eebied te verhaasten. Op verzoek van deD mi- uister heeft de Kamer de behandeling van dit wetsontwerp urgent verklaard. In verband hiermede wordt een soort van manifest van den heer Thiers verwacht, waarin 1de finaticieele en politieke toestand van het land 20Q worden uiteengezet. De president der repu bliek zou daD tegenover de meerderheid eene zéér gematigde houding aannemen; en dit is ook "j wenscbelijk. De nederlaag toch der rechterzijde ij is. zoo groot, hare onmacht zoo volkomen, dat er Weinig verdienste aan zou zijn, om haar de tan- dén te laten zien. Teveps beweert uien dat de '1 heer Thiers een votum van vertruuweu zou wil- t| len uitlokken; dit is evenwel onwaarschijnlijk, daar het lijnrecht in strijd zou zijn mei de nog onlangs door deu president gedane helolieu. r,| Daareuboven is zulks ounoodig, wijl er reeds gi een bewijs van vertrouwen zal gegeven worden, door aan de regeering over te laten de bepaling van den tijd en de wijze van uitgifte der leening. a "Eenigen tijd geleden bad de minister van oor- eilt aan de commissie vau enquête van den 4den )c September mededeelirig gevraagd der getuigenissen en stukkeu betreffende de overgave van Melz. De commissie nu heeft gemeeod er de Nationale Ver- gadering over te uioeten laten beslissen, en deze J heeft in" hare zitting van gisteren het rapport van den heer Delsol, dai tot toestemming var. het verzoek concludeerde, aangenomen, behoudens 81 eenige beperkingen: zoo zal er alleen vandege- st schreven Biukkeu afschrift kunnen genomen wor- ■e. den, terwijl de getuigenissen slechts mogen wor den ingezien, en niet gecopieerd, zelfs niet bij extract. Natuurlijk wornt deze bevoegdheid zoo- ei wel aan de instructie als aan de verdediging toe- ili gekend. Deze zoo uiterst gematigde coi.clusiën kwamen toch nog aan somtnige leden te kras voor. De heer de Gavardie onder anderen vond het verkeerd, om in een crimineel rechtsgediug i getuigenissen te produceeren, welke afgenomen waren in eene parlementaire enquête, btj alwe- 1 zigheid van den beschuldigde, en zonder den waarborg van den eed. »i: 't Is toch duidelijk dat zulke getuigenissen als !e: zoodanig geene jurtdieke kracht hebben,-en dat ■ij alleen kunnen dienen om aan de instructie w zekete getuigen aan te wijzen, wier gctuigeuis m later op wettige wijze zal behooreu plaats te heb- ij, ben. Het zou overigens practisch onmogelijk zijn, Om getuigenissen in het geding te brengen, die door het parket niet mogen worden overgeschre ven, tenzij men wil vei onderstellen dat het open- ai baar ministerie ze van huiten leerde. is 't Schijnt dat het rapport de Broglie over het tractaat met Duitschland oorspronkelijk nog veel hardere termen tegeo het gouvernement behelsde T: dan thans het geval is. De liter Thiers zou ïn- e, tusscheu bebbeu laten weteu, dat, zoo bet rap port ile geringste aanleiding gaf tot vermindering t; van het zedelijk gezag der regeering, of het wel- slagen der ieeniug zou kuuuen iu den weg staan, p hij de quaestie van vertrouwen zuu stellen, eu teu aanhooie van bet geheele land vrageD of de mannen der rechterzijde, die reeds dour hunne intriges van 20 Juni de onderhandelingen met in Duitschland zeer bemoeijelijkt hebben, voor goed voörnemens ziju oui aan alle pogingen tot bevrij- ding der bezette departementen deu voet dwars te zetten. Ten gevolge van die verklaring hebben cti de heeren Casimir Hérier en Vitet al hunne krachten ingespannen ten einde het rapport in dier voege te doen wijzigen dat het voor het gouvernement aannemelijk werd. 'gt 'De krijgsraad te Versailles heefi Raoul Higault, Ij de beruchte gedelegeerde voor het polilie-vvezen ouder de commune, bij verstek ter dood veroor deeld. Het vreemde van de zaak is evenwel,dat i Higault tijdens de inname van Parijs door het te leger van Versailles in de straut Gay-Lussac is gefusilleerd, en ziju lijk door ziju vader is her kend. De dood van den beschuld gde zou dus di de stial-eciie moeten doen vervallen, en dit von nis is dus moeielijk te begrijpen. ,;j! De Monileur Universal geelt evenwel als redeu op, dat bij de meeste executies van dien aard geene acte is opgemaakt die het overlijden con- sialeert, en dat bij gebreke van dien de rnili- taire rechtbanken vele vonnissen moeien uitspre ken die nimmer zullen worden voltrokken. l Gèroot-Brittannië. De Fenians en Cluseret. at 3ii Onder den titel„mijne verhouding tot het Fe- 36 uianisme" schrijft de bekende commune-generaal Cluseret een in verschillende opzichten lezeus- »lj waardig artikel. Hij ontdekt ons de geheimen 't, der Iersche samenzweerders wel niet, doch hij iid levert ous het bewijs, hoe wiïuig een welgeor- ei dende staat vaD zulke sameDZweeringen te duch- 36, ten heelt. Cluseret heeft die opstandelingen van 66 zeer nabij kunnen beoordeelen daar hij tot op- nl' percomtnandanl van hun leger was benoemd, an gedurende den geheelen dag aan de bran- is dende zonnehitte is blootgesteld, waardoor het eene vrij standvastig hooge temperatuur ver- je- krijgt, en de werkzaamheid der huidmondjes he op de bovenvlakte der bladeren zeer opge- be wekt moet zijn, zonder welke eene zoo verba- li, zend snelle en tevens krachtvolle ontwikkeling et onmogelijk zou wezen. Nu kan men ligt begrijpen jk dat vooral deze laatste conditie juist in dat ge- n- deeite van Amerika, waar de boomvegetatie, in- in zonderheid langs de rivieren, zich het weelderigst el voordoet, slechts hier en daar en als bij toeval tn aangetroffen wordt. in Noch Pöppig, noch d'Ormgnï hebben veel satis factie van hunne ontdekking gehad, en niet zelden te wordt, hoewel, gelijk wij gezien hebbeD, zeer teD onregte, Schombukgk, die haar 't laatste van het ir. reeds genoemde viertal vond, als de eigenlijke (n ontdekker beschouwd. »r Verschillende omstandigheden leidden daartoe, •a De ontdekking door Haenke is lang onbekend gebleven door zijn overlijden op eene zoo verweg tr gelegene plaats; Poppig beschouwde de plant. )r als behoorende tot een reeds bekend geslacht, ir Eury ale namelijk, en beschreef haar als s|Euryale amazonica, welke zienswijze ook h iuor D UiiBiGNï gedeeld werd. Beideo gaven later 6 wel berigt omtrent de plant, maar die beschrij- u dngen maakten niet veel, of liever in 't geheel reeds het plan van een veldtocht tegen Engeland had ontworpen, en alleen op de hem toegezegde 10.000 man wachtte, om zijne krijgsoperatiën te beginnen. Cluseret beweert dat de hooiden vau deD opstand dooi niets zoozeer uitblonken als door domheid, door uitspattingen en doof zucht uaar winstbejag, ilet de leus van broederschap in den mond, belasterdeu zij elkander, en terwijl zij de onervaren menigte overluigden, dut de bur gerij en de adel hun het bloed aftapte, verbras ten zij zeiven het geld dat zij van de behoeftige Iersche arbeiders eu dienstboden afgebedeld had den. Het spreekt van zelf dat Cluseret het mislukken van den opstand der Fenians aan andereu toe schrijft. Vraagt men waarom hij zich bij hen heelt aangesloten, dan antwoordt hij: om twee redenen; vooreerst uit begeerte om noginaais het buskruit te ruiken, en vervolgens omdat de Iersche quaestie die der geheele menschheid is. Nogmaals waar- oinf Antwoord: „omdat het woord vaderland niets anders behelst dan de theorie der knevelarij, waardoor de volken door hunne regeeringuu uit geplunderd worden." Het begrip „Vaderland" is dus naar zijne meening een dielsial, evenals de eigendom. Deze zonderlinge iuleidiug eindigt met de leu genachtige bewering dat Cobden een comuiuiie- man en een bestrijder van vaderlandsliefde zou geweest zijn. Daarna volgt eene beoordeeiiug der Fenians in Amerika, van liuunen opstand en vau hunne huuldeu. L)eze laaisten worden volstrekt niet gevleid. Alen hoore „Eene grootere mate van onkunde, dan bij de leiders der Feiuaus aanwezig was, zal zelden women aangetroffen. Zoowel ue generaals als de manschappen, allen waren sieeds dtunken, enz." Den bekenden Stephens kent hij een groot talent toe als organisuteur; tot handelend opire- ueu evenwel zou bij met in staat zijn geweest; daarbij was hij buitengewoon opvliegend eu pedant. Op dien toon gaat het door; het geheele artikel is niets anders dan een schimprede op al de voor name partijgenooteu, ten eiude eigen vermeende! verdienste te doen uitblinken. Hij besluit met de bewering, dat Ierland zich nooit door geweld zal kunnen vrijvechlen. Va i Frankrijk heelt het niets te verwachten, daar dit land zeil te zeer verpletterd is. De Bourbons zulleu de Ieren nimmer bijstand verleenen wegens het legitimiteits-beginselde Orleanseii niet wegens hunne slaal'sche bereidvaardiglieid tegenover Enge- laud; de Bonapartes niet, daar zij iu deu modder vau Sédan voor eeuwig gestikt zijn; de Republikei nen evenmin, daar zij deels uit egoïsten, deels uit vermomde bonapartisteu bestaan. Ook is voor Ierland geeue redding uit Amerika te verwach ten. Want daar waardeert men de Ieren alleen om hunnen haudenarheid, en om de voordeelen die de verschillende politieke partijen door hunue sieuiuien bekomen. Eindelijk geeft Cluseret aan de Ieren den goeden raad, om het vele drinken na te laten, dat hem tot nu toe te gronde richt. Deze verstandige vermaning is een curieus slot aan zuo'n talloozen onzin, iiilusscheu blijkt uil du alles, dat, gelijk wij boven zeiden, dergelijke rustverstoorders niet al te groote vrees kuuuen inboezemen. TJEEJECiKAMMJEiN Tertailles, 9 Juli. De Vergadering verwierp heden 't voorstel van den heer Clapier, strek kende om den uitvoer van in Frankrijk ver vaardigde goederen te belasten. Nassau, 9 Juli. De onthulling van 't stand beeld van von Stein, op heden, werd bijgewoond door deu Keizer, de Keizerin en deu Kioouprins. De Amerikaansche gezant, de heer Bancroft, hield eene redevoering, waarin hij deed uitko men hoe von Stein het denkbeeld der Duitsche eenheid had in 't leven geroepen. Liondcn, 9 Juli. In het Lagerhuis deelde lord Enüeld mede, dal de regeenng gerusstellende be richten ontvangen had uit Spanje, omtrent de tenuitvoerlegging der verbintenissen ten opzichte der slaven. Er is eene langdurige discussie gevoerd over een voorstel van deD heer Bow ring om van het budget te schrappen een post van 4123 p. st. voor vergoeding van recht-kosten aau deu uud-gouver- neur van Jamaica, Eyre, die vervolgd was ge worden wegens de wijze, waarop hij een opstand had bedwongen. Het voorstel werd verworpen met 243 legen 130 stemmen. De metselaarsbazen hebben een schikking getroffen met hunne werklieden, die heden het werk hervatten. De andere auibachten zullen waarschijnlijk spoedig dat voorbeeld volgen. New-York, 9 Juli. De nationale conventie der democratische partij is te Baltimore geopend. Afgevaardigden uit alle staten zijn aanwezig. De oud-seuatur Doolittle is tot voorzitter benoemd. geen sensatie. Schomburok daarentegen deed ver standiger. Hij droogde er bladeren van, bewaarde bloemen in pekel en zond die, tegelijk met uaar de natuur vervaardigde afbeeldingen, naar Enge land, tevens met het voorstel, daar hij deze nieuwe plaut als eene reusachtige VVaterny in p h beschouwde (eene verwante alzoo van onze witte eu gele Nymphen) haar, ter eere van Eugelands Koningin, Nymphoea Victoria te noemen. Toen echter die voorwerpen door den Engel- scben kruidkundige Lindley naauwkeurig onder zocht werden, kwam deze tot het besluit dat ze als de type moest beschouwd worden van een nieuw geslacht, 't welk hij, gedeeltelijk Schok- burgk's voorstel volgende, maar met eene wijzi ging nog vleijender voor zijne Koningin, V ïctoria noemde, terwijl hij haar wetenschappelijk be schreef als de „Koninklijke Victoria", Victoria regia. Wordt vervolgd Het verdient met dit tl opmerking d»t de jongste mono graph van de familie der Nymphmaceën, naartoe derc platen behooren. Prof. Baillon to Parijs, in aijna kortelings veracheneD Monographic dos Nt/mphacacces, Poppig weder in 't gelijk stalt, en derhalve tot bot bevluit komt, dat de plant ten onregte door Lindley aia type voor eeo nieuw geslacht beschouwd is, dat xe eene Eury ale ie en dut den door Poppig baar gegeven naam Enryale amazonica moet dragen, Zoo draaijen we in een cirkel rond. De naam Victoria bealt echter eeomaal bet burgen egt, en zal dat, tegen da eivcben der strenge wetenschap in, wel nooit verliezen. Er heerschte groote geestdrift voor de candidatuur >an Horace Greely. De oppositie daartegen was uiei talrijk, maar levendig. De conventie is tot ueu volgenuen dag verdaagd. Peter VValson is met algeineene stver kozen tut president van het bestuur van den Erie-spoorweg eu generaal Dix tu vice-pre- sident. De troepen van Juarez hebben Monterey we der bezet. Rome, 10 Juli. Het oïücieele blad behelst een circulaire van den minister-president, waarin ge zegd, wordt, dat het de heilige plicht van alle burgets is, aan de verkiezingen deel te necnen. De Italianen moesteu aan Europa looneu, dat eene groote meerderheid tot iedere opofferi.g be reid is, om het goed recht der natie te verdedi gen tegen eene parly, die onder het mom van deu godsdienst de voor altijd verlorene wereld- lijke macht zoekt te herwinnen. LAA l'B'A'ji LfEct KJi 1 I'lU-V. 's Gbavenhase, 10 Juli. Z. K. H. de Pnus van (Jrauje heelt hedenmiddag te I uur de leden van het nieuw opgetreden Aliuisterie ten gehoore ontvangen. Heden werd aan het Ministerie van Justitie aanbesteed: Het uitvoeren vari werken aau het Vercenigd Huis van arrest eu prevoost te Haar lem. tileciits 3 biljetten van inschrijving waren ingekomen. De minste mschnjviug was van de heeren Hoogeveeu en Ondsboorn te Haarlem voor ƒ3370. De iu de laatste dageu alhier voorgevallen ongelukken zijn gisteren wederom met een ver meerderd. Een Öcheveninger namelijk, die op deD Dellischeu weg op een met liuoi beladeo wagen zat, viel daarvan al eu kwam met het lichaam op deu disselboom vau den wagen neder, zoodat hij oogeoblikkelijk een lijk was. Amsterdam, 10 Juli. Het stoomschip Conrad, kapt. E. Ooit, is 9 Juli, 1 uur 'snauuddags, van Port-Saïd naar hel Nieuwediep vei trokken. Het stoomschip Prins van Oranje is te Nieuwe diep aangekomen. Gemeenteraad. Rapport van de heeren Mrs. C. Cook, J. T. Buys, en J. E. Goudamit, geoommitteerden uit den Gemeenteraad in zake de superintendentie over het Gereformeerde Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. (Vervolg.) Leidf.n, 1 Januari 1872. Aan de Heeren Mrs. J. T. Buys, J. E. Goudsmit eu C. Cock, gecommitteerden uit den Gemeenteraad in zake van het Weeshuis. i Al dit oneigenaardige van den tegen woordigen toestand van het Weeshuis als burgerlijke instel- lidg, met zijn onderhoud van de burgerlijke eu zijn subsidie van de kerkelijke gemeente, ver dwijnt, als volgens het verlangen van den ker keraad dit als kerkelijke instelling wordt erkend, terwijl bovendien de kerkeraad en de leden der Hervormde Geineeme alsdan niet, gelijk thans, alleen een zedelijk belang hij het Weeshuis zullen hebben, waarvan de invloed zeer zeker niet an ders dan gunstig zal werken op de in de vol gende jaren door de burgerlijke Overheid te ver leenen subsidiën. Is dit laatste reeds van werkelijk belangvoor de burgerlijke gemeeDte, deze heeft een gelijk, zoo niet een grooter, belang daarbij, dat het Wees huis als instelling van weldadigheid blijve bestaan; dat dit bestaan voortdurend worde verzekerd, en dat het Weeshuis in vervolg van jaren steeds blijve beantwoorden aan zijne bestemming. Zij ver- meeuen dat voor de burgerlijke gemeente meer tyaarborg voor een en under is te vinden daarin, d^t het Weeshuis, evenals voor eenige jaren het Hiuiszittenhuis eu daarna het Minnehuis en de Arinenbakkerij, worde eene kerkelijkeinstelling, dan wel zoo dit op denzelfden voet eu op dezelfde wijze als thans als burgerlijke instellmg blijft voortbestaan. Maar er is nog een belang voor de burgerlijke gemeente om (zoo mogelijk) het verzoek van den kerkeraad toe te staan, en dat is, dat deze hier door eene geschikte gelegenheid zou hebüeu om daarbij teveus te bedingen, dat de Kerkeraad dau ooit zal afstand doen van al zijue rechten op het vroegere Hodwhuis en dat thans tot andere ein den (als Invalidenhuis) door de burgerlijke over heid is ingericht eu ook nu nog daartoe door haar wordt gebruikt. Dat toch dit gebouw, als vroeger behoorende tot het Huiszitteuhuis, welk laatste thans is er kend als te zijn kerkelijk, ook streng genomen zou moeten worden overgebracht tot de Her vormde Gemeente, is evenmin to betwijfelen als het recht dat de Kerkeraad met gmnd zou kuu- nen doen gelden ten aanzien van het Houwhuis dat als instelling in 1774 met het Weeshuis is' vereenigd. Evenwel vau een recht te doen gelden is, voorshands althans, iu deze geou sprake: de Ker keraad vraagt slechts, maar doet die vraag, blij kens al het reeds aangevoerde, met ernst en uiet aundraug. Dit: wat betreft de vraag die de Kerkeraad gedaan heeft; wat betreft den feitelijken toestand van het Weeshuis zooals die thans is; wat betreft het oneigenaardige van dien toe stand met het oog op oestaaude staatswetten en wat betreft het belang, zoowel van de bur gerlijke als van de kerkelijke gemeente, gelijk mede in dat van het Weeshuis zelve, om dit wat eene samensmelting is van het vroegere Houwhuis met het destijds bestaande Weeshuis te maken tut oene kerkelijke instelling. De vraag is thans ol de burgerlijke Overheid wel de bevoegdheid heelt die vraag van den Kerke raad iu te willigen, en of artikel 147 van de Gemeentewet haar daartoe Diet in den weg staat, dat voorschrijft, dat de Gemeenteraad „benoemt, voor zooverre de benoeming niet aan anderen be hoort, op „de wijze bij plaatselijke verordeningen te bepalen, de leden en beambten van het bestuurder godshuizen en andere instellingen van liefdadig heid. Hij schorst en ontslaat de door hem be noemden." Wat die bevoegdheid tot inwilliging van het verzoek betreft, zoo vermeenen wij daarop een volmondig toestemmend antwoord te kunnen ge ven, omdat artikel 72 der Armenwet van 1834, zooals dit is gewijzigd bij de Wet van 1 Juni 1870 (Staatsblad N°. 85) uitdrukkelijk die be voegdheid aan de Gemeentebesturen geeft, door te bepalen dat geschillen over de vraag of eene instelling van liefdadigheid en tot welke der in artikel 2 omschreven soorten zij behoort, indien lij niet door de administratieve machl in der minne wor den afgedaan, behooren tot de kennis van de rech terlijke macht. Wat aangaat de bedenking, of hier artikel 147 der Gemeentewet niet een hinderpaal is, zooge- loovi n wij om twee redenen hierop ontkennend te tuigen nut»- lorden. Vooreerst omdat gezegd ar tikel 147 iu dat geval eveneens zou hebben moe ten zijn geweest een beletsel en bij de overdracht van het Huiszitteuhuis en evenzeer later bij die van het Alimiehuis en vau oe Arinenbakkerij: en ten anderen omdut gelijk wij later zullen aantoonen dit artikel ten deze geheel buiten aanmerking blijven moet, vermits tijdeus de Hervorming wel is waar het benoemen der Hei- lige-Geestmeesteren is opgedragen aan de bur gerlijke Overheid, maar dit als een recht Diet inn geacht worden bij het Reglement van 4 Januari 1824 bij haar te zijn verbleven. Doch aangenomen zelfs, dat gezegd artikel 147 hier wel in aaumerking zou moeten komen, zoo gelooveu wij toch dat ook dan nog dit voor schrift, zooals trouwens reeds door de geschiede nis der laatste jaren is bevestigd, niet mag ge acht worden te ziju eene wet van Perzen en Meden, zoo zelfs dat hierdoor zoo goed als onge schreven werd de bepaling der latere Armenwet, die uitdrukkelijk aan de administratieve macht de bevoegdheid geelt oin iu Ier minne af te doen geschillen over de vraag of eene instelling al dan niet eene instelling van liefdadigheid is eD tot welke der in artikel 2 omschreven soorten zij behoort, gelijk reeds boven door ons is aan getoond. Wel verre dat gezegd artikel 147 ten deze van eenige toepassing zijn kan, zoo gelooven wij, dat dit meer op het oog heeft de geschillen bij arti kel 69, dan wel die bij meergenoemd artikel 72 der Armenwet omschreven, eu dat het geschil in deze is een vau die, welke uitsluitend bij laatstgemeld artikel zijn opgenoemd. Gelooven wij hiermede te hebben aangetoond, dat de Gemeenteraad zeer zeker do bevoegdheid heeft om op grond van artikel 72 vau de Armen wet in der minne het geschil in quaestie af te doen, de Gemeenteraad zelve zal hebben te oor- deelen in hoeverre hij al dan niet van die be voegdheid in deze zal hebben gebruik te maken eu in hoeverre zulks zou strooken met de be langen van de burgerlijke Geuieente. Tliaus blijft ous alleen nog over Da te gaan in hoeverre do vraag van den Kerkeraad, om het Weeshuis te uiakeu tot een kerkelijke instelling, al dan niet in strijd is met de geschiedenis in het algemeen, eu met den loestaud van dat ge sticht in vroeger tijden, zoowel in verhouding tot den Staal als tot de Kerk in het bijzonder. Alvorens hiertoe over le gaan, verwijzen wij U iu dit opzicht naar het bekende geschrift van wijlen den Hoogleeraar, Mr. H. Cock, getiteld „de Rechten der Nederduitsche Hervormde ge- meenlu te Leiden op het Huiszifteubuis aldaar;1' eu wij doen dit, omdat wat de geschiedenis van dat Huiszitienhuis betreft; en zijne verhouding zoowel tot de kerkelijke als tot de burgerlijke Overheid in de lijden vóór, tijdens en na de Her vorming, iu vele opzichten geheel dezelfde is als die van het Weeshuis, eo dai wij ler bekor ting hier niet nader zulleu ontwikkelen, het vol- doeude rekenende U hiernaar te hebben verwe zen; maar wij doen dit ook, omdat wij daarin tevens zien verdedigd do rechten der Nederduit sche Hervormde Gemeeuie op het vroegere Houw huis, dat als instelling in 1774 is vereeuigd en sedert vereenigd gebleven nu een geheel uitmaakt met het Weeshuis; op welk Houwhuis dan ook de rechten dier gemeente als voldoende gestaafd en bewezen kunnen worden beschouwd. Gaan wij nu in korte trekken na de geschie denis vau dat Weeshuis, dan moge het waar ziju dat er geeu siuk bestaut waaruit blijkt wie het Weeshuis heeft geslicht eu wie er deu eigendom van had, zooveel is zeker, dat het 1316 nesioud, blijkens de daaraan gegeven erlgilt van Pnilips van Leiden (v. Mieris 1 p. 19U), terwijl op 18 December 1449 Philips van Bourgoudië daurauu „toter armen behoeff" verkocht eea sluk land, dat door het Weeshuis hem werd betaald. Voorts blijkt, dat bij Resolutie der Staten van Holland vau 2 Maart 157b, tijdens het wegvallen der Hiërarchie vau de Roomsch Katholieke Kerk hier te lande, tengevolge der Hervorming, het Weeshuis met alle Kerken, Pastoryen, Huiszit- tenhuizen, Godshuizen, Gasthuizeu, en zoo vooris, is gekomen ouder het oppertoezicht der burger lijke Overheid, aan welke o. a. werd opgedragen het benoemeu der Heilige-Geest meesteren als mede de zorg dat de Heilige-Geestvvezen behoo- lijk zouden worden onderhouden, en het is aan die Resolutie dau ook toe te schrijven, dat 1578 en 1579 de Regeerders der stad dienstig vouden aaD het Weeshuis te laten gemeteu eenige voordeelen uit de verpachtingen spruitende, ver mits het Weeshuis (zie van Mieris I. 191J des tijds door de algemeene outstelteuis machtig was verarmd, en dat later bij Besluit vau de vroedschap van 30 September I58Ü, noopende het onderhoud van de arme weezeu, werd bepaald, dat men aan deze zou laten volgen eeue bede laDgs de huizen des Zondags bij klokkegeslag en al te kondigen van de predikstoel Otn de gemeente te meerder te bewegen tot inildelijk geven. Doch (zegt verder van mieris I. 191) door het vermenigvuldigen der invvoonderen eu der ou- derlooze weezen werd dit huis eerlang-te klein of onbruikbaar, zoodat de Heeren van den Ge rechte eindelijk in het jaar 1582 het raadzaam vonden om den Aleesteren van het Vrouwe Gast huis eu van het Sinte Ehsabethe Gasthuis te be- veelen, die beide huizen met den eersten best doenlijk te vereeoigen, zijnde dan ook dienten- gevolge in het jaar 1583 de aruie en zieke vrou wen in het Smte Elisabeihe Gasthuis overge voerd, en het ontruimde huis aan de Meesiers der arme weezeu overgegeven, die omtrent het jaar 1604 zulks merkelijk hebben vergroot, ver timmerd en vernieuwd, om daarin ruimte eu gelegenheid te hebben voor opvoeding en ouder wijs der kinderen, die somwijleu tot over de 900 in getal er in zijn geweest. (Zie Mr. S. van Leeuwen, bl. 50). Regenten (zoo vervolgt van Mieris) bij eene zoo zware Huishouding en door tegenspoeden dikwijleu in de uiterste verlegenheid geraakt, hoe de zaken te redden dan door hulpe der Over heid, zoo is het dat deze bij Octrooy van de.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 3