-»
'eo de argumenten, leu betooge van die eigenaar
th gheid aangevoerd. Trouwens die argumenten
'jn overbodig, want de oneigenaardigheid blijkt
'Uleds duidelijk genoeg uit den titel, welke naar
:r'in inzien aan het Weeshuis toekomt: eene
6 uiver burgerlijke instelling, bestemd ter verpleging
,ffiiin weezen der Nederlandsche Hervormde Kerk."
®^De overige punten, door Mr. van Kaathoven
'Shandeld, staan in onmiddellijk verband met de
efizerzijds gestelde vragen: Op onze eerste vraag
itwoordt het vijfde, op de tweede het vierde en
Ibindelijk op de laatste vraag het eerste en derde
P.itoog. Wij behoeven alzoo slechts deoorspronkelijk
iitstelde vragen te volgen en de daarop gegeven
atntwoordeu te onderzoeken, om althans de hoofd-
■gumenten, door Mr. van Kaathoven aangevoerd,
n üurtelings te ontmoeten.
ra.Eerste Xraag. Wij constateerden als een onloo-
;n,enbaar feit, dat het bekeer over het Weeshuis
ie dit oogenblik uitsluitend berust bij de burger-
e ke gemeente, en voegden er bij, dat ons uit
br, geschiedenis van dit gesticht geen enkele bij-
hnderheid bekend is, waaruit met eenige zeker-
an id kan worden opgemaakt, dat het ooit anders
u zijn geweest. Uwe gecommitteerden komen
en eene lijnrecht tegenovergestelde conclusie, na
melijk deze: „dat wel verre dat het beheer over
itvvet Weeshuis uitsluitend bij het stedelijk gezag
ïgou hebben berust, zonder dat ooit de Hervormde
ij Éerk in dat beheer is gekend, integendeel
rzfVel van een oppertoezicht, en dan alleen sedert
a 1575, maar van een beheer van de Overheid
is lief» blijkt."
ichiWij willen niet ontveinzen dat deze conclusie
eras verraste. Er zou niets blijken van een beheer
,jj or de Overheid, terwijl alles wat wij van de
eüschiedenis van dit gesticht vonden te boek ge
it ild, althans naar onze opvatting, neerkomt op
a[in aaneengeschakeld verhaal van de daden van
i cheer, juist door die overheid gepleegd. Om de
aListheid van onze stelling te bewijzen zouden
,m ij de meeste bladzijden, welke van Mieris aan
sij^t Weeshuis toewijdt, moeten afschrijven, maar
ij meenen ons die moeite te kunnen besparen
ipjor eenvoudig daarheen te verwijzen. Inzonder-
1D11id wenschen wij Uwe aandacht te vestigen op
mi hetgeen in het derde deel van het Weesbuis
azegd wordt, bijv. op pag. 1106 en volg. 1114,
jJ0I26 en 1128, en voorts op het uitvoerig relaas
j sntrent de vereeniging van het Weesen Houw-
siseene vereeniging op last en geheel onder
rjJB leiding van het plaatselijk bestuur tot stand
ikomen. Indien al de daar vermelde bijzonder
heden niet doelen op daden van beheer door de
3J11'erheid gepleegd, welken anderen naam zal
,\\e-n dan aan die daden moeten geven? En ter-
n rjl dus van Mieris, wij zouden bijna zeggen op
1 Dce bladzijde, van het beheer der plaatselijke
1(jt3geering getuigt, vermeldt hij geen enkel feit,
aaruit ook maar van verre een medebeheer
gfn de Kerk zou kunnen worden opgemaakt.
reh5e kan men dan volhouden dat het beheer
jtan de Kerk regel zou zijn geweest? Steunt de
j nclusie van Uwe gecommitteerden wellicht
cinieuwe, tot nog toe onbekende feiten, welke
de verhalen van van Mieris te niet doen en
[0arentegen het beheer van de Kerk duidelijk
het licht stellen? Niets van dat alles, althans
j j herinneren ons niet in den brief van 1 Januari
va ook maar ééne enkele bijzonderheid te hebben
^vonden, welke als zoodanig nieuw feit zoude
m(nnen worden aangemerkt.
Van waar dan die conclusie? Zij moet vat-
i wij althans de meening van Uwe gecomrnit-
rden wel, uitsluitend rusten op dit betoog:
Ij resolutie der Staten van Holland, dd. 2
.art 1575, werden alle kerken, pastoryën, huis-
ien-, gast- en godshuizen, als een gevolg van
wegvallen der hiërarchie van de Roomsch
th. Kerk, gebracht onder het oppertoezicht
de plaatselijke overheid, en dus ook het toen
ds lang bestaande Heilige Geest Weeshuis,
loeide resolutie gewaagde echter alleen van
oppertoezicht en liet het beheer der instellin-
a"i waar dit vroeger was, dat wil zeggeo bij
iU Kerkdeze beperking geldt dus ook voor het
'eeshuis: de burgerlijke gemeente heeft het opper-
'eszicht, maar de kerkelijke het beheer."
btWij merken al dadelijk op, dat uit de gestelde
'e'temisse, aangenomen dat die juist ware, nog
miar zou volgen, dat het beheer van het Wees-
s had moeten blijven berusten bij de Kerk, niet
het, feitelijk bij haar berust heeftwant no"
1 s: alles wat wij weien vau de geschiedenis
teDi het gesticht bewijst uitdrukkelijk het tegen-
eerl. Maar is de praemisse juist? Wij kunnen het in
ke-Q geval toegeven. Zeker, wanneer het van el-
;er's bleek, dat het Weeshuis vóór 1575 was eene
dalkelijke instelling, dan zou het vast staan, dat
be- op dit Weeshuis de algemeene resolutie der
ue ;en van Holland van toepassing is; maar de
se; ig is juist, of zij op genoemd tijdstip dit ker-
jk karakter droeg? Men zal toch niet willen
iet 'eren, dat er vóór 2 Maart 1575 geen
ad gerlijke weeshuizen bestaan hebben of be
ter .nbaar waren? Het betoog van Uwe gecom-
jr- teerden aan de resolutie der Staten ontleend,
nt. mt dus als bewezen aan juist dat wat be
en ;en moet worden, namelijk het kerkelijk ka
al ter van het Weeshuis vóór 1575, en natuur-
et dat het bij gemis van dat bewijs voor ons
alle beteekenis verliest. Wij beweren allerminst,
dat de onderstelling van Uwe gecommitteerden
stellig onjuist is, maar merken enkel op, dat het
eene onderstelling is en blijft, en dat men om
het onrechtmatige van een bestaanden toestand
te bewijzen, aan dergelijke onderstelling in geen
geval genoeg heeft. En dat het oorspronkelijk
burgerlijk karakter van hetWeehsuis althans niet
onwaarschijnlijk is, blijkt bet niet uit het feit,
dat wij ook het beheer van dit gesticht door alle
tijden heen uitsluitend in handen vinden van de
burgerlijke overheid? Zou de Kerk, wanneer het
beheer van het Weeshuis had haar toebehoord,
althans zonder protest hebben toegelaten, dut de
plaatselijke Regeering zich een bestuur aanmatigde,
dat volgens de resolutie van 1575 niet in haar
oppertoezicht begrepen was? En toch zelfs van
dergelijk protest blijkt ons niets.
In Uwe missive van 1 Januari wordt er meer
dan eens op gewezen, dat de oorsprong van het
Weeshuis aan dien van het Huiszittenhuis gelijk
is, en tevens het oorspronkelijk kerkelijk karak
ter van dat Huiszittenhuis als eene uitgemaakte
zaak voorgesteld. Ook deze bewering mogen wij
niet zonder tegenspraak laten. Voor zoover wij
weten heeft de rechterlijke macht de zoogenaamde
Huiszittenhuis-quaestie slechts eenmaal beslist,
en toen ten nadeele van de Kerkzoodat het niet
aangaat nu van haar welbewezen recht in die
quaestie te gewagen. Maar al ware het anders,
dan nog zou de vergelijking niet opgaandoor
alle tijden heen heeft er zeker verband bestaan
tusscben Kerk en Huiszittenhuis, getuige het feit,
dat eenige diakenen als zoodanig mede als regen
ten van dit gesticht optraden; terwijl bij het
Weeshuis van dergelijk verband, hoe zwak ook,
niets te vinden is. De Kerkeraad is even vreemd
aan het beheer vau het Weeshuis als aan het
beheer van welke stedelijke instelling ook.
Eindelijk willen Uwe gecommitteerden het
oorspronkelijk kerkelijk karakter van het Wees
huis afleiden uit zekere oude koopacte, blijkens
welke het Weeshuis van het wereldlijk gezag
kocht en ook aan dat gezag betaalde; iets dat
naar men ineent niet had kunnen voorkomen,
indien gemeld Weeshuis inderdaad aan dat we
reldlijk gezag toebehoorde. Wij durven de juist
heid ook van deze gevolgtrekking te betwijfelen.
Omdat het Weeshuis een eigen kus bezit, afge
scheiden van de gemeentekas, daarom behoeft
het nog niet het karakter van eene gemeente-
instelling te missen. Wat in 1419 geschiedde
zou nu nog kunnen plaats hebben, en natuurlijk,
want al beheert de plaatselijke regeering het
Weeshuis, daarom bezit dit huis toch zijne eigen
kapitalen, welke ien behoeve van een bepaald
weldadig doel verstrekt, niet met de kapitalen
van de burgerlijke gemeente vermengd zouden
mogen worden. Overal waar dus afgescheiden
kassen bestaan, is het koopen en verkoopen van
de eene aan de andere volkomen bestaanbaar.
De slotsom van al het bovenstaande komt alzoo
hierop neer, dat, althans naar de meening welke bij
ons bovendreef, de conclusie van Uwe gecommit
teerden, als zoude de K erk recht hebben op het beheer
van het Weeshuis, geheel onbewezen blijft. Dat op
dit oogenblik de plaatselijke Regeering beheer
voert over het Weeshuis, is een onloochenbaar
eithoudt men nu dien feitelijken toestand voor
een onrechtmatigen, dan uioet de juistheid van
die stelling blijken, en dergelijk blijk zoeken wij
in het door u aangevoerde te vergeefs. Wij be
twisten zeker niet de bevoegdheid van uwe ge
committeerden om de waarde der gebezigde argu
menten anders te beoordeelen dan wij. Achten
zij die argumenten sterk genoeg om den Kerke
raad te'durven aanbevelen, ze des noods in rechten
te doen gelden, dan zullen wij in die beslissing
berusten, maar er in geen geval toe medewerken
om den Gemeenteraad te doen verklaren, dat de
feitelijke toestand ten aanzien van het Weeshuis
onrechtmatig is, althans zoolang het bestaande
onrecht enkel zou moeten blijken uit het door u
medegedeelde. Blijven uwe gecommitteerden dus
vasthouden aan het hier ingenomen standpunt,
dan wordt elke gedachte aan eene minnelijke
gchikking van zelve buitengesloten, omdat wij
in geen geval den gemeenteraad kunnen en mogen
adviseeren zich op datzelfde standpunt te plaatsen.
De gemeenschappelijke grondslag, van welken wij
behooren uit te gaan, moet zijn de erkenning van
het feit, dat het Weeshuis is eene zuiver burgerlijke
instelling van weldadigheid. Erkent men dit feit,
dan zijn wij geneigd te onderzoeken of het moge
lijk is die burgerlijke instelling te maken tot eene
kerkelijke; erkent men het niet, dan zullen wij
den gemeenteraad elke transactie ontraden, althans
zoolang de rechter niet heeft beslist dat de feite
lijke toestand een onrechtmatige is.
Tweede vraag. Zou, dus vroegen wij, de gemeen
teraad, lettende op het voorschrift van art. 147
Gemeentewet, wel bevoegd zijn het Weeshuis tot
eene kerkelijke instelling te maken Uwe gecom
mitteerden antwoorden stellig toestemmend, en
verwijzen ons naar art. 72 van de Armenwet.
Maar door die verwijzing wordt ons bezwaar niet
opgeheven. Art. 72 zegt, hoe men zal komen tot
de beslissing van een geschil over de vraag, of
eene instelling is burgerlijk of kerkelijk, en geen
twijfel of die beslissing kan ook op minnelijke
wijze door de administratieve macht gegeven wor
den. Wij voor ons dachten echter niet aan derge
lijk geschil, maar vroegenindien partijen het
•eens zi/n, dat het Weeshuis is eene burgerlijke in-
stelliug, althans wanneer het burgerlijk karakter
van die instelling niet wordt betwist, kan dan de
burgerlijke gemeente zich aan het Weeshuis ont
trekken en kerkelijk maken wat niet kerkelijk
was, zonder aan art 147 Gemeentewet te kort
te doen? Die vraag, de alleen door ons bedoelde,
wordt in den brief van 1 Januari niet beantwoord,
en kan naar onze meening dan ook niet gemak
kelijk volmondig in toestemmenden zin beant
woord worden. Wij erkennen intusschen, dat bij
de schikking omtrent het Minnehuis een zeker
precedent gesteld is, dat hier misschien op de eene
of andere wijze zou kunnen worden nagevolgd,
en gaarne verklaren wij ons dan ook bereid met
Uwe gecommitteerden te onderzoeken, op welke
wijze dit het best zon kunnen geschieden.
Derde vraag. Het belang van do burgerlijke ge
meente bij eene overdracht van het Weeshuis.
Voor ons is hier de quaestie van het subsidie
hoofdzaak. Wel worden in Uwe missive van
1 Januari nog andere motieven aangevoerd, waar
uit het belang der gemeente bij een overdracht
zou kunnen blijken, maar deze motieven hadden
voor ons of in het geheel geen of althans te wei
nig waarde om van wezenlijken invloed te kun
nen zijn op de eindbeslissing. Wat nu die sub-
sidiën betreft, zoo erkennen wij gaarne, dat het
standpunt daaromtrent door uwe gecommitteerden
ingenomen op zich zelf volkomen zuiver is. Inder
daad het ligt in den geest van de wet noch om
zich vooraf stellig te verbinden tot het geven van
subsidie, noch om voor altijd van het erlangen
van dergelijk subsidie af te zien. De omstandig
heden moeten daaromtrent beslissen, en dus doet
men beter de quaestie van subsidie of geen sub
sidie geheel buiten rekening te laten. Intusschen,
hoe zuiver dat standpunt ook zij, voor de burger
lijke gemeente is het eenvoudig onaannemelijk.
Wat toch is het geval? Indien wij met uwe ge
committeerden oneigenaardig achten, dat de plaat
selijke regeering een Weeshuis beheert ten be
hoeve van een enkel kerkgenootschap bestaande,
dan gaan wij bij deze meening uit van de onder
stelling, dat geen geldelijke belangen de gemeente
en het Weeshuis samenbinden. De grootste on-
eigeuaardigheid ligt voor ons juist in het feit,
dat gelden, door heta'gemeen opgebracht, gebezigd
worden ten behoeve van personen tot éen bepaald
kerkgenootschap behoorende. Zegt men dat die
oneigenaardigheid niet kan worden weggenomen
dan achten wij het ook volkomen doelmatig, dat
de gemeente, financieel geïnteresseerd bij het
Weeshuis, met het beheer belast blijve. Dat beheer
is dan de logische consequentie van een oneigeu-
aardigen toestand, welke, naar men zegt, niet kan
worden opgeheven. Wij kunnen er alzoo niet toe
besluiten de quaestie van de subsidiën in het
midden te laten; want mocht het een of twee
jaren na de overdracht blijken, dat subsidie on
misbaar is, en de gemeente, die onmisbaarheid
erkenneude, zulk eeu subsidie toestaan, dan zou
zij het zeker betreuren den waarborg, tot nog toe
in haar eigen beheer van het Weeshuis gelegen, doel
loos te hebben prijsgegeven. Zal dus de gemeente
in de overdracht bewilligen, dan moet de Kerke
raad haar bewijzen, dat hij met de kapitalen van
het Weeshuis eu zijne eigen kapitalen volkomen
in staat is in het onderhoud van al zijne weezeu
te voorzien en dat, daar er alzoo voor het vervolg
geen sprake zijn kan van nieuwe subsidiën, er
ook geen sprake kan wezen van zulk een gemengd
belang in de toekomst als alleen de voortzetting
van het gemeentelijk beheer zou kunnen recht
vaardigen.
Wij hopen dat het bovenstaande voldoende zijn
zal om het standpunt, door ons ingenomen, te
verduidelijken. Bij de aanstaande mondelinge
onderhandelingen stellen wij alzoo deze twee
punten op den voorgrond: 1". dat men het Wees
huis erkenne als eene zuiver burgerlijke instelling
van weldadigheid, althans in den feitelijken toe
stand beruste, en deze als basis aannemende, afzie
van elk zoogenaamd recht dat de Kerk op het
Weeshuis zou willen doen gelden; 2#. dat men
niet enkel afzie van alle subsidiën uit de ge
meente-kas, maar ook de mogelijkheid bewijze
om in de toekomst geheel uit eigen middelen in
de behoeften van het Weeshuis te voorzien. Wor
den die hoofdbeginselen uwerzijds aangenomen,
dan zijn wij bereid verder te onderhandelen én
over de noodige waarborgen tegen eene weder
invoering van de subsidiën, éu over de wijze
waarop het wettelijk bezwaar, in art. 147 Ge
meentewet gelegen, zou kunnen worden uit den
weg geruimd. Achten uwe gecommitteerden ech
ter die hoofdbeginselen onaannemelijk, dan zullen
wij, met hoeveel leedwezen ook, de verdere onder
handelingen moeten afbreken en aan den Gemeen
teraad verklaren, dat wij er niet in geslaagd zijn
eene gemeenschappelijke basis te vinden voor
vruchtbare onderhandelingen over het voorstel,
ten vorige jare door den Kerkeraad aan het ste
delijk bestuur gedaan.
Op het standpunt waarop wij thans gekomen
zijn is naar ons inzien een voortgezet schriftelijk
overleg, althans voor het oogenblik, overbodig.
Wij geven u alzoo in overweging de hier gestelde
hoofdquaestiën in eeoe nieuwe bijeenkomst na
mondeling overleg te beslissen, en nemen daarom
de vrijheid voor te stellen, ons nader mede te
deelen wanneer het u zoude schikken tot die
nadere bijeenkomst over te gaan.
Namens gecommitteerden uit den Gemeenteraad.
J. T. BUTS.
Marictbericliten.
A hoi eed am, 15 Juli. Tarwe, N. P. Pools 400.
Rogge, Petersb. 178; N. Galatz 182; J, dito 180;
Gebr. dito 152; Pruissen 210; Amerika 208; Oc
tober 181/82.
Raapolie zes weken per 100 kg. 4354; vliegend
4254Mei 1873 41*; Sept., Oct., Nov., Dec., 40* 54.
Lijnolie zes weken 4254vliegeud 4154; Sept., Oct.,
Nov., Dec. 40. Raapkoeken per 1000 kg. 80, 88.
Lijnkoeken per 100 kg. 1154, 1354. Koolzaad Juli,
Aug. 4O0Oct. 405 per 2000 kg.
LAATSTE BEH.1CHTEN.
's-Gravenhage, 15 Juli. Z. M. heeft benoemd
tot directeur van het postkantoor te Amersfoort,
den heer C Smit Hz.thans commies der poste
rijen van de 1ste kl. Tot commies der posterijen:
van de 1ste kl. den heer J. W. J. Yssel de Schep
per, thans 2de kl. van de 2de kl. den heer M.
Veillinga, thans 3de kl., en van de 3de kl. den
heer L. J. Keizer, thans surnumerair.
Z. M. heeft benoemd tot bewaarder van de
hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen
te Leeuwarden, de heer H. Beekkerk, thans di
recteur der registratie en domeinen voor de pro
vinciën Friesland en Groningen.
Z. M. heeft de heer J. A. Bentinck, thans ont
vanger der in- en uitgaande rechten te Nispen,
benoemd tot ontvanger der directe belastingen
en accijnzen te Bladel c. a.; wordende het kan
toor te Nispen gevestigd, ingesteld als greiiskan-
toor der in- en uitgaande rechten, met bepaling,
dat het door een coinmies-ontvanger zal worden
waargenomen.
Gisteren heeft het comité ter zake van de
geloofsvervolgingen der Israëlieten in Rumenië
alhier zijne eerste huishoudelijke vergadering ge
houden eu is tot Voorzitter daarvan benoemd
Mr. J. B. H. Tels, te Rotterdam en tot secretaris
Mr. J. A. Levy te Amsterdam.
Het Comité heeft, alvorens met zijne werk
zaamheden een aanvang te maken besloten zich
een tiental heeren van andere gezindheden te
assumeeren.
Amsterdam, 15 Juli. Volgens telegram van Port
Said nad het stoomschip Prins van Oranje den
14den dezer nieuwe schroefbladen aangezet eu
werd de geloste lading herscheept. Het stoom
schip zou spoedig de reis voortzetten.
2>»sto SHATS-LOTEKIJ,
eerste klasse. eerste lijst.
Trekking van Haandag 15 Juli.
N°. 4731 f 20,000.
N°. 9109 f 2000.
N°. 4988 en 6877 f 1000.
N". 12116 f 400.
N°. 2585,3743, 6903,8367, 19193 en 19733 f IOO.
Prijzen van f 20.
58
2943
6274
7715
10289
12761
15047
17299
122
2947
5278
7773
10329
12769
15166
17301
136
3013
5301
7777
10366
12770
15295
17309
160
3040
5313
7828
10432
12775
15298
17381
162
3216
5340
7904
10466
12801
15345
17389
175
3312
5430
8116
10671
12818
15356
17449
227
3323
5436
8138
10574
12855
15359
17492
244
3385
5480
8151
10581
12982
16424
17558
417
3438
5522
8159
10666
13069
15436
17564
428
3459
5598
8185
10724
13146
15467
17619
449
3488
5607
8309
10730
13153
15469
17631
455
3569
5689
8366
10797
13165
15494
17699
526
3619
5692
8480
10838
13171
16522
17702
616
3639
5754
8488
10842
13231
15566
17747
619
3643
5770
8507
10862
13239
15687
17779
627
3646
5826
8530
10938
13276
15666
17798
628
3659
5329
8544
10951
13300
15694
17810
639
3666
5936
8660
10976
13446
16698
17826
813
3680
5994
8568
11086
13470
15771
17894
853
3781
6016
8621
11119
13608
15805
17917
903
3739
6028
8671
11150
13670
15854
17963
963
3769
6139
8739
11268
13676
15872
18111
984
3794
6152
8749
11335
13693
15896
18207
997
3889
6221
8761
11401
13746
15914
18376
1063
3943
6275
8813
11566
13747
15982
18387
1206
3958
6293
8851
11618
13768
16027
18394
1216
4022
6307
8955
11632
13785
16154
18445
1258
4075
6319
8969
11636
13801
16225
18466
1334
4093
6453
8979
11662
13900
16234
18480
1416
4094
6494
9006
11713
1S930
16247
18526
1520
4120
6533
9077
11716
14031
16253
18555
1536
4246
6548
9112
11796
14198
16270
18601
1635
4270
6610
9133
11826
14261
16338
18633
1856
4290
6661
9146
11836
14352
16394
18649
1880
4436
6711
9321
11840
14366
16439
18717
1883
4446
6744
9368
11877
14433
16475
18741
1995
4529
6784
9371
11917
14449
16607
18766
2001
4532
6808
9379
11951
14491
16530
18843
2038
4577
6819
9558
11968
14566
16582
18921
2U97
4614
6949
9625
11973
14587
16603
19107
2104
4619
6959
9687
11975
14601
16711
19143
2121
4656
6964
9809
11999
14616
16730
19197
2193
4694
7002
9826
12105
14626
16761
19224
2204
4726
7041
9869
12275
14750
16775
19307
2296
4884
7068
9871
12296
14795
16806
19471
2320
4983
7118
9896
12336
14899
16846
19482
2367
4990
7131
9905
12399
14922
16922
19593
2488
5011
7168
9940
12426
14980
17013
19639
2565 5018 7223 10030 12456 14983 17016 19678
2661 5046 7256 10063 12531 14984 17022 19702
2695 5156 7324 IÜ096 12546 14988 17091 19710
2701 5165 7461 10128 12610 15001 17198 19721
2731 5170 7606 10167 12721 15004 17200 19731
2737 6197 7685 10196 12761 16010 17204 19821
2757 6227 7705 10207 12752 19834
GETEHLiDE PEBOEELTN.
Gehouden verkooping aan den Burg alhier op
Zaterdag 13 Juli 1872, ten overstaan van den
Notaris Mr. J. L. Klaverwijden.
N*. 1. Een hnis en erf met grooten tuin aan
den Ouden Singel, tusschen de Lange Scheistraat
en het Fokkestraatje, aan den Ouden Singel, N°.