Woensdag
30 October.
j\°. 3904.
A0. 1872.
Feuilleton van liet „Leidsch
Dagblad".
EEN VROUWELIJKE DOKTER DER VORIGE EEUW.
LEIDSCH
AGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden/3.00.
Franco per po3t3.86.
Afzonderlijke Nommera0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVKRTENTIKN.
Voor lederen regelƒ0.15.
Grootere letter* naar de plaatsrciimte die ry bealoan.
Leiden, 29 October.
H. M. de Koningin heeft Vrijdag een bezoek
gebracht aan Manchester. Vergezeld door lord
Derby en eenige zijner gasten, reed H. M. van
bet station naar de beurs the Royal Exchange)
jguist op 't oogenblik, dat al de kooplieden daar
[■vergaderd waren. Met luide en herhaalde toe-
I luichingen werd H. M. door de vertegenwoordi
gers van handel en nijverheid in Manchester ont-
yaDgeo. Toeü H. M. met haar gezelschap zich op
de galerij der beurs vertoonde, werden de toe
juichingen met geestdrift hervat, en de Koningin
betuigde herhaaldelijk uiet de haar eigen min
zaamheid door groeten en gebaren haar dank voor
[leze ontvangst. Lord Derby naar voren tredende,
juadat men van alle zijden zijn naam had uitge
roepen, zeide: //Ik ben hier niet gekomen om
een speech te houden, doch H. M. heeft het ver
langen uitgedrukt, dat ik in haar naain u haren
dauk moge betuigen voor de hartelijke wijze
waarop ge haar ontvangen hebt, en om u te mel
den met welk genoegen zij hier geweest is, waar
door zij een der merkwaardigste zaken gezien
heeft, welke een groote stad oplevert."
In weerwil vau het ongunstige weder was gis
teravond de schouwburgzaal goed bezet; alleen
de heeren uit de loges hadden plaats genomen in
de baignoires, hetgeen ontmoedigend voor de ver-
tooners, onaangenaam voor het publiek is. Men
durfi daardoor toch niet meer in de loges plaats
nemen want men vreest er alleen te zitten.
Wat de voorstelling betreft van het gezelschap
uit den Haag: ze is uitmuntend geslaagd te noe
men, getuige de indruk, dien zij blijkbaar alge-
■ineen op het publiek maakte.
Id het geheele stuk (Johanna Greymuntte mev.
J iValoisSablairolles uit door spel en dictie. Zij
werd waardig terzijde gestaan door den heer
||Spoor die als Lord Dudley, Hertog van Northum-
erland, even krachtig als indrukwekkend was.
venzoo steunde de heer Haspels als Guildfort
udley, zoon van deD Hertog, mev. Valois op
aardige wijze. Zijn voorkomen, zijn costuum,
.et ware van zijn spel deden hem herhaaldelijk
|Oejuicheu.
Johanna Grey voldeed ons iD het 1ste bedrijf
minder dan in de volgenden, waarin zij met den
heer Haspels van een uitmuntende opvatting
blijken gaf.
llev. HaspelsValois, als Eduard VI, voldeed
ons uitmuntend; dan eens gevoelde hij zich blijk
baar kind, als hij met Johanna was, maar dan
ook weer vol majesteit tegen over zijne omge
ving; alleen maken wij de bescheiden opmerkiug,
dat wij niet altijd den zwakken Eduard zagen;
er was bij Eduard niet eenig teeken van zwakie,
afmatting te bespeuren; hij bleef, ten einde
toe, levendig, zelfs na de achtenveertig uren slapeDS.
Wij kunnen nochthans niet nalaten te herhalen
dat wij werkelijk dubbel vrede hadden èn met
bel spel van de artisten in 't algemeen èn met
iet publiek, dat ware verdiensten toonde op prijs
te stellen. Wij vertrouwen dat velen aanleiding
zullen vindeu den schouwburg meer te bezoeken,
wie wij de verzekering durven geven dat nie
mand onbevredigd de zaal heeft verlaten.
Bij de heden gehouden verkooping van Cokes
op het Raadhuis alhier van partijeD van 10, 50
en 100 hectoliters, waren de hoogste inschrij
vingen f 5.80; f 29; f 56; en de laagste 5.60 en
f 28.50.
Volgens een bij het Departement van Koloniën
ontvangen regeeringstelegram, dd. Buitenzorg 26
dezer, is het einde der expeditie naar Deli nabij,
zijn de hoofden van den opstand in onderwerping
gekomeu en worden deze naar Batavia opgezonden.
Men noemt te Berlijn onder heD, die voorden
gezantschapspost te Rome in aanmerkiDg komen,
ook deD graaf Perponcher, gezant van het Duit-
sche Rijk bij het Nederlandsche Hof.
Uit Londen verneemt men omtrent het stoom
schip Batavier
Verscheiden kettingen zijD onder het stoomschip
door genomen en twee groote lichters zijn van
de werf te Sheerness opoutboden om het schip
te helpen lichten. De kist, die volgens zeggen een
groote som gelds bevat ed aan een der passagiers
toebehoorde, is nog niet gevonden, alhoewel ver
scheidene booten zijn gebezigd om er naar te
visschen. Men zegt dat de onfortuinlijke passagier
verzuimd had die som te assureeren of de kist
als lading te doen inschrijven. De kist had op
dek gestaan en is ongetwijfeld door de aanvaring
over boord geraakt. Beambten van het Customhuis
zijn op wacht gesteld bij het wrak. Eenige balen
der lading zijn gebarsten naar boven gekomeD.
Men gelooft dat het schip hij bet eerstvolgende
springtij zal gelicht worden.
Volgens do Gron. Cl. zou de lieer W. A. Schol
ten te Groningen coucessie hebben gevraagd, om
een tweede brug over den Oceaan te slaan, en
wel tussehen Rotterdam en New-York (tijdelijk
tusschen Vlissingen en laatstgenoemde stad), met
schepen van ongeveer 4000 tonnen inhoud.
Meu bericht aan 't Handelsblad uit Arnhem, dat
de Commissaris des Konings in Gelderland, na
sedert jaren de gemeente-secretarie van die stad
niet geïnspecteerd te hebben, thans aldaar, juist
bij ontstentenis vod een defiuilieven burgemees
ter, verschenen is en de zaken in de beste orde
heeft bevonden.
Algemeen noemt het gerucht als aanstaanden
burgemeester van Gelderlands hoofdstad den heer
Mr. F. Pels Rijcken, oud-president van het hoog
gerechtshof ie Paramaribo.
Als curiositeit deelen wij de volgende adver
tentie, uit den Standaard van heden, mede
z/Het voorloopig bestuur van het Anti-Schoolwet
verbond gevoelt behoefte zich bij het naderen der
eerste Algeuieeoe Vergadering, op 30 October des
morgeris te 11 uren, te Utrecht, en op dien dag
zelveD, aan te bevelen in de gebeden van allen,
die de ware vrijheid van onderwijs iü Nederland
liefhebben.-"
Men schrijft aan het Parijsche Mémorial diplo
matique uit Londen, dat de Internationale op dit
oogenblik onder al haar leden in Europa tracht
te organiseeren een collecte, waarvan de opbrengst
zal moeten dienen om een algemeene werksta
king te steunen bij gelegenheid vau de in 1873
te Weenen te houden wereldtentoonstelling. Het
Oostenrijksche Gouvernement zou van dat plan
in kennis gesteld zijn en maatregelen hebben ge
nomen, die, in elk geval, zouden beletten dat
deze werkstaking de minste hindernis in den weg
legge aan de speciale werkzaamheden, welke met
de regeling der tentoonstelling in verband staan.
Onderscheiden fabrikanten te 's-Hertogenbosch
hebben aan het monopolie der eigenaren van
steenkolenmijnen den oorlog verklaard. Zij heb
ben de vuren onder hunne stoomketels met geringe
kosten doen veranderen en stoken thans met voor
deel Hollandsehen en Noordbrabantschen turf.
De Staatscourant behelst het koD. besluit van den
lSden October 1872, tot vaststelling van een re
glement voor de scheepvaart, ter beveiliging van
de beweegbare brug over het kanaal door de
Oude Arne in den Staatsspoorweg van Goes naar
Middelburg; alsmede dat van den 19deu October
1872, houdènde uitbreiding van het Kon. besluit van
30 November 1870 (Staatsblad d°. 184), ter uit
voering van artikel 20 der wet van 22 Juli 1870
(Staatsblad n°. 138), betrekkelijk de geoorloofde
bijvoegingen of veranderingen in gedrukte ofdaar-
mede gelijkgestelde stukken, die op den voet van
artikel 18 der gemelde wet ter verzending met
de post worden aangeboden.
De Minister vao Koloniën maakt in de Staats
courant bekend, dat voor deu dienst der gouver-
nements-marine iu Ned.-Indië zijn beooodigd drie
derde stuurlieden. De voorwaarden van aanmel
ding zijri daarbij opgegeven.
De Minister van Financiën maakt bekend, dat
bij hem ontvangen is eene som van f 32.72s, door
een onbekende, ouder de letters V. W. (postmerk
's-Hertogenbosch) van 26 dezer, tot voldoening van
verschuldigd successierecht ingezonden.
Z. M. heeft den heer H. A. A. baron Collot
d'Escury, te Houtenisse, benoemd tot schoolopz.
in het zesde schooldistrict der provincie Zeeland.
Z. M. heeft aan de na te melden officieren bij
de dd. schutterijen, op hun verzoek, eervol ont
slag verleend, alste Nijmegen aan F. Ph. Röpcke,
als 1ste luit.; te Amsterdam, aan J. H. Weissen
bach, als 1ste Init.-kwartierui. en aan Mr. W.
H. de Beaufort, als 2de luit. Voorts zijn bijdedd.
schutt. benoemd: te Nijmegen tot lsten luit. Jhr.
O. Engelen van Pijlsweert, than9 2de luit.; te
Amsterdam, tot lsten luit.-kwartierm, J. L. Kraus,
thans adj.-onderofficier. Voorts is aan R. W. J.
M. Schrojeustein-Lantman eervol ontslag verleend
als kapt. bij de 2dè comp. van het 6de bat. rust.
schutt. in Overijsel od bij de rust. schutt. be
noemd: iD Noord-Holland, 2de bat. 1ste comp.,
tot lsten luit. H. A. Tinholt, thans 2de luit. bij de
2de comp.; tot 2den luit. A. Zuidscharwoude,
thans schutter, en P. Pranger; 2de comp., tot 2den
luit. J. Simon; in Utrecht, 1ste batt. 3de comp.,
tot 2den luit. F. A. van Geytenbeek, thans schat
ter; in Friesland, 8ste bat. 5de comp., tot lsten
luit. J. J. van der Goot, thans 2de luit.; tot 2den
luit. D. J. de Jong, thans schutter; in Overijsel,
7de bat. 3de comp., tot 2den luit. G. M. F. Lant-
man, thans schutter.
Z. M. heeft aan L. G. Vernée, burgemeester
der gemeente Zaandijk, op zijn verzoek, eervol
ODtslag verleend uit die betrekkiDg; aan Jhr. J.
A. G. Ploos van Auistel, op zijn verzoek, eervol
ontslag, als burgemeester der gemeente Maasland,
en in zijne plaats als zoodanig benoemd Ph. Vet-
hagen Metman.
Z. M. heeft aan den matroos der 2de kl. P.
Huisman, dienende op Zr. Ms. stoomschip Vice-
Admiraal Koopman, wegens de redding van een op
16 Augustus jl. ter reede van Batavia in het water
gevallen matroos, als blijk van Zr. Ms. goedkeuring
en tevredenheid, toegekend de bronzen medaille,
ingesteld bij besluit van 22 September 1855, als
mede een loffelijk getuigschrift.
Z. M. heeft goedgevonden in den loop van het
jaar 1873, op den voet van het bepaalde bij besluit
van 18 Augustus 1871, en alzoo voor den tijd van
vijf jaren, te detacheeren; a. bij het leger in Ned.
Indië, den kapit. D. H. P. Andreae van het 8ste
reg. inf., de 1ste luits. B. van Erp Taalman Kip
en H. G. J. van Hoogstraten, van het reg. gren.
en jagers, den lsten luit. J. F. T. Major, van het
4de reg. infanterie en den lsten luit. H. van Gels
dorp, van het 2de reg. vest.-art.b. bij het leger
hier te lande, den kapit. M. L. L. Schell, den lsten
luit. C. B. A. Opscholtens en de 1ste luits-adj.
F. Pompe van Meerdervoort en H. W. F. Tram
burg, van het wapen der inf., mitsgaders den
lsten luit. F. H. Vervat, van het wapen der artill.
in Nederl. Indië, en zulks wel de vier eerstge-
noemden respectievelijk bij het 3de, het 5de od
het 7de reg. inf., en laatstgemelde bij het 2de reg.
vest.-art.
BINNENLAND.
Amsterdam:, 28 October. De kiesvereeoiging Bur
gerplicht heeft den heer Jolles candidaat gesteld
bij de aanstaande, herstemming voor een lid van
de Tweede Kamer. Voor den gemeenteraad zul
len de vroegere candidaten worden gesteund.
De kiesvereeniging Nederland en Oranje heeft iD
hare hedenmiddag gehouden vergadering beslo
ten, aan de aanstaande verkiezingen voor de
Tweede Kamer en den Gemeenteraad geeD deel
te nemen.
's-Gravenhage, 28 October. In den namiddag
van 11 September jl. stelde de kapireinkwartier-
Doctor Christiaan Polycarpus Leporin, ;/medi-
ciuae practicus" te Quedlinburg, gaf zelf zijn
zoon onderricht in de christelijke geloofsleer en
ia het Latijn en had er niets tegeD, dat zijn
plochterlje Dorothea Christiaue, geb. iD 1715, aan
lat onderwijs deelnam. Het meisje gaf du zoo-
itanige blijken van aanleg en kreeg zulk een
gtooten lust in de studie, dat haar vader niet be
sluiten kon haar daarvan af te trekken, toen hij
laier zijn zoon door 't bestudeeren van geneeskun
de werken voor de universiteit bekwaamde. Hij
zetie de studie met haar voort, ook toen de zoou
»aar de academie vertrokken was. Wel schreeuwde
Qieu daar moord en brand over in Quedlinburg,
waar het kweeken van bloemen zoo geurig ge
paard gaat met het mesten van varkens, en waar
'oen ook nog een rijksabdis in vorstelijke waar
digheid met een heel convent van adellijke da-
nes heerschte; maar de waardige doctor Leporin
voüd geeD roeping zich daaraan te storeD, hij
oefende zijn rijk begaafd kind in de praktijk, en
weldra kon Dorothea Christiane haar vader, als
hij verhiDnerd werd, aan het ziekbed vervaDgeD.
Zij was zoo vlijtig en studeerde zoo vol ijver,
dat zij zelfs voorspraak vond bij eeuige dames
vau het hooge couveut, die den kuning zoo gun
stig voor haar wisteD te stemmen, dat Frederik
de Groote bij een schrijven van 14 April 1742
„die Leporiuio" aan de medische faculteit te
Halle zou aanbeveleo, indien zij verlangde te
promoveeren als dokter.
Maar mejuffrouw Dorothea greep toen niet naar
den doctorshoed, maar bood hart en hand aan
mijnheer den diakeu Johan Christiaan Erxleben
te Quedlinburg, met wien zij zeer gelukkig leefde.
Dit geluk was echter niet van langen duur, daar
haar man Da een lange en zware ziekte overleed,
en zij met vier weesjes achterbleef, terwijl de
nood voor de deur stond.
Toen nam zij een kloek besluit en schreef haar
//Specimen inaugurale": de eo quod nimis cilo acju-
cunde curare, saepius fiat causa minus tutae curationis,
m. a. w. eene verhandeling over de al te schie
lijke eu aangename, maar daarom ook dikwijls
onzekere geneziDg der ziekten.
Daarmee zal mevrouw wel eene gewonde plek
bij de toen gebruikelijke behandeling geraakt heb
ben; ook schijnen de geleerde heeren er niet veel lust
iD gehad te hebben om aan de weduwe de waar
digheid van dokter te verleenen. Maar zij had
altijd hare oude beguDstigsters nog, en zoo kwam
er een koninklijke boodschap van 6 Maart 1754
aan de medische faculteit te Halle, ten gevolge
waarvan de candidaat den 6den Mei tot het exa
men werd toegelaten, //bij welke gelegenheid zij
alle quaesliones theoreticus et practicus, inhetLatijD,
twee uur achtereen met zulk een degelijke nauw
keurigheid en bescheiden welsprekendheid be
antwoordde, dat alle aanwezigen vau hare kunde
volkomen overtuigd waren." Op het daarover aan
den kouing gezonden bericht, gaf deze //rector
magnificentissimus" der Frederiks-uuiversiteit bij
een eigenhandig rescript van 18 Mei de faculteit
de volmacht om deze candidaat op de gebruikelijke
wijze den /,graad" te verleenen. Den 12den Juni
werd Dorothea Christiana Erxleben in het. audi
torium van professor Dr. Johanu Junker, een in
die dagen wereldberoemd anatomist, ontboden, en
legde hier voor eene groote verzameling van voor
name personen, mannen zoowel als vrouwen,
professoren en studenten den eed als dokter af,
ontving daarna hoed, ïiug en mantel, terwijl haar
het diploma dadelijk werd uitgereikt. Daarop hield
mevrouw de dokter een korte rede, waarin zij
zeer gepast haren dank jegens God, den koniDg
en de faculteit betuigde. //Zij had een aanvallig
gelaat en iets voornaams over zich. Niets was
aangenamer, dan te zien met hoeveel bescheiden
heid zij de gelukwenschingen der aanwezigen
ontving."
Jammer, dat men over haren verderen levens
loop geene berichten heeft, 't Is te hopen, dat
zij een praktijk gevonden heeft, die haar instaat
stelde, om de vier weezen een goede opvoeding
te geven, want dat zal haar wensch ook wel ge
weest zijn. Voor haar huwelijk had zij een boek
geschreven dat te Berlijn is uitgekomen in 1742,
getiteld; Grondig onderzoek, waarin uitvoerig
wordt aangetoond het verkeerde om de vrouw
de studie te ontzeggen, en de mogelijkheid, de
noodzakelijkheid en het nut dat zij zich op ge
leerdheid toelegge, door Dorothea Christiana Lepo-
riDin, met éene voorrede vaD haar vader D. Christ.
Polycarpi Leporin med. pract., waarin veel ge
vonden wordt, dat du als iets heel nieuws wordt
verkondigd. Iu die dagen schijnt het reeds indruk
gemaakt te hebben, daar in 1749 een tweede
uitgave onder den titelVerstandige gedachten
over de studie van het schoone geslacht, Frank
fort en Leipzig 1749, van verscheen.