het leggen van den eersten steen voor een 40tal woningen ten behoeve van de leden der Neder- landsche Nationale Werkliedenvereeniging, werd besloten met een vriendschappelijken maaltijd, aangeboden zoowel aan de leden als aan bij zondere daartoe uitgeooodigde personen. Het hou ten gebouw daarvoor op het bouwterrein opge richt was smaakvol versierd. Boven de zitplaatsen van het bestuur in welks midden zoowel de heer J. A. als de heer J. D. Potter waren gezeten, was eene wapentrophee opgericht waarin met duidelijke letteren te lezen stonden de woorden: Godsdienst, Arbeid, Vlijt eu Orde, Koming, Wet en Vaderland Zijn de zeven welvaartbronnen van den ectlen ambachtsstand. Daaronder merkte men op de buste van den Prins beschermheer der vereeniging. Aan de wanden waren de Datnen gesteld van de heeren Potter en Beth, benevens lands- en stedelijke wapenborden aangebracht; terwijl het geheel met oranje en nationale vlaggen was gedrapeerd. Het was een waarlijk schoon gezicht zoovele werk lieden er waren een 150tal aangezeten aan dezen disch te zien, waar de meeste gulheid heerschte. Onderscheidene feestdronken werden vervolgens ingesteld als: door den president op Z. M. den Koning, door den secretaris op Z. K. H. den Prins van Oranje, door een ander lid van het bestuur op H. M. de Koningin, terwijl door de beide heeren Potter, het bestuur en door som- uiige leden op den president, den secretaris, het bestuur en de vereenigiug in het algemeen, toos ten werden uitgebracht. Vooral verdient ver melding dat ook aan dezen feestdisch als genoo- digde gezeten was: de redacteur van tfde Werk mansvriend" die in welsprekende woorden zijn gevoelen ten opzichte van deze vereeniging ken baar maakte en hoopte, ouder dankzegging aan het bestuur voor de uituoouigrug tot hem gericht, dat de leden steeds in tegenstelling met anderen Op den ingeslagen weg mochten voortgaan en dat arbeid en orde, maar bovenal de godsdienst door hen op den voorgrond moest worden geplaatst. Ook de Vice-president, de heer leGué, hield ge durende den disch eene treffende toespraak en deed daarbij vooral uitkomen de schoone overeen stemming van het kapitaal eu den arbeid aan ééne tafel vereeoigd te zienzonder arbeid geen kapitaal, maar ook zonder kapitaal geen arbeid; deze meermalen herhaalde woorden werden ook door hem op krachtige wijze besproken en de middelen aan de hand gegeven om tot kapitaal te geraken, namelijk door arbeid en orde; zon der dat kon men z. i. niets verkrijgen. Deze zeer aangename opgewekte feestdag, die zeker nog lang bij den werkman zal in aanden ken blijven en opgeluisterd werd, ook bij den maaltijd, door de muziek der Jagers, werd door den president besloten met een woord van dank aan alle medewerkers tot het welslagen van de steenlegging en de inrichting van het feestge bouw, inzonderheid aan de heeren Prins en Jacobs voor de decoratie, den heer van der Laan voor de bloemen en de kaarsenfabriek Apollo te Schiedam voor de levering der bougies, welke nationaal eu oranje gekleurd waren. Al deze heeren hadden öf geheel belangloos óf op de minst mogelijke kosten hunne diensten bij deze gelegenheid willen verleenen. Om ruim halfacht verliet een ieder hoogst voldaan over het goede onthaal, het bouwterrein van de «Nederlandsche Nationale Werkliedenvereeniging" welke alge meen voorspoed en bloei wordt toegewenscht. Le Congres International des Travailleurs (aldus is de juiste titel der Internationale) heeft heden morgen te 10 uren zijne zittingen in het openbaar aangevangen, tot welks bijwoning de vertegen woordigers der pers uitgenoodigd zijn. Bij gelegenheid van de aanstaande Land- bouwfeeslen zal vanwege het gemeentebestuur eene illuminatie worden ontstoken. De aanbeste ding der daarvoor benoodigde 17,000 illumineer- glazen zal aanstaanden Woensdag plaats vinden. Rotterdam, 8 September. De nieuwe cellulaire gevangenis aan den Bergweg-Nieuwen Singel alhier, is dezer dagen in gebruik gesteld en heelt reeds de eerste bewoners ontvangen. In 1866 is met den aanbouw begonnen, in 't voorjaar is deze afgewerkt; sedert heelt men steeds het mo gelijke gedaan, om de muren droog te stokeD, ter voorkoming van oadeelige uitwasemingen voor de gevangenen. De cellen zijn ruim van lucht en licht voorzien, sommige vensters echter met matglas; verder is er gaslicht, lezenaar, boeken- rek, privaat, vuilnisbak, stoel, ijzeren krib met stroomatras en kussen met deken en laken, ter wijl de cellen van warmte-leiders voorzien zijn. Het is een grootsch gebouw; het bevat ruimte voor 320 gevangeuen; voor beweging der gevan genen zijn verschillende iurichtingen op de open plaats. Bezoek- en ziekenzalen, voorloopige be waarplaatsen voor nog niet gevonnisden, met de bureaux, apotheek, enz., bevinden zich in den vleugel aan den hoofdingang, waarachter onmid dellijk keuken, badplaatsen, enz. zijn gesteld. Het geheel is omgeven door een hoogen muur, waar boven niets dan de kerk en woningen voor de beambten te zien zijn. Rotterdam, 4 September. Door den commandant van het corps Koninklijke Scherpschutters alhier is een zeer practische maatregel genomen om de kenDis van den wapenhandel eu dus de weer baarheid te verhoogen. Tegen het betalen der ge ringe jaarlijksche contributie van 50 ets. kunnen jongens van 18 tot 17 jaren in den wapenhandel geoefend worden, indien ouders of voogden hun daartoe een bewijs van goedkeuring verschaffen. Zij, die aan deze oefeningen zullen deelnemen, moeten zich van uniformpet voorzien, doch staan overigens niet het minst in verband met het corps scherpschutters. Zuid-Beierland, 4 September. Gisterochtend zijn de touwversperringen, tusschen deze gemeente en de quarantaine, beproefd. Drie monitors waren daartoe van Hellevoetsluis herwaarts gekomen; naar men verneemt moeten de proefnemingen ditmaal goed gelukt zijn, want een der monitors moet in de versperringen zoodanig verward zijn geweest, dat hij niet her- of derwaarts kon. Na uit die versperringen verlost te zijn geworden, is deze monitor des namiddags halfzes uur door een anderen monitor op sleeptouw genomen en naar Hellevoetsluis opgesleept. De derde was reeds ie 4 uur vertrokken. Binnen kort zullen deze proef nemingen herhaald worden. Legerplaats bij milligen, 3 September. De bataljons-chef, majoor Tröster, is gisteravond om kwartier voor tienen, ten gevolge van den val met zijn paard, in de ambulance overleden. Hedenochtend om kwartier over achten zijn de brigades infanterie uitgerukt onder toevoeging van cavalerie en artillerie, tot het doen van manoeuvres in het vuur, waartoe ruim 125,000 patronen waren verstrekt. Het is de moeite waard de nieuwe wijze van vechten te zien, waarbij wij den liet hebbers van militaire evolutiën aanraden zicli van een verre kijker te bedienen, daar de drie wapeucorpsen, zoo ze naast elkander in bataille zijn gesteld, 214 maal de frontbreedte van het geheele kampement beslaan. Zijn de troepen in liuiën achter elkan der gesteld, dan zijn de afstanden wel 4maal grooter dan voorheen. Een en ander maakt, dat men met het ongewapende oog zeer weinig van de bewegingen kan nagaan. Ter gelegenheid der verjaring van Z. K. H. den Prins van Oranje, worden de 3traffen van politiekamer, tent-arrest en strafexerceeren kwijt gescholden. Men bemoeilijkt den ommegang hier zoo min mogelijk; maar het volgende doet zien, dat ook daardoor misbruik ontstaat. Men heeft n.l. het kanon, dat de seinschoten doet, om het uur van 5 's morgens, 12 's middags en 9 's avonds aan te duiden en dat op het centrum is geplaatst, ver nageld door een ijzeren pen in het zundgat te slaan. Dit wordt aan baldadigheid toegeschreven. (Af. R. Ct.) Enschedé, 3 September. Voor het huldeblijk ter nagedachtenis van Mr. J. R. Thorbecke is hier ingezameld netto Ned. Ct. 747.43, welk bedrag heden aan het hoofdcomité te 's-Gravenhage is overgemaakt. Deventer, 8 September. Gisteren gaven w reeds bericht van de behandeling der zaak van den heer van Vloten. Thans worden hieromtrent de volgende bijzonderheden medegedeeld. Voor de arroudissements-Rechtbank alhier werd heden opnieuw behandeld de zaak van Dr. J. van Vloten, die tegen het hem bij verstek gewe zen vonnis in verzet is gekomen. De opposant was met zijn advocaat, Mr. J. Knottenbelt van Rotterdam,tegenwoordig. De heer Mosselmans was opgekomen met zijn advocaat, den heer Modderman van Groningen. Behalve den heer Sybrandi waren de vroegere getui gen Reuvekamp, Hinlopen en van der Vlugt verschenen. Vóór het getuigenverhoor verklaarde de heer Knottenbelt, dat hij den president, den heer de Witt Hamer, en twee rechters, de heeren van Loghem en van Deldeu, als rechters in deze zaak moesten wraken. Den heer de Witt Hamer, omdat het ontslag in 1867, door den Gemeente raad aan den heer van Vloten gegeven, genoeg zaam aantoonde, dat er vijandschap bestaat tus schen dien Raad, waarvan de president der Rechtbank lid is, en den heer van Vloten; eene vijandschap die zich had lucht gegeven in de woorden van den president: het „te schande maken" van deD heer van Vloten. Den heer van Loghem, omdat deze het geweest is, die, als Raads lid, de zaak het eerst in den Raad heeft gebracht en ten einde toe doorgedreven, zoodat het, volgens den advocaat, een ieder duidelijk moet wezen, dat er tusschen beiden een vijandschap bestaat, die de heer van Vloten na zijn ontslag eer heeft vermeerderd dan verminderd. En den heer van Delden, omdat hij, tijdens het ontslag van den heer van Vloten, curator was van het Athenaeum, en curatoren hun ontslag of dat van den heer van Vloten verlangd hadden. De Rechtbank is hierop drie malen, telkens ongeveer een half uur, in de Raadkamer vergaderd geweest en heeft elke vordering van wraking van de hand gewezen. Daarop verklaarde de advocaat van den opposant zijn cliënt niet voor deze Rechtbank te willen verdedigen, maar alleen het getuigenverhoor te zullen bijwonen. De verklaring der getuigen stemde geheel mat de vroegere overeen; alleen bij het verhoor van den heer Mosselmans wenschte de advocaat van den opposant te weten, of die heer vroeger ook aan den heer van Vloten een Weekblad had teruggezonden met een door hem geschreven adres, waarop tevens een min aangename uit drukking vermeld was. De heer Mosselmans twij felde niet, of hij had zelf het adres geschreven, doch daar het drie jaren geleden was, kon hij zich dit niet bepaald herinneren; in allen geval ontkende hij daarbij eene hatelijkheid gevoegd te hebben, daar dit niet in zijn karakter lag of zijne gewoonte was. De president vroeg hierop den advocaat, of hij den kruisband van dit Week blad ook kon vertoonen, en toen deze daarop ontkennend antwoordde, verzocht hij hem voort aan met dergelijke vragen de behandeling der zaak niet te bemoeilijken. Vervolgens ving het verhoor met den heer van Vloten aan, die in het eerst weigerde dit te ondergaan, daar hij, bij hetgeen hij reeds voor den rechter-commissaris verklaard had, niets kon voe gen, en bovendien niet voornemens was in de uitspraak van deze Rechtbank te berusten. Op de vraag van den president, welke bedoeling van Vloten gehad had met het schrijven van den bekenden brief en met de aanvallen op den heer Mosselmans, antwoordde de beschuldigde, dat hij slechts had willen schertsen en den heer Mossel mans had willen afbrengen van den verkeerden weg, waarop deze zich bevond. Verder verklaarde hij op de vraag naar den kruisband, waarop eene hatelijkheid zoude voorkomen, dat het zijne ge woonte niet was dergelijke prullen te bewaren; dat dit meer het werk was van hen, die ande ren 1 ter iD rechten willen vervolgen, zooals b.v. de heer Mosselmans. Hierna wilde de beschuldigde zich verwijderen, doch de president gelastte hem te blijven, hetgeen hij evenwel weigerde; aan de deur der zaal riep de president hem nogmaals te vergeefs terug, ter wijl zijn advocaat verklaarde: „hij is op vrije voeten en kan gaan waar hij verkiest." De heer Marchant, substituut-officier van justitie, volhardde bij zijn vroeger genomen requisitoir. De heer Modderman, die thans aan het woord kwam, achtte het overbodig het vroeger door hem gesprokene te herhalen; vooral was dit thaos over bodig, nu de heer van Vloten eigenmachtig de zaal verlaten had. Dit alleen wilde hij nog zeggen, dat men hem toegevoegd had, dat hij den heer van Vloten te genadig had behandeld, doch dat hij dit verwijt gaarne aaonain, daar hij ook thans zich had voorgenomen den heer van Vloten humaan te behandelen. Dit toch was hij verplicht uit eerbied voor de plaats waar hij sprak, uit achting en op verlangen van zijn cliënt en uit medelijden, innig diep medelijden met de afdwa lingen van een man van die bekwaamheden als de heer van Vloten, die een zon kon wezen aan het firmament, maar liever verkoos als dwaallicht te zweven boven poelen en moerassen. Ten slotte concludeerde hij tot eene veroordee ling van den opposant in eene boeto van 150 en in de kosten van het geding. De uitspraak is bepaald op heden over acht dagen. Middelburg, 3 September. Het gedenkteeken voor Maruix van Aldegonde is te West-Souburg onthuld. De plechtigheid werd bijgewoond door tal van congresleden en 150 leden van het Geu- zenbond te Antwerpen. Redevoeringen werden gehouden door den bur gemeester van West-Souburg, den heer van der Taelen, voorzitter van den Geuzeobond, den heer de Geyter, uit Antwerpen, Dr. Piccardt, uit Goes, den heer van Scherpenzeel, afgevaardigde van de maatschappij de Veldbloem van Brussel, en den heer Fokker, voorzitter van het Zeeuwsch genootschap. Het eenvoudig gedenkteeken is een obelisk van Franschen steen. Aan de voorzijde niets dan Mar- nix' wapen met een lauwerkrans er boven en Repos ailleurs er onder, benevens de enkele woor den Aan Marnix. Aan de achterzijde Antwerpeus wapen en daaronder niets meer dan„Antwerpe naren togen door Zeeland en richtten deze grafzuil op ter eere van hunnen grooten burgemeester, 3 September 1872." En onder die inscriptie een bedeltasch. De schoolkinderen van Oost- en West-Souburg zongen bij het vallen van den sluier het Wilhelmus. Voor de onthulling van het gedenkteeken wer den nog bijeenkomsten van het congres door de verschillende afdeelingen gehoudeu. In de eerste (Ned. taal en letterkuude) nam de heer J. ten Brink (den Haag) de bastaardwoorden in be scherming. Spr. wil namelijk dat men die woor den niet volstrekt in den ban doe, maar de bast aarduitdrukkingen gebruike, zoodra zij de bedoe ling juist wedergeven. Hij vordert dat zelfs als een recht voor den kunstenaar. De heer de Beer (Goes) is eveneens van oor deel, dat er geen gevaar ligt in het gebruik van bastaardwoorden, mits zij in geen schijnbaar Ne- derlandsch gewaad gehuld zijn. Als voorbeeld haalde spr. eene uitdrukking uit De Horse (van van Bemmel Suyck) aan, in welken roman ge sproken wordt van iemand wiens tijd te zeer in aanspraak genomen werd en van een ander, wiens oordeel maatgevend geoordeeld werd. Dr. Schaepman (Rijsenburg) meent dat men niet te weelderig in het gebruik van bastaard woorden behoort te wezen. Bovenal wenscht spr, die uitdrukking voor den deftigen historiestijl uit te sluiten. De heer ten Brink was ook tegen de woorden papa en mama te velde getrokken. Ze werden daarentegen door den heer de Vries (Leiden! krachtig in bescherming genomen. Volgens spr. zijn het de eersteuitdrukkingen die het kind stamelt en ligt er iets treffends in, wanneer het kind dat, mensch geworden, zijne ouders op la- teren leeftijd weerziet, Diet zegt vader en moeder maar papa en mama. Onderscheiden spreken voerden nog het woord, tot de heer Beets ein- delijk iD het midden bracht dat papa en mann aristocratie en armoede beteekenen niettegeoj staande de heer Brill beweerde, dat die uitdruk! kingen van oudsher werden gebruikt, om mini der innigheid dan vader en moeder uit te drukken I Iu de 2de aldeeling sprak in de allereersteI plaats Mr. P. Ecrevisse (Eecloo) over de nood-I wendigheid, voor Noord en Zuid, eener beknopiJ geschiedenis der beide Rijken, ten gebruike del lagere en middelbare scholen. Daarop verkreegdJ heer Geelhand van Merxem (Brussel) het wootfl DOpens de historische verbintenis der beide Neder-1 landen, door geest en taal, roem en zeden. Dail redenaar zocht inzonderheid de stelling te ooi wikkelen, dat men vooral in Nederland ten oil rechte van den invloed der Fransche beschavio;! spreekt, aangezien daar de civilisatie, getuige c:l stichting der Maatschappij tot Nut van 't AlgJ meen, tot eene aanzienlijke hoogte was geklo:l men, toen Frankrijk nog ver bij ons achierstonl In de 3de afdeeling eindelijk behandelde Prol E. van Driessche (Brussel) het tooneel, als eeol staatsvolksinsielliug. Spr. is, (niet zonder groodl een verklaard tegenstander van het in België kil troon verheven premiënstelsel. Hij wil de aao-l moediging van het tooneel tot eene gemeentelijtel aangelegenheid maken. De heer Max Rooses (Gerit) gelooft echter, d:l men door dat systeem het kwaad slechts zou veil plaatsen, dat de heer van Driessche in de ondeil steuning van den Staat ontdekt. Voorloopig stall er, volgens den heer Rooses, slechts één we:l open: de bevordering van het Tooneel verbond, I In de algemeeoe vergadering kwamen in dl eerste plaats de ingekomen stukken aan deord-l tot de heer Lautsheer (Middelburg) het rappotl der commissie omtrent het voorstel van Dr. vatl der Linde, op het 11de Congres, voorlas. Dat voorstel strekte, oin voortaan geene ge-Ij schreven redevoeringen meer te duldeo. De cora l missie stelde de verwerping van dit voorstel voorl Alleen wenschte zij het maximum der gescmeveul redevoeringen van 15 op 10 minuten te brengen De heer Beets (Utrecht) stelde voor het voor-;H stel te splitsen of om tot de orde van den dag treil te gaan. Spreker wil alleen de hoorders rechl.jl doen, of liever laten zijn. fI Het voorstel van den heer Beets wordt aatl I nomen. De heer Prof. Vreede sprak over den juist heil voor drie maanden overleden Vlaamsclien lettl kundige Snellaert, vooral als man der daad. l| jj laatste brief, door Suellaert aan spreker gerit I I vormde het slot dier redevoering. In dat schrijvl I opaerde de overledene het denkbeeld, dat aan tl I tegenwoordige Congres het plan zou wort-H onderworpen, om beurzen te stichten, ten eitfl een zeker aantal Zuid-Nederlandsclie jongeliDgM hunne opleiding in Noord-Nederland tedoenoiH vangen. De heer Rooses (Gent) zegt, dat het plan H Gent bestaat, een gedenkteeken voor SerruB Blommaert en Stollaert op te richten. Van ander zijde was voorgesteld een Snellaert-fonds in éil' aangeduiden geest te stichten. Nu wenschte sji dat het eerste geheel aan Gent wierd overgelalel liet laatste daarentegen door geheel NederlsiU worde verwezenlijkt. De heer van Lee (Brussel) stelt voor, die vsvl stellen gezamenlijk naar de eerste sectie te w| zenden, opdat de quaestie rijpelijk worde otiól1 zocht. Dat is het congres aan Snellaert, z.ll voornaamsten stichter, schuldig. De heer He:l j mau6 (Gent) ondersteunt dat voorstel, mits de seJ vóór de sluiting van het 12de congres vertil 1 uitbrenge. De vergadering besloot in dien ziu. „Da Costa, als de grootste dichter van tl nieuweren tijd" vormde de laatste bijdrage deze algemeeDe vergadering. Zij werd door iw heer H. J. Schaepman (Rijsenburg) geleverd. I Des avonds was er muziek en vuurwerk op-I Groote Markt. Geld- en Efïectemxiarlst. I Amsterdam, van 26 Aug. tot 2 Sept. 1872. m Wij moeten wel kort zijn met ons overzit* want, hoewel er in de prijzen vaD sommige fo'lj sen eenige fluctuatie en ook de handel over iH algemeen wel wat williger was, viel er eigeiiliB op politiek zoomin als op financieel gebied iets v»B dat een opzettelijke melding verdient. Dat prijzen van bijna alle effecten zich goed soul® neerden en dat enkele soorten zelfs een niet belangrijk avance maakten, is dan ook meerkï] te schrijven aan den overvloed van vlottend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 2