Donderdag 11 Juli. I DE VICTORIA REGIA, i N°. 3809. A°. 1872. STADS-B ERICH TEN. 1 2 I f Feuilleton van liet „Leidsch Dagblad". KIIISCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voör Leiden per 3 maanden/"8.00. - - Franco p9T postn 8-85. Afiondorlyka Nommers„0.05. Deze Couratit wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES. Voor iadaren regelƒ0.15. Grootere lettert naar de plaataroimte die x\J beslaan. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, 'Gezien de adressen van: a. J. C. Zaalberg in Zoon, fabrikanten alhier, waarbij zij aan de Gedepu teerde Staten dezer provincie verzoeken om in hunne wofiendekenfabriek in de Vestestraat n®. 22 een stoom werktuig van twaalf paardenkrachten te mogen plaatsen mmmji b... Jacob Johannes Fransman, spekslager, daarbij verzoekende om het achterste gedeelte van zijne wo ning aan de Haarlemmerstraat n°. 41 tot slachthuis te mogen inrichten en daarin te plaatsen een [our- dobij nuu, een rookhok en een varkenshoken c. Dirk van Nassüu, schipper, houdende verzoek om zijne woning aan de Uiterstegracht n°, 41 te mogen inrichten tot bergplaats van brandstoffen Gelet op' art. 4 van het Koninklijk besluit van 31 Januari 1824 Staatsblad n°. 19), slsmsde op art. 224 der Algeineeue Politieverordening van 24 Octo- 7* ber 1867; li -Doen te 'weten, dat tot het hooren der eigenaars en. bewoners van de naast bijgelegene en belendende panden, ten opzichte der informatiën de commodo et J ineommoio, door Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Gemeente, op Maandag den loden Juli aanstaande, 's voor- middags te elf uren; zullende de belanghebbenden verplicht zijn hunne bezwaren tegen die verzoeken op -dien tijd in te brengen, terwijl, bij verzuim daarvan, «ij gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging - niet te hebben verzet. I i; Burgemeester en Wethouders voornoemd, eb a' V- d. BRANDELER, Burgemeester. - i E. KIST, Secretaris. Leiden, 10 Juli 1872. - Q Lelden, ÏO Juli. De Staatscourant behelst het Verslag aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, van de Com missie van 1 Augustus 1871 tot ultimo Juii 1872 belast mét het afnemen der natuurkundige exa méns, volgens art. 4 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad n®. 69). 7 Daaruit blijkt o. a. dat voor dit examen zich 32 candidaten hadden aangemeldéén daarvan - is niet voor de Commissie verschenen. Elf hun- - 'ner waren reeds vroeger door deze Commissie geëxamineerd en toen in één of meer vakken onvoldoende bevondenaan negen dezer kon - thans het diploma uitgereikt worden, de beide adderen werden wegens onvoldoende kennis der latijnsche taal afgewezen. 20 candidaten onder wierpen zich voor de eerste maal aan het examen en 9 hebben blijken gegeveu van voldoende ken nis in al de vakken, waarover het examen loopt; de, overigen bleken in één of meer vakken on voldoende te zijn. Het diploma Ts dus uitgereikt aan 18 candida- tep, zijnde S J. C. Stoltz, G. A. Schmedes, W. H. F. C. Hep- penër, H. J. van Rhyn, W. Meyboom, W. Stol, J._ C. Th. Bast, W. Blaakhert, C. E. Paling, J. A; Wijnhoff, A. J. Prins, L. A. H. Jansen, A. D. van Steenbergen, A. J. Severijn, A. E. Veriney, E. H. Biuimermann, J. Rentmeester, D. G. Boerma. 22 candidaten hadden zich voor het natuur kundig exameh aangemeld; onder ben waren er 12, die in de vorige zittingen der Commissie voldoend examen in de vakken ad aft hadden: 9 waren voor één of meer vakken van het eerste gedeelte voldoende bevonden; 1 had zich voor het geheele examen opgegeven, maar zag reeds vóór het begin van de werkzaamheden der Commissie van zijn voornamen af; eeD ander, die vroeger in enkele vakken van het eerste ge deelte te kort geschoten was, trok zich tijdens het examen terug. De uitslag was dat aan 15 van de 20 overblij- venden het diploma kon uitgereikt worden. Hunne namen volgen hier in de orde, waarin hun het examen afgenomen werdT. J. B. de Liguy, J. Visser, L. vaD Lier, A. A. Grondhout, J. A. Lo- dewijks, J. A. W. Vermey, J. A. C. Maier, M. K. Enthoven, P. Adriani, B. H. L. van Olst, G. Flohil, J. Spruyt, J. W. de KofT, J. Bijleveld, J. H. Perk. Na de vermeldiDg der schriftelijke vragen maakt de Commissie nog een paar opmerkingen. De eerste opmerking betreft de ervaring door deze Commissie opgedaan ten opzichte van de bekwaamheid der candidaten in de verschillende vakken; het is haar voorgekomen dat, behoudens enkele gunstige uitzonderingen, de kennis der jonge lieden in de vakken ne over hel alge meen gebrokkig moest genoemd worden. Dit openbaarde zich in den regel minder door een gemis aan kennis van feiten dan wel door een gebrek aan inzicht van bet verband dat daartus- schen bestaat. Na de opmerkingen, die daarom trent reeds vroeger gemaakt zijn, wenscht de Commissie thans daarover niet in bijzonderhe- den te treden. De Commissie veroorlooft zich verder de aan dacht van Uwe Excellentie op het volgende te vestigen. In de verslagen van vroegere Commissiën is herhaaldelijk aangedrongen op eene splitsing van het examen, vermeld in art. 4 der wet van den lsten Juni 1865 Staatsblad u®. 59); daarbij werd voornamelijk gewezen op het groote bezwaar, dat voor de meeste candidaten bestond in het op hetzelfde tijdstip doen blijken van de noodige kennis in een zóó groot aantal vakken als waarin bij dit examen wordt ondervraagd. Door de later gewijzigde inrichting van het examen, waarbij aan de candidaten gelegenheid gegeven wordt om in het begin van den cursus bewijzen van bekwaamheid te geven in de vakken od en later aan het einde van den cursus in de vak ken ef vaD genoemd artikel, is aan dit bezwaar tegemoetgekomen, maar er blijft nog eene andere inoeielijkheid over. De mogelijkheid bestaat namelijk dat een can- didaat voldoend examen aflegt in de vakken a—d, terwijl later aan dezelfde Commissie blijkt, dat hij in de vakken ef niet genoeg bedreven is om tot de eigenlijk geneeskundige stndiën te kunnen overgaan. Wil hij nu zijn doel bereiken, dan is hij genoodzaakt, zich voor eene volgende Commissie opoieuw aan een examen in de vak ken ad te onderwerpen; daartoe is hij verplicht zijne anatomisch-phy8iologische studiën voor een tijd lang te laten rusten, ten einde het gevaar te vermijden van nu in de vakken ai onvol doende bevonden te worden. Voor den geregel- den gang der studiën is dit zeker hoogst nadee- lig. De kennis van natuur- eu scheikunde, mine ralogie, botanie en zoölogie zijn onmisbaar voor eene grondige opleiding van den toekoinstigen arts, maar zij kunnen voor hein toch geene andere heteekeuis hebben dan die van voorbereiding voor zijne volgende anatomisch-physiologische en latere, eigenlijk geueeskundige studiën. De toestand vau Marianne Overdijk is dezelfde. Reeds zijn haar de genademiddelen der sterven den toegediend. Men verzoekt ons te vermelden, dat het bericht in het nummer van gisteren nopens het vallen van een werkman van een der steigers van de Marekerk onjuist is. Wel is een balk óp den voet van een werkman gevallen, die bij het optillen aan de handen van eenige werklieden ontglipte, zonder ernstig letsel te veroorzaken. woningen. De opwinders en verplaatsers van huizen hebben zich tot eene vereeniging gevormd, en voor 50 dollars wordt door deze vereeniging, in een gewoon geval, aaogenomen, om een ge bouw van twee verdiepingen op te nemen, te rollen en op de begeerde plaats neder te stellen, nemende deze vereeniging daarbij alle 9chade, zoowel aan het gebouw als aan bet ameublement, voor hare rekening. O Ea 5' 2 5" ep ro ps M P a s: o o S U3 w £S g: Ï2jf 1- p o w. cUtt 15 -v Op oq O* De zaak der weezeuverpleging hier te lande begint hoe langer zoo meer belangstelling te wek ken. Vele pogingen worden dan ook aangewend, om haar te bevorderen. Zoo is ook dezer dagen door de vereeniging„In bet belang der Wee zeuverpleging in Nederland" eene circulaire ver spreid aan de geestelijken der verschillende ge zindien van die gemeenten, alwaar geene eigen lijke weeshuizen beslaan. Deze circulaire gaat vergezeld van eene reeks vragen, alle betrekking hebbeude op de verpleging der weezen te platteD lande, iuzonderheid wanneer die door middel van uitbesteding geschiedt. Op genoemde vragen wordt zoo spoedig mogelijk antwoord ingewacht, tevens inet uitnoudiging tot medewerking, om bij het publiek de belangstelling iD het lot der weezen op te wekken of te verlevendigen. Op vele dorpen laat iutusschen de weezenver- plegiug pog veel te weuschen over, en ter wille der goede zaak is het dus te hopeu, dat de edele bomoeiingen der bovengemelde vereeniging uiet een goeden uitslag bekrooud worden. Men verneemt, dat bij Kon. Besluit vun den ódeD dezer zijn goedgekeurd de statuten der op 13 Juni jl. voor de notarissen Coinmelin en Richard te Amsterdam gepasseerde acte van oprichting der Hollandsch-Weslfaalsche Spoorwegmaatschappij. Blij kens die acte is het kapitaal voor aanleg en ex ploitatie door voorname bankinstellingen geheel volleekend. Dank zij de volharding van den heer A. Holtz- man, kouit alzoo de korte, directe verbinding met het kolendistrict aou de Ruhr tot siaud. Een EngelschmaD, die onlangs Chicago bezocht, geeft in het Engelsche weekblad the Buitder eene korte beschrijving van deze herbouwde stad. Monsterhotels verrijzen in menigte en voor win kels is ook meer dan genoegzaam gezorgd. Het werk, dat dagelijks voorkomt en zeer aardig is om te zien, is het verplaatsen van de 5 o 5 5' e qs cv S a D o cs 2 3Q 0 2 cp 2 o o 3 3 Cn j i 3 2, CP O c 3 CT Q. CP CO cT p 0 f* SJö 0 2. 5* 0 CP <5 <rr CD O 0 0 i f 1 3 5 el cd 5 3 5- 5' 5 a ere "to h «O o O I»* co "o o Soloo oiy»ooop-p S- X ent co co M M *4 p O GO "bi Tp». 73 - o cc oo co o 3L O 05 w w (O CO 3 d oo cc 8- 5 O O CP r—e Z* O V* CC O VI - c Bi e n 00 v, C 9 8 2 O O -3 O tO o o to o to CD CO to O Ct? tf»- j-a if H Ü1 W co O} I to O -CO O O cn> I1 Oi CD Q H c 8- CT 9 to o o cd o h->*-3 0000> co OO O (O CO O O O 05 If» o CO W -1 -sl - CT Of CO C. oi to cn o ,_-*»c>ooo oo'c-oomoto co o O O O O CO go O O to O co I 1 i *3 0 1 f i yi Uit dezen staat blijkt aizoo, dat de Nederlund- sche Bank op 8 Juli, bij een muntmateriaal van f 152,683,808.72, vooreenesom van f 180,350,280.17' minder aan bankbiljetten in omloop had dan waar toe zij gerechtigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt f 72,140,112.07 meer bedraagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dek king Doodig zou wezen. Zijner Majesteits schroefstoomschip der 1ste ki, van Galen, in aanbouw op 's Rijks werf te Am sterdam, is, in den namiddag van den 9den dezer, met goed gevolg te water gebracht. Z. M. heeft aan C. T. van Valkenburg, gewe zen adjunct-commies der 1ste kl. ter prov. grif fie van Groningeu, verleend een pensioen ten laste van den Staat ten bedrage vaD f 860 'sjaars. Z. M. heeft goedgevonden den ofilcier-van-ge- zondheid der 2de kl. J. M. ti. G. Theunissen, van het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, in zijnea rang en ancienneteit over te plaatsen bij het leger in Oost Indië. Z. M. heeft aan den heer H. Reineke, koop man te Batavia, tijdelijk in Nederland verblijf houdende, vergunning verleend tot het aanne men der versierselen van ridder der 2de kl. van de HertogeUjk-Sak9ische Ernestinische Huisorde, hem door Z. den Hertog van Saksen-Goburg- Gotha geschonken. A i!"0 DOOR H. WITTE. I. Ontdekking. o 't Was in het eerste jaar onzer negentiende eeuw dat een kleine kano, door twee inlaodsche roeijers Voortgestuwd, deD Rio Mamoré of Rio grande in Bolivia, een van de voornaamste riviertakken, die »ich in den Amazonen-stroom ontlasten, opvoer In dat brooze vaartuig bevonden zich, behalve het tweetal roeijers, ook twee Europeanen. Wat zochten die blanken daar in dat verafgelegen landP Wat gaf hen aanleiding om zich te wagen op dien stroom, zich bloot te stellen aan de brandende zonnestralen, en dat wel slechts van een tweetal .4- De Amuoneiutroom loopt dwars door Zuid-Amerika en door- aotjdt dat werelddeel, tosschen 0° en S° Z. Br. in lijne geheele breedte; de Rio Mamoré loopt van 't Zuiden naar't Noorden onge- ster 8®-jio® Zuidelijker. zonen des lands vergezeld? Wsb het om er land streken te zoeken-geschikt tot exploitatie, waar de Europeër zich zou kunnen nederzetten, in 't vooruitzigt om spoedig met de producten van den bodem fortuiD te kunnen maken, ten koste van de vrijheid, van het zweet en bloed der aanvan kelijk niets kwaads vermoedende inlanders? Met veel vreedzame bedoelingen bezochten zij die streek. De één was een natuurkundige, Haenké ge naamd, een gemoedelijk en gevoelvol Duitscher, eigenlijk Bohemer van geboorte, eii sedert 't laatst der vorige eeuw als kruidkundige in Spaanschen dienst, deel uitmakende eener expeditie, welke door de Spaansche Regeering uitgezonden was om onderzoek te doen naar de voortbrengselen van dat gedeelte van Zuid-Amerika, inzonderheid van Peru; de ander een hem vergezellende Spaan sche zendeling, met name pater la Cr eva. Die streek was naar 't schijnt vóór hem nog door geen kruidkundig reiziger bezocht; er was daar dus een rijke buit van tot dusverre in Europa onbekende planten te halen. Was't won der dat Haenke hitte en gevaar vergat, te midden dezer maagdelijke, daarbij zoo weelderige, trqpi- sche vegetatie? Hij tooh was een van die kampioenen voor de kruidkundige wetenschap, die Zich mietr ontzien schier iederen dag leven en gezondheid te wagen, als het de opsporing geldt van iets Wat Dog on- bekend is, mannen waaraan zoowel de tuinbonw- industrie als de kruidkunde ontzaggelijk veel ver schuldigd is, die vaak, óf reeds onderweg, óf na hunne terugkomst aan de gevolgen der vermoeie nissen, in zulk eeD afmattend klimaat, bezwijken, en wier nagedachtenis meer verdient in eere ge houden te worden dan zulks veelal het ge val is. Zoo zwierf dan ook nu deze moedige reiziger op den breeden vloed, inet loerenden blik de oevers beglurende, teneinde daar, tusschen reeds bekende boomeo, heesters en struiken, andere te vinden, die hem nog vreemd mogten zijn, toen een eigenaardig verschijnsel in de verte zijne op merkzaamheid trok. 't Was Daar allen schijn een eilaDd, immers eene groene vlakte van aanmerkelijke uitge strektheid, te midden van den stroom kon wel niet ander9 dan een eiland zijn? Vreemd inlusschen dat daar geen enkele boom op groeide. Haar, dat mogt zijn hoe 't wilde, een laag eiland levert den kruidkundige veelal een goed veld ter exploitatie 't uitzigt daarop was dus uitlokkend; daarom er heen, spoedig erheen 1 Er is inderdaad Diet veel verbeeldingskracht •toe noodig, om te kunnen begrijpen dat een ijverig verzamelaar als Haenke, was met ieder oogen- blik nieuwsgieriger werd; immers niet alleen geen boom, maar zelfs geen opgaand heester- of kruidachtig gewas kon hij erop ontdekken. «Wat mogt daarvan de oorzaak zijn? Voortgeroeid, mannen I daar is gewis buit te halen. Hoe nader hij kwam, des te vreemder zag dit schijnbare eiland er uit; 't was als werd de groene vlakte op onderscheidene plaatsen door groote helder witte en roode plekken geschakeerd, en met ieder oogenblik klom zijne nieuwsgierig heid, iedere seconde gaf voedsel aan zijn ongeduld. Voortgeroeid, mannen! al spat bet water in het bootje, al raken de krachten uitgeput, voortgeroeid vooruitl Ziel 't zijn werkelyk bladeren, maar groote, reusachtig groote bladeren, welke die groene vlakte vormeu. Ziel 't ziju bloemen, roode en witte, die dat kleurenspel daarstellen. Maar bladeren, maar bloemeu zóó groot en zóó schoon reeds uit de verte Voort geroeid manneD I Met iederen polsslag groeit het ongeduld,ster ker dan de zee wast met eiken golfslag, eu die kinderen des lands zien hem met een verwezen gelaat aan, den goeden Duitscher, dea ongedul- digen blanke, maar ze roeijen stevig aan en het ranke bootje nadert het doel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1