7 October. N°. 3884. Maandag A°. 1872. Feuilleton vau het „Leidsch Dagblad". SIBYLLA'S HANDSCHRIFT. LEÏDSCfl PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden p«T 8 maandenƒ8.00. Pranoo per post.iv.j„3.85. Afzonderlijke Nommera„0.05. - Deze Courant wordt dagelijks,, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES. Voor lederen regel....1yO.16. Grootere letten neer de pleet,ruimte die sfj bealaen. Lelden, 5 October. in de maand September zijn binnen de ge meente Leiden geboren 125 kinderen, als: 61 joons en 61 dochters; overle len 84 personen, als: 7 mannen, 12 vrouwen, 31 zoons en 84 dochters; daareuboven als levenloos aangegeven 7 gehuwd 25 paren. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen vao 98 tot 121 vol wassen personen en van 32 tot 49 kinderen. I'lAllaSldV &W&1G bi.Vi- övi I Gedurende het badseizoen 1872 zijn aan de Zwem- en Bad-Iorichting Rhyniigt 25,898 baden genomen. Door het tooneelgezelschap, onder directie van den heer J. C Valois, uit 's-Gravenhage, zal Ook dit jaar het speelseizoen te Leiden geopend worden en wel met: Fiammina, een tooneelspel in 4 bedrij ven, uit het Fransch, vertaald door deu heer Bigot. Het is een oud eu bekend stuk en uit de rolver-- deeling mogen wij verwachten dat ons een genot volle avond zal Worden bereid en in die verJ onderstelling hopen wij zelf en raden wij anderen aan, met ons, deze eerste voorstelling bij te wonen. Reeds sedert eenigen tijd heeft zekere v. Z. de brutaliteit gehad om bij den heer Roomburg, wonende in de Donkersteeg alhier, nu en dan timmermansgereedschap op naam van zijn-baks te halen. De politie, hiervan onderricht gétvórden) heeft een onderzoek ingesteld, met het gevolg, dat de oplichter zich thans reeds in het huis van arrest alhier bevindt en de doof hem opgelichte voorwerpeu, ter waarde van ougévfeër 60, voor het grootste gedeelte reeds zyn opgespoord en en mede teu dienste der justitie kunnen wordeD -'gesteld. Gisteravond werd bij den kastelein B. alhier- een man, niet in deze si ad woonachtig, die een viool bij zich had, waarop hij nu en dan „speelde,", door een beroerte getroffen. De kastelein en-; ]de aanwezigen hielden dit voor bedróg, zoodat fhij, na weer bijgekomen te zijn, doof een agenf 'van politie vergezeld, het gezelschap verlaten: -moest. Op de Vischmarkt gekomen kreeg de man' ivoor de tweede maal eeu „beroerte" eb vandaar' 'werd bij, na zijn tweede herstel, door een menigte' menschen gevolgd, eerst naar't bureau van politie gebracht en ten slotte naar zijn nachtverblijf, na nog voor de derde en vierde maal eveü door een 'beroerte te zijn overvallen. De Minister van Oorlog heeft aan de bevoegde militaire autoriteiten zijn verlangen doen kennenI om van den I5den dezer inaand tot ultimo Fe bruari e. k. geene voordrachten tot het toekennèn van pensioeu of vau gratificatie bij ontslag uit den dienst wegens lichaamsgebreken aan onder officieren en verdere militairen in te zenden, dan alleen wanueer door hen, die daarvoor in aanmerking zullen kornen, uitdrukkelijk het ver langen wordt te keunen gegeven, om, niettegèn- staande het min gunstige, jaargetijde uit den diens); te worden ontslagen. Aan het ons toegezonden jaarverslag over 1871, van de Maatschappij van Weldadigheid, ontleeneb wij de volgende bijzonderheden: Qp 31 December 1871 telde de bevolking, in et inbegrip der ambtenaarsgezinnen, 2006 zieleni tegen 2062 zielen, op ultimo December vad het vorige jaar. De aanvragen om dieusibo-» den uit de koloniën, zoowel jongens als meisjes; is Steeds toenemende, zoodat bet moeielijk word! daaraan ten allen tijde te voldoen. Over het ge heel gaf de bevolking vele reden tot tevredenheid; Ook de gezondheidstoestand was over het geheel bevredigend; van epidemieën bleven dekoloniëq bevrijd. Wat het ledental aangaat, wijst het verslag, in plaats van dé vroeger bijna geregelde vermin dering, thans eene belangrijke aanwinst van ledeii ifi sommige plaatsen aan. Ook hebben verschei dene 'ledén hunne jaarlijksche contributie aan zienlijk verhoogd. Mët belangstelling ziet het bei Stuitr dén verderen uitslag van de ijverige po gingen der afdeeling Amsterdam tot vermeerde-I ring van het ledental te gemoet. Te Barnevéid en 'te Westblokker zijn nieuwe correspondent^ schappen gevestigd. Zelden mocht de Maatschappij van Weldadig heid zich in meer krachtige stoffelijke! bewijzed van sympathie verheugen -dan in 1871. Weder schonk Z. M. de Koning de jaarlijksche gift van f 500. Prinses Marianne gaf een aandeel in de rentelooze leeuiug, groot f 1000 ten geschenke) Van een onbekenden gever, die nu reeds ƒ45,000 aan de Maatschappij schonk, ontving zij dit jaar de vorstelijke gift vau 10,000. De giften en le gaten hebben te zamen in 1871 het bedrag van f 28,,621.90 bereikt. De winst- en verliesrekening wijst een batig saldo van f 8431.34 aan. Uit dit alles blijkt een toenemende vooruit gang, maar van een zelfstandig .bestaan kan tool) nog niet worden gesproken. Moge het spoedig daarheen komen en dau tevens tet vooroordeel, dat wel afneemt, maar niet verdwijnt, geheel i JO i L' Ul i i J i j - c. - j overwonnen worden dat bestaat tegen de vrije, kólomfen van Willemsoord enz., die geheel in aard en inrichting verschillen inet de bedelaarsgestich- ten te Ommërschans en Veenhuizen. Iu de gisteravond gehouden maandelijksche ver-' gadering van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde alhier, is tot Voorzitter herkozen Mr. L, A. J. W. baron Sloet van de Beele. Z. M. heeft J. G. de Man benoemd tot 1ste ad- sistent bij 's Rijks museum van natuurlijke his torie te Leiden. Voor de acte van hulponderwijzer werden gis-, leren te 's-Gravenliage van de 16 candidaten toege laten 10, de heeren L. Goudswaard, S. Maliepaard, 1. Moerman, H. A. de Kooy, W. van der Plas, J, Schreuder, W. van der Sehuijt, A. Stolk, J. van Todelo em P. Weeda. laten wij iu het midden. Zij zijn echter daardoor 1 (ingevolge art. 8 e van het reglement?) door de i jury buiten beoordeeling gelaten. Het provinciaal blad van Zuid-Holland N°. 80 bevat eene circulaire van den Commissaris des Kooings dezer provincie aan heeren Burgemees ters en Wethouders der gemeenten, waarbij wordt medegedeeld dat tot griffier der Provinciale Stal len benoemd is Jhr. Mr. Joan Roëll, ter'vervan ging van den heer V, A. Just de la Paisières, op zijn verzoek uit die betrekking met den lste# October eervol ontslagen; en dat de nieuw be-j- noemde griffier als zoodanig op 1 October in dé Vergadering van Ged. Staten is beëedigd en ge? insialleerd. Naar aanleiding van het volgende bericht „Het hoofdbestuur der Vereeniging „Schuttevaér" heeft zich met een adres tot den Minister van Binnenlandsche Zaken gewend, naar aanleiding van het feit, dat een beurtschipper Zaterdag met zijn vaartuig door de Oranjesluizen beneden het T varende, ten anker ging een goed eind weegj buiten de verkenningstonnen van de aldaar lig-* gënde torpedo's, maar toch met een dier voor werpen in aanraking kwam. De Vereeniging verzoekt dat de geheele Zuidwal voor onveilige ankerplaats worde verklaard, tot tijd en wijle hierin eene zoo hoogst wenschelijke verandering zal zijn gébracht," wordt in een ingezonden stuk ib het Nieuws v. d. Dag opgemerkt „De schipper Koert IJken, varende tusschen Amsterdam ën Meppel, is Vrijdag jl. met zijn beurtschip (een tjalk) even buiten de tonDen ten anker gekomen. Door den op dien dag geheerschl hebbenden harden wind, is het anker dier tjalk een weinig doorgegaan, en wel zoo lang totdal bet met de hand pakte onder het ijzerdraadtouwj dal teb behoeve van een onderaannemer der Ka naalmaatschappij op den bodem van het vaar water ligt Toen de genoemde schippér Zaterdag zijia anker weder wilde doen lichtep, gelukte het sltühts met zeer veel inspanning, om de hand VEih' dkt ankèr vrij te krijgen van het hiervoren bedoelde zware ijzerdraadtouw. Een torpedokabel (tefegraafkab'el) is gemakkelijker te breken dan een zwaar ijzerdraadtouw. Ziedaar de geheele geschiedenis, die door de schippersvereeniging Schuttevaérzoo onjuist werd voorgesteld. Alle opvarenden van de kanonneer boot, die in het vaarwater tusschen Immetjes Hom en Durgerdam op stroom ligt, alle wachterg op de slüizen van Schellingwoude en schier alle Dtirgerdamsche visschers, kunnen de waarheid dezer mijne medfedëeling bevestigen." Men leest in de LandbouW'Gaurant: Tot ons leedwezen zijn de door do firma Beeker en Buddipgh te Arnhem op de grooto tentoon stelling te 's-Gravenage ingezonden vee- en andere bas cules, voorkomende in de catalogus onder N". 1593, 1596 en 1597, geheel onuitgepakt op het terrein! blijven staan. Of hiervan do schuld aan de in zenders of wel aan de Gomuiissie te wijten is, Volgens het Handelsblad is het door ons mede gedeelde betreffende de zienswijze der regeering in zake het inspecteurschap bij het middelbaar onderwijs voorbarig, omdat er gepp vacature be staat, maar de heer Dr. Staring slechts voor één jaar ontheven is van zijn betrekkipg, zoodat er inderdaad nog drie inspecteurs zijn. Blijkbaar wordt hier gedoeld op het voor eenige dagen door ons meegedeeld gerucht dat de regee- riDg van plan zou zijn bij eventueel ontslag van Dr. Staring pe derde inspecteursplaats niet -te vervullen. In de meening dat werkelijk dit plan bij, de regeering bestaat zijn wij, na dien tijd nog versterkt. Uit goede bron hebben wij vernomen dat de regeering het jaar, waarin Dr. Staring van zijn betrekking ontheven is, beschouwt als eeu tijdperk van overgang ten einde te kunnen nagaan of het oppertoezicht, bij eventueele vacature voorgoed aan twee inspecteurs kan worden op gedragen. (Va ii) Uit eene advertentie in De Tijd blijkt dat, bij genoegzame deelneming, in September 1873 te Amsterdam een „Roomsch Katholieke hoogere burgerschool met Sjarigen cursus" zal geopend worden. Alleen die leerlingen zullen worden toe gelaten die hun eerste H. Communie gedaan heb ben. Het schoolgeld bedraagt f 80 'sjaars. „Wat er in de eerste Septemberweek van dit jaar in de Haagsche Lombardstraat voorviel" is bekend. Alle bladen vau ons land, van Europa, van de geheele wereld hebben het vermeld; maar elk op hun wijs.,en daardoor weet men eigenlijk het ware-Ran. de4*Ak niet met voldoende zekerheid. - De heer -S. M. N. Caliscb heeft 'thans een boekje in 't -licht gegeven, waarin 'het Zesdaagsch Internationaal debat uit verschillende goede bronnen wordt geresumeerd op een zeer onderhoudénden en aangenamer toon, gekruid en geïllustreerd met geëétige opmefkïngén en gevolgd door een aantal pennetrekjes, waarin de voornaamste leden van het congres worden beschreven. Een van die schetsjes kiezen we om Onze lezers een denkbeeld van het geheel te geven; we nemen daartoe niet het beste: dat van Longuet. „De ex-redacteur van het officieele orgaan ((gr Parijsche Commune is een lang mensch met een roodaclitigen neus, die zeer rap spreekt, vreeselijk veel leven maakt, zeer opgewonden is, haast geen oogenblik stilzit en overigens misschien een zeer aardig en plezierig mensch kan zijn. Zijne hoe danigheid van opgewónden persoon kwam in de vergaderingen zeer goed uit, vooral in zijne rede tot aanprijzing van de politieke motie, eeu molie die van hem uitging en door hem was opgesteld hij schreeuwde toén zoo hard mogélijk en maakte zijne'tegenstanders uit voor ail wat le'ëlijk ié. Guil- laüme, die toen de motie Longuet bestreedj kwam er-niet gemakkelijk af. NAAR HET ENQELSCH. (Vervolg.) „Eene gelofte?" zeide zij nieuwsgierig. „Ja, maar gelijk 't met alle overijlde geloften iaat, ik had er spoedig berouw van." „Dus hebt gij 'berouw! Nu word ik waarlijk jtenieuwd." «Nu ge mij weer begint te plagen zullen wij paar weggaan." «Kom, Anniel laten wij naar papa gaan!" «Om hem te vragen u hier te laten?" vroeg het Pad. I «Seen, lieveI Ziet ge dan niet, hoe ondeugend friiKent zich gedraagt?" Annie stond op en zeide, alsof zij zeer belee- J'gd was wOotn Kent is geheel van de wijs gebracht, S? mama." Zij sprak die woorden langzaam en met be- teekenis, alsof daarmee al de gebreken van haar oom verklaard werden. Sibylla haalde de schouders op, en zeide tot Kent „Ik kan maar niet begrijpeD, waarom uwe zuster mij niet lijden mag. Het spijt mij dat ik hier gekomen ben, ik doe niet gaarne iemand ongenoegen aan." „Zie Alice's vreemde manieren inaar over het hoofd, Sibylla! zij is ziekeljjk. Gij, die met een volkomen gezondbetd en zulk een yroolijk hart gezegend zijt, kunt u niet verbeelden, welk een treurig leven zij leidt. „Arme vrouw I inaar ik houd toch niet van haar; zij is zoo koud, zij doet mij denken aan ijsbergen." „Een levendige verbeelding, miss Tibby I ik zal u voortaan inaar zoo noemen. Hoe kwaainf ge toch aan dien riauiu?" „Nicht Julia kon reeds als kinde de S niet Izeggen, en zoo werd ik voor haar altijd Tibby. Noem mij Tibby als gij het goed vindt, dat brengt mij mijóe kinderjareu te binneu. Neef Ra(ph noemde mij altijd zoo." „Hm, Ralph Marchmonl?" I „Jal" Weder kwam de geest van Kaïn bij hem bo ven, inaar hij onderdrukte zijn hartstocht en ging kalm verder. Aan de voordeur -ontmoetten zij generaal Hathaway, die zyn gastheer met warmte be groette. Eeu paar weken gingeu weer voorbij, er:kwa men een aantal gasten, en het oude huis weer galmde van vroolijkheid en gelach. De muziek liet zich hooren, en een vroolijke galop was in vollen gang, toen Sibylla opstond, haar hoed opzette, en haren cavalier, die haar zijn geleide aanbood, beleefd bedankte. Alice voorbijgaande, vatte deze hare hand, zeggende: „Vliegt ge alweer weg, Uapélletje, en dat in die brandende zon? Wacht totdat zij is onderge gaan, dan ga ik met u," i„Q, neen) Ik moet nu gaan, die goede pude zon is mij nooit te warm. Adieu, ik zal eenige schelpen -vopr Annie en wat mos voor uw album meebrengen." „Regent het zoo, tante?" vroeg een poos daarna Clara Thorpe. „Nog niet, maar er hangt eenzwaar onweder, en Sibylla is nog niet thuis," sprak de oude me vrouw met een vragenden blik op,Kent, die nader k wam, en met een bleek en angstig gezicht naar -de woik,en,staarde. „Nog niet terugl Welken weg ging zij op?" vroeg hij, zijn leed vergetende, bij zijn angst voor hare veiligheid. „Ik weet bet niet; zij wilde naar de beek guau."— „Neen, generaal voegde Zij er bij, tóen de oude heer reeds de stoep wilde afgaan, „dat zou u btj zulk een bui al uw rhumatbiek terug bezorgen. Kent en Mr. Dalton zullen Wel gaan." De beide beeren spoedden zich voort. Aan het tuinhek gekomen scheidden zij. Kent volgde hét smalle pad, dat naar het strand leidUe, en Dat ton ging voor den wind af naar de heuvelen arm de andere zijde. En waar was Sibyl la?-On bezorgd was zij ver der en verder vooitgegaan, niet lettende op de steeds meer samenpakkende wolken, en niet voor dat dezelfde harde donderslag, die hare vrienden thuis verschrikt had, boven haar hoofd'losbarstte', werd zij gewaar hoe ver zij reeds geloopen ban. Verlegen zag zij in 't rond.-Links de bruisende zee, yvier golven bet strand zweepten, het huis was ver uit gezicht, en nergens was een sctluiiplaa's te ontdekken, behalve de boomen dieper land Waarts in! Vlug spoedde zij zich voort naar dié herbergzame boomen, hopende dat de storm wel spoedig zou bedaren en zij voor den donk er nog hare .woning zou kunnen bereiken. Maar de>storm nam toe en Sibylla,.hoe moedig ook, beefde vao angst en koude. Wat zou er vau

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1