provincie mocht inoogsten. Onlangs bevond hij zich aan het station in den Haag. Terwijl hij op den trein wachtte, trad een lakei binnen, en vraagde hem of men niet terecht in hem den burgemeester van Nn had herkend. Op zijn bevestigend antwoord werd hem verzocht zich in een aangrenzende zaal te vervoegen, waar Z. M. de Koning verlangde hem te spreken. Toen hij daaraan voldeed en het vertrek binnenkwam, ging Z. M. terstond met uitgestoken handen hem tegemoet met den uitroep„Zijt gij die kordate man, die enz.," en betuigde in de warmste be woordingen den heer N. N. zijne tevredenheid over diens gehouden gedrag. Nv. i. D.) Volgens de Middelb. Ct. komt te Rotterdam voor de candidatuur der Tweede Kamer ook in aan merking de voormalige Amsterdamsche afge vaardigde Mr. C. van Heukelom. Dr. van Vloten schrijft in de Kamper Courant: Kan er uit Deventer wat goeds komen? Ziedaar de vraag, die het Haagsche Dagblad, naar aan- leidiug van Mr. A. van Delden's ministerschap, liefst in outkenneuden zin beantwoord zag, en daartoe de vrijheid neemt zich op mij te beroe pen. Intusscben behoort Mr. van Delden, met zijn medelid in de Kamer, Mr. Dumbar, juist tot de gelukkige uitzonderingen, die ik nooit heb nage laten als zoodanig te erkennen, gelijk meer dan éen nomtner in het Deventer Weekblad der laatste vijf jaar getuigt. Ik stel er daarom prijs op, dat hier nogmaals te doen uitkomen. Met name heb ik de uitstekende wijze toegejuicht, waarop Mr. v. D., in der tijd, den financieelen beschermeling van het Dagblad in 't ministerie Heemskerk be streed, en ad teminos nos login wist te brengen. Geenerlei reden dus, om ook thans niet veel goeds van hem te wachten, al had men weder kunnen wenschen, dat hij, bij de behandeling der in- komsten-belasiing, wat minder voor de grond eigenaren partij getrokken had. Wanneer ik een wensch omtrent zijn aanstaande werkzaamheid mocht uiten, dan zou het zijn, dat hij, hoe eer hoe beter, juist de grondbelasting eens onderhan den nam en de te lang verbeide herziening van het kadaster eens doorzette. Tot zijn opvolger te Deventer, als Kamerlid, ware een der beide afgetreden ministers, Blussé of van Bosse, zeker het meest aan te bevelen, en het daarom wen- schelijk, dat hij zijn eigen invloed daartoe liet gelden. De Italiaansche consul te Amsterdam vraagt giften ten beboeve van de slachtoffers der ont zettende overstroomingen door de Po en de Tessin, waardoor meer dan 50,000 personen zon der dak of onderkomen zijn, en de oogst van meer dan 145,000 hectaren oppervlakte is verloren gegaan. Naar men aan de Schoonk. Ct. uit 's-Graven- hage meldt, loopt aldaar het gerucht, dat de luit.- adj. Keyzer voor den raad vanj onderzoek zal worden gebracht. Z. M. heeft aan H. van Wijngaarden, te Am sterdam, als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid wegens de redding eener vrouw uit het water aldaar, op 1 Juni jl., toegekend de bronzen medaille, ingesteld bij besluit van 22 September 1855, alsmede een loffelijk getuig schrift. Z. M. heeft aan Mr. F. J. W. baron van Pal- landt van Barlham, op zijn verzoek, eervol ont slag verleend als burgemeester der gemeente Doesburg. Z. M. heeft, gerekend van 1 Juli 1872, een eer vol ontslag verleend aan den heer F. M. Luther, als officier-van gezondheid der 2de kl. en aan den heer C. H. W. Boers, als adsistent voor den dienst der Nederlaudsche bezittingen ter Kuste sommige insecteu er 't hunne toe bij; genoeg dat ze dètar geregeld goede zaden voortbrengt, wat in de Europesche kassen alleen dan, maar dan ook zeker 't geval is, wanneer door menschelijke tusschenkomst het stuifmeel uit de helmkoopjes op de stempels gebragt wordt. Dan zwelt, wan neer de bloei voorbij en de jonge vrucht weêr onder water gedoken is, deze spoedig op en wor den de zaden na verloop van eenigen tijd vol komen rijp; in het tegenovergestelde geval echter, namelijk wanneer men de bloem in dit opzigt geheel aan zich zelf overliet, gaat wat er van haar overblijft spoedig in ontbinding over, en komt er derhalve van de zaden niets teregt. Ik acht de bovenstaande algemeenheden, die trouwens ongemerkt reeds veel uitvoeriger wer den dan ik mij aanvankelijk voorstelde, voor dit doel voldoende. Die er meer bijzonderheden van wil weten, kan dit door verschillende schrijvers vermeld vinden, o. a. door Prof. Oudemans te Amsterdam, in zijn zeer lezenswaardig artikel o< er deze plant in het Album der Natuur 1862 blz. 162-190, waarbij ook eene gekleurde afbeelding der geheel opene bloem is gevoegd, die, wat den vorm betreft, juist is, maar waarvan de kleur wel iets te wen schen overlaat. Ten slotte nog eenige bijzonderheden betref fende deze plant in onzen Akademietuin. [Slot volgt,) van Guinea, en, gerekend van hetzelfde tijdstip, benoemd bij het leger iu Ned. Indië: de heer F. M. Luther, tot officier-van-gezondheid der 2de kl., en den heer C. H. W. Boers tot 2den luit.- kwartiermeester. BINNENLAND. 's-Gravenhaoe, 14 Juli. Z. K. H. Prins Frede- rik, vergezeld van HD. adjudant, deu majoor Roos- male Nepveu, is gisterenavond te 8 uren per Rhijnspoor uit Muskau op HD. buitenverblijf hel huis de Pauw teruggekeerd. Aanstaanden Woensdag verlaat Z. K. H. wederom de residentie ten einde den volgenden dag (Donderdag) de doopplechtig heid van HD. kleinzoon te Neuwied bij te wonen. Aanstaanden Dinsdag komt bij den gemeen teraad alhier in behandeling het in de zitting van 11 Juni jl. ingekomen adres van den heer Outs- hoorn, architect te Amsterdam, daarbij verzoe kende tien hectaren duingrond aan de Noordoost zijde van het gemeente-badhuis te Scheveniugen in erfpacht te bekomen, ten einde daarop een aantal villa's te bouwen, welke groote uitbreiding de toekomst van Scheveniugen zal verzekeren en de welvaart der gemeente doen toenemen. Het verzoek is door Burgemeester en Wethouders en ook door de Commissie voor de plaatselijke wer ken niet zonder ingenomenheid ontvangeo, en het dagelijkscb bestuur heeft daarom den Raad in overweging gegeven het verzoek van den heer Outshoorn toe te staan, onder voorwaarden die voor den erfpachter niet onvoordeelig zijnen waarbij voor den hier gevraagden grond geen te booge eischen zijn gesteld. Zwolle, 13 Juli. In de hedennamiddag gebou- dene vergadering van den gemeenteraad is met algemeene stemmen besloten, om de gracht tot dusverre genaamd den Dijk, waarop het huis waarin Thorbecke geboren werd gelegen is, voortaan te noemenThorbeckegracht. Kampen, 18 Juli. De raad heeft Zaterdag beslo ten tot de oprichting eener gemeente-gasfabriek. Bergen op-Zoom, 12 Juli. Onder de talrijke hoveniers dezer gemeente heerscht sedert eenige dagen groote drukte, met het plukken en verzen den van roode en witte aalbessen, waarvan 60,000 ponden door speculanten ad 5 en 6 cents per half KG. zijn opgekocht en voor Engeland bestemd. BUITENLAND. Duttschland. Sohutters-feest. Benedetti te Ems. Onderwijs. In Hannover is gisteren een groot schutters feest begonnen, dat tot en met morgen zal duren. Schutters uit bijna alle landen zijn tegen woordig, zelfs uit Amerika. Sommige bladen ver spreidden zonder eenigen grond het bericht alsof de vrienden van koning George dit feest willen maken tot de aanleiding van Welfische manifes- tatiën. De 13de Juli is de gedenkdag geweest van de wegzending van Benedetti uit Ems, de gewichtige gebeurtenis, die in het jaar'70 het teeken gaf, dat de bloedige oorlog tusschen Frankrijk en Duitsch- land onvermijdelijk was geworden. Keizer Wil helm, die thans te Ems is, zal zeker met innige satisfactie dien dag de plaatsen, waar hij den Franschen gezant gesproken had, bezocht hebben. De Minister van eeredienst, Falk, heeft een circulaire aan de provinciale besturen gezonden om hen nader in te lichten over de wijze van uitvoering van het besluit, dut de leden vaD geestelijke orden verbiedt, onderwijs te geven op de openbare scholen. Gri-oot-Brittannië. Rede van John Bright. Livingstone-Stanley. De redevoering, die John Bright den llden Juli in antwoord op het hem aangeboden eere- blyk der kiezers van het district Stoke-upon- Trent heeft gehouden, is de eerste sedert hij zich in Januari 1870 aan liet openbare leven onttrok. Het onderwerp was de hervormings-beweging der laatste eeuw, de zegepraal der vrijhanuels- beginselen en ten slotte de veranderingen, die plaats hebben gevonden iu de Engelsche pers. Ziehier eenige passages uit zijne redevoering. „In geen tak der openbare aangelegenheden", zoo sprak hij „heeft men ooit zulk een énorme verzameling tot stand zien komen, als op het gebied der openbare pers. In de goede verloopene tijden was teder stuk papier, dat zich een cou rant noemde, gedrukt met eene belasting van 100 pCt. Buitendien betaalde de papier-maler nog 100 pCt. en ten slotte werd op tedere ad vertentie nog een recht geheven van 1 sh. 6 p. Deze belastingen hadden ten doel, de dagbladen zooveel mogelijk te onderdrukken, hetgeen ook volkomen bereikt werd. Nu zijn de couranten van ons land lOmaal, wellicht zelfs 20maal zoo veel waard dan ten tijde dat die belastingen nog bestonden. Ik betwijfel geen oogeublik, dat hier te laude in alle stilte een hervorming plaats heeft tengevolge der omzettend groote verspreiding van gedachten door de dagbladen, die ongeveer in alle klassen der maatschappij doordringen. Ieder onpartijdig menscb moet, wanneer hij de be kwaamheid, het verstand en de doorgaande ze delijkheid gaoeslaat, waarmede de pers geleiden geschreven wordt, toegeven, dat zij tegenwoordig aanmerkelijk hooger staat dan nog vóór 30 of 40 jaren." Met betrekking tot de buitenlandsche politiek zeide Bright: „De gewichtigste gebeurtenis van de buitenlandscbe politiek in onzen tijd was de ongelukkige oorlog met Rusland. Ik was daar tegen zooals men weet, ik was onvoorwaardelijk tegen die verkwisting van het staatsvermogen en het ver gieten van het bloed mijner landslieden voor een zaak, die niemand kon begrijpen of verklaren. Eerst in het vorige jaar voelde de wijze en vaderlandslie vende regeering van Gladstone zich om redenen van verstand en noodzakelijkheid geroepen, datgene op te geven, wat men vroeger als het grootsche gevolg van den oorlog met Rusland had beschouwd. Had men Rusland niet tot de aanneming van bepalingen gedwongen, waarin een onafhankelijk en machtig land zich onmogelijk langen tijd kan schikken, dan ware zulk een achteruilkrabbelen niet noodig geweest. Wat onze politiek tegenover de Vereenigae Staten betreft, raadde ik ten tijde van den burgeroorlog een grootmoedige eD vriend schappelijke politiek aan. Ik roep het gansche land tot getuige, of wij niet door het volgen van zulk een politiek de verwikkelingen, onderhan delingen, concessiën en vernederingen zouden hebben vermeden, die wij nu jaren lang hebben moeten doorstaao. Ik hoop dat deze moeilijkheden nu ten einde zijn; ik geloof dat onze regeering al het mogelijke heeft gedaan, en met persoon lijke kennis van het karakter onzer ministers kau ik zeggen, dat er in het geheele land geen menschen zijn, aan wie de herstelling en hand- ving van onze vriendschappelijke betrekkingen met Amerika zoozeer ter harte gaat als aan hen." Aan het slot zijner rede wees de spreker er op, dat alle veranderingen, die de laatste 30 a 40 jaren met zich hebben gebracht, bijna zonder eenige rustverstoring en zonder het vergieten van een enkelen druppel bloeds zijn tot stand gekomen. „Maar desniettegenstaande", zoo ging hij voort, „is er nog altijd een partij in het land, die over alles klaagt, wat wij ge zegd, en bijna over alles, wat wij gedaan heb ben. Zij heeft met eene ongeneeslijke verblin ding aan alle verbeteringen hinderpalen in den weg gelegd. Deze partij roept nog maar altijd om de ondersteuning van het landen slechts één troost heb ik uiet betrekking tot die partij eeu troost zooals de christelijkheid ze voorschrijft dat zij namelijk, al zijn zij onze tegenstanders, mede geniet van al de goede dingen, die wij haar geschonken hebben, evenals regen en zonneschijn tusschen de hoofden der rechtvaardigen en der zondaars geen onder scheid maken." Deze slottirade van 's mans redevoering mag, dunkt ons, het Hoogerhuis in zijn zak steken. Stanley, de opspoorder van Livingstone, is, vol gens een telegram uit Aden van 11 Juli met den zoon vau den beroemden reiziger op een Fransche stoomboot uaar Suez vertrokken. Hij beeft brieven van Livingstone aan de regeering en aan zijne vrienden bij zich. Livingstone zelf was eenigszius ongesteld, doch besloten, niet te rug te keeren voor hij zijn werk geheel volbracht heeft. TELEGRAMMEN. Plymouth, 14 Juli. Blijkens berichten uit West- Indië heeft de president van Haïti, naar aanlei ding der inbeslagneming van schepen door twee Duitsche oorlogsbodems, eene proclamatie uitge vaardigd, waarin hij verklaart, dat Haïti, ten gevolge van dit onverwacht en niet geprovo ceerd feit, gedwongen is geworden tot de uitbe taling eener som van 3000 pond sterl., en dat hij daarom tegen die willekeurige handeling open lijk protesteert. Te St.-Thomas was het oorlogsschip Chateau- Renard en te Barbados de ilagicienne aangekomen. Hannover, 14 Juli. Gisterennamiddag te 2 uren zijn de Amerikaansche scherpschutters alhier aangekomen, om aan den algemeenen schietwed strijd deel te nemen. Bij de ontvangst heelt Dr. Pieper aan Amerika hulde gebracht wegens de sympathie die het steeds, inzonderheid na den oorlog, jegens Duitschland aan den dag heeft gelegd. Praag, 14 Juli. Tengevolge van een voorge nomen aanslag op het leven van den Keizerlijken Stadhouder alhier, hebben er huiszoekingen plaats gehad. Londen, 14 Juli. In de berichten uit Guate mala wordt onder anderen medegedeeld, dat het Gouvernement aldaar een besluit heeft uitgevaar digd lot verdrijving der Jezuïeten en inbeslag neming hunner eigeudommeu, eu dat de gouver nementen van Nicaragua eu Sau Salvador zijn overeengekomen om insgelijks de Jezuïeten te ver drijven. Parijs, 14 Juli. Heden bad de Ferté- sous-Jou- arre het feestmaal plaats ter gelegenheid van den verjaardag van de ïunemiug der Bastille. Gam- betta spoorde de republikeinen tot eendracht aan tegenover huu vijanden, die hen trachten te verdeelen. Frankrijks grootheid moest hersteld worden door verplicht ouderwijs van leeken en door den algemeenen dienstplicht. Zijne redevoe- voermg werd zeer toegejuicht. Dergelijke feesten zijn te Parijs, Lyon, Mar seille eu elders door de politie verboden. Bordeaux, 14 Juli. Op liet republikeinsche feestmaal, dal door vele leden van den gemeen teraad en 8U00 personen werd bijgewoond, zijn verschillende redevoeringen gehouden en werd een toast op Gambetta uiigebiacln, die zeer toe gejuicht is. afew-York, 15 Juli. De minister van finan ciën zal geene leeniug aau de Europeesche markt brengen, voordat de omstandigheden gunstiger ziju geworden. Gemeenteraad. Rapport van de heeren Mrs. C. Cock, J. T. Buys en J. E. Goudsmit, geoommitteerden uit den Gemeenteraad in zake de superintendence over het Gereformeerde Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. (Vervolg.) De meer zorgvuldige overweging van de Wees huis quaestie sedert Juli 1871 had, zooals uit de bovenstaande brieven blijkt, nog niet tot veel overeenstemming geleid. Tusschen gecomujitteer- den uit den Kerkeraad en ons bestond verschil vau opvatting omtrent schier alle vragen in deze quaestie betrokken, zoowel de historische als de juridische. Aan de uitnoodiging van ouze mede gecommitteerden om eene nadere schriftelijke be antwoording van de beschouwingen, in hunnen brief vervat, wilden wij ons natuurlijk niet ont trekken, maar wij begrepen toch, dat dit ant woord kort moest zijn, ten einde de afdoening van onze commissie niet langer te vertragen volstrekt noodig was. Het kwam er slecht aan met enkele woorden uit een te zetten, ^vert, eerst, waarom wij ons bij hunne hoofdargu^^ ten niet konden neerleggen, en ten andere b& hn ïnzn eens duidelijk te constateeren, op welke uwer bur waarden wij zouden kunnen besluiten otnt m weez het voorstel van den Kerkeraad een gunstig p ove| advies aan Uwe Vergadering voor te l^jjandeld Wij schreven dus in antwoord op den brief i v «erzijds 1 Januari 1.1. bet volgende: dwoordl Leiden, 16 Februari landelijk Aan de Heereri Joh. Drost, Mr. H. P.itoog. W Kaathoven en W. Werst, gecommitstelde i den uit den Kerkeraad in zake vamtwoord Weeshuis. gument Gecommitteerden uit den Gemeenteraad inourtelinj van het Weeshuis hadden de eer te ontva Eerste 1 een schrijven van Mr. H. P. van Kaathoven,enbaar 1 Januari 11. waarin deze, ook namens zijne dit OO; degecoininitteerden uit den Kerkeraad onze ke gen sive, dd. 18 September 1871, beantwoordt en brt geschi voerig het standpunt uiteenzet, dat door de finderhe: van den Kerkeraad bij de beoordeeling van id kan hangende vraagstuk wordt ingenomen. u zijn Met groote belangstelling hebben wij den- eene boud van het hier bedoelde schrijven overwo?'1j'£ en de verschillende argumenten daarin ontive' keld tot een puut van ernstige besprekingou heb maakt. Thans gereed met die taak, zijn wij berk i: koinen bereid gevolg te geven aan het verzrvel vai door Mr. vau Kaathoven aau het slot vau 1.576, na schrijven uitgedrukt, om namelijk onzerzijdst'e,s b'i de te deelen in hoeverre wij ons bij de beschi^ij v wingen van gecommitteerden uit den Kerken® verr kunnen nederleggen. Intusschen wenschen wijior de te bepalen tot eene zeer beknopte mededeeli8Cd'eti de hoofdpunten rakende, en althans op dit dd, al gen blik niet te treden iu een onderzoek var® aan' de bijzouderhedeu door Mr. van Kaathoven cheer, meld. Immers het doel is niet, de onderha. istheid lingen schriftelijk af te doen, maar enkel om ij de 1 hoofdbeginselen, van welke men aan weerszp' ^'e' is uitgegaan, schriftelijk uiteen te zetten, l-j mei einde alzoo een deugdelijken grondslag teviuó01 ee' voor vruchtbare sameuspreking. Is dus eenms'd vve duidelijk geconstateerd, op welk standpunt mi hetgt zich aan beide kanten geplaatst heeft, das zize°d verdere schriftelijke uiteenzettiug van de bijuS er derheden tot doelloozen omslag leiden, welken >n'ren' leden van de Commissie zeker even gaarne w"'1 ee schen te vermijden. Wij meenen deze opmerk® op den voorgrond te moeten stellen, omdat, ?kome dien wij veel van het aangevoerde door Mr. ft'*611 T Kaathoven .stilzwijgend voorbijgaan, wij UiC stii'er^e' zwijgen niet als blijk van instemming vófte;11 di hebben aangemerkt. Is het noodig, dan zijn dj' du gecommitteerden uit den Raad geheel bereid ite b' der mondeling over de hier bedoelde bijzonde3Seer opmerkingen hun oordeel bloot te leggen. aarui In het wederzijdsch schrijven van 18 S?n de tember 1871 werden deze drie vragen ontwikkel5® 'tl 1°. Uitgaande van de stelling, dat het Wees/iu.® de nu onder het uitsluitend beheer staat van coe'j18 burgerlijke gemeente, en dat wij iu de gesel' me denis van dat gesticht geen enkel feit hadds de kunnen vinden, waaruit zou mogen worden o.r gemaakt, dat het vroeger ooit anders gewei.' was, wenschten wij van gecommitteerden uit de' 'ie' Kerkeraad te vernemen, of zij in het vinden va: °°'5 zulke feiten gelukkiger tvaren geweest dan iri/0I1<^ en zoo niet, of zij dan bereid waren zich mfy®ei ons te stellen op het feitelijk standpunt, dat w, zeggen te erkennen, dat het Weeshuis inderdaa^^ is eene zuiver burgerlijke instelling van weldadif heid, bestemd voor de verpleging van weezef der Nederduitsche Hervormde Gemeente? ü'i Werd dat standpunt ingenomen, en wilde mei. op gronden van doelmatigheid de zuiver burger lijke tot een zuiver kerkelijke instelling maken, hoi, het 'J art ten-, w i de ds loei "I Gemeentewet, dat het bestuur over de zuiver burgerlijke instellingeu van weldadigheid au den Gemeenteraad opdraagt? Eindelijk 3°. Aan-( genomen dat men een middel vindt om het sub 2 bedoelde wettelijk bezwaar uit den weg tee3j. eszicl ruimen, welk ander belang kan dan de burge9, lijke gemeente hebben bij overdracht van hqyjj Weeshuis, dan de dadelijke en geheele intre!(em king van het subsidie, dat nu nog aan genoemtar gesticht wordt uitgekeerd s i In zijn antwoord op ons schrijven tracht Mr.j|, van Kaathoven achtereenvolgens te betoogen.- l's. dat de quaestie van het subsidie geheel buiteD jj discussie behoort te blijven; 2°. dat het beheerpi van het Weeshuis eigenaardig bij den Kerke-Q raad behoort; 3°. dat het belang van de burger-j t lijke gemeénte de overdracht vordert; 4°. datke die burgerlijke gemeente daartoe volkomen be- o voegd is, en eindelijk 5°. dat blijkens de geschie- .en denis de Kerk bepaald recht heeft op het beheer ig van het Weeshuis. jk Het tweede betoog, dat namelijk het beheer rei van het Weeshuis eigenaardig bij den Kerkeraad je: behoort, kan reeds dadelijk veilig worden ter.nl zijde gesteld, want het behelst eenvoudig de ver- tei melding van het gemeenschappelijk uitgangspunt, ml Gecommitteerden uit den gemeenteraad erkennen ;ei de hier bedoelde eigenaardigheid volmondig, al te: zouden zij dan ook niet gaarne instemmen met i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 2