Nog iets oyer liet „Armen Wees- en Kinderhuis" te Leiden. Ooitkhbhbk, 2li October. Dezer dagen werd alhier eene vrouw, moeder van een buiten huwe lijk verwekt kind, gerechtelijk ter verentwoor- diug geroepen, wegens het te weinig voedsel verschaffen en ergerlijke mishandelingen aan liaar zevenjarig dochtertje toegebracht. Urk, 22 October. Het vaartuig, dat in de vorige week in de nabijheid van dit eiland is veronge luk!, zil thans ten \V. Z. W. op lü uur afstand, nagenoeg in liet vaarwater van de Lemmer op Auistcidaiu. Het ligt gedeeltelijk boven water. Hablingen, 22 October. De Noordsche brik Gonstanlia, kapiteio Olsen, op de Kigchel gestrand eu door 't scheepsvolk verlaten, is door Harliu- gers, als bergers, in bezit genomen en door de stoomsleepboot Magnet II vlot gemaakt, hier bin nengebracht. IJet scheepsvolk is echter bij't door varen van de brug aan boord gesprongen om het schip weder in bezit te nemen. LtAtMER, 22 October. De gemeenteraad van Lemsterland heelt dan toch éen uit zijn midden gevonden, genegen om als ambtenaar van den burgerlijken stand op te treden. Het is de heer H. S. Klijusma, te Echten, dié zich op de hem uitgebrachte benoeming heeft laten welgevallen en daarvoor zekerlijk den dauk van menig paar, dat op het punt van trouwen staat, heeft ver worven. Vlissingen, 23 October. B. en W. zijn in een gisteren gehouden zitting door den Gemeenteraad gemachtigd pogingen te doen, om eene inrichting tot stand te brengen, welke tnet het oog op de toekomst van Vlissingen hoogst noodzakelijk is te achten, namelijk het maken van een drijvend ijzeren dok. Men had de verwachting gekoesterd, dat op de staatsbegrootiog een post daarvoor zoude zijn uitgetrokken. Nu uren in die verwachting is teleurgesteld, zal bij de Tweede Kamer der btaten-Generaal eeu adres in dien geest worden iDgediend en afschrift daarvan aaD de Ministers worden gezonden. Zierikzee, 23 October. Heden arriveerde alhier de Reddingschokker N°. 2, schipper G. van Duin, aan boord hebbende de equipage van het veronge lukte Fransch schoonerschip Jeune Noémie van Roche-Bernard naar Rotterdam niet een lading rogge. Het schip is 22 dezer op de Westpunt van de Zeehondenplaat aau den groud geraakt; de Reddingschokker was onmiddellijk in de nabijheid ter adsisteDtie. Ankers werden uitgeworpen om te trachten het schip af te brengen, doch de toe nemende wiDd en zee sloegen het schip van de ankers en stootteu het zoo geweldig, dat er weldra 3 voet water in stond. Schipper van Duin wilde toen het uiterste beproeven, door te trachten het schip al' te zeilen, hetgeen hem dan ook gelukte: doch iu diep water gekomen bleek het, dat het schip zoodanig gebroken was, dat men reeds spoe dig genoodzaakt was lijfsbehoud te zoeken iu de bouieu, waarna het schip geheel zonk nabij de Wrakton van den Banjaard, aan den ingang van het Brouwershavensche zeegat. De kapiteio roemt zeer het menschlievend ge drag eu de betoonden moed en volharding van schipper van Duin eu de bemanning van den Reddiugschokker, die zelfs geen levensgevaar heb- beu ontzien om te trachten redding aau te brengen zoowel voor het schip als de equipage. Vau schip eu ladiDg zal denkelijk niets terecht komen. INGEZONDEN. Met belangstelling heb ik kennis genomen van al hetgeen is overwogen betreffende dat ge3ticht, sedert ik daarover mijne beschouwing ter neder schreef in het Leidsch Dagblad van 12 Juli jl. u». 3810. Het deed mij genoegeu dat de minderheid der Raadscommissie met mij den kerkelijken oorsprong van dat gesticht vasthield en de meerderheid, over die quaeslie heenstappende, zich terecht op de oorschriften der bnrgerlijke wetten beriep in verband met den leitelijken toestand. Up eene loyale wijze geeft de Raadscommissie aau den Kerkeraad liet middel aan om zijne wenschen vervuld te zien, door de toezegging op haar voorstel door deo Raad aan deQ Kerkeraad gedaan, „dat zoo er meer aannemelijke „(horstellen werden gedaau dat die in ernstige „overweging zullen worden genomen.'' De Commissie gaat nog verder en liet eene Memorie van Toelichting op die toezegging voor algaan door de verklaring: dat de regeeriug er belang bij heeft zoolang er subsidie wordt ver strekt, om dat gesticht vau harentwege te bestu- reu en dat de geheele zaak zich in de quaeslie van het subsidie oplost en voegt er ten 6lotte bij „zoo is het ook met het Minnehuis gegaan." Het is een feit (de oorsprong daargelaten) dat het Weeshuis vau oudsher vau regeeringswege is beheerd en bestuuid en daarom geldt hier ook hel antwoord van deD Minister aan de Wetge vende Macht bij de beraadslagingen over art. 2 der Armenwet. De vraag luidde: „Ofinstelliugeu „waarvan het bestuur wordt geregeld door het „burgerlijk gezag, waarvan de bestuurders door „den Rand worden benoemd en aan den Raad „rekenplichtig zijn, geteld moeten worden onder „de besturen bedoeld in alinea a van dit artikel?" „Ik antwoord" (zeide de Minister) „ja. Het zou „mogelijk kunnen wezen, dat de oorsprong van „vele eene andere is dan van de burgerlijke over- „heid maar als ten gevolge van latere verande ringen de bovengenoemde drie omstandigheden „samenkomen, dan is er geen grond om die in stelling niet onder de gemeenteïnstellingen te „tellen." Dit gevoeleu van den Minister is bij de toe passing van art. 2 der Armenwet allerwege om helsd, zoo zelfs dat er vele gestichten van bijzon deren oorsprong zijn, die geen subsidie van ge meentewege ontvangen en die toch vanwege de overheid worden beheerd en bestuurd. W il de Kerkeraud nu zijn wensch vervuld zien, welnu hij doe afstand van de subsidie door te bedanken voor de trapsgewijze vermindering. De Hervormde diaconie heeft vro ger het goede voor beeld gegeven wat men door energie en door een vasten w.l vermag, en zij is het vooral die ten deze het gewicht moet in de schaal leggen door huar finaucieel vermogen daartoe in staat gesteld, zonder daarom harerzijds jacht te maken op be heer of superintendentie over dat gesticht. Zij heelt haar handen vol genoeg met de huiszit tende hehoeftigen, met het Minnehuis en met de Armenbakkerij. Hare fondseu zijn toereikend om met het subsidiestelsel voor Gereformeerde armen en weezeu te breken, indien hare bestuurders den moed hebben om overleg en zuinigheid zon danig iu praktijk te brengen, dat het getal be hoeftige» ufneemt door inkrimping van bedee ling enz. tot richtsnoer aanneemt en vasthoudt: i/Niet bedeelen is regel maar bedeeleu is excep tie." Dit moge hard kliukeu en gemoedsbezwaren opwekkenechter hoe uieer men dit beginsel doorvoert hoe gezegender de strekking is voor het algemeen belang nog meer voor de uaatn-be- hoeftigen in het bijzonder, maar boveu alles voor eigene zelfvoldoeuiug, omdat zij later zich verr heugeu zullen dutgeeu tot stand te hebben ge bracht, wat de betweters in hen afkeurden eu veroordeelden. Goede Diakeneu naar de schut: tiug der armen, zijn in den regel slechte en daarom duur. Men hale zich liever de valsche beschuldiging van „onedelmoedig" op den hal^ dan dat men den schijn aanueemt om door veel te bedeeleu Gode een dienst en den behoeftige» tot weldaad te ziju. In het Stedelijk werkhuis, dat proefondervindelijk goed werkt, hebben dia kenen een krachtig hulpmiddel om weinig en alleen in onvermijdelijke gevallen te bedeelen. Het is waarveel hoofden veel zinnen, maar ik her-1 haal met energie en met vasten wil wordt het doei bereikt. Gutta cavat lepideml Eene radicale omkeering in eene administratie, van welkeD aard ook, gaat niet zonder botsing vergezeld. Beginnen wil iedereen die den feitelij ken toestand afkeurt, maar om door te voeren en door te zetten hiertoe ontbreekt het niet zel den aan kracht maar vooral aan moed. Men wordt weêrhoudeu door persooulijke cousideratiën, men vreest vrienden tot vijanden te krijgen of voor name ingezetenen tegen zich in het harnas te jagen. De rekening met de laatsteu wordt nooit afgedaan, want al worden de goede resultaten openbaar en al getuigt het tegenwoordig opko mend geslacht van de gezegende gevolgen, het beginsel dat u aanvuurde oin den ommekeer tot stand te brengen wordt zoo al niet miskend, in twijfel getrokken door uwe beweegredenen aan zelfzuchten hoogmoed toe te schrijven. Deeenige kroon op uwe drijfveeren en op de daaruit ver- kiegeu resultaten vindt ge in eigeu boezem, als het gebouw door uwe energie, vlijt eu volharding is opgetrokken en voltooid. De nazaat, al noemt men uwe namen niet meer, plukt de gezegende vrucht vau uwen arbeid tot heil der maatschappij. Men steuoe niet te veel op collecten en giften, want de rechtzinnigcn hebben de christelijke deugd der liefdadigheid niet met de Durdsche vadeien gemeen. De Leidsche Hervormde diakonieis wat haren financieelen toestand aangaat in de laatste 15 jaar mondig gewordeu, indien zij die hare huishouding besturen op het siuk vau bedeeling zich meerderjarig betoouen. MeD verdiepe zich niet te veel in cijfers en wiskunstige berekeningen. Men behoort bij bet maken van begrootiug ten deze de orde om te keeren. Men rame eerst de ontvangsten eu tegcle daarna de uitgaven. Indien dit bij admiDigtratiën en huishoudingen wat meer gedaan vveril, men zou zuiniger wordeu en men zou minder voor „tekorten" staan dan thans bij de hoogste raming van te doene uitgaven. De diaconie strekke al weder tot voorbeeld. Toen zij iu 1853/51 het be ginsel in de hand werkte om de subsidie jaarlijks met '/in !e verminderen, toen haalde men de schouders op eu uien schertste met het ideaal van prijsgeving der subsidie: destijds nog met inbegrip van die der kraammoeders f 40,000 jaarlijks. Tien jaren later, in 1862, was die werkelijk op gehouden en de Hervormde diaconie had de andere armbesturen tegen wil en dank medegesleept, trots hun verzet en beroep op onmacht; maar nood leert bidden, nieuwe bronnen werden geo pend en diakenen gingen vveêr doen wal zij vroeger nalieten, om alles te doen wat strekken kon lot vinding vau inkomsten, zonder te leunen op het verderfelijke subsidie-stelsel. Namvlijks was de Hervormde diaconie vrij, of zij ging ver der. Van hare administratie was in 1848 hét Minnehuis door de Regeering afgescheiden ge worden en dat gesticht genoot destijds eene subsidie verminderd tot op ƒ18,000 jaarlijks. De diaconie, niettegenstaande de trapsgewijze vermindering der subsidie in 10 jaren tot nihil door zuiniger beheer, had nog aanzienlijke sommen gekapita liseerd, behalve f 35,000 obligatoire schulden afgelosten vau af 1862 het verhaal op het do- micilium van onderstand prijs gegeven, hetgeen eene vermindering van f 3000 inkomsten jaar lijks veroorzaakte niettegenstaande de collecte in 1844 nog 10,000 tot op '/i was gereduceerd in de volgende jarenzij had daatenboven nog voor 70,000 arbeiderswoningen gebouwd eu in 5 jaren 15000 besteed aau de diaconie-school, en toch begon zij in den Kerkeraad en bij de Regeering voorstellen te doen om voor de sub sidie vau het Miuuehuis te bedanken eu om dat beheer bij de diaconie over Ie nemen. Doch die voorstellen werden niet zoo gretig opgenomen, want èn Regeeriug èn de Kerkeraad schonken daaraau hunne adliacsie niet, zelfs werd zulks bij de Synode door invloeden van buiten afgeweerd door hare verklaring (N.B.) dat de diaconie te Leiden toch in normalen toestand verkeerde, al bedeelde zij alle armen niet (sic!) De Regeeriug, tuk op superintendentie eenerzijds en nog gevoe lig over de gebeurtenissen van 1848 anderzijds adviseerde tegen de pogingen daartoe, toen de Minister desaangaande oin inlichtingen vroeg; de Kerkeraad stemde die af omdat de diaermie eene noait te verwezenlijken illusie zich schepte En toch is het na verloop van weinige jaren ver rassend om vau de Raadscommissie deze uitspraak te hooreu „zoo is het ook met het Minnehuis gegaan Onverklaarbaar is mij steeds deze uitspraak der Synode gebleven, doch ook hier was de invloed overwegeud van dezelfde persoonlijkheid die door de regeeriug den kerkeraad beheerschle. Dat heet inen weven met drie getouwen. Jammer maar dat destijds de Synodale commissie den zonden- last moest dragen. Haar werd verweten door de Synode dat zij in haren ijver te ver was gegaan om aangaande het Minnehuis zich tot de Hooge Regeering te wenden. En toch wordt er nu iu den Raad gezegd: „Zoo is het ook met bet Min nehuis gegaan." Daar waar zulke cijfers spreken, zijn alle ver dere redeneeringen, hetzij loftuitingen, hetzij aan- of opmerkingen overbodig. De Kerkeraad heeft thans veel vóór boveu de diaconie destijds, voor hein zijn de bclemmerin gen van de zijde der Regeering weggeruimd. Maar hoe is het gesteld in eigen boezem De moderne Kerkeraad had voor weinige jaren zeker den moed wel gehad om de voorstellen in zake het Minnehuis aan te nemen, ware het niet dat andere invloeden gewerkt hadden, uit Vrees voor nieuwe verwikkelingen. Een kijkje te neinen bij ziju tegenpartij kan zijn nuttigheid hebben maar haar ter wille te zijn ten koste van het algemeen belang verdient afkeuring. Er moesten door verloop van ettelijke jaren nieuwe toestanden geboren wordeD, personen moesten plaats maken voor andere personen, en het algemeen belang door opheffing van partij- idée kon alleen tot staud brengen hetgeen tot stand is gebracht door wederzijdsche invloeden tot bereiking van een en hetzelfde doel. De zaak was in staat van wijzen, maar de uitvoering moest aan anderen worden opgedragen. De een zaait de andere maait. Zoo is het ook gegaan met de Gemeente Commissie van liet Ned. Herv. Kerk genootschap. Theorie is heel wat anders als praktijk. Iu theorie is de individualiteit, in den goeden zin des woords, niet te verwerpeu, maar in de prak tijk blijft zij een vreemdeling. De invoering van art. 23 van 't alg. regl. bijv. is op zich zelve in de theorie uitstekend, maar de praktijk heeft andere dingen doen zien. Zij heeft de Herv. Kerk drie eeuwen teruggezet en hoe staan de moderne individuen tegenover haar? Invloed uit te oefenen dood mannen van uitstekende bekwaamheid, hoe eerlijk en ter goeder trouw ook gemeend, kan ook uoodlottig werken, dit heeft het Minnehuis en de invoering van art. 23 geleerd. Men kan ook al te rechtvaardig zijn tegenover hen die geen recht voor allen gedoogen. De meerderheid des kerkeraads vau thans wat zal hij doen? Zal hij meer aannemelijke voor stellen doen in zake het Weeshuis aan de regeering? Zal hij den moed hebben om over het finaDCieel bezwaar heen te stappen? Ik betwijfel het. Het groote getal zielen eu zielijes die iu het Weeshuis verpleegd worden, trekken wel aan, maar het parasieten-systeein is bij de meerder heid luheeiusch op godsdienstig, zedelijk en fi nancieel gebied. De meerderheid zal willen be- heeren en besturen mits dat een ander betaalt. Ook bier moet de overheid de zondenbok blijven en de schuld betalen. De kr-kernnd kan als hij maar wil en als hei hem ernst is. Hij spreke nu niet meer over den oorsprong on die in hei midden wordt gelaten Er is alleen sprake van beheer en bestuur van het Weeshuis, en de Regeeriug geeft het den Kerkeraad iu den mond om ie verklaren: wij bedanken voor de subsidies, en de Kerkeraad ziel zijn wensch vervuld. De overgangsbepalingen vol gen dan geleidelijk van zelf. Energie en zuinig, heid en een goed begrip van armen-aduiinistralie stelt hem iu staat oui iu de stoffelijke behoeften vau alle hervormde armen met de kapitalen jer diaconie te voorziendaarvan beu ik ten voV« verzekerd en dauroin verheugt het mij dat Raadscommissie daarin eenen vorschenden en voor zich eenen bevredigenden blik heeft gesla. gen en op zulk eene loyale en royale wijze dei hamer van het beheer en bestuur van het Wees huis aan den Kerkeraad aanbiedt. Het hangt dm van den laatste af om dien aan en over te nernei eu dien dan verder toe te vertrouwen aan waar dige mannen die zooals de tegenwoordige Re- geuten het gesticht tot sieraad strekken, vooral wanneer zij, ai rneer en meer zelfstandig, niet meer zullen overstemd worden by eene te doene keuze van nieuwe medeleden, die als aangewe zene personen niet kunnen gemist worden, al be- hooren zij niet tot de aristocratie maar wel tol den uijvren burgerstand. Titels en familie-wape neu zijn geen vereischto voor het regentschap. Het belaug van mijn geboortestad, de eer der armenzorg orn in kerkelijken normalen toestand te komen, moeten de heerschende beginselen zi/, en blijven om eindelijk te bereiken wat vroegei oudeukbaar, ja onmogelijk scheen. 23 October 1872. H. Z. BUITENLAND, Frankrijk. In het werk van Edmond Texier, Vingt tnois it présidencc, vindt men, behalve hetgeen over Thiers zeiven verhaald wordt, een hoofdstuk gewijd aan de constitutioneele quaesties van den dag, dat daarom te meer voor belangrijk gehouden wordt, daar uien het algemeen, of door Thiers zeiven bewerkt of ten miDSte door hem goedgekeurd, beschouwt. Het voorstel van eenige monarchistische af gevaardigden, om Thiers het presidentschap voor zijn leven op te dragen, vindt geen bijval. Thans spreekt men weer van een verlenging van zijoe macht voor 4 of 5 jaar. Woensdag is de bekende dichter en schrij ver Théophile Gautier (geb. 31 Aug. 1811) In Parijs overleden. Het Journal O/ficiel deelt een statistiek mede van de goud- en zilver-productie in de laatste jaren. Volgens de daarin voorkomende opgaven werd er van 1857 tot 1871 eene som van 9 mil liard 719 milloen aan goud en van 3 milliard 867 milloen aan zilver gewonnen, Hetzelfde blad raamt het bedrag van al het voorhanden edel metaal op de aarde op 65 a 66 milliard, waarvan 80 milliard aan goud. België, Het legeu de aaustaaude heropening der zit ting van de kamers gereed gemaakte budget voor 1873 bedraagt in ontvangsten en uitgaven 106,850,000 francs, of nagenoeg 700,000 francs minder dan het budget voor bet loopeude jaar. Het budget voor de publieke werken, welke niet in het algemeene budget begrepen zijn, be reikt iu ontvangsten en uitgaven een eindcijfer van 53,202,054 francs. Vermoedelijk zullen de kamers niet door dec Koning geopend worden. Men beeft misschien het spoor ontdekt van de daders der talrijke diefstallen, die voor eeni- geu tijd, ten nadeele der reizigers op de Belgische spoorwegen, hebben plaats gehad. Meu heeft naar het huis van arrest te Verviers vervoerd een der ontrouwe ambtenaren, die als een der dieven wordt beschouwd en reeds bij ziin ondergaan verhoor tot een bekentenis is gekomen. DuitsGlLlan<l. Het Dresd. Journ. meldt dat de staatsminister Dr. v. Gerber ziju rechter bovenarm heeft ver stuikt, terwijl hij bij 't afstijgen uit een rijtuig gevallen is. Aan de vereende pogingen van eenige geneesheeren is bet gelukt den arin weer in 't lid te brengen. De minister zal eenige weken, rust behoeven, om geheel te herstellen. Voor de tentoonstelling te VVeenen is van regeeringswege 12000 thaler uitgetrokken. Aan de Augsburger Allgemeine Zeiling is uit Müricheu het volgeude oflficiense bericht toege zonden: „Sedert eenige dagen wordt door sommige bla den verspreid dat de stelling van sommige onzer ministers weder wankel gewordeu is en dat er een nieuwe ministerieele crisis zal plaats hebben. Wij kunnen verzekeren dat al die geruchten on gegrond ziju eu blijkbaar alleen uitgestrooid wor deu door eene partij, welke de politieke positie van Beijeren op alle wijzen tracht mogelijk te maken."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 2