27 Juli. N°. 3823. Zaterdag A°. 1872. EUROPA EN HET CONCLAVE. Feuilleton van het „Leidscli Dagblad". SCHETSEM UIT ESGELAMD. EIDSCH i DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00. Franco per post,„3.85. Afconderlyka ®-^5* Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJTS DER ADVERTENTIEN. Voor iederen regelƒ0.15. Grootere lettert naar de plaatsruimte die x\j beslaan. ii. Kan men na dit alles nog vragen of het voor de mogendheden van belang is, dat een braaf, ge matigd envcrstaodig manden geestelijkeschepter voere over de millioenen Europeesche katholieken Wordt men niet hoe christelijk men ook moge zijn door ergernis aangegrepen bij de gedachte aan dien grijsaard, die het eene oogenblik ver langt, dat de wereldsche machten zijne zwakheid zuilen steunen, om in het andere de geheele maatschappij eene uitdaging toe le zendeo, waar van de verwatenheid nauwelijks ïu te dcnkeo valt? Waarlijk, alles haugt er voor het welzijn der natiën van af om de herhaling van dergelijke tooneelen te voorkomen en zoo mogelijk het du reeds gestichte kwaad te verhelpen. De wonde, door Pius IX en zijn slechte omgeving zoo roe keloos geslagen, is voorzeker niet meer le heeleu doch zij kan zoodanig gereinigd en verpleegd worden, dat eene outstekiog en ondermijning van het genecle lichaam wordt voorkomen. Daartoe is, zooals wij reeds zeiden, de verkiezing van een gematigd en verstandig, maar vooral van een wezenlijk braaf („wezenlijk" wil hier zeggen: niet formeel) uiensch noodig. Wij erkennen volgaarne, met het college der kardinalen met genoeg bekend te zijn om dien man aan te wijzen. Dit is ook oiet onze taak, maar die der geïnteresseerde gou vernementen. En zooveel vertrouwen hebben wij nog juist in de mogelijkheid, dat de Kerk niet alles door hare aanraking bederve, dat ouder de dragers van het purper nog enkele mannen zul len worden gevoudeu, die het wezenlijk heil der katholieken en der volkereu in bet algemeen zul len stellen boven eene beklagenswaardige eu ver nederende heerlijkheid. Het komt ods niet direct noodzakelijk voor,dat het doguia der onfeilbaarheid door Pius' opvolger worde ingetrokken. De twisten, die het heeftin het leven geroepen, bestaan eenmaal, en de verhou ding der katholieken ouderling zou er misschien nog te moeilijker door worden. Bovendien heeft de afscheiding zich reeds uitgebreid tot andere geschilpunten, die door eene intrekking van het oufeiibaarheids-dogma uitt meer ziju bij te leggeu. Een definitieve splitsing der katholieke kerk zal binDen korter of langer tijd het gevolg moeten zijn der beweging van 1870. Haar bij die spljtsing godsdiensthaat eu burgertwist te voorkomen, dat moet het werk zijn der opvolgers van Pius IX. De (Clericalen spreken geen onwaarheid, wanneer zij zeggen, dat daar op het Vatikaan de beheer- scher van millioenen zieleu gezeteld is. De invloed van de woorden en daden des pausen op de katho lieken is bijna onbegreusd, tenzij hij er zelf evenals PiuslXdoor een daad van kleingeestigen overmoed een gevoeligen stoot aan toebrenge. Dat het dogma der onfeilbaarheid derhalve rustig voortsluimere in de duisternis, waarin het t'huis behoort. Doch dat'de toekomstige opperpriester doorzijoe woor den de burgers van andere landen eerbied ïnboe- zeine voor hunne overheid, eu door zijne daden het voorbeeld van verdraagzaamheid jegens an dersdenkenden geve. Wanneer Pius IX Victor Emanuel een roover en Bismarck een kolossus noemt, die door het steentje des hemels weldra verpletterd zal worden, dan hoort men zijno woorden onmiddellijk nabauwen door de geheele clericale pers, doorliet Vaterland c. s. in Oostenrijk, de Volksbote, Germania, etc., in Duitschland, de Univers, Monde, enz. in Frankrijk, de Osservatore Romano, Voce della Verita, Unita Cattolica in Italië, de Tiempo in Spanje, enz. enz., en de „geloovigen" tintelen, na de lezing van dergelijke verhevene uitdrukkingen, weder met vernieuwde tinteling over de schandelijke onderdrukking, waaraan bun opperhoofd is blootgesteld. Welnu, wanneer dit opperhoofd nu verstandig genoeg is oin deze op ruiende gesprekken achterwege te laten, wanneer hij zijne geestelijke onderdanen vermaant om zich aan de wetten huns lands te onderwerpen eu elkanders zienswijzen en gebreken in lijdzaam heid te verdragen, dan zal een dergelijke invloed in omgekeerden zin worden uitgeoefend. De ge noemde bladen zullen óf deze betere richting moeteo volgen óf hun groot prestige als organen van Z. H. verliezen; de katholieke kerk zal, hoe wel vormelijk verdeeld, inderdaad langzamerhand door de kracht der eensgezindheid in heilzame macht toenemen; en de man, die dit schoone werk tot stand poogde te brengen, zou wellicht met groote moeielijkheden te kampen hebben maar zijne nagedachtenis zou in eere blijven als de ware „goede herder" eener christelijke kudde. Wellicht is bij de bekrompene stijfhoofdig heid eD het egöisme, die zoo ruimschoots ook ia de christelijke kerk vertegenwoordigd zijn eene verwachting als de bovenstaande te optimistisch. Doch hoe het zij, als zeker mag ïnen aannetneD, dat een gematigd en verstandig man tot verbe tering van den toestand zal bijdrageD, terwijl een bekrompen, fanatiek werktuig der Jezuïeten wel licht langzamerhand een algemeenen burgeroor log in het leven zou roepen. Er blijft ons hu nog over na te gaan, of eu hoe de mogendheden van bet boven door ons besproken recht van in terventie gebruik kunnen maken. Het Italiaansche blad de Opimone wederlegde dezer dagen het bericht van de Agence Havas als zou Italië bij de andere mogendheden het ini tiatief hebben genomen 0111 gezamenlijk op de aanstaande verkiezing eens pausen invloed uit te oefenen. Dit zon, zoo beweert het blad, ge heel io strijd zijn met de tegenwoordige politieke leuze der Italiaansche regeeriDg: „De vrije Kerk in den vrijen Staat." Wij zijn van een geheel tegenovergesteld gevoelen als de Opinione. Voor eerst is het geliefkoosde denkbeeld van Cavour in Italië nog evenmin consequent doorgevoerd als in eenig ander land. De bezoldiging van geestelijken door den Staat, de verplichting der bisschoppen om van hunne aanstelling officieel kennis te geven, de controle over of opheffing van geestelijke orden kunnen onder vele andere als bewijzen hiervan worden aangehaald. Pius IX zelf heeft in den syllabus en in verscheidene allocuties de scheiding van Staat en Kerk verre van zich geworpen. De curie zou zich op dien grond derhalve in geen geval over het volgen eener politiek van inter ventie kunnen beklagen. Maar ook al waren Staat en .Kerk in Italië volkomen van elkander afge scheiden en al mocht de regeering zich derhalve met de geestelijke huishouding volstrekt niet in laten, dan zou de tusschenkomst bij de verkie zing eens pausen nog volkomen geoorloofd zijn. Waut ieder zal wel erkeDnen, dat de vrijheid der Kerk in geen geval zoover mag gaan dat hare leden of hooiden tegen de regeering des lands ongestraft in verzet kunnen komen. Dan toch zou feitelijk de Staat aan de Kerk onderworpen wor den. Welnu, het is hier de quaestïe om het hoofd der katholieke kerk evenals iederen anderen staatsburger te verhinderen, oproer tegen de re geering te prediken en den wettigen koning des lands te beleedigen. Zoo is b. v. ook bij ons te lande de Kerk in beginsel van den Staat geschei den, en ieder kerkgenootschap richt (het jaar 6-3 kan er van meespreken) zijne aangelegenheden naar verkiezing in. Maar wanneer nu een do- miné of pastoor of rabbijn de brave Nederlanders ging vermanen om Z. M. Willem III openlijk voor een dief of roover uit te schelden, hem te vervloeken, aan zijne regeering niet meer te ge hoorzamen, dan meenen wij ons verzekerd te mo gen houdeo, dat zulk een geestelijke heer, niet tegenstaande allo mogelijke scheiding van Staat en Kerk, al spoedig den cipier der gevangenis tot eenigen toehoorder zou hebben. Welnu, een voorzichtige politiek en persoonlijke considératies voor den beklagenswaardigen grijsaard brengen wellicht mede om Pius IX het korte overschot zijns levens nog te laten vloeken naar hartelnst. Maar niets verhindert, ja zelfs plicht gebiedt, om wanneer eenmaal dit veelbewogen leven ten einde js geloopen voorzorgen te nemeD, dat niet weder van nieuws af aan verbittering en insubordinatie den staatsburgers worden voorge- predikt. Dit is naar onze meening de eenvoudige grond slag, waarop de mogendheden hun gedragslijn moeten bouwen. En Italië moet daarin niet alleen niet achterblijven, maar vooraaustaan. Het kan met de verschillende adellijke geslach ten, die zooals wij vroeger reeds opmerkten altijd grooten invloed op de benoeming des pau sen uitoefenen omdat de meeste kardinalen tot hunne leden behooren, als onderdanen van den Staat onderhandelen; zonder twijfel is het ook bij de quaestie het meest geïnteresseerd van alle landen. Wij aarzelen bijna, ons te verdiepen in de maatschappij, die wij io deze als de beste beschouwen, omdat vooreerst nog veel vaD de wijze afhangt, waarop de curie de zaak zal be handelen, en ten tweede omdat wij hier het ge bied van den publicist verlaten om op het terrein te treden van de staats-regeeringen. Toch kunnen wij na al het gezegde eenige opmerkingen over deze inderdaad moeilijke quaestie niet achter wege laten. Préventieve maatregelen verdienen naar onze meening in ieder geval de voorkeur. Wanneer toch de kardinalen eenmaal een paus naar den zin der Jezuïeten, dat wil zeggen een bekrompen en liefst zwak man gekozen hadden, dan zou aan de mogendheden wel niets anders overblijven dan een „veto" uit te spreken, en het ware licht mogelijk, dat een toestand volgde als die vóór de kerkvergadering te Pisa en de groote hervor ming, namelijk dat twee ofdrie pausen legen elkander kwamen over te staan. Het is ook dui delijk, dat men met veel meer kracht en veel minder aanstoot voor de onontwikkelde menigte kan haudeleu, wanneer meD vooraf zijne voor waarden stelt. En bij het overwegen dier voor waarden moet men niet vergeten, dat met den dood van Pius IX de eerbied, dien ieder aan het ongeluk verschuldigd is, ophoudt, en dat (met weinige uitzonderingen) slechts een bende slim me, heersch- en baatzuchtige priesters ter on derhandeling overblijft. Het komt met bet ka rakter dezer mannen, dunkt ons, juist overeeo, om iü alle stilte de zaken voor te bereideo, de kardinalen gereed te houden en zoo spoedig mo gelijk na 's pausen dood, „praesente cadavere" achter slot en grendel tot een nieuwe verkieziug over te gaan. De toon, door de clericale pers, waaronder het Jezuïeten-blad van kardinaal Nardi, de Voce della Verita, aangeslagen, geeft tot zulk eeD vermoeden tamelijkeu grond. Welnu, men late de Curie en het Conclave hun gang gaan, maar brenge hun vooraf het volgende aan het verstandDat men geen paus zal erken nen, die het fait accompli der 19de eeuw, de on bestaanbaarheid van 's pausen wereldlijke macht, gebruikt als voorwendsel om oproer tegeu de regeeringen te prediken, en het dogma der onfeil baarheid aanwendt als middel om de inwendige rust in Italië en andere landen te verstoren. Italië geve zijn voornemen te ken Den om bij niet inachtneming van dezen weok de garantie-wetten in te trekken, die Pius IX sleeds heeft afgewezen, maar waarvan hij desniettegenstaande in hooge mate de vruchten heeft genoten. De andere mo gendheden sluiten zich bij Victor Emanuel aan met de verzekering, dat zij de diplomatieke be trekkingen met den paus zullen afbreken, alle ongehoorzaamheid tegen de wetteu van den staat en rustverstoring met de uiterste strengheid zullen straffen, en in het algemeen tegenover de geeste lijkheid, voor zoover zij zich rechten aanmatigt, die haar niet toekomen (d. i. nagenoeg tegen den geheelen aaohang der onfeilbaarheid) eene hou ding zal aannemen, zoo streng als de wetten des lands het eenigszins toelaten. Het komt ons voor, dat tegenover dergelijke uitlatingen de curie zich tweemaal zal bedenken voor dat zij den strijd op leven en dood met machtige mogendheden aanvaardt. In het omge keerde gevat zou men naderhand altijd nog tot repressieve maatregelen kunnen overgaan. Dat de mogendheden tot zulk eene haudelwijze gerechtigd zijD hebben wij theoretisch, naar onze bescheiden meeDing, voldoende bewezen. Wij NAAB HÉT PKANSCH VAN H- rJT A. I%i JE. VI. w andellngen in Londen. Vervolg.) Thackeray zegt dat zulke flauwheden menig vuldig zijn, heeft groote bewondering voor onze gelijkheid, en zegt dat de grooten zoo gewoon zijn de meuscben voor zich te zien knielen, dat zij een onafhankelijk karakter niet verdragen kunnen. „Ik b. v.", voegde hij er bij, „word voor iemand van een gevaarlijk karakter aangezien." „Geest en talent," zcide Stendhal, „verliezen vijfentwintig percent van hunne waarde, zoodra zij in Engeland komen." Inderdaad, die plaats wordt ingenomen door een aristocratie van ge boorte of fortuinkunstenaars en schrijvers blij' ven op den tweeden rang op vijf of zes uitste kende Da; men ontvangt hen in de salons maar als lions, curiositeiten. Eenigen staan om het ze delijk of staatkundig karakter hunner werken hooger aangeschreven, zooals Stuart Mill, Macau- lay, Carlyle, Dickens, Thackeray, Tennison, om dat zij gedeeltelijk medewerken aan de hoofd zaak: staatkundige en zedelijke leiding. Maar, vol gens mijne vrienden, spelen de overigen eeDe veel onbeduidender rol en zijD veel minder in tel dan bij ons. Uitnemende journalisten, die drie of vier maal in de maand een meesterstuk in een groot dagblad plaatsen, zetten er hun naam niet onder en zijn bij het publiek onbekend. Eigenlijk ge zegd zijn het letterkundige tiacre-paarden hlerary hacks). Men leest hun artikel bij 't ontbijt, op dezelfde manier als waarop men zijn boterham eo kopje thee nuttigt. Zijn de volgende maand het artikel en de boter niet lekker genoeg meer, daD verandert men van krant en van leverancier. De heer X de beroemde correspondent van de Times gedurende den Krim-oorlog en den opstand in Indië, beteekent hier niets en lijdt op't oogen blik bonger als redacteur van een dagblaadje. Geen enkele journalist is afgevaardigde gewor den, zooals in Frankrijk gebeurde na 1830. Intusschen is hierin even als bij den godsdienst eene verandering te bespeuren en eindelijk zal aan het verstand wel de eerste rang wordeD toegekend. Ik heb een groote menigte albums en nummers van de Punch doorbladerdhet is het beste hekel blad in Eogeland; vergeleken met de Fransche bladen van dien aard is het zeer leerzaam. Geen enkele teekening van lorettes, en bij ons zijn zij talrijk; dat is een van onze fouten; het is beter zijn onkruid uiet uit te stallen. Ga- varni zeideIk haat la fille, omdat ik de vrouw liefheb, „en onophoudelijk drijft hij den spot met de coquiues; maar zijn coquines zien er lief uit, zijne spotternij dwingt slechts een glimlach af, en heeft mes vele jaren achtereen dergelijke tooneelen voor de glazen zien staaD, dan onder vindt men er zonder het le weten den schade lijken invloed van. lk verzoek den lezer mij deze zedepreek ten goede te houdeo, maar zij is waar. Elk tooneel, ieder aandoening laat bij ons een blijvend spoor achter, en al die spo ren bijeen vormen onge.nerkt datgene, wat wij ons karakter noemen. Na verloop vad tien, twin tig, dertig jaar heeft de galanterie plaats ge maakt voor een zekere mate van zwakheid, nieuws gierigheid of ten minste toegevendheid en voor een zweem van geloof, dat de afwijkiDg even zeer door de zon moet beschenen worden als de regel. Geen enkele teekening van ontrouw van man of vrouw; ieder onzer weet boe talrijk zulke af beeldingen vooral sedert de laatste vijftien jaren in Frankrijk waren tegenwoordig netneo zij af, maar men vindt ze nog. Integendeel hier is het huwelijk in eere en beeldt men de gezel ligheid, het genot, de poëzie, die het meebrengt, af. Zie b. v. de plaat voorstellende: Zaterdag avond, aankomst der mannen mei den steamer. Het havenhoofd is al bezaaid met vrouwen; de mees ten zijn jong en haar gelaat straalt van vreugde: de kinderen dansen van de pret: welk een ont vangst! Zie nu eens als contrast, hetzelfde on derwerp door een Franschen teekenaar behan deld, de aankomst der mannen te Tréport of te Trouville; zij worden voorgesteld als belachelijke, knorrige en bedrogene leveranciers. Hetzelfde vindt men bij echtelijke looneelen terug. Au gust, eeu maand getrouwd, is bezig om thee te zetteo. Hij eo zijn j onge vrouw hebben een cottage betrokken aan de zeekust. Elkaar half omstren gelend staan zij bij het venster de kalmte van het uitspansel eo de pracht van deu avond te beschouwen. Intusscheu barst de trekpot uit el-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1