisselen van kleederen en het logeeren in bovengenoemd logement op diens uitnoodiging had plaats gevonden. Omtrent het verbergen van het geld kan hij anders niet zeggen, als dat hij verschrikt was door de komst van de politie. De subst.-officier van justitie, Jhr. Mr. de Jonge, wees op de bekentenis door bekl. voor den rechter commissaris en vroeger aan den inspecteur van politie M. afgelegd, dat hij in het logement den sergeant had bestolen en op een aantal aanwij zingen, waardoor ZedA. meende, dat het bewijs was geleverd van zijne schuld. Hij requireerde dat de Rechtbank den bekl. W. zou schuldig ver klaren aan diefstal in een herberg, waarin de dader was opgenomen en zijne veroordeeling tot gevangenisstraf van twee jaren. Aanstaanden Maandag zal de Rechtbank uitspraak doen. De sergeant-schrijver v. d. H. is door den mili tairen rechter voor zijne achteloosheid met acht dagen provoost disciplinair gestraft en nu weder in zijne zelfde betrekking werkzaam. Gisteren is aan C. van Taanom bij gelegen heid zijner vijfentwintigjarige ambtsvervulling als oudste bode aan het Ministerie van Oorlog, als een bewijs vau achting en toegenegenheid voor den ijver en nauwgezette plichtsbetrachting welke hij gedurende die jaren in zijne betrekking aan den dag heeft gelegd, door eenige heeren, werk zaam aan dat Ministerie eu aan bet Topografisch bureau, een gouden horloge met toepasselijke in scriptie aangeboden. Ten vervolge op het gisteren medegedeelde over den triomftocht van Cecilia, vermelden wij nog: Nadat de stoet den schouwburg had bereikten allen den foyer waren binnengetreden om zich te scharen rondom Cecilia's banier, nam Dr. Wap het woord op om te wijzen op 't voorrecht dat Cecilia had Mevr. Offerinans van Hove op dit oogenblik in haar midden te zien. Zij toch had 't verlangeu te kennen gegeven niet achter te staan bij de hulde die haar broeders in de kunst Cecilia bragten. Mevr. Offermans trad daarop nader en hechtte onder daverende toejuichingen een schoooen lauwerkrans, waaraan haar portret met eene inscriptie bevestigd was, aan de banier Daarop brachten de Voorzitters der meeste ver- eenigingen hunne gelukwenschen aan Cecilia en deden uitkomen hoezeer zij 't op prijs stelden dat eene Nederlandsche Vereenigiug de overwin ning te Parijs had mogen wegdragen. De Voor zitter van het Schilderkunstig Genootschap Pul- chri Studio, merkte op dat het de Nederlanders waren die den prijs behaalden in Frankrijk, het land der kunsten bij uitnemendheid, waar eens Voltaire woonde die in C dur het bekende woord uitsprak: adieu, canaux, canards, canaille, terwijl zoo hij nog leefde hij wel in C mol had mogen vra gen: Comment, ces Céciliens sont couronnés? De Nederlandsche leden van Cecilia, zei de spreker, hadden nu den muur omvergeworpen, die vol gens het beweien van Victor Hugo de kunst in Frankrijk omsloot. De Voorzitters van de Rotterdamsche liederta fels Rotte's Mannenkoor en Amphion gaven te ken nen, dat ook Rotterdam er eer op stelde, dat de Nederlandsche kunst had mogen triomfeeren, ter wijl Dr. Wap op zijne beurt hen hartelijk dank betuigde voor hunne bewijzen van sympathie die de terugkeerendeu al dadelijk hadden mogen ondervinden toen zij te Rotterdam voet aan wal zetten. Ook de directeur der Kon. Muziekschool, de heer Nicolai, bleef niet achter zijne vreugde te kennen te geven over de eer, Cecilia ten deel ge vallen. Hij had bet wel durven voorspellen, toen hij bij de laatste repetitie de eer had uitgenoo- digd te worden, dat de overwinning door Neder landers zou behaald worden en hij voegde er nu nog de voorspelling bij, dat zoo Cecilia voortging op den ingeslagen weg, het haar gewis niet aan nieuwe lauweren zou ontbreken. Eindelijk bracht Dr. Wap, namens de vereeni- ging waarvan hij Voorzitter was, dank toe aan allen, die medegewerkt hadden om Cecilia te doen triomfeeren, in het bijzonder aan den heer Waelputt, wien Cecilia zooveel te danken had, wegens zijne raadgevingen bij 't instudeeren van Gevaert's werk, en voor zijne medewerking tot de plechtige ontvangst. Hij eindigde met voorlezing te doen van een brief door hem ontvangen van den Nederland- schen gezant te Parijs, baron van Zuylen van Nyevelt, waarin deze zijn leedwezen te kennen geeft verhinderd te zijn geweest de uitvoering in het Palais de l'lndustrie bij te wonen, maar dat hij verheugd was, dat deze vereeniging Neêrlands kunstroem in Frankrijk zoo triomfantelijk had opgehouden. Nadat de heer Lefèbre, de banierdrager van Cecilia, Dr. Wap hulde en dank had gebracht voor diens leiding en goede zorgen, ging de kun- stenaarsschare uiteen. Dobdkecht, 28 October. Gisteravond ongeveer balfnegen is uit onbekende oorzaak brand ontstaan in een woning aan den buitendijk van den Alloyse- polder, toebehoorende aan de wed. Arie Booy. De woning was in huur bij twee arbeiders, Jan Vermaas en (Inge de Zeeuw, en de schuur deels in eigen gebruik deels voor anderen met hooi ge borgen. Alles is een prooi der vlainmen geworden met uitzondering van de keet. De bewoners, ten getale van twaalf, hebben alleen hun lijf en een gedeelte huisraad kunnen bergen. Huis, schuur en hooi waren verzekerd. Evenzoo de inboedel van Inge de Zeeuw. Jan Vermaas daarentegen was niet verzekerd, en is nu met zijue vrouw eu vijf kinderen in kommervolle omstandigheden. Ongelukkig is daarbij nog een aangreuzend pand, behooreude aan Maarten van Gent, arbeider, be woond door dezen en door Sander de Vries met hunne gezinnen, in brand geraakt en door de vlammen vernield. Ook daaruit is slechts een gedeelte huisraad gered. Van Gent was met huis en inboedel veizekerd, doch de Vries niet. Eerstgen. zijn oude menschen en de anderen waren pas getrouwd. Delft, 28 October. Gisteren in den voormiddag is uit het Oostsiugehvater alhier, aan het plant soen bij het laboratorium, opgehaald het lijk van een persoon, die naar men zegt aan verstands verbijstering leed. Kralingen, 28 October: Een 19jarige dienst meid sprong heden in de langs den Zeedijk ge legene watering en zou zonder twijfel verdronken zijn, indien niet de politie-agent H. A. zich juist daar in den omtrek bevonden had. Door hem werd zij met zeer veel moeite gered, daar zij met alle geweld zich tegen zijue hulp verzette. Teleurgestelde liefde had, naar het schijnt, 't meisje tot wanhoop gebracht' Tilbtjkg, 27 October. In de wijk Hasselt alhier, ter plaatse waar binnen weinige dagen reeds driemaal een brand heeft plaats gehad, werd gis teravond omstreeks 8 uren een man bespeurd, die een bos stroo bij zich had, dat hij in brand stak en naast een korenmijl legde, terwijl hij het daarna op een loopeu zette. De brand werd spoe dig gebluscht, zoodat deze daad geene verdere gevolgen heeft gehad. De dader van dat schrik kelijk feit is tot dusverre niet bekend. Maastricht, 26 October. Niet teu onrechte ver langt de meerderheid der Kamer de leger-orga- nisatie met al wat daartoe behoort, bij de wet, zijnde het eenige middel om eindelijk onder an deren goede kazernen te bekomen daar waar die in den vervolge noodig zullen zijn en waar vaste garnizoenen, in verband met de verdediging, zul len gevestigd worden. Jaarlijks ziet men b.v. aan zienlijke sommen besteden voor onderhoud, her stelling en vernieuwing van kazernen en wat daartoe behoort, te Maastricht, Roermond en Venlo, alle drie gemeenten op slechts een half uur van de grenzen gelegen en waar toch nimmer groote garnizoenen zullen blijven; voor 1873 wordt daar voor op nieuw aangevraagd respectievelijk f 18,000, 5,800 en 13,700. Is dit, met het oog op het aan zienlijk aantal tonnen gouds sedert 1860 eu vroe ger voor diezelfde gebouwen reeds besteed en op de toekomstige defensie, bij de wet te regelen, geeni- geldverspilling? .V. II. Cl.) Venlo, 26 October. Deze week heeft men een begin gemaakt niet de opmetingen tot het vei - grooten van het station, ten behoeve der Cöln- Mindener spoorwegmaatschappij. Het is alzoo ze ker, dat deze Maatschappij geen afzonderlijk sta tion bc/uwen zal voor personen; een goederen- station zal aan den anderen kant der stad ge bouwd worden, aau de Maas 1ÏV GrEZOIV 1>JEIV Waarde Redacteur, Ik lees daar in het Vaderland onder het resi- deutie-nieuws: „Zaterdag-avond zat eene vrouw op een stoep aan de Bierkade met een zuigeling op den schoot. Volgens verklaring van een inmiddels geroepen dokter moet het kind ten gevolge van uitputting en gebrek gestorven zijn." En een weinig verder circa 2 kolommen over Cecilia's Triumftocht in de Hofstad, wegens het verwerven van een prijs in de Seinestad. In de voornaamste andere bladen wordt op gelijke wijze van beide gebeurtenissen gewag gemaakt. Nu kan het zeker niet anders of er komen de meest tegenstrijdige voorvallen in een Courant voor; doch de koude echte courantenstijl van het eerste bij de opgeschroefde en holklinkende be woordingen van het andere bericht vallen hier te zeer in het oog. Hoe „dood leuk" niet waar dat eerste ijselijke voorval vermeld, als gold het een dronken hu zaar die in een goot terecht kwam of een lossen jongen die een standje schopt in een calé-chautaot. En dit bij het vermelden eener gebeurtenis, waarbij u de haren te bergeu rijzen. Want kan het anders of uw medegevoel wordt in de hoog ste mate opgewekt bij het aanschouwen van een moeder, die door gebrek wellicht gedreven, de woning ontvlucht, om elders voor haar zuigeling voedsel te gaan zoeken, maar op dien tocht haar lieveling, door gebrek aan 't noodige, ziet ver smachten? Wordt uw menschelijk gevoel niet ge weldig aangedaan, déér eene moeder te zien met haar eenig kind aan de borst en dat wicht den hongerdood te zien sterven, als ginds in diezelfde stad honderden zich overgeven aan verspilling van datgene, waarmede die moeder gelaafd en dét kind behouden hadden kunnen worden Zie waaide Redacteur, ik had behoefte om dit ter neder te schrijven, vooral loeu ik als tegenstelling dat triomfantelijke bericht van Cecilia's over winning daar naast zag staan. Ik weet zeer goed, het kan souis niet anders in eeu Courant, en toch, dit geval trof mij diep door koudheid eu beknoptheid, en ik had zoo gaarne eeu enkel woordje van medegevoel er in aangetroffen. Doch het is nu eenmaal zoo in de weield, en God geve maar dat die ongelukkige moeder er getroost on der moge zijn, en dat dei gelijke betreurenswaar dige voorvallen in ons „vaderland" tot de zeld zaamheden mogen bchooren. Ik blijf Uw Dw. Dienaar, C. J. M. KOLONIËN. BATAVIA, 14 September. Den lOden September, 's avonds te 7 uren, wer den de bewoners van het Koningsplein en om liggende wijken verontrust door het signaal, dat amok te kennen geeft. Dit duurde tot laat in den avond voort. Een inlandsche bediende van de firma Cavadino en C°. had in last tegen halfzeven eene hoeveel heid gebak aan eeu huis op het Koningsplein te bezorgen. Hij stak dwars het plein over en werd door inlandsche soldaten (men zegt tot het 10de bataljon behoorende) aangevallen, die hem de doos met het gebak poogden te outneinen. De bediende wilde het hem toevertrouwde goed niet algeven en werd daarop door de roovers met negen kris- en messteken nedergeveld. De ouverlaten nuttig den daarop kalm de taartjes en een gedeelte van eeu pastei. Inmiddels bereikte de zwaar gewonde man met veel moeite een plek dicht bij den spoorweg en bleef daar kermende liggen. Na 7 uur werd hij daar gevondeu, het eerst naar een geneesheer gebracht eu daarop naar het Stads verband vervoerd. De politie, wachtvolk eu eene sterke patrouille cavalerie doorzochten den geheelen avond het plein en de omliggende wegen. Men vermoedt dat de daders van de wandaad weder naar de kazerne zijn getrokken, zoodra zij hun met bloed bevlekt feestmaal hadden genuttigd. Men heeft toch geen spoor van hen gevonden. Een ander betreurenswaardig incident deed zich bij het doorzoeken van het in duisternis gehulde, uitgestrekte Koningsplein voor. Een Europeaan, Duitscher van geboorte, in dienst van een photo- graaf alhier, begaf zich uit nieuwsgierigheid naar het plein. Hij werd door gewapende inlandsche soldaten aangeroepen, maar gaf geen antwoord. Vervolgd wordende, keerde hij zich om en loste drie schoten uit een revolver, waardoor een sol daat gewond werd. De soldaten sloegen daarop op hem los, met het gevolg dat hij en de door hem gekwetste man thans beideu in het militaire hospitaal verpleegd worden. De opium-aanhalingen zijn weder met eene en wel vari zeer belangrijken aard vermeerderd. Men zal zich herinneren, dat den 3den d- zer op Kemaijoran (eene aanhaling plaats had. Men vond toeu slechts 150 thails opium bij den Maleier, een Benkoelees, die gearresteerd weid. De heer as sistent-resident liet daar de nasporing voortzetten. Heden slaagde men er in drie enorme blikken bussen niet ongeveer 1250 thails opium, in den grond begraven, te viuden, waarvan de herkomst wel niet twijfelachtig is, maar wellicht moeilijk te bewijzen zal zijn. Bij ordonnantie van den G.-G. zijn goedge keurd de statuten der vereeniging „fonds ten be hoeve van weduwen en weezen van dienarer. eu van hulpbehoevende dienareu vau de factorij der Nederlandsche handelmaatschappij" en is die vereeniging als rechtspersoon erkend. NBat. Hand.) BUITENLAND. België, Het Journal d'Anvers meldt dat in den boezem van de militaire commissie een scheiding is ont staan; de burgerlijke leden zouden zich nl. heb ben teruggetrokken en de discussie door de mili tairen hebben doen voortzetten over den verplich ten krijgsdienst en andere Pruisische maatregelen. De Paix, een anti-militaristisch blad, spreekt het gerucht tegen, dat er een groote manifestatie tegen de militaire hervormingen zou worden op touw gezet te Brussel, door al de clericale ge nootschappen de3 lands. Het Journal de Liège meldt dat de militaire commissie reeds een ontwerp heeft samengesteld, waarvan de hoofdbeginselen zijn: persoonlijke krijgsdienst, vermeerdering van het effectief des legers, verhooging met ongeveer 12 millioen van het oorlogsbudget en de invoering van eenjarige vrijwillige dienstneming. Volgens het Journal de Gand zijn er weder onderhandelingen aangeknoopt om de spoorweg- lijnen van den Grand-Central aan den staat over te dragen. De gemeenteraad van Namen is niet meer voltallig genoeg om te beraadslagen of besluiten te nemen. De liberalen zijn overeengekomen niet meer in de vergaderingen te verschijnen. Frankrytr. Door middel der Correspondence Havas is de vol gende mededeeling aan de Franscbe dagbladen gedaan „De aanwezigheid van pater Secchi als verte genwoordiger van den Heiligen Stoel in de in ternationale commissie vau den meter heeft eene wisseling van verklaringen tusschen de regeerin gen van Frankrijk eu Italië uitgelokt. De Fran- sche regeering heeft daarbij doen uitkomen dat zij geenerlei gezag over die commissie had te doen gelden; de commissie was reeds in 1867 bijeen gekomen, en had toen pater Secchi als vertegen woordiger van den Heiligen Stoel in haar midden. In 1872 heeft de commissie uit eigene beweging hare werkzaamheden hervat en pater Secchi, door den president even als alle andere leden opge roepen, heelt aan die oproeping beantwoord en den titel van vertegenwoordiger des Heiligen Stoels, in welke hoedanigheid hij lid der com missie was, behouden. De Fransche regeering is geheel vreemd gebleven zoowel aau de oproeping der leden tot hervatting der werkzaamheden als aan de samenstelling der commissie. „Het diplomatieke incident, waartoe de zaak heeft aanleiding gegeven, is overigens geheel ge ëindigd." Bij den algemeenen raad vau het departe ment der Seine is het voorstel aanhangig ge maakt om de regeering opmerkzaam te maken op het veelvuldig voorkomen van ongevallen op de spoorwegen, hetgeen door Je voorstellers wordt toegeschreven aan alkeurensvvaardige bezuinigin gen zoowel op het materieel als op het personeel der verschillende spoorwegmaatschappijen. Generaal de Cissey zal aan de Nationale Vergadering een wetsvoorstel aanbieden nopens de inrichting van alle militaire instellingen io Frankrijk. Hij houdt zich ook, in overleg me generaal Letellier-Valasé bezig met hetouderzoe- ken van het ontwerp tot vestiging van nieuwe kazernes te Rouaan, Havre eu Falaise. Men heeft een gerucht verspreid dat de Vereenigde Staten en Zwitserland deu heer Thiers geluk zouden hebben doen wenschen met den afloop der verkiezingen op 20 October jl. Dit be richt was echter van allen grond ontbloot. Er schijnt geen sprake bij de Fransche re geering te zijn van de benoeming vun een Mi nister van Openbare Werken. De hooge raad van oorlog heeft zich een parig verklaard voor de vorming van een staand

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 2