3 September.
IV0. 3855.
Dinsdag
A°. 1872.
STADS-BERICHTEN.
LEiBsee
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per S^nmandenƒ8.00.
Franco Jper post9 8.85.
Afzonder lyke No mm er»0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor iederen regel/"0.15.
Grootere lettert naar de plaatsruimte die iy beslaan.
(II
PATEMTBLABEN.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeente
bestuur van Leiden, doet te weten, dat de inge
vulde patentbladen, over het dienstjaar 1872 en 1873,
voor de "Wijken 5, 6, 7, 8 en 9, bij het College van
Zetters, in eene der vertrekken van het Raadhuis dezer
gemjeente, verkrijgbaar zijn, dagelijks van des middags
twaalf tot twee uren en wel tot en met den 7den
September eerstkomende, terwijl na het verstrijken
van? dien tijd de onafgehaalde patentbladen van die
wijken aan de deurwaarders der directe belastingen
alhier, ter uitreiking moeten worden afgegeven, die,
voor hunne moeite, mogen eischen tien cenlt zon
der meer.
En wordt deze door plaatsing in de Leiisehe Cou
rant afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Lsiden, 31 Augustus 1872.
Lelden, 2 September.
De begrooting der inkomsten en uitgaveD van
deze gemeente, voor het dienstjuar 1873, bedraagt
in ontvangst ƒ425,263.98 en in uilgaaf 425,218.09
derhalve een batig saldo van 45.89.
Als eerste post van outvaDgst koint daarop voor
het batig slot der laatst vastgestelde rekening,
voor zooverre daaraan niet reeds eene bepaalde
bestemming is gegeven, ten bedrage van 13,385.37
tegen 37,485.07 in 1872.
De plaatselijke directe belasting (hoofdelijke
omslag) wordt geraamd op 93,600 zij ode deze
voor 1872 vastgesteld op 72,800, dus 20,800
meer dan destijds.
De opbrengst van schoolgeld (middelbaar onder
wys) is uitgetrokken ad 6570 tegen eene op
brengst in 1872 van 6875, waarbij echter dient
opgemerkt te worden dat de raming in 1872
slechts 6440 bedroeg; van het schoolgeld
(lager onderwijs) ad 24,890 tegen een opbrengst
in i872 van 23,820; van het schoolgeld (bewaar
scholen) 700 tegen eene opbrengst in 1872 van
600.
De belasting op de honden, die in 1871 ƒ1835,
in 1872 2000 opbracht, wordt voor 1873 geraamd
op 2200. Over de eerste zeven maanden dezes
jaars (1872) was de opbrengst reeds 2229.
Als renten van kapitalen komen onder de ge
raamde inkomsten van 1873 voor ƒ21,715.32 tegen
eene opbrengstvun ƒ22,061.17 in 1872en ƒ23,261.66
in 1871.
De ontvangsten, resultaat vau een afzonderlijk
beheer der gasfabriek, worden uilgetrokken
tegenover 1871 en 1872 eene som respectievelijk
van 50,000 en 55,000 tot een bedrag van
47,000 en dat wel in verbaud met de rapporteD
van de commissarissen der gasfabriek en van het
college van B. en Ws. betrekkelijk het voorstel,
strekkende tot verlaging van de gasprijzen, be
handeld in de Raadsvergadering van 3 Juli jl.,
in welke rapporten werd berekend dat de ver
hoogde prijs der steeukolen en de meerdere aan
vulling van het reservefonds eene vermindering
van wiust tot een bedrag van f 17,000 zouden
tengevolge hebben. Dit bedrag van de over 1871
verkregen winst ad 59,000 aftrekkende, zoude
thans eene winst van 42,000 behooren te wor
den uitgetrokken. Met bet oog evenwel op de
meerdere opbrengst der cokes, ook tengevolge
van de stijging der steeukolen, wordt voorgesteld
deze raming met ƒ5000 te verhoogen. Terwijl toch
vroeger bij een jaarlijkscheu verkoop van 50,000
hectoliters de gemiddelde opbrengst was van
35 cents per hectoliter, kan zij thans na aftrek
van de kosten gerekend worden op 45 cents per
hectoliter.
De opbrengst van faecale stoffen, stelsel Liernur,
is geraamd op 1300, tegen 100 in 1872; het
bedrug over de maanden April, Mei eo Juni dezes
jaars beliep eene som van 319.57'.
Onder de ontvangsten zijn nog gebracht een
post van verkoop van uitschrijvingen op bet groot
boek der Nat. Werk. Schuld 2'/, pCt., tot dek
king voor de onkosten van de demping der Geere-
gracht en vau een gedeelte der Binnenvestgracht
ad 17,400; hierover zal men nader ingelicht
worden bij de bijzonderheden ontleend aan de
begrooting van uitgaven.
De begrooting van uitgaven levert als meldens
waardig het volgende op:
De jaar wedden van de ambtenaren en bedienden
der Gemeente-Secretarie zijn uitgetrokken ad
10600. Bij raadsbesluit van den 8 November
1851, nader gewijzigd den 31 October 1862
en 29 October 1863, zijn deze jaarwedde gere
geld als:
voor den lsten Beambte 1600
n o 2den 1400
u u 3den 1200
n 4den 1100
Oden ff 1000
6den 900
u 7den 800
n i, Ssten 700
9den 600
a lOden g 500
1/ a llden u a 400
10200.
Ten einde eenige thans bestaande ongelijkheden
in de regeling dezer jaarwedden op te heffen, ach
ten wij het noodig dat die van den 4den, 5den en
6den ambtenaar ieder met 100 worden verhoogd.
De 4de beambte is geplaatst aan het hoofd
van het bureau voor den Burgerlijken stand, en
diens jaarwedde wenscben wij op een gelijk be
drag te zien vastgesteld als die van den oudsten
ambtenaar op de Rekenkamer; de 5de is werk
zaam op de Rekenkamer en de 6de is speciaal
belast met de Militie en Schutterij en tevens met
onderscheiden werkzaamheden ter Secretarie.
Wij hebben gemeend thans reeds deze ver
hooging te moeten voordragon, en daarmede niet
te moeten wachten, totdat, ten gevolge van even-
tuëele vacaturen, wellicht eene nadere algeuieene
regeling der jaarwedden zal worden in overwe
ging genomen als wanneer eenige andere ambte
naren mede voor eene verhooging zullen kunnen
worden voorgedragen.
Dit artikel wordt derhalve thans uitgetrokken
op eeo bedrag van 10509.
De uitgaven voor aanvoer van duinwater vor
deren eeo som van 12416; voor het reinigen
van riolen wordt 2000 aangevraagd, en voor
het dempen van grachten 17400.
Als toelichting van deze posten staat bet vol
gende vermeld
Aanvoer van duinwater. In afwachting van eene
nadere overweging en beslissing ten aanzien der
middelen voor het verkrijgen van beter drink
water moet het bestaande worden onderhouden.
Daartoe wordt vereischt:
1°. de aanschaffing van eene tweede ijzeren
schuit ter vervangiug vau die in bruikleeü ver
kregen, uiaar te klein van inboud is, waarvan
de kosteo worden geraamd op3200
Voor de thans gebruikt wordende schuit
wordt 10 per maand aan huur be
taald en daarmede wordt slechts 14 ku
bieke meters water vervoerd, terwijl de
nieuwe schuit eene hoeveelheid vau 24
kubieke meters zal kunnen bevatten.
2". jaagloon van twee schuiten, 350 kee-
ren a 6, eiken keer2100
3°. dagloon van 4 man bedraagt 6,
voor 350 keeren 2100
4°. 10,000 kub. ui. duinwater a 30 ct. 3000
5°. kosten van onderhoud der reservoirs 300
6°. bediening of toezicht van 22 reser
voirs a ƒ78 's jaars „1716
In het geheel 12416.
Reinigen van riolen, stelsel Liernur. Arbeidsloon
vap een machinist 624
arbeidsloon van een helper364
kosten van toezicht en boekhouden bij
het verzamelen, bewaren en afleveren
der faecale stoffeD100
brandstoffen voor het stoomwerktuig 340
onderhoud van het tapgebouw en wat
verder daarbij behoort572
te zamen 2000.
Dempen van grachten. Bij raadsbeluit van 23 April
1870, is het beginsel aangenomen vaD het dem
pen van grachten tot bevordering der open
bare reinheid en gezondheid. In verband daar
mede kan worden gebracht het verkrijgen van
opene en ter bebouwing geschikte terreinen,
dit wel voornamelijk ter oorzake van de zich
meer en uieer openbarende behoefte aan wo
ningen voor verschillende standen van den
laagsten tot den hoogsten, voor arbeiders en voor
de aanzienlijken. De gestadige aanbouw van ar
beiderswoningen aan de eeue zijde en de menig
vuldige aanvrageu voor fatsoenlijke burger- en
aanzienlijke woningen, die ineer en meer toene
men, aan de andere zijde, pleiten zeer voor eene
gewenschte medewerking van de zijde van het
gemeentebestuur, om door het aanwijzen of op
billijke voorwaarden afstaan van gemeentegrond,
aan de zucht tot het bouwen te gemoet te komen
en in het algemeen belaog de hand te reiken aan
hen, die zich binnen deze gemeente willen komen
vestigen en ook aan heD, die door buitensporige
opdrijving der huurprijzen zouden kunnen worden
beswaard.
Tot dat einde strekt het voorstel om de Geere-
gracht van het Levendaal af tot de Binnenvest-
grscht en deze gracht tot aan de coupure door
hgl Plantsoen, waardoor het Levendaal in de
Sirgelgracht bij de Hoogewoerdspoort uitwatert,
te dempen.
Tot toelichting van dit voorstel wordt overgelegd
eene teekening waaruit blijkt, dat door demping
een uitgestrekt terrein ter bebouwing zal worden
verkregen, b. v. voor 23 beneden- en 23 boven
woningen, teD behoeve van den werkman, met
toegangen aan de Binnenvestgracht en met uitzicht
over afgesloten tuintjes op het plantsoen; voorts
voor 15 burgerwoonhuizen of villa's met tuinen
door hekken begrensd, langs eD in de richting
van het binnenpad van het plantsoen en uit- of
toegangen daarop, beneveos achteruitgangen ten
dienste van zoogenaamde offices.
Het binnenpad van het Plantsoen zou onaan
geroerd kunnen blijven en alleen vereischt wor
den het wegnemen van hakhout, om door tuin
aanleg te worden vervangen. Het rooien van
opgaande boomen zal zich tot eenige weinige
bepalen. Het bosch ter plaatse van de werkmans
woningen zal niet behoeven weggenomen te wor
den, omdat de afscheiding der tuintjes genoegzaam
naar achteren is geplaatst, zoodat de tegenwoor
dige toestand grootendeels zal blijven bestaan.
Ook de toegang tot de school en de ruimte der
speelplaats zal veeleer kunnen worden verbeterd
dan hinder lijden. De zoogenaamde berg zal niet
kunnen blijven. Deze strekt trouwens wel tot
sieraad, maar ook tot misbruik en wanorde, terwijl
daar achter steeds eene kille en vochtige lucht
wordt bespeurd. Bovendien zal de verkregen vlakte
tot een nieuwen aanleg kunnen dienen en de
berg tot het dempen der gracht kunnen worden
benuttigd.
De demping der beide grachten beeft niet met
de gewoonlijk daarmede gepaard gaande bezwaren
van een rioolstelsel t6 kampen, omdat de riool-
takken of spruiten van de bestaande privaten der
langs de te dempen grachten gelegen woningen
niet rechtstreeks of onmiddellijk naar de grachten
afloopen, maar naar de bijzondere hoofdriolen
achter de huizen zijn geleid, die bij de dwarsstra
ten uitmonden, zoodat aldaar slechts vergaar
bakken worden gevorderd met afsluitingen tot
ruiming enz. Met deze vergaarbakken kunnen
tevens de riolen der nieuwe woningen of de sprui
ten van de te maken beerputten in gemeenschap
komen, evenzeer als de nieuwe waterlooziugen
en kolken, waaraan langs de beide grachten be
hoefte zal zijn. Hierbij zal dus kunnen vermeden
worden de toepassing van het Liernursche stelsel
en de uitgaaf der aanzienlijke kosten, die daaraan
zouden verbonden zijD.
Overigens staan met de bedoelde dempiDg geene
bijzondere toestandeu of belangen in verband, die
het plan zouden kunnen bezwaren, wanneer slechts
gezorgd wordt bij de demping voor rioleering en
waterafloop door kolken en vergaarbakken alles
op te nemen in een daarvoor te ontwerpen bestek.
De voornaamste werken bestaan dus:
in bet aanvullen der beide grachten met
aarde of zand.
in het afbreken der beide bruggen over de
Geeregracbt aan het Levendaal en aan de Bin
nenvestgracht;
c. in het af brekeu vau de wallen langs de Geere-
gracht en langs een gedeelte der Binnenvestgracht;
d. in het doortrekken van den gemetselden wal
aan het Levendaal en het plaatsen van eene wal-
schoeiing bij de coupure aan de Binnenvestgracht
e. het maken van zes vergaarbakken, van onge
veer 800 meters kolkloozing en 30 kolken;
het verplaatsen der insluitingen enz. aan de
Gemeenteschool op het Plantsoen met verande
ringen enz.
De kosten van die werken worden geraamd op
16000 en bovendien van de bestrating der Geere-
gracht op 1400, terwijl ter bebouwing zal worden
verkregen een terrein van ongeveer p. m. 6700
centiaren.
Deze kosten zullen, onzes inziens, uit den aard
der zaak gevonden moeten worden door verkoop
van inschrijving op het Grootboek. Het werk toch
kan geacht worden aan de gemeente een blijvend
voordeel te zullen opleveren.
Als dag- en weekgelden der werklieden en
bedienden in dienst der gemeente, mitsgaders
verdere kosten der fabricage is geraamd een som
van 14000.
Om tegemoet te komen aan de billijke aan
spraak op verhoogiDg der loonen in verhouding
tot de toenemende algemeene stijging der ar-
beidsloonen acht de commissie van fabricage het
noodig het vaste arbeidsloon met ongeveer tien
pCt. te vermeerdereu, makende eene verhooging
van 1116.
Voorts zijn op deze begrooting gebracht de kos
ten van een hek voor liet standbeeld van Boer-
haave ad 750. Voor de plaatsing van een ijze
ren hek op een hardsteenen voetstuk wordt dit
bedrag noodig geacht. Het hek zal strekken zoo
wel tot sieraad als tot eene behoorlijke instand
houding van het standbeeld.
Als kosten tot inrichting der beneden-lokalen
van de Lakenhal tot museum vau schilderijen
wordt geraamd 2500. De commissie voor de
bewaring van voorwerpen van waarde of belang
rijk voor de oudheidkunde en de geschiedenis der
kunst heeft te kennen gegeven dat de bovenzaal
in de Lakenhal te klein is om de voorhanden
schilderijen en andere voerworpen behoorlijk te
plaatsen en dat de beneden-lokalen geschikt zijn
bevonden om, behoudens de noodige verbouwing,
tot dit doel te worden ingericht.
Uit een ingesteld onderzoek is gebleken dat
voor deze verbouwing eene som wordt vereischt
van 2500.
Tot het onderhoud der hraudspuiten wordt
aangevraagd 3780.
Hieromtrent leest men in de toelichting: Bij
raadsbesluit van 6 Mei 1867 is machtiging ver
leend om een vierde nieuwe brandspuit aan te
schaffen. Sedert dien tijd is men niet verder ge
gaan, om gevolg te geven aan het bepaalde hij
raadsbesluit van 2 Maart 1865, strekkeude oui
telken jaar een oude spuit door een nieuwe te
vervangen. Intusschen bestaat de noodzakelijkheid
om voor 1873 weder daartoe over te gaan.
Hel groot verschil in de samenstelling, hruik
b.arhoio en vaardigheid van de nieuwe boven
de oude braudspuiteu wettigt die uitgaaf, dewijl
bij het ontstaan van brand veel minder tijd noodig
is om water te geven en 't welk dan nog tot een
dubbele hoeveelheid wordt verkregen. Bovendien
kunnen de nieuwe spuiten in de meeste gevallen,
wauneer de brand niet ver van een gracht is
uitgebroken, dubbel dienst doeu, daar ook de
perspomp alsdan alzonderlijk water geven kan.
Tot het aanschaffen van een nieuwe brandspuit
wordt derhalve uitgetrokken eeue som van 1600.
De behoefte aan eeu voldoend personeel
voor deu dienst der braudspuheu blijlt beslaan,
dewijl aau de spuiieu nog eeu aanial vau
168 brandspuitgasten ontbreekt; alleeu die
spuiten waaraan stadswerkliedeu eu de weezeu
uit het Gereformeerde Weeshuis zijn geplaatst,
hebbeu eeu bijna voltallig personeel. Men zal
beproeven out op vrijwillige hulp te kunnen
blijven rekeueu, naar eeue billijke beloouing, al
vorens over te gaan tot het doen van voorstel eu,
strekkende tot een verplichten dienst bij het
ürandwezen.
Ten slotte behelst de begrooting het voorstel
tot verhooging der jaarwedden van het hulpper
soneel op de openbare lagere scholen te Leiden,
opgemaakt ingevolge art. 2 der Verordening van
den 4den Mei 1872 (gem. blad van Leiden N° 9)
door Burgemeester eu Weihouders, in ovei leg met
de hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen
en den Schoolopziener ingediend bj de gemeeuie-
begrooting voor het jaar 1873.
De zwemwedstrijd op Rhgnzigt heeft heden
onder begunstiging van uitgezocht weder, ten
genoegen van de deelnemers en een talrijk publiek
plaats gevonden. Even als vorige jaren was het
terrein van den wedstrijd feestelijk ingericht eu
de dag opgevroolijkt door een geïmproviseerd
muziekcorps. Hoewel de glans van vorige wed
strijden, door gebrek aan milde deelneming, ont
brak, en de champagne zich niet paar.te aan de
gelukkige gelaatstrekken der moedige overwin
naars, werd een en ander vergoed door de toe
spraak van deu heer A. J. C. Hazenberg waar-