I De expeditie, die eeuigen tijd geleden naar Deli ftzonden werd, om er op verzoek van den Sul- n twee Dato's te tuchtigen, slaagde spoedig om door hen opgeworpen versterkingen te nemen, e twee rebellen, hoofden, vroegen den Sultan rgiffenis. Het aulwoord was dat zij in persoon oesten opkomen. De Piuahgsche bladen beweer- n dat men ze naar Batavia wilde opzenden. De wanhoop schijnt beu kracht te hebben ge ven. Eergisteren ontving de regi criug toch hier n telegram, ten gevolge waarvan het halve |lde rechterbataljon, met achterladers gewapend met 4 houwitsets 011 2 mortieren, met 40 artil leristen, en ruim 100 kettinggangers, als koelies, ti zameu 5 a 600 man, heden naar Deli zijn ■trokken. ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff Hedenmorgen te hallvijf trok de infanterie n het expeditiecorps van Meester Corne is af, Ijegeleid door het abhterbhjvendo gedeelte van het 11de bataljon en door het 10de. Op Weltevre den voegde de expeditiouaire artillerie zich bij de iulanterie en eindelijk uog een detachement cavalerie. Te 7 uren kwamen de troepen, begeleid door deol commandant der militaire afdeeling, vele andere officieren en muziek, aan den Boom, waar zich bevonden de generaals Whitton (bij afwe zigheid van Z. Exc. den legercommandant, die zich op Sumatra bevindt, fungeerend hoofd vau het departement) eu Happé, de chefs van hel stoomwezen en van andere takken van dienst, de heeien André Wilteus en van Deldeu, presi dent en secretaris vau het Indisch Comité van het Roode Kruit (dat eene belangrijke bezending van het noodige heeft verscheept) en vele officie ren eu burgers, die afscheid kwamen nemen. Terstond werd met embarkeerren begonuen. Nog vóór halfacht vertrok de Tjiliwong met een aantal prauwen op sleeptouw naar de reede, waar het stoomschip William Mackinnon gereed lag om naar Deli te vertrekken. Hel officierscorps bij de expeditie is aldus sa mengesteld als wij goed ingelicht zijn: Infanteriede heeren P. F. L. von Hombracht, luit.-kolonel, commandant. W. Vasseur, luitenant-adjudant; J. H. P. Kroesbeek, kapitein; B. J. C. van Eersel, kapitein; F. Lucber, kapiteiu H. F. Weychardt, 1ste luitenant; M. A. J. L. Keulemaus, 1ste luitenant; J. H. van der Veen, lste luitenant; L. L. A. Maureubrecber, 2de laitenant; J. ül. Sanders, 2de luitenant; P. L. Logeman, 2de luitenant; K. H. Röpke, 2de luitenant; C. F. ti. Gütz, 2de luitenant; eu F. Soeterik, 2de luitenant. Artillerie: H. Adama vau Sctieltema. kapitein, commandant; D. Moreau, 2de luitenant. Geneeskundige dienst: H. J. van der Weide en J. S. Cremer, officieren van gezoudh. 2e kl. Administratie: H. J. Ebbiuk, lste luitenant. Op het oogeublik dat de troepen hedenmor gen gereed stonden te einbarkeeren, werd, naar wij vernemen, de volgende telegram aan boord gebracht „Buitenzorg, 6 Juli. „Overste Hombracht, Expeditie-Commandant „Reede Batavia. fik weet dat het brave en trouwe Indische leger zich immer verdienstelijk maakt en onder scheidt waar het te velde trekt. „Mijne meest oprechte en hartelijke wenschen voor het welzijn van UHEdG., van heeren offi cieren, van de troepen en voor het schitterend succes der expeditie vergezellen u. „De Gouverneur-Generaal, LOUDON." Tegen 10 uren vertrok de William Mackinnon. De reis zal rechtstreeks naar Deli ondernomen wor- deD, zonder Riouw aan te doen. Woensdag mor gen hoopt men ter plaatse van bestemming te zijn. c,Als men nagaat, wat noodig, ja, onmisbaar is voor dergelijke expeditie, naar eene landstreek die geen hulpmiddelen oplevert, dan verdient de regeering en het militair departement bovenal allen lof voor den spoed, waarmede gehandeld is. .11 Even als toen onverwacht eene troepenmacht naar Pekalongan moest worden vervoerd, zien wij ook thans weder welke gewichtige diensten de vloot van de Nederlandsch-Indische Stoom vaart-Maatschappij presteert. Moge zij spoedig de geheele expeditiouaire macht, adat zij hare taak op roemrijke wijze volbracht eelt, terugvoeren en moge het woord van den eer van Rees ook weder voor dat gedeelte van umatra eene waarheid zijndat de krijgsmau n Indië is de pionier der beschaving en eene ;eheel andere taak dan in Europa vervult. der plaatsing te Buitenzorg, gesteld in handen van eene commissie, waartoe door Z. Exc. den Gouverneur-Generaal benoemd zijn de heeren Maarschalk, kolonel Egter van Wissekerke en de Bruijn, oud-directeur der burgerlijke openbare werken. 5 Juli 1872. Naar wij vernemen, zijn gisternamiddag alhier minder gunstige berichten omtrent deu staat van zaken in Deli ontvangen. Morgen zou dien ten gevolge van hier bet stoomschip William Mackinnon vertrekken, om naar Deli over te voeren het halve rechter 11de batal jon, eenige artillerie, twee officieren van gezond heid des legers, benevens 100 koelies. Het com mando is opgedragen aan den luitenant-kolonel P. F. L. von Hombracht. Deze ter versterking afgezonden troepenmacht bedraagt 5 a 600 man. Opgaaf van in het 2de kwartaal 1872 door de Factorij der Nederlaudscbe Handelmaatschappij van Java uaar Nederland verzonden producten. Waarvan met gedeeltelijk door par ticulieren beladeu schepen. Tin 27,430.92 i/ 22,931.26 pikols. Suiker 87,486.48 30,599.51 Koffie. 59,097.48 u 16,098.35 Rotting 1,880. 720. n Sapanhout 89.21 Noten 3,131.30 3,130.30 u Notenieep 16.056 16,056 Foelie. 296.044 296.044 u Indigo 138.796 H Getah pertja 311.29 311.29 n getang 9.01 9.01 ff I Gomelastiek 2.23 2.23 u Gom damar 20.64 20.64 u Runderhuiden. 42U.S0 Buffelhuiden 263.06 H Tabak 4,621.67 4,621.67 Cacao. 85.76 85.76 n Arak 134 leggers. De aanvoer van gouvernements-tin op Java van Bnnka heeft in het 2de kwartaal 1872 28,046 pikols bedragen. BUITENLAND. Frankrijk, Algemeens raden. Anti-republikeinsohe furie van Raoul DuvaL Arrestaties te Parijs. Batavia, 4 Juli 1872. Naar wij vernemen, zijn de projecten tot bouw fvan een krankzinnigengesticht, waarvoor gelden Iaangevraagd waren, maar die door den heer van iBosse geweigerd ziju op grond van de groote kostbaarheid der plannen en de ondoelmatigheid De uitslag van de benoemingen der bureaux door de algemeene raden schijnt nagenoeg alle partijen tevreden te stelleu. Zoowel de monar chisten als de gematigde en radicale republikei nen toonen er zich over voldaan. De reden hiervan is waarschijnlijk, dat bij den tegenwoordigen onzekeren toestand beide partijen eenigszins be vreesd waren, de opinie van hunne tegenstanders al te groote voordeeleu te zien behalen. Dit nu is zonder quaestie het geval niet geweest. Immers bijna alle raden hebben hunne oude presidenten, vice-presidenten, secretarissen enz. herkozen. Waar verandering is gekomen was zij nog voornamelijk in het voordeel der republikeinen. Zoo zijn in Savoye en in het departement Cher de presidents zetels, die tot nu toe door monarchisten werden ingenomen, bezet geworden door republikeinen. In den algeineenen raad van het departement der Seine-Inlérieure, die voor het grootste ge deelte uit royalisten is samengesteld, heeft reeds dadelijk een incident plaats gegrepen, dat weder in het licht stelt, met welk een haat de reactio naire partij jegens de republikeinen bezield is, eu tot welke onbillijkheden zij daardoor vervalt. Een republikeinsch lid van deu raad, die zich in België ophoudt om een politieke veroordeeling te ontgaan, heeft aan zijne collega's een briefge- schreven, dat hij tot zijn grooten spijt ook nu weder verhinderd is om de zitting bij te wonen, daar het gouvernement hem niet de noodige waarborgen heeft willen toestaan om het Fransche grondgebied te betreden. Nauwelijks was deze mededeeluig voorgelezen of uit de rechterzijde ging een motie op om den betrokken pe-soon van zijn lidmaatschap vervallen te verklaren! Inderdaad een vreemdo opvatting van de samen stelling en het karakter eener volksvertegenwoor diging. Het is tot nog toe, dunkt ons, de taak en het recht des volks om vertegenwoordigers, die zijn ver trouwen niet meer waardig zijn of zich naar ziju oordeel misdragen hebben, voor het vervolg uit de parlementen te weren. Dat de collega's van een verkozen raads- of parlementslid hem, op wien de volkskeuze is gevallen, bij meerderheid van stemmen weder uit hun midden konden verwijderen, dat hadden wij tot hiertoe nog niet gehoord. Wel wordt in vele landen het tegenovergestelde uiterste gehul digd, zoodat, wanneer een lid der vertegenwoor- niging voor het een of ander feit moet vervolgd worden, aan de vergadering waarvan hij deel uitmaakt zelfs vergunning moet worden gevraagd. Het zou er waarlijk schoon uitzien, indien de meerderheden der vergaderingen in het vervolg op deze wijze invloed op hare samenstelling konden gaan uitoefenen! Intusschen is de motie weder een schoone gele genheid geweest voor den heer Raoul Duval met zijn razenden haat tegen de mannen van 4 September te luchten. Deze heer was een trouw aanhanger van het keizerrijk en is thans meer in het alge meen een fanatiek reactionair. Waar hij maar kan valt hij de republikeinen aan en voorname lijk de mannen van 4 September, die volgens hem van hunne macht gebruik hadden moeten maken om het volk om den tuin te leiden en het door rotheid afgevallen keizerrijk weder te herstellenI Hij is dezelfde, die ten vorigen jare den minister van justitie, Dufaure, interpelleerde over het feit, dat de heer Ranc vrij en ongedeerd als lid van den Parijschen gemeenteraad fun geerde, terwijl hij volgens Raoul Duval deel genomen had aan de schanddaden der commune. Die deelname bleek toen echter zich niet verder uit te strekken, dan tot bet feit, dat de heer Ranc twee of drie dagen lid is geweest der commune, voor zij nog eenige daad van gewicht had gedaan, en dadelijk toen hij zag waar de zaken heen gingen, bedankt heeft. Nu is de philippica van Demosthenes Duval gericht geweest tegen den heer Gambetta. De reeds meer uitgesprokene scheldwoorden zijn dezen energieksten van Frankijks burgers, aan wiens moed en vaderlandsliefde het waarlijk niet gelegen heeft, zoo hij Frankrijk niet redde, naar het hoofd geworpen. Ttlum imbelle lafaard), „dictaturede l'incapacité", „politique de foufurieux", deze en dergelijke waren de liefe lijke woorden, waarop Gambetta werd onthaald door een der onderdanigste dienaren van den man van 2 December, die zich met dezen man trouw in het slijk is blijven roudwentelen tot aan de verlossing van Sédan (waar de heer Duval echter toevallig niet in het gezelschap van zijn bescherm heer was). In den laatsten tijd zijn te Parijs weer vele arrestaties voorgevallen. Het schijnt, dat hiervoor geene redenen van overtredingen van het gemeene recht bestaan, maar dat zij alleen worden gelast naar aanleiding van waarschuwingen voor poli tieke woelingen die bij de autoriteiten inkomen. De République Fraiifaite, het orgaan van Gambetta, komt hiertegen ten sterkste op. Het toont aan, dat het eindelijk eens tijd wordt die arbitraire maatregelen te doen eindigen, die vooreerst de bevolking verbitteren, eu ten tweede voedsel ge ven aan een der schandelijkste ondeugden: ver- klikkerij. Dultschlaud. De bisschop van Mainz en de Jezuïeten. De bisschop van Mainz wil uog eens beproe ven, eeu conflict tegen de staatsregeering tot een goed einde te brengen. Volgens het met de Hes- sische regeering gesloten verdrag heeft deze heer het onbeperkte recht, geestelijken, pastoors euz. te benoemen. Nu wil de bisschop de Hessische wet doen gelden boven de rijkswet; hij beweert namelijk, dat hij niettegenstaande de Jezuïeten- wet mag voortgaan met leden dezer orde voor geestelijke ambten aan te stellen. Natuurlijk stoort de regeering zich hier niet aan eu nood zaakt de Jezuïeten even goed Mainz te verlaten, of er geen functies meer uit te oefenen al3 in andere steden. Het is iuderdaad wonderlijk hoe de geestelijkheid zich zoo voortdurend aan nieuwe nederlagen wil blootstellen door het opwerpen van nieuwe conflicten. TEI ,EG RAMM IE IV. Carlowltz, 21 Augustus. De afgevaardigden op het Servisch congres van geestelijken hebben den koniuklijk-Hongaarschen commissaris geweigerd toe te laten. Generaal Molliary heeft heden-och tend een rede op het congres gehouden. Belfaat, 21 Augustus. De vechtpartijen tus- scheu do bewoners hebben opgehouden, doch de plundering der huizen duurt voort. Geheele huis gezinnen verlaten de stad. Rome, 21 Augustus. De Opinione deelt het vol gende mede aangaande den vermoedelijken inhoud van de regeeringsvoordracht betreffende geeste lijke corporatiën. De tegenwoordige wet, waarbij de opheffing wordt bepaald, zou op de provincie Rome worden toegepast, terwijl aan de corpora tiën van de stad Rome de rechtspersoonlijkheid zou worden ontnomen. Haar goederen zouden worden geconverteerd in rente, welke tot het zelfde doel als tegenwoordig zou worden aange wend, zonder dat de regeering daarvan eenige voor haar voordeelige financieele operatie zou maken. Genève, 21 Augustus. Het scheidsgerecht heeft hedenmiddag eene zitting gehouden, waarin naar men vermoedt, belangrijke onderwerpen zijn be handeld. De volgende bijeenkomst is op aanstaan den Vrijdag bepaald. Parjja, 21 Augustus. Het Journal o/ficiel bevat een decreet, houdende wijziging der disciplinaire voorschriften bij het leger. Die wijziging beeft voornamelijk ten doel, om „de godsdienstvrijheid der soldaten te beschermen en vergrijpen tegen de tucht strenger te straffen." Rome, 21 Augustus. De generaal Petitti zal naar Pruisen vertrekken, om de groote troepen- manoeuvres aldaar bij te wonen. Nuova Roma verneemt, dat tusschen de regee ring en de Jezuïeten nog ter elfder ure eene schikking is tot stand gekomen, aangaande de onteigening van het Jezuïetenklooster en dat de ontruiming zonder tegenstand heeft plaats gehad. Toronto, 22 Augustus. De regeering heeft be richt ontvangen van het voornemen van zekere personen, om eene expeditie tegen hetSpaansche gouvernement op Cuba te ondernemen. De gou verneur-generaal heeft eene proclamatie uitge vaardigd, waarin hij tegen dergelijke onderneming waarschuwt en de gevolgen eener schending der neutraliteit in herinnering brengt. Belgrado, 22 Augustus. Gisteren heeft de Itali- aansche vertegenwoordiger, de heer Joanini, den Vorst, in eene plechtige audiëntie, de insigniëu van de Heilige Lazarus- en Mauritius-orde over handigd. De stad is prachtig verlicht. Verschei dene zangvereenigingen hebben den Vorst, onder fakkellicht, serenades gebracht. Eene groote me nigte beweegt zich door de straten eu overal heerscht vroolijke opgewondenheid. LAATSTE BERICHTEN. 's-Gravenhaqk, 22 Augustus. Aan bet hotel de l'Europe zijn aangekomen de gravinnen Fortuné en JenDy du Chustel met gevolg, komende van Brussel. De miliciens der lichting van 1868, behoo- rende tot het lste en 3de regiment vesting-artil lerie, die deel moeten oeineu aan de 2de serie der oefeningen in de legerplaats te Zeist, zijn heden bij hunne corpseu ouder de wapenen ge komen, oui daarbij gedurende 30 dagen in acti viteit te verblijven. De toestand van den heer Becht, kapelmees ter vau bet muziekcorps ddr dd. schutterij alhier, blijft dezelfde. Die toestand is wel niet dadelijk gevaarlijk, maar blijft toch zorgelijk. Naar wij vernemen heeft de Regeering de zer dagen concessie verleend aau den heer Era ser voor eene stoomvaarlverbinding vau Ned. Indië met Australië,eene zaak waarvoor sedert jaren op de koloniale begrooting eeu post voor memo rie was uitgetrokken. De overeenkomst moet bereids geteekend zijn, terwijl het te verleeneu subsidie op de Ned. Iiid. begrooting voor 1873 zal worden gebracht. De Algemeene 's-Graveuhage Werklieden- vereeniging heeft eergisteravond tot leden van het bestuur gekozen de heeren: M. Prins, H. Entboven, G. Klomp, W. L. Schroot en G. C. Reeser, patroons; Spelt en Schonhouwer werk lieden. Aanstaanden Vrijdag zal het aftredeud bestuur het beheer der verceniging aan het nieuwgekozene overdragen. De voorzitter deelde mede dut H. K. H. prinses Mariaune dor Neder landen voor het ontworpen bouwplan eene som van f 10,000 aan de vereeniging heeft toegezegd. Dour Dr.Mouton, werd bij zijne aftreding de hoop te ken nen gegeven, dat het nieuw benoemde bestuur gelukkiger zou slagen in zijue pogingen, terwijl de heer Hermans te kennen gaf jiat het nieuwe bestuur, waarvan hij lid is, spoedig zou optreden, maar hij voegde er bij, dat het slechts dan aan de verwachting der leden zou kunnen beantwoor den, wanneer het hun vertrouwen en medewer king zou ondervinden. Delft, 22 Augustus. De 2de luitenant, Jhr. D. R. Gevers Deynoot is van het 8ste regiment bij het lste bataljon vau het 4de regiment in fanterie alhier overgeplaatst. Utrecht, 22 Augustus. Hedenmorgen is het inf. garnizoen, onder bevel van den luit.-kolouel Ghijsen, uitgerukt, ten einde met bet garnizoen van Gouda en Woerden, die vereenigd zijn, een militaire manoeuvre uit te voeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 3