°e ®e; slaan. De heer Quack sprong uit het rijtuig en
va(le:eeg daarbij een wond aan het hoofdde heer
srends kreeg een lichte verwonding met de sabel.
SntSl De koetsier gal daarop H. een slag met de
ie" Veep,die hem een,oogenblik onschadelijk maakte,
aarvan men gebruik maakte om naar den Elft
StWijjjÊh te keeren. Toen zij wat later Grave door
flampoort binnenreden, zagen zij genoemden
Mfefiaier onder die poort staan, weer gereed om
slttjj maarden te slaan, wat "u door hun suellen
'""IpD voorkomen werd. Bij het onderzoek dat
lfips ierop werd ingesteld, gaf H. alle blijken van
3edt unsverbijsteriug.
cbet: Breda, 6 Augustus. De 1ste luit. H. P. C. de
tdei 'auw Gerliogs, van het 2de reg. huz., is op zijn
lts. erzoek op non-activiteit gesteld.
met,, Maastricht, 6 Augustus. Gisterenochtend is te
''^Maastricht overleden Dr. Th. Verwaijen, rector
icl,l(an het gemeentelijk gymnasium aldaar. Meer
tdt ian 45 jaren had hij in het onderwijs doorge
dacht, eerst als leeraar te Lier (1827), later te
C Ireda en eindelijk als rector aan de Latijusche
verl'fdeeling der middelbare school te Maastricht.
lij was een man van buitengewone bekwaani-
,5 lieden, zijn dood is een ernstig verlies voor het
schoïymnasium van Maastricht en wordt aldaar dan
lok algemeen ten zeerste betrenrd.
VI"
BUITENLAND.
Fraukryii.
Thiers. De permanente commissie.
het
I. 11
L Bo
rdaa
ge De heer Thiers is met zijne familie naar Trou
lerij/ille vertrokken. Hij zal, naar men verneemt,
r.sijue vacantie voornamelijk besteden aan het be-
de.studeeren der plannen
erk.stratieve réorganisatie.
Bo De permanente commissie heeft reeds eene
d i vergadering gehouden. Daarin werd door enkele
ierj leden der rechterzijde reeds dadelijk de wensche-
ijè lijkheid ter sprake gebracht, dat de heer de Ré
is, ratry, ex-prefect der Bouches-du-Rhóne zijn ver-
ti. zoek om ontslag zou intrekken. Ja zelfs wilden
a - sommigen bij den minister van Binn. Zaken er
leb op aandringen om hem tegenover den départe-
■rij mentalen raad satisfactie te geven. Er is even-
gtï wel geen besluit over deze aangelegenheid ge
|eI nomep.
Duitsclilaud,
Brief aan Döllinger. Conferentie over de
sociale quaestie.
ding van Correnti scheen het, dat niemand deze
moeielijke taak op zich zou willen nemen. En
inderdaad, wanneer men nagaat, dat in Italië
ongeveer 17 millioen inwoners zijn, die niet lezen
of schrijven kunnen, dan zal men erkennen, dat
de minister van onderwijs een Hercules in zijn
vak moet zijn om met goeden moed aan de op
ruiming van dezen Augias stal te beginnen.
De nieuwe minister is de senator Scialoja. Van
zijne antecedenten is niet veel anders te zeggen,
dan dat hij meer dan eens de portefeuille heeft
geadministreerd, die nu aan Sella behoort, de
portefeuille van financiën.
Zwitserland.
De Bondsraad en de Curie.
De bondsraad heeft zich in zijn laatste zitting
bezig gehouden met het plan der Romeinsche curie
om een afzonderlijk bisdom Genève op te richten,
waarvan Msgr. Mermillod, een ijverig ultramon-
taan het eerste hoofd zou zijn. De ultramontaan-
sche pers zwijgt geheel tegenover de geruchten
welke dienaangaande in omloop zijn, en dat maakt
het plan des te waarschijnlijker. Natuurlijk kon,
in de gegeven omstandigheden, geen bepaald be
sluit genomen worden. Aan den pauselijken inin-
tius te Luzern is evenwel inlichting gevraagd
omtrent de waarheid van de loopende geruchten.
Daarnaar zal de bondsraad zijne handelwijze
inrichten, en naar men verzekert is hij van
plan, zoover de bondswetten het eenigszins toe
laten, het plan der curie tegen te werken. Zwit
serland zal dus wellicht een gewichtige rol gaan
vervullen in den grooten strijd, die door Duitsch-
laud tegen de ultramontaansche heerschzucht is
aangevangen.
TELiEÖRAMMEIV.
r.
v De koning van Beieren heeft zijne ingenomen
heid met den afloop van het feest der Muuche-
"j< ner Universiteit te kennen gegeven in den vol-
1 genden brief aan Döllinger."
hge „Mijn waarde Rector Magnificus, Dr. v. Döl-
Mt lingerl Het feest dat dezer dagen ter eere van
baren zegevierenden, strijd tegen de macht van
ag vier eeuwen heeft plaats gehad was de Munche-
g( ner universiteit ten volle waardig. Met vreugde
heb ik er aan deel genomen en ik voel mij ge
drongen alle feestgenooten, die mij zoovele heer
lijke bewijzen van trouwe aanhankelijkheid heb
ben gegeven, mijn warmsten dank te betuigen.
Neem heden tot besluit van bet feest de verze
kering vaD mij aan, dat het welzijn der univer-
It siteit, dit brandpunt der wetenschap,die juist nu door
een aantal uitstekende leeraars wordt opgeluisterd,
,fli mij steeds een heilige zorg zal zijn, en dat even-
ui, als onder mijne doorluchtige voorvaderen ook
)e;, ouder mijne regeering, wetenschap en kunst in
het land van Beieren steeds aanmoediging en
liefderijke verzorging zullen vinden. Terwijl ik
u, mijn waarde Rector Magnificus, en de geheele
feestcommissie mijn bijzonderen dank betuig, ben
ik uw zeer toegenegen koning „Lodewijk."
De officieuse Berlijnsche bladen hebben onlangs
medegedeeld, dat de conferentie tot bespreking
der sociale quaestie tot aan de maand October
is uitgesteld. Er kan echter van eene verdaging
eigenlijk nog geen sprake zijn, daar er nog geen
Bi tijdstip voor de bijeenroeping was vastgesteld of
't zelfs als waarschijnlijk aangeduid. Hiermede koint
i dan ook geheel overeen de uiededeeling der offi-
cieuse 'bladen, dat namelijk de Pruisische regee-
'n ring met hare voorloopige werkzaamheden voor
i de conferentie nog lang niet gereed is. Op deze
en andere gronden kan men bijna wel voorspel-
len, dat de samenkomst dit jaar nog niet plaats
zal hebben. Ja men begint in de liberale kringen
|1 hoe langer hoe meer te gelooven dat het geheele
V conferentie-plan eigenlijk een dood geboren kind
mag -genoemd worden. Ook de Nat. Zeil. uitte
■i dezet» dagen het vermoeden, dat de bijeenkomst
1 wel ad calendas graecas zou verschoven worden.
Het zou ons niet spijten, wanneer inderdaad het
geheele plan in duigen viel. Wij verwachten,
niettegenstaande alle mogelijke uiterlijke libera-
t liteit, van een Pruisisch-Oostenrijkscbe conferentie
j geen bijzonder schitterenden uitslag tot verbete-
ijMr'ng van het lot van den handwerksman.
Italië.
tJBw De nieuwe minister van onderwijs.
r I
Eindelijk heeft de regeeriug een uieuwen mi-
t nister van onderwijs gevonden. Bedert de alire-
ïladrld, 6 Augustus. De lmparcial zegt, dat se
dert het begin van den oorlog op Cuba 18600
opstandelingen zijn gedood. Een groot aantal is
gevangen gemaakt, 69640 opstandelingen hebben
zich onderworpen. De troepen hebben zich mees
ter gemaakt van 4819 vuurwapenen, 8249 blanke
wapenen en 9921 paarden.
Rome, 6 Augustus. Bij de gemeenteraads-ver-
kiezing zijn 8300 stemmen uitgebracht. Alle can-
didaten der liberale lijst zijn gekozen. Het groot
ste aantal stemmen bedroeg voor de liberalen
4672, voor de clericalen 1599, eu voor de demo
craten 700. Bij de verkiezing voor den provincialen
raad behaalden de liberalen evenzeer de over
winning,
Londen, 6 Augustus. De Times zegt: De ont
moeting tusschen de drie keizers zal de vrijheid
op hechter grondslagen vestigen en haar wel
licht tot in het hart van Rusland doen door
dringen. De wereld zal in het bezoek van den
Czaar waarschijnlijk een onderpand zien, dat de
rust van Europa door geen oorlog zal worden
gestoord. De Europeesche vrede (zegt Daily
News) kan door aanhaling der vriendschapsban
den tusschen de drie Souvereinen meer winnen
dan verliezen.
Keizer Napoleon is gisteren naar Bangor ge
gaan, waar hij eenige weken blijven zal.
Londen, 7 Augustus. In het Lagerhuis gaf
de heer Grant Duff een overzicht der Indische
financiën, die betrekkelijk zeer gunstig stonden.
Het batig s'ot van 1870 bedroeg 1,400,000 p. st.
Ook in het laatste jaar en het loopende had men
overgehoudeu. Het volk wa3 tevreden en ging
vooruit. Redenen tot ongerustheid waren er niet.
De inkomstenbelasting werkte goed.
De heer Lawcelt beweerde, dat de uitgaven
der Indische regeering buitensporig waren en
dat de inkomstenbelasting afkeuring verdiende
Gemeenteraad.
INGEKOMEN STUKKEN.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigde hoogachting te kennen
Jan van Lith, timmerman, wonende alhier aan
de Papengracht, dat bij, door vele aanvragen naar
fatsoenlijk goed ingerichte woonhuizen, waaraan
door gebrek daaraan niet kan voldaan worden,
de proef zoude willen nemen in hoeverre het
mogelijk zoude zijn daarin, zij 't ook voor een
klein gedeelte, met eenig voordeel te kunnen voor
zien, heeft de eer hierbij plans, opstand en situ
atieteekeningen over te leggen voor vier woon
huizen, welke hij zich voorstelt te bouwen op het
met boomen beplante terrein, liggende buiten c
voormalige Wittepoort, onmiddellijk aan de bru
grenzende langs het buiten van den heer A. 1
M. van Oordt, vroeger van de familie Bentfort van
Valkenburg.
Naar zijne overtuiging zou zoodanige bouw
leen te ondernemen zijn bij kosteloozen afstand
van den bedoelden grond, eveu als dat aan de
heeren van den Berg eu Hoffmeister in der tijd
plaats had.
Zoo is zijn eerbiedig verzoek, hem den genoein
den grond, ter grootte van 26 ares, 23 centiares,
de
volgens hierbijgaand extract uit den kadastralen
legger der gemeente Leiden, kosteloos te willen
afstaan, om daarop vier woonhuizen naar bijgaande
teekeningen te bouwen; waarbij hij de daarop
staande boomen volgens taxatie wenscht over te
nemen, oui daarvan eenigen te kunnen laten staan,
zooals hem voor welstand, bescherming voor den
wind, etc. het meest geraden zal voorkomen.
Leiden, 30 Mei 1872.
Leiden, 10 Juli 1872.
Blijkens een rapport van de Commissie van
Fabricage betrekkelijk het adres van den heer
J. de Lith alhier, ter bekoming van het daarbij
omschreven plein buiten de voormalige Wittepoort,
ten einde aldaar villa's te bouwen, adviseert de
meerderheid dier Commissie tot den gevraagden
afstand van dien grond te besluiten, terwijl een
lid daartegen overwegende bezwaren heeft, hoofd
zakelijk op grond dat dientengevolge de Gemeente
een sierlijk plein zoude verliezen.
Ook bij ons college bestond ten aanzien van
het onderwerpelijk verzoek in geenen deele een
stemmigheid. De minderheid was met de Com
missie van oordeel dat, al mocht dan ook het
plein geacht worden het uiterlijk aanzien der
jemeente te verfraaien, door den afstand, met
het doel daarop woonhuizen te bouwen, evenwel
te gemoet zoude worden gekomen aan de bestaande
behoefte aan huizen in deze gemeente, en dat de
vermeerdering van het aantal woningen bestemd
voor den gegoeden stand aanleiding zoude geven
dat personen uit dien stand zich met der woon
in deze gemeente zoude komen vestigen, iets wat,
onder anderen met bet oog op de opbrengst van
de plaatselijke directe belasting, van overwegend
gewicht moest worden beschouwd.
De meerderheid van ons college was evenwel
eene andere meening toegedaan. Hoezeer de
voor de bebouwing van het terrein in quaestie
aangevoerde argumenten op hoogen prijs stel
lende, geloofde zij echter dat de voorgestelde be
bouwing niet wenschelijk moest worden geacht,
noch voor de bewoners van de in den omtrek
liggende huizen, noch voor het publiek in het
algemeen, ten gevolge van het hierdoor veroor
zaakt gemis van uitzicht en van wandelplaats.
Ook binnen den omtrek dezer gemeente was
naar haar oordeel nog voldoend terrein te be
komen voor het bouwen van villa's en woniu-
gen voor den aanzienlijken stano. Te meer zoude
daarvoor gelegenheid worden aangeboden, wan
neer een voorstel tot demping van de Binnen
vestgracht tusschen de Geerengracht eD de Hoo-
gewoerdspoorl, hetwelk bij de behandeling der
begrooting voor 1878 aan uwe beraadslagingen
zal worden onderworpen, mocht worden aange
nomen.
Wij beschouwen derhalve het behoud van het
bedoelde plein in den tegen woordigen toestand van
te veel belang, om u de inwilliging van adres-
sant's verzoek in overweging te geven en mee-
ueu mitsdien eene afwijzende beschikking te
moeten aanraden.
Aan den Gemeenteraad.
Burgemeester eu Wethouders enz.
Leiden, 10 Juli 1872.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op
het request van J. van Lith te berichten, dat
het daarbij gedaan verzoek betreft de bebouwing,
met vier aan elkander verheelde woningen, van
het pleintje of plantsoen aan het Galgewater bij
de brug over de singelgracht aan het Noordeiude,
eD dat daarbij in de eérste plaats id overweging
komt het aan den openbaren dienst onttrekken van
dit perceel, bij het kadaster dezer gemeente be
kend onder sectie A, u". 490, ter grootte vaD 26
aren en 80 centiaren.
De Commissie is vau meeniug, dat dit plant
soen strekt tot een sieraad bij het binnenkomen
der stad, eu aan hareD hootdiDgang een bevallig
aanzien geeft, zoowel wat de ligging als de om
geving betreft, zoodat de afstand van dien grond
ter bebouwing het uitzicht van wandelaars, be
zoekers en geburen geheel zou belemmeren. De
meerderheid der Commissie meende echter eene
overwegende reden tot dien afstand te vinden
in de meer en meer toenemende behoefte aan
woonhuizen voor den aanzienlijken stand, in het
deltig uiterlijk dat, volgens de overgelegde teeke
mng, de nieuw te bouwen huizen zouden ver
krijgen, en in het voordeel dat in menig opzicht
voortspruit uit de bewoning van zulke woonhui
zen. De minderheid daarentegen blijft bij haat
gevoelen, hetwelk de Commissie reeds in het
jaar 1866 deed besluiten te adviseeren, dat het
verzoek ter bekounug van bedoelden gemeen e-
groDd zou worden afgewezen, en welk gevoeleu
de Raad destijds met eene meerderheid van 15
tegen 3 stemmen heeft gedeeld.
Open pleinen aan de ingaugen der gemeente,
vooral wanneer die aan het water zijn gelegen,
dienen in het algemeen als losplaatsen, tot ge
rief der in den omtrek daarvan wonende ïn-
gezeteoeu; de Raad prak dit oordeel met al-
getneene stemmen uit, nog in den loop vaD dit
jaar, toen hij een verzoek afwees tot afstand van
gemeentegrond, even buiten de Zijlpoort gelegeD,
maar, zelfs deze beweegreden, om ook thans het
verzoek van J. van Lub af te wijzen, daargelaten,
zoo zou bedoelde afstaud van een terrein, waar-
vau als wandelplaats veel gebruik wordt gemaakt,
dat door zijne beplanting met vijfendertig prach
tige boomen en met een bloemenperk aangelegd,
denruiinen toegang tot de stad zoozeer verfraait,
al dat sieraad doen vervallen, in plaats van de
Op dat punt verkregen verfraaiing te bestendigen.
Ook meende de minderheid, de beboette aan
woningen, als ten deze wordt bedoeld, erkennende,
dat tot het bouwen van de zoodanige, onder meer
dere gelegenheden, schuins tegenover bet plant
soen, waarvan thans de afstand wordt gevraagd,
ook een alleszins voldoend plein tot het inrichten
van huizen beschikbaar is, al zij het ook, dat
voor de bewoners déar niet gelijk ruim uitzicht
zou verkregen worden, als door inwilliging van
het verzoek, aan de ingezetenen in het algemeen
en aan de eigenaars of huurders der aan eu tegen
over gelegeu woningen zou worden onttrokken.
De meerderheid der Commissie echter meende
dat het raadsbesluit van 7 Juni 1866, evenzeer
als haar rapport van den 2 Mei te voren, strek
king had orri gunstig te beschikken op aanvragen
tot bebouwing van het bedoelde plantsoentje en
er geen belang voor de gemeeute aan was ver
bonden als het daarover liggend plein, dut ouder
de gemeente Zoeterwoude is gelegen, werd be-
bou \d, omdat de bewoners geen ingezetenen ol
belastingplichtigen van Leiden werden. Zij blijft
derhalve volharden bij eene gunstige overweging
van het verzoek en meent, voor het geval dat tot
den afstand besloten wordt, daartoe de volgende
voorwaarden voor te stellen, als:
1°. dat de bebouwing geschiede volgens de over
gelegde teekening en binnen twaalf maanden na
de dagteekeuing van het Raadsbesluit, waarbij
de atstand is bepaald, geheel voltooid zij
2°. dat de op dit pleintje aanwezige 21 stuks
ijpeD en 14 stuks linden opgaande boomen, wor
den overgenomen voor de som van vierhonderd
zeveueiiiivgeiitig gullen, berekend tegen ƒ17 elke
ijpen- til I 1U elke lindenboom;
3°. dat de groDd gratis in eigendom worde af
gestaan en tegen betaling der daarop loopeDde
kosten worde overgedragen, zuodra de bebouwing
plaats heeft gehad.
Aan den Gemeenteraad.
De Commissie van Fabricage, enz.
Leiden, 27 Juli 1872.
De Commissie van Financiën kan zich niet
ereenigeu met het voorstel van Burg. en Weth.,
strekkende om afwijzend te beschikken op het
adres van den heer van Lith.
Uit een financieel oogpunt acht zij het van het
meeste belang voor de gemeente dat aan den
wenscli om woningen te bouwen, waaraan in den
tegen woordigen tijd groute behoefte schijnt te be
staan, zooveel mogelijk worde tegemoet gekomen,
ten einde het belasting-betalend element in deze
gemeente worde versterkt.
In de rapporten van de Commissie van Fabri
cage eu van het Dagelijkscb Bestuur wordt dan
ook op dit argument ten gunste van den gevraag
den afstand met nadruk gewezen. Overigens is
zij niet overtuigd van het nadeel hetwelk aan het
ver.ies van het bedoelde plein, volgens de rappor
ten, zoude verbonden zijn.
Als wandel- en aanlegplaats toch wordt het
plein niet of weinig gebruikt, eu het schoone
uitzicht bij het binnenkomen eu verlaten der stad
zal, naar het oordeel uwer Commissie, niet min
der wordeu wanneer aldaar vier sierlijke villa's
worden gebouwd.
De Commissie vindt derhalve volle vrijheid u
voor te stellen aan den adressant deu gevraagden
grond kosteloos af te staan eu zulks ouder de
voorwaarden ïu het rapport der Commissie van
Fabricage vermeld.
Aan den Gemeenteraad.
De Commissie van Financiën, enz.
Leiden, 22 Juli 1872.
De Commissie in de raadsvergadering van 2
November 1871 benoemd ten fine van onderzoek
in zake van den aanvoer en verstrekking van
duinwater verzoekt bij het aan uwe vergadering
gericht schrijven vaD 15 Juli jI., dat aangaande
het voorstel gedaan bij haar schrijven van 26
April jl. (n°. 74 van de gedrukte stukken) eene
beslissing moge worden genomen en dat het te
verleenen crediet worde bepaald op eene som
van ƒ3000. Nu aan een commissie uit uw mid
den is opgedragen geworden om een onderzoek
in te stellen naar de middelen die tot verbete
ring van den bestaanden toestand zouden kunnen
leiden en deze commissie zich met de uieeste
welwillendheid bereid heeft verklaard het aan
gevangen onderzoek op de door haar omschre
ven wijze voort te zetteD, komt het ons voordat
er alleszins termen zijn om guustig op dit ver
zoek te adviseeren. Wij stellen u mitsdien, on
der verwijzing naar het ter zake in de gesloten
vergadering van 28 Mei jl. verhandelde, voor:
1°. de Commissie diligent te verklaren;
2°. met uitbreiding van het haar gegeven man
daat haar in de 4de plaats op te dragen om te
onderzoeken of er, behalve het middel van duin
waterleiding en dat van aanvoer van duinwater, ook
andere middelen zijn te vinden om in de be
hoefte van goed drinkwater voor deze gemeente
te voorzien
3°. haar een crediet van drie duizend gulden te
verleenen onder verplichting van rekening en
verantwoording
a. voor het nemen van proeven,
b. voor het inwinnen van adviezen van des-
kuudigen en het maken van plannen, eD
c. voor reiskosten van deskundigen die de
locale gesteldheid zouden moeten beoordeelen.
Het aan de Commissie ten vorigen jare op
gedragen mandaat was van deu volgenden
inhoud
a. om met het gemeentebestuur van 's-Graven-
hage te onderhandelen over de wijze waarop en
de voorwaarden waaronder, de duinwaterleiding,
tot welker aanleg de raad van genoemde ge
meente besloten heeft, levens dienstbaar zou
kunnen worden gemaakt voor deze gemeeute;
b. otn, indien de bovenbedoelde onderhandelin
geu tot geen bevredigend resultaat mochten lei
den eu er naar het oordeel van de Commissie
althans voorshands ook geen ander middel bestaat
om Leiden van eene waterleiding te voorzien, te
onderzoeken op welke voorwaarden bijzondere
personen of corporatiëu zich inet den aaDvoer van
water, ook ten behoeve van de gemeeme, zouden
willen belasten;
c. om na te gaan of de gemeente op den duur,
eveD als tot nog toe, het duinwater, hoe dan ook
aangevoerd, kosteloos behoort af te leveren aan
allen die er naar vragen, onverschillig wie zij ook
zijn mogen.
Aau den Gemeenteraad.
Burgemeester en Wethouders, enz
Leiden, 27 Juli 1872.
De Commissie van Financiën heeft geene be
denkingen tegen het voorstel van Burgemeester
en Wethouders, strekkende onder meerderen om
aan de Raadscommissie in zake den aanvoer en
verstrekking van Duinwater, overeenkomstig hare
aanvrage, een crediet te verleenen van f 8000,
tot het nemeu van proeven enz., ten einde in staat
te worden gesteld het onderzoek, waarmede door
haar een aanvang is gemaakt, voort te zetten.
Zij acht eene eventuëele uitgave van ƒ.3000.
alleszins gerechtvaardigd waar het geldt het in
het werk stellen van pogingen ter bekomiDg van
beter drinkwater.
De Commissie meent uwe vergadering derhalve