eebied te verhaasten. Op verzoek van deD mi-
uister heeft de Kamer de behandeling van dit
wetsontwerp urgent verklaard.
In verband hiermede wordt een soort van
manifest van den heer Thiers verwacht, waarin
1de finaticieele en politieke toestand van het land
20Q worden uiteengezet. De president der repu
bliek zou daD tegenover de meerderheid eene
zéér gematigde houding aannemen; en dit is ook
"j wenscbelijk. De nederlaag toch der rechterzijde
ij is. zoo groot, hare onmacht zoo volkomen, dat er
Weinig verdienste aan zou zijn, om haar de tan-
dén te laten zien. Teveps beweert uien dat de
'1 heer Thiers een votum van vertruuweu zou wil-
t| len uitlokken; dit is evenwel onwaarschijnlijk,
daar het lijnrecht in strijd zou zijn mei de nog
onlangs door deu president gedane helolieu.
r,| Daareuboven is zulks ounoodig, wijl er reeds
gi een bewijs van vertrouwen zal gegeven worden,
door aan de regeering over te laten de bepaling
van den tijd en de wijze van uitgifte der leening.
a "Eenigen tijd geleden bad de minister van oor-
eilt aan de commissie vau enquête van den 4den
)c September mededeelirig gevraagd der getuigenissen
en stukkeu betreffende de overgave van Melz. De
commissie nu heeft gemeeod er de Nationale Ver-
gadering over te uioeten laten beslissen, en deze
J heeft in" hare zitting van gisteren het rapport van
den heer Delsol, dai tot toestemming var. het
verzoek concludeerde, aangenomen, behoudens
81 eenige beperkingen: zoo zal er alleen vandege-
st schreven Biukkeu afschrift kunnen genomen wor-
■e. den, terwijl de getuigenissen slechts mogen wor
den ingezien, en niet gecopieerd, zelfs niet bij
extract. Natuurlijk wornt deze bevoegdheid zoo-
ei wel aan de instructie als aan de verdediging toe-
ili gekend. Deze zoo uiterst gematigde coi.clusiën
kwamen toch nog aan somtnige leden te kras
voor. De heer de Gavardie onder anderen vond
het verkeerd, om in een crimineel rechtsgediug
i getuigenissen te produceeren, welke afgenomen
waren in eene parlementaire enquête, btj alwe-
1 zigheid van den beschuldigde, en zonder den
waarborg van den eed.
»i: 't Is toch duidelijk dat zulke getuigenissen als
!e: zoodanig geene jurtdieke kracht hebben,-en dat
■ij alleen kunnen dienen om aan de instructie
w zekete getuigen aan te wijzen, wier gctuigeuis
m later op wettige wijze zal behooreu plaats te heb-
ij, ben. Het zou overigens practisch onmogelijk zijn,
Om getuigenissen in het geding te brengen, die
door het parket niet mogen worden overgeschre
ven, tenzij men wil vei onderstellen dat het open-
ai baar ministerie ze van huiten leerde.
is 't Schijnt dat het rapport de Broglie over het
tractaat met Duitschland oorspronkelijk nog veel
hardere termen tegeo het gouvernement behelsde
T: dan thans het geval is. De liter Thiers zou ïn-
e, tusscheu bebbeu laten weteu, dat, zoo bet rap
port ile geringste aanleiding gaf tot vermindering
t; van het zedelijk gezag der regeering, of het wel-
slagen der ieeniug zou kuuuen iu den weg staan,
p hij de quaestie van vertrouwen zuu stellen, eu teu
aanhooie van bet geheele land vrageD of de
mannen der rechterzijde, die reeds dour hunne
intriges van 20 Juni de onderhandelingen met
in Duitschland zeer bemoeijelijkt hebben, voor goed
voörnemens ziju oui aan alle pogingen tot bevrij-
ding der bezette departementen deu voet dwars
te zetten. Ten gevolge van die verklaring hebben
cti de heeren Casimir Hérier en Vitet al hunne
krachten ingespannen ten einde het rapport in
dier voege te doen wijzigen dat het voor het
gouvernement aannemelijk werd.
'gt 'De krijgsraad te Versailles heefi Raoul Higault,
Ij de beruchte gedelegeerde voor het polilie-vvezen
ouder de commune, bij verstek ter dood veroor
deeld. Het vreemde van de zaak is evenwel,dat
i Higault tijdens de inname van Parijs door het
te leger van Versailles in de straut Gay-Lussac is
gefusilleerd, en ziju lijk door ziju vader is her
kend. De dood van den beschuld gde zou dus
di de stial-eciie moeten doen vervallen, en dit von
nis is dus moeielijk te begrijpen.
,;j! De Monileur Universal geelt evenwel als redeu
op, dat bij de meeste executies van dien aard
geene acte is opgemaakt die het overlijden con-
sialeert, en dat bij gebreke van dien de rnili-
taire rechtbanken vele vonnissen moeien uitspre
ken die nimmer zullen worden voltrokken.
l Gèroot-Brittannië.
De Fenians en Cluseret.
at
3ii Onder den titel„mijne verhouding tot het Fe-
36 uianisme" schrijft de bekende commune-generaal
Cluseret een in verschillende opzichten lezeus-
»lj waardig artikel. Hij ontdekt ons de geheimen
't, der Iersche samenzweerders wel niet, doch hij
iid levert ous het bewijs, hoe wiïuig een welgeor-
ei dende staat vaD zulke sameDZweeringen te duch-
36, ten heelt. Cluseret heeft die opstandelingen van
66 zeer nabij kunnen beoordeelen daar hij tot op-
nl' percomtnandanl van hun leger was benoemd,
an gedurende den geheelen dag aan de bran-
is dende zonnehitte is blootgesteld, waardoor het
eene vrij standvastig hooge temperatuur ver-
je- krijgt, en de werkzaamheid der huidmondjes
he op de bovenvlakte der bladeren zeer opge-
be wekt moet zijn, zonder welke eene zoo verba-
li, zend snelle en tevens krachtvolle ontwikkeling
et onmogelijk zou wezen. Nu kan men ligt begrijpen
jk dat vooral deze laatste conditie juist in dat ge-
n- deeite van Amerika, waar de boomvegetatie, in-
in zonderheid langs de rivieren, zich het weelderigst
el voordoet, slechts hier en daar en als bij toeval
tn aangetroffen wordt.
in Noch Pöppig, noch d'Ormgnï hebben veel satis
factie van hunne ontdekking gehad, en niet zelden
te wordt, hoewel, gelijk wij gezien hebbeD, zeer teD
onregte, Schombukgk, die haar 't laatste van het
ir. reeds genoemde viertal vond, als de eigenlijke
(n ontdekker beschouwd.
»r Verschillende omstandigheden leidden daartoe,
•a De ontdekking door Haenke is lang onbekend
gebleven door zijn overlijden op eene zoo verweg
tr gelegene plaats; Poppig beschouwde de plant.
)r als behoorende tot een reeds bekend geslacht,
ir Eury ale namelijk, en beschreef haar als
s|Euryale amazonica, welke zienswijze ook
h iuor D UiiBiGNï gedeeld werd. Beideo gaven later
6 wel berigt omtrent de plant, maar die beschrij-
u dngen maakten niet veel, of liever in 't geheel
reeds het plan van een veldtocht tegen Engeland
had ontworpen, en alleen op de hem toegezegde
10.000 man wachtte, om zijne krijgsoperatiën te
beginnen. Cluseret beweert dat de hooiden vau
deD opstand dooi niets zoozeer uitblonken als
door domheid, door uitspattingen en doof zucht
uaar winstbejag, ilet de leus van broederschap
in den mond, belasterdeu zij elkander, en terwijl
zij de onervaren menigte overluigden, dut de bur
gerij en de adel hun het bloed aftapte, verbras
ten zij zeiven het geld dat zij van de behoeftige
Iersche arbeiders eu dienstboden afgebedeld had
den.
Het spreekt van zelf dat Cluseret het mislukken
van den opstand der Fenians aan andereu toe
schrijft. Vraagt men waarom hij zich bij hen heelt
aangesloten, dan antwoordt hij: om twee redenen;
vooreerst uit begeerte om noginaais het buskruit
te ruiken, en vervolgens omdat de Iersche quaestie
die der geheele menschheid is. Nogmaals waar-
oinf Antwoord: „omdat het woord vaderland
niets anders behelst dan de theorie der knevelarij,
waardoor de volken door hunne regeeringuu uit
geplunderd worden." Het begrip „Vaderland" is
dus naar zijne meening een dielsial, evenals de
eigendom.
Deze zonderlinge iuleidiug eindigt met de leu
genachtige bewering dat Cobden een comuiuiie-
man en een bestrijder van vaderlandsliefde zou
geweest zijn. Daarna volgt eene beoordeeiiug der
Fenians in Amerika, van liuunen opstand en vau
hunne huuldeu. L)eze laaisten worden volstrekt
niet gevleid. Alen hoore
„Eene grootere mate van onkunde, dan bij de
leiders der Feiuaus aanwezig was, zal zelden
women aangetroffen. Zoowel ue generaals als de
manschappen, allen waren sieeds dtunken, enz."
Den bekenden Stephens kent hij een groot
talent toe als organisuteur; tot handelend opire-
ueu evenwel zou bij met in staat zijn geweest;
daarbij was hij buitengewoon opvliegend eu
pedant.
Op dien toon gaat het door; het geheele artikel
is niets anders dan een schimprede op al de voor
name partijgenooteu, ten eiude eigen vermeende!
verdienste te doen uitblinken.
Hij besluit met de bewering, dat Ierland zich
nooit door geweld zal kunnen vrijvechlen. Va i
Frankrijk heelt het niets te verwachten, daar dit
land zeil te zeer verpletterd is. De Bourbons zulleu
de Ieren nimmer bijstand verleenen wegens het
legitimiteits-beginselde Orleanseii niet wegens
hunne slaal'sche bereidvaardiglieid tegenover Enge-
laud; de Bonapartes niet, daar zij iu deu modder vau
Sédan voor eeuwig gestikt zijn; de Republikei
nen evenmin, daar zij deels uit egoïsten, deels
uit vermomde bonapartisteu bestaan. Ook is voor
Ierland geeue redding uit Amerika te verwach
ten. Want daar waardeert men de Ieren alleen
om hunnen haudenarheid, en om de voordeelen
die de verschillende politieke partijen door hunue
sieuiuien bekomen. Eindelijk geeft Cluseret aan
de Ieren den goeden raad, om het vele drinken
na te laten, dat hem tot nu toe te gronde richt.
Deze verstandige vermaning is een curieus slot
aan zuo'n talloozen onzin, iiilusscheu blijkt uil
du alles, dat, gelijk wij boven zeiden, dergelijke
rustverstoorders niet al te groote vrees kuuuen
inboezemen.
TJEEJECiKAMMJEiN
Tertailles, 9 Juli. De Vergadering verwierp
heden 't voorstel van den heer Clapier, strek
kende om den uitvoer van in Frankrijk ver
vaardigde goederen te belasten.
Nassau, 9 Juli. De onthulling van 't stand
beeld van von Stein, op heden, werd bijgewoond
door deu Keizer, de Keizerin en deu Kioouprins.
De Amerikaansche gezant, de heer Bancroft,
hield eene redevoering, waarin hij deed uitko
men hoe von Stein het denkbeeld der Duitsche
eenheid had in 't leven geroepen.
Liondcn, 9 Juli. In het Lagerhuis deelde lord
Enüeld mede, dal de regeenng gerusstellende be
richten ontvangen had uit Spanje, omtrent de
tenuitvoerlegging der verbintenissen ten opzichte
der slaven.
Er is eene langdurige discussie gevoerd over
een voorstel van deD heer Bow ring om van het
budget te schrappen een post van 4123 p. st. voor
vergoeding van recht-kosten aau deu uud-gouver-
neur van Jamaica, Eyre, die vervolgd was ge
worden wegens de wijze, waarop hij een opstand
had bedwongen. Het voorstel werd verworpen
met 243 legen 130 stemmen.
De metselaarsbazen hebben een schikking
getroffen met hunne werklieden, die heden het
werk hervatten. De andere auibachten zullen
waarschijnlijk spoedig dat voorbeeld volgen.
New-York, 9 Juli. De nationale conventie der
democratische partij is te Baltimore geopend.
Afgevaardigden uit alle staten zijn aanwezig. De
oud-seuatur Doolittle is tot voorzitter benoemd.
geen sensatie. Schomburok daarentegen deed ver
standiger. Hij droogde er bladeren van, bewaarde
bloemen in pekel en zond die, tegelijk met uaar
de natuur vervaardigde afbeeldingen, naar Enge
land, tevens met het voorstel, daar hij deze
nieuwe plaut als eene reusachtige VVaterny in p h
beschouwde (eene verwante alzoo van onze witte
eu gele Nymphen) haar, ter eere van Eugelands
Koningin, Nymphoea Victoria te noemen.
Toen echter die voorwerpen door den Engel-
scben kruidkundige Lindley naauwkeurig onder
zocht werden, kwam deze tot het besluit dat ze
als de type moest beschouwd worden van een
nieuw geslacht, 't welk hij, gedeeltelijk Schok-
burgk's voorstel volgende, maar met eene wijzi
ging nog vleijender voor zijne Koningin, V ïctoria
noemde, terwijl hij haar wetenschappelijk be
schreef als de „Koninklijke Victoria", Victoria
regia.
Wordt vervolgd
Het verdient met dit tl opmerking d»t de jongste mono
graph van de familie der Nymphmaceën, naartoe derc platen
behooren. Prof. Baillon to Parijs, in aijna kortelings veracheneD
Monographic dos Nt/mphacacces, Poppig weder in 't gelijk stalt,
en derhalve tot bot bevluit komt, dat de plant ten onregte door
Lindley aia type voor eeo nieuw geslacht beschouwd is, dat xe
eene Eury ale ie en dut den door Poppig baar gegeven
naam Enryale amazonica moet dragen, Zoo draaijen we
in een cirkel rond. De naam Victoria bealt echter eeomaal bet
burgen egt, en zal dat, tegen da eivcben der strenge wetenschap
in, wel nooit verliezen.
Er heerschte groote geestdrift voor de candidatuur
>an Horace Greely. De oppositie daartegen was
uiei talrijk, maar levendig. De conventie is tot
ueu volgenuen dag verdaagd.
Peter VValson is met algeineene stver
kozen tut president van het bestuur van den
Erie-spoorweg eu generaal Dix tu vice-pre-
sident.
De troepen van Juarez hebben Monterey we
der bezet.
Rome, 10 Juli. Het oïücieele blad behelst een
circulaire van den minister-president, waarin ge
zegd, wordt, dat het de heilige plicht van alle
burgets is, aan de verkiezingen deel te necnen.
De Italianen moesteu aan Europa looneu, dat
eene groote meerderheid tot iedere opofferi.g be
reid is, om het goed recht der natie te verdedi
gen tegen eene parly, die onder het mom van
deu godsdienst de voor altijd verlorene wereld-
lijke macht zoekt te herwinnen.
LAA l'B'A'ji LfEct KJi 1 I'lU-V.
's Gbavenhase, 10 Juli. Z. K. H. de Pnus van
(Jrauje heelt hedenmiddag te I uur de leden van
het nieuw opgetreden Aliuisterie ten gehoore
ontvangen.
Heden werd aan het Ministerie van Justitie
aanbesteed: Het uitvoeren vari werken aau het
Vercenigd Huis van arrest eu prevoost te Haar
lem. tileciits 3 biljetten van inschrijving waren
ingekomen. De minste mschnjviug was van de
heeren Hoogeveeu en Ondsboorn te Haarlem
voor ƒ3370.
De iu de laatste dageu alhier voorgevallen
ongelukken zijn gisteren wederom met een ver
meerderd. Een Öcheveninger namelijk, die op
deD Dellischeu weg op een met liuoi beladeo
wagen zat, viel daarvan al eu kwam met het
lichaam op deu disselboom vau den wagen neder,
zoodat hij oogeoblikkelijk een lijk was.
Amsterdam, 10 Juli. Het stoomschip Conrad,
kapt. E. Ooit, is 9 Juli, 1 uur 'snauuddags, van
Port-Saïd naar hel Nieuwediep vei trokken.
Het stoomschip Prins van Oranje is te Nieuwe
diep aangekomen.
Gemeenteraad.
Rapport van de heeren Mrs. C. Cook, J. T. Buys,
en J. E. Goudamit, geoommitteerden uit den
Gemeenteraad in zake de superintendentie over
het Gereformeerde Heilige Geest- of Arme
Wees- en Kinderhuis.
(Vervolg.)
Leidf.n, 1 Januari 1872.
Aan de Heeren Mrs. J. T. Buys, J. E.
Goudsmit eu C. Cock, gecommitteerden
uit den Gemeenteraad in zake van het
Weeshuis.
i
Al dit oneigenaardige van den tegen woordigen
toestand van het Weeshuis als burgerlijke instel-
lidg, met zijn onderhoud van de burgerlijke eu
zijn subsidie van de kerkelijke gemeente, ver
dwijnt, als volgens het verlangen van den ker
keraad dit als kerkelijke instelling wordt erkend,
terwijl bovendien de kerkeraad en de leden der
Hervormde Geineeme alsdan niet, gelijk thans,
alleen een zedelijk belang hij het Weeshuis zullen
hebben, waarvan de invloed zeer zeker niet an
ders dan gunstig zal werken op de in de vol
gende jaren door de burgerlijke Overheid te ver
leenen subsidiën.
Is dit laatste reeds van werkelijk belangvoor
de burgerlijke gemeeDte, deze heeft een gelijk,
zoo niet een grooter, belang daarbij, dat het Wees
huis als instelling van weldadigheid blijve bestaan;
dat dit bestaan voortdurend worde verzekerd, en
dat het Weeshuis in vervolg van jaren steeds blijve
beantwoorden aan zijne bestemming. Zij ver-
meeuen dat voor de burgerlijke gemeente meer
tyaarborg voor een en under is te vinden daarin,
d^t het Weeshuis, evenals voor eenige jaren het
Hiuiszittenhuis eu daarna het Minnehuis en de
Arinenbakkerij, worde eene kerkelijkeinstelling,
dan wel zoo dit op denzelfden voet eu op dezelfde
wijze als thans als burgerlijke instellmg blijft
voortbestaan.
Maar er is nog een belang voor de burgerlijke
gemeente om (zoo mogelijk) het verzoek van den
kerkeraad toe te staan, en dat is, dat deze hier
door eene geschikte gelegenheid zou hebüeu om
daarbij teveus te bedingen, dat de Kerkeraad dau
ooit zal afstand doen van al zijue rechten op het
vroegere Hodwhuis en dat thans tot andere ein
den (als Invalidenhuis) door de burgerlijke over
heid is ingericht eu ook nu nog daartoe door haar
wordt gebruikt.
Dat toch dit gebouw, als vroeger behoorende
tot het Huiszitteuhuis, welk laatste thans is er
kend als te zijn kerkelijk, ook streng genomen
zou moeten worden overgebracht tot de Her
vormde Gemeente, is evenmin to betwijfelen als
het recht dat de Kerkeraad met gmnd zou kuu-
nen doen gelden ten aanzien van het Houwhuis
dat als instelling in 1774 met het Weeshuis is'
vereenigd.
Evenwel vau een recht te doen gelden is,
voorshands althans, iu deze geou sprake: de Ker
keraad vraagt slechts, maar doet die vraag, blij
kens al het reeds aangevoerde, met ernst en uiet
aundraug.
Dit: wat betreft de vraag die de Kerkeraad
gedaan heeft;
wat betreft den feitelijken toestand van het
Weeshuis zooals die thans is;
wat betreft het oneigenaardige van dien toe
stand met het oog op oestaaude staatswetten
en wat betreft het belang, zoowel van de bur
gerlijke als van de kerkelijke gemeente, gelijk
mede in dat van het Weeshuis zelve, om dit
wat eene samensmelting is van het vroegere
Houwhuis met het destijds bestaande Weeshuis
te maken tut oene kerkelijke instelling.
De vraag is thans ol de burgerlijke Overheid wel
de bevoegdheid heelt die vraag van den Kerke
raad iu te willigen, en of artikel 147 van de
Gemeentewet haar daartoe Diet in den weg staat,
dat voorschrijft, dat de Gemeenteraad „benoemt,
voor zooverre de benoeming niet aan anderen be
hoort, op „de wijze bij plaatselijke verordeningen te
bepalen, de leden en beambten van het bestuurder
godshuizen en andere instellingen van liefdadig
heid. Hij schorst en ontslaat de door hem be
noemden."
Wat die bevoegdheid tot inwilliging van het
verzoek betreft, zoo vermeenen wij daarop een
volmondig toestemmend antwoord te kunnen ge
ven, omdat artikel 72 der Armenwet van 1834,
zooals dit is gewijzigd bij de Wet van 1 Juni
1870 (Staatsblad N°. 85) uitdrukkelijk die be
voegdheid aan de Gemeentebesturen geeft, door
te bepalen dat geschillen over de vraag of eene
instelling van liefdadigheid en tot welke der in
artikel 2 omschreven soorten zij behoort, indien lij
niet door de administratieve machl in der minne wor
den afgedaan, behooren tot de kennis van de rech
terlijke macht.
Wat aangaat de bedenking, of hier artikel 147
der Gemeentewet niet een hinderpaal is, zooge-
loovi n wij om twee redenen hierop ontkennend
te tuigen nut»- lorden. Vooreerst omdat gezegd ar
tikel 147 iu dat geval eveneens zou hebben moe
ten zijn geweest een beletsel en bij de overdracht
van het Huiszitteuhuis en evenzeer later bij die
van het Alimiehuis en vau oe Arinenbakkerij:
en ten anderen omdut gelijk wij later zullen
aantoonen dit artikel ten deze geheel buiten
aanmerking blijven moet, vermits tijdeus de
Hervorming wel is waar het benoemen der Hei-
lige-Geestmeesteren is opgedragen aan de bur
gerlijke Overheid, maar dit als een recht Diet
inn geacht worden bij het Reglement van 4 Januari
1824 bij haar te zijn verbleven.
Doch aangenomen zelfs, dat gezegd artikel 147
hier wel in aaumerking zou moeten komen, zoo
gelooveu wij toch dat ook dan nog dit voor
schrift, zooals trouwens reeds door de geschiede
nis der laatste jaren is bevestigd, niet mag ge
acht worden te ziju eene wet van Perzen en
Meden, zoo zelfs dat hierdoor zoo goed als onge
schreven werd de bepaling der latere Armenwet,
die uitdrukkelijk aan de administratieve macht
de bevoegdheid geelt oin iu Ier minne af te doen
geschillen over de vraag of eene instelling al
dan niet eene instelling van liefdadigheid is eD
tot welke der in artikel 2 omschreven soorten
zij behoort, gelijk reeds boven door ons is aan
getoond.
Wel verre dat gezegd artikel 147 ten deze van
eenige toepassing zijn kan, zoo gelooven wij, dat
dit meer op het oog heeft de geschillen bij arti
kel 69, dan wel die bij meergenoemd artikel 72
der Armenwet omschreven, eu dat het geschil
in deze is een vau die, welke uitsluitend bij
laatstgemeld artikel zijn opgenoemd.
Gelooven wij hiermede te hebben aangetoond,
dat de Gemeenteraad zeer zeker do bevoegdheid
heeft om op grond van artikel 72 vau de Armen
wet in der minne het geschil in quaestie af te
doen, de Gemeenteraad zelve zal hebben te oor-
deelen in hoeverre hij al dan niet van die be
voegdheid in deze zal hebben gebruik te maken
eu in hoeverre zulks zou strooken met de be
langen van de burgerlijke Geuieente.
Tliaus blijft ous alleen nog over Da te gaan in
hoeverre do vraag van den Kerkeraad, om het
Weeshuis te uiakeu tot een kerkelijke instelling,
al dan niet in strijd is met de geschiedenis in
het algemeen, eu met den loestaud van dat ge
sticht in vroeger tijden, zoowel in verhouding
tot den Staal als tot de Kerk in het bijzonder.
Alvorens hiertoe over le gaan, verwijzen wij
U iu dit opzicht naar het bekende geschrift van
wijlen den Hoogleeraar, Mr. H. Cock, getiteld
„de Rechten der Nederduitsche Hervormde ge-
meenlu te Leiden op het Huiszifteubuis aldaar;1'
eu wij doen dit, omdat wat de geschiedenis van
dat Huiszitienhuis betreft; en zijne verhouding
zoowel tot de kerkelijke als tot de burgerlijke
Overheid in de lijden vóór, tijdens en na de Her
vorming, iu vele opzichten geheel dezelfde is
als die van het Weeshuis, eo dai wij ler bekor
ting hier niet nader zulleu ontwikkelen, het vol-
doeude rekenende U hiernaar te hebben verwe
zen; maar wij doen dit ook, omdat wij daarin
tevens zien verdedigd do rechten der Nederduit
sche Hervormde Gemeeuie op het vroegere Houw
huis, dat als instelling in 1774 is vereeuigd en
sedert vereenigd gebleven nu een geheel uitmaakt
met het Weeshuis; op welk Houwhuis dan ook
de rechten dier gemeente als voldoende gestaafd
en bewezen kunnen worden beschouwd.
Gaan wij nu in korte trekken na de geschie
denis vau dat Weeshuis, dan moge het waar ziju
dat er geeu siuk bestaut waaruit blijkt wie het
Weeshuis heeft geslicht eu wie er deu eigendom
van had, zooveel is zeker, dat het 1316 nesioud,
blijkens de daaraan gegeven erlgilt van Pnilips
van Leiden (v. Mieris 1 p. 19U), terwijl op 18
December 1449 Philips van Bourgoudië daurauu
„toter armen behoeff" verkocht eea sluk land, dat
door het Weeshuis hem werd betaald.
Voorts blijkt, dat bij Resolutie der Staten van
Holland vau 2 Maart 157b, tijdens het wegvallen
der Hiërarchie vau de Roomsch Katholieke Kerk
hier te lande, tengevolge der Hervorming, het
Weeshuis met alle Kerken, Pastoryen, Huiszit-
tenhuizen, Godshuizen, Gasthuizeu, en zoo vooris,
is gekomen ouder het oppertoezicht der burger
lijke Overheid, aan welke o. a. werd opgedragen
het benoemeu der Heilige-Geest meesteren als
mede de zorg dat de Heilige-Geestvvezen behoo-
lijk zouden worden onderhouden, en het is aan
die Resolutie dau ook toe te schrijven, dat
1578 en 1579 de Regeerders der stad dienstig
vouden aaD het Weeshuis te laten gemeteu eenige
voordeelen uit de verpachtingen spruitende, ver
mits het Weeshuis (zie van Mieris I. 191J des
tijds door de algemeene outstelteuis machtig
was verarmd, en dat later bij Besluit vau de
vroedschap van 30 September I58Ü, noopende het
onderhoud van de arme weezeu, werd bepaald,
dat men aan deze zou laten volgen eeue bede
laDgs de huizen des Zondags bij klokkegeslag en
al te kondigen van de predikstoel Otn de gemeente
te meerder te bewegen tot inildelijk geven.
Doch (zegt verder van mieris I. 191) door het
vermenigvuldigen der invvoonderen eu der ou-
derlooze weezen werd dit huis eerlang-te klein
of onbruikbaar, zoodat de Heeren van den Ge
rechte eindelijk in het jaar 1582 het raadzaam
vonden om den Aleesteren van het Vrouwe Gast
huis eu van het Sinte Ehsabethe Gasthuis te be-
veelen, die beide huizen met den eersten best
doenlijk te vereeoigen, zijnde dan ook dienten-
gevolge in het jaar 1583 de aruie en zieke vrou
wen in het Smte Elisabeihe Gasthuis overge
voerd, en het ontruimde huis aan de Meesiers
der arme weezeu overgegeven, die omtrent het
jaar 1604 zulks merkelijk hebben vergroot, ver
timmerd en vernieuwd, om daarin ruimte eu
gelegenheid te hebben voor opvoeding en ouder
wijs der kinderen, die somwijleu tot over de 900
in getal er in zijn geweest. (Zie Mr. S. van
Leeuwen, bl. 50).
Regenten (zoo vervolgt van Mieris) bij eene
zoo zware Huishouding en door tegenspoeden
dikwijleu in de uiterste verlegenheid geraakt,
hoe de zaken te redden dan door hulpe der Over
heid, zoo is het dat deze bij Octrooy van de.