van de school verwijderd worden, die daarvan on
middellijk aan Burgemeester en Wethouders kennis
geeft en hunne beslissing inroept.
Art. 24.
Jaarlijks wordt een staat opgemaakt van het gedrag
en de vorderingen van alle leerlingen der school en
aan de leerlingen, zoowel van de dag als van de
avondschool, die het zich waardig hebben gemaakt,
op voordracht van den hoofdonderwijzer, een door
Burgemeester en Wethouders te bepalen prijs uit
gereikt.
Art. 25. -y
De prijsuitdeeling wordt door eene les voorafge
gaan en heeft plaats in de laatste volle week van
Maart, in tegenwoordigheid van eene commissie uit
het college van dagelijksch bestuur.
Art. 26.
Tot bijwoning van de les en de prijsuitdeeling
worden uitgenoodigd de leden van den Gemeenteraad,
de leden der plaatselijke Schoolcommissie, de School
opziener en, indien de localiteit het toelaat, de ouders
der leerlingen, of die hen vervangen.
Art. 27.
Aan de leerlingen die de hoogste klassen op de
dag- of avondschool met vrucht hebben doorloopen,
wordt een getuigschrift volgens bijgevoegd model
uitgereikt.
Vastgesteld door den Raad der gemeente Lei
den, in zijne openbare vergadering van den
4den Mei 1872.
De Burgemeester, v. i>. BRANDELER.
De Secretaris, E. KIST.
Zijnde deze, verordening aan de Gedeputeerde Sta
ten van Zuid-Kolland, volgens hun bericht van den
11 den Juni 1872, B. n°. 3835 (1° afd.), G. S. n°. 27',
in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar het be
hoort, den 28sten Juni 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. D. IIKAN 1Ei1111, Burgemeester.
E, KIST, Secretaris.
De BUIIGE MEESTER *n WETHOUDERS van
LEIDEN" doen te weten, dat door den Raad dier
gemeente, in zijne vergadering van den 4den Mei 1872,
is vastgesteld de volgende
TJEBOROESUSe
op ie openbare scholen voor meer uitgebreid
lager onderwijl.
Au-t. 1.
Op alle openbare scholen voor meer uitgebreid
lager onderwijs wordt eene dagschool gehouden,
Art. 2.
Deze school wordt gehouden dagelijks des voormid
dags van 9 tot 12 uren, en op Maandag, Dinsdag,
Donderdag en Vrijdag ook des namiddags van 2 tót 4
uren. Voor de twee meisjesscholen begint de namid
dagschooltijd te 11b uren.
Art. 3.
Vacantiën zijn:
a. Vrijdag en Zaterdag vóór Paschen en de Paasch-
week;
b. de Hemelvaartsdag;
cde tweede Zaterdag in Juli en vier volgende
weken
d. de 3de October;
e. de Kerstweek, gerekend van 24 December tot 2
Januari.
Andere vacantiën, in bijzondere omstandigheden,
kunnen alléén gegeven worden door den Burge
meester.
7 Art, 4.
Geene leerlingen worden toegelaten, die den ouder
dom van zes jaren nog niet bereikt hebben.
Art. 5.
Nieuwe leerlingen worden aangenomen in de week
vóór de zomer-vacantie. Buitendien worden in de
eerste week van de maand Januari diegenen toege
laten, waarvan bij onderzoeki blijkt dat zij het on
derwijs op eene der reedB bestaande klassen kunnen
volgen.
Art. 6.
Kinderen of pupillen van hen, die zich in de gemeente
vestigen, kunnen tusschentijds worden geplaatst, mits
het blijke, dat zij voorbereid zijn om het onderwijs
op eene der bestaande klassen te volgen.
noasb nS2S|iwvisv8jiodMeib nfl
Alleen kinderen, die met goed gevolg zijn ingeënt
of de natuurlijke kinderziekte gehad hebben, mogen
worden ingeschreven.
Evenwel mogen worden ingeschreven zij, die eene
verklaring van een geneeskundige overleggen, dat zij
minstens driemaal vruchteloos zijn ingeënt. Telken
jare zal door hen een bewijs moeten worden overge
legd dat bedoelde kunstbewerking binnen de laatst
verloopen twaalf maanden is herhaald.
Art. 8.
Gedurende de eerste twee volle weken van Juni
wordt aan de ouders of die hen vervangen gelegen
heid gegeven, om nieuwe leerlingen te laten in
schrijven. Die gelegenheid wordt in de maand De
cember gegeven met betrekking tot die leerlingen,
waarvan bij onderzoek moet blijken, dat zij het
onderwijs op eene der bestaande klassen kunnen
volgen.
De plaats en tijd der inschrijving worden door
Burgemeester en Wethouders bij openbare afkondi
ging ter kennis der ingezetenen gebracht.
Art. 9.
Bij deze inschrijving moeten vertoond worden de
bewijzen van geboorte-inschrijving en van vaccine of
dat net kind de natuurlijke kinderziekte gehad heeft.
Art. 10.
Burgemeester en Wethouders onderzoeken de in
art. 8 bedoelde inschrijving en, voor zooverre daar
tegen geene bedenkingen bestaan, machtigen zij den
hoofdonderwijzer of de hoofdonderwijzeres tot het
toelaten der ingeschreven leerlingen.
Art. 11.
Bij de plaatsing der leerlingen wordt aan de ouders
of die hen vervangen een exemplaar dezer verorde
ning uitgereikt.
Art. 12.
Op de scholen voor voortgezet onderwijs der 2de
klasse worden alleen toegelaten:
1». leerlingen die aan de volgende vereischten
voldoen
o. vaardig kunnen lezen en het gelezene verstaan
b. in staat zijn een eenvoudig dicté zonder grove
fouten iu kleiu schrift duidelijk te schrijven;
c. de hoofdbewerkingen kennen met geheele ge
tallen en tiendeelige breuken, alsmede de een- I
voudigste toepassing daarvan;
d.
2°.
de aardrijkskunde van Nederland en de hoofd
gebeurtenissen uit de vaderlandsche geschiedenis
kennen.
die leerlingen, welke de hoogste klasse der
voorbereidende school met vrucht hebben door
loopen.
Art. 13.
Voor elke school wordt een boek aangelegd en daarin
aangeteekend
a. volgnommer;
b. de naam der kinderen en de datum der geboorte
c. de dag van aankomst;
d. de gezindte, waartoe de kinderen behooren;
e. de namen, het beroep en de woonplaats der
ouders;
de naam van den geneesheer, die het kind heeft
ingeënt of behandeld, ingeval het de natuurlijke
kinderziekte gehad heeft.
Bij vertrek van de school wordt in eene volgende
kolom aangeteekend, wanneer het kind de school heeft
verlaten en of het al of niet met vrucht het onder
wijs heeft bijgewoond.
Art. 14.
Leerlingen, die niet behoorlijk gereinigd zijn, zoo
mede zij die lijden aan eene besmettelijke ziekte of in
wier woning eene besmettelijke ziekte aanwezig is,
worden door den hoofdonderwijzer niet toegelaten.
Bij besmettelijke ziekte heeft deze toelating geen
plaats, dan na vertoon van een bewijs door een ge
neeskundige afgegeven dat de besmetting heeft opge
houden.
Art. 15.
De ouders of die hen vervangen zijn verplicht te
zorgen, dat de leerlingen de school getrouw bezoeken
en vóór den aanvang van eiken schooltijd daar aan
wezig zijn.
Art. 16.
Indien de ouders of die hen vervangen de leer
lingen uit de school wenschen te houden, of ingeval
van ziekte, geven zij in persoon of schriftelijk den
hoofdonderwijzer of de hoofdonderwijzeres daarvan
kennis vóór den aanvang van den eerstvolgenden
schooltijd.
Art. 17.
Indien de ouders of die hen vervangen bij herhaling
het bepaalde in art. 15 niet nakomen, geeft de hoofd
onderwijzer of de hoofdonderwijzeres daarvan kennis
aan Burgemeester en Wethouders.
Art. 18.
Wanneer leerlingen herhaaldelijk van de school
afwezig blijven, zonder dat voor die afwezigheid wet
tige redenen zijn aan te voeren, wordt daarvan mede
aan Burgemeester en Wethouders kennis gegeven.
Aan zoodanige leerlingen kan, op voordracht van den
hoofdonderwijzer of van de hoofdonderwijzeres, voor
een door Burgemeester en Wethouders goed te keu
ren tijd, de toegang tot de school worden ontzegd.
Art. 19.
Leerlingen, die zich zoo slecht gedragen dat zij
voortdurend den goeden gang van het onderwijs ver
storen, moeten door den hoofdonderwijzer of de
hoofdonderwijzeres tijdelijk van de school verwijderd
worden, die daarvan onmiddellijk aan Burgemeester
en Wethouders kennis geeft en hunne beslissing in
roept.
Art. 20.
Maandelijks zal de hoofdonderwijzer of de hoofd
onderwijzeres aan de ouders of die hen vervangen
een ocUriftolijk mppnrt mededeelen omtrent het ge
drag, de vlijt en de vorderingen hunner kinderen of
pupillen.
Art. 21.
Jaarlijks wordt een staat opgemaakt van het ge
drag en de vorderingen van alle leerlingen der school,
en aan de leerlingen die het zich waardig hebben ge
maakt, op voordracht van den hoofdonderwijzer of
de hoofdonderwijzeres, een door Burgemeester en
Wethouders te bepalen prijs uitgereikt.
Aan de leerlingen, die de hoogste klasse met vracht
hebben doorloopen, wordt een getuigschrift, volgens
bijgevoegd model, uitgereikt.
Art. 22.
De prijsuitdeeling wordt door eene les voorafge
gaan en heeft plaats vóór de zomer-vacantie aan het
einde van den jaarcursus, in tegenwoordigheid van
eene commissie uit het college van dagelijksch be
stuur.
Art. 23.
Tot bijwoning van de les en de prijsuitdeeling
worden uitgenoodigd de leden van den Gemeenteraad,
de leden der plaatselijke Schoolcommissie, de School
opziener en de ouders der leerlingen, of die hen ver
vangen.
Vastgesteld door den Raad der gemeente Lei
den, in zijne openbare vergadering van den
éden Mei 1872.
De Burgemeester, v. d. BRANDELER.
De Secretaris, E. KIST.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland, volgens hun bericht van den
11 den Juni 1372, B. n°. 3835 (lste afdG. S. n°. 27',
in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort,
den 28sten Juni 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. D. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Lelden, 28 Juni.
Wij ontvingen heden het lijvig rapport van de
Commissie van Financiën nopens het voorstel
van den heer Dercksen tot vermindering der gas-
prijzen. De ontvangst op een laat uur en plaats
gebrek tengevolge der afkondiging van onderschei
dene verordeningen beletten ons in het nummer
van heden dit stuk op te nemen.
Voor heden bepalen we ods dus tot de con
clusie van het rapport:
„1°. het voorstel van den hoer Dercksen niet
goed te keuren;
2°. het voorstel van Commissarissen der gas
fabriek tot verlaging der gasprijzen vooralsnog
mede niet aan te nemen
3°. Burgemeester en Wethouders uit te uoodi-
gen den raad voor te lichten omtrent de vraag
of het mogelijk zonde zijn voor de winst van de
gasfa1 riek, ter voorziening in de geldelijke be
hoeften van de gemeente noodig, althans voorloopig
een vast cijfer aan ie nemen en de verlaging der
gasprijzen van het overschrijden van dat eenmaal
bepaalde cijfer afhankelijk te maken.
De minderheid van de Commissie, ofschoon
instemmende met het eerste voorstel, heeft echter
bezwaar gemaakt zich met de beide andere te
vereenigen. Geleid door de overtuiging, ook door
den heer Dercksen uitgesproken, dat een einde
moet komen aan de ongelijkheid tusschen ver
bruikers en niet-verbruikers van de gas in deze
gemeente bestaande, meende zij, dat, nu Commis
sarissen van de gasfabriek zeiven een voorstel
doen, bestemd om het gewenschte doel althans
éen stap meer nabij te komen, Uwe Vergadering
niet om financieele bezwaren van meer of minder
gewicht dit voorstel behoort af te wijzen. De om
standigheid, dat de Directie; van de gasfabriek uit
eigen beweging tot dat voorstel overgaat, is haar
een waarborg, dat de bedoelde prijsverlaging én
mogelijk én billijk is."
De prijs, door den heer P. L ten Kate alhier
bij den nationalen zwemwedstrijd te Utrecht ge
wonnen, is een bronzen schaaktal'eltje.
De harddraverijen te houden te Leidschendam,
op Woensdag 3 Juli a. s., zullen wordeu opge-*
luisterd door de muziek van het éde regiment
infanterie, uit Leiden.
Voor examen B (aanstaande Indische ambte
naren) zijn, ingevolge art. 15 van het reglement
van orde, voor de examen-commissie vastgesteld,
nog toegelaten de heeren Mr. S. A. d'Engelbron-
ner te Delft, J. Reesink en A. H. Moorrees te
Leiden.
Voor examen A zijn toegelaten de heeren J. A.
Wilier, W. F. H. van Arnerom, O. Netscher en
F. Ketner, te Leiden.
Heden is het de 25jarige dienstvervulling hier
ter stede van den heer G. de |Groot, fungeerend
inspecteur van politie.
De Nieuwe Roti. Courant bericht dat de oplossing
der ministrieele crisis vertraagd wordt door de
uitlandigheid van den heer Fransen van de Putte,
die ieder oogeublik in den Haag wordt gewacht.
De opper-ceremoniemeester maakt bekend dat,
ingevolge de bevelen des Koniogs, het Hof den
middelbareu ïouw zal aannemen voor den tijd
van twee wekeu, wegeos het overlijden van Hare
Keizerlijke Hoogheid de Aartshertogin Sophia,
geboren Prinses van Beieren, moeder van Zijne
Majesteit den Keizer van Oostenrijk, ingaande
den 28sten dezer.
H. M. de Koningin vertrekt a. s. Zaterdag van
Muscau naar Dresden, om een bezoek te brengen
aan het Saksische Hof. Van daar vertrekt H. M.
naar Bonn.
Prinses Margareiha van Italië gaat, zooals we
thaus vernemen, niet naar Scheveuingeu, maar
naar Osleude. Standaard
Ook leEukhuizen en te Olst hebben zich commis-
siën gevormd voor de huldiging van wijlen den
Minister Thorbecke.
De uitslag van liet hulpapothekers-exameu voor
het natuurkundig gedeelte is devolgeude: lean-
didaat heeft zich tijdens het examen teruggetrok
ken, 4 zijn afgewezen, terwijl er vijf zijn toege
laten, namelijk de heeren: Alb. Gerding, geb. te
Paramaribo; Alex. Hoogbruijn, geb. te Beverwijk;
Joh. Fi. Eijkman, geb. te Nijkerk op de Velu we
W. Fr. Dicker, geb. te Enkhuizen, en Ant. Chr.
v. d. Bijllaardt Jr., geb. te Zwolle.
Door het Prov. Utr, Genootschap van Kunsten
en Wetenschappen werd op 25 Juni jl. de 99ste
Algeineeoe Vergadering te Utrecht gehouden,
welke door 72 Leden bijgewoond, ingeleid werd
door den Hoogleeraar Mr. H. P. G. Quack, met
eene redevoering tot onderwerp hebbende „Tra-
ditie en Ideaal in het volksleven."
Door de Vergadering werden tot leden des
Genootschaps benoemd de Heeren Dr. P. de Boer,
Hoogl. te Groningen, P. Caland, Hoofd-ingenieur
van den Waterstaat, te 's Gravenhage, Dr. Doijer,
Hoogl. te Leiden, F. W. van Eeden, Algemeen
Secretaris der Maats, van Nijverheid te Haar
lem, Dr. H. Hertz, Hoogl. te Amsterdam, Dr. D.
Huizinga, Hoogl. te Groningen, Dr. S. S. Rosen-
stein, Hoogl. te Groningen, Dr. J. E. Stark, lee-
raar aan de R. H. Burgerschool te Utrecht, J.
van der Toorn, ingenieur van den Waterstaat
te Gorinchem, Dr. H. de Vries, leeraar in de
Botanie aan de H. Burgerschool te Amsterdam,
Mr. C Asser, advocaat en rechter-plaatsvervan-
ger in de Arrondissements-Rechtbank te 's-Gra-
venhage, Mr. W. H. de Beaufort, advocaat te
Amsterdam, Dr. C. C. van Hees, Vice-President
der Commissie vau Administratie over de gevan
genissen, Geneesheer te Amsterdam, Mr. C. de
Jonge, raadsheer in het Prov. gerechtshof van Zee
land, te Middelburg, Mr. W. H. Cost Jordens, lid van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal, te Deven
ter, S. G. Heringa, directeur van het postkantoor te
Utrecht, Mr. M. F. Lautsheer, raadsheer in het Prov.
Gerechtshof van Zeeland, te Middelburg, Mr. J.J.
Loke, raadsheer in het Prov. Gerechtshof van Zuid-
Holland, te 's-Gravenhage, Mr. R. Melvil Baron
van Lijnden, advocaat te Utrecht, Mr. M. Mees,
advocaat en secretaris van do Kamer van Koop
handel te Rotterdam, Mr. M. J. Pijnappel advo
caat te Amsterdam. Mr. J. A. Sillem, advocaat
te Amsterdam, Jhr. Mr. W. H. de Watleville,
secretaris der gemeente Utrecht, Dr. J. G. R-
van Acquoy, pred. te Zalt-Bummel, Charles Bois
sevain, te Amsterdam, C. J. Gonnet, adjunct-
archivaris der gemeente Haarlem, Charles Guil-
lon. Oudheidkundige te Roermond, G. W. van
Heukelum, Conservator van het Aartsbisschop
pelijk Museum te Utrecht, C. Honigh, te Am
sterdam, Mr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet,
te Westkapelle, B. J. C. Mosselmans, pred. te
Groningen, A. Perk, Oud-Notaris te Hilversum,
Dr. L. W. E. Rauwenhoff, hoogleeraar te Leiden,
Dr. R. O. H. Röuier, pred. te Deil, H. J M.
Schaepman, hoogleeraar aan het R. C. Semina
rium te Rijseuburg, J. Tideman, commies bij het
departement van binnenlandsche zaken, secr. van
het koninklijk instituut voor ingenieurs, te 's-Gra
venhage, H. de Veer, redacteur van het Nieuws
van den Dag, te Amsterdam.
Op de n°. 15 in 1870 uitgeschreven prijsvraag,
luidende: Een overzicht en een critiek van de
spectatoriale geschriften uit de tweede helft der
18de eeuw, als bijdrage tot de geschiedenis van
ons volk in dien tijd, vooral wat aangaat het
huiselijk, maatschappelijk en kerkelijk leven, was
één antwoord ingekomen, geteekend met het motto
„Quidquid agunt homines nostri est farrago li
belli. Juvenalis." Nadat de vergadering besloten
had aan den schrijver van dit stuk den gouden
eereprijs toe te wijzen, bleek deze bij opening
van het verzegeld naambriefje te zijn de heer
Hartog, doopsgezind predikant te Utrecht, lid des
genootschaps.
Er werd besloten tot het uitschrijven van de
navolgende prijsvragen.
1°. „Door welke middelen kan het water der
hoofdrivieren, die door Nederland strooinen, zóó*
worden gezuiverd, dat het veilig als drinkwater
kan worden gebruikt? Welke zullen de kosten
zijn, bij toepassing in het groot?" 2° „Onderzoek
naar de evangelieprediking en de predikers bij
de Nederlandsche Gezanten." 3°. „Disputatio cri
tica de oratione prima in Catilinam, quae Cice
rones esse vulgo creditur, in qua argumenta ad
eum fidem convellendam aut confirmandam a
pluribus prolata exponantur et ponderentur."
4". „Heeft het Romeinsch-rechtelijk instituut der
Exceptio nog beteekenis voor het hedendaagsche
recht?" 5". „Welke is de plaats, die D. F. van
Alphen inneemt in onze parlementaire en staat
kundige geschiedenis?"
Uit Weenen wordt ons het volgende geschreven
„Eenige dagen geleden is onder de handschrif
ten in de hofbibliotheek alhier een manuscript
gevonden, hetwelk voor de Nederlandsche letter
kunde niet van belang ontbloot is. Het is een
fragment van eenige duizende verzen uit
Jacob van Maerlant's Naturen bloeme. Het is
bekend, dat van dit gedicht tot nog toe slechts
de helft in het licht was gegeven en wel door
Prof. J. H. Bormans (uitgave Brussel 1857), ter
wijl thans Dr. E. Verwijs zich bezig houdt met
de uitgave van het overige gedeelte, waarvan
ook reeds eene aflevering het licht ziet. Het thans
gevonden fragment behoort tot het gedeelte, bet-
welk door Prof. Bormans is uitgegeven. Reeds
bij eeue oppervlakkige inzage bemerkt men ech
ter, dat de tekst van het Weener handschrift op
onderscheidene plaatsen, en wel tamelijk ver,
van de tegenwoordige lezing afwijkt. Terwijl er,
naar ik meen, slechts vier handschriften van
Maerlant's didactisch gedicht bokend zijn, is het
thans gevondene in alle geval eene belangrijke
bijdrage op het gebied der dichtkundige critiek."
(IV. Cl.)
Uit een opstel van den heer Cd. Busken Huet
in de Javabode blijkt, dat de nieuwe Gouverneur-
Generaal van Britsch Indië, lord Northbrook,
van Hollandsche afkomst is. Ouder de regcenng
van Willem III in het begin der 18de eeuw
werd te Londen als Luthersch predikant beroe
pen zekere Frans Baring, wiens vader, Peter-
Baring, een onbemiddeld burger van Groningen
was. John Baring, zoon van Frans, richtte in
Devonshire een lakenfabriek op, en twee zijner
zonen vestigden zich te Londen. De jongste vau
dezen, Francis, werd de stichter van het huis,
dat aanvankelijk onder den naam van Fruncis
Baring en C.later onder dien van Baring Bro
thers en C0., zich allengs in de geschiedenis der
nieuwere handelsondernemingen en bankiersza
ken een grooten naam heeft verworven. Lord
Northbrook is de vertegenwoordiger vau den ou
deren tak van het geslacht Baring en stamt
rechtstreeks at van Francis, den oprichter der
bankiers-firma. Nog twee andere pairs van En
geland, ul. Ashbnrton en Taunton, stammen
van den Groninger predikant af.
De Minister van Financiën brengt bij deze ter
kennisse der belanghebbenden, dat in de maand
November aanstaande, in het lokaal van het De
partement van Financiën te 's-Gravenhage, ten
overstaan van de daartce benoemde commissie,
een vergelijkend onderzoek zal plaats hebben
van adspiranten voor de betrekking van sur-
r
hen
ma
nge
Irakt
:ke'
P
est<
schi
00
pit
|n. I
mum
koze
lisset
n,
R.
U
|eter
leek
W
erd
11 ui
mden
u dt
mimi
Hooi
me v
ili-Sci
eve
[eden
ior te
Nieu
n Su
,ang,-
nhag
oning
n bi
rveer
SCHIJ
Loo
ihier
tem
aliug
n tv
auten
ru> bes
om V -
[echter
Dori
laatse
an ee
'hor be
en Mi
endor|
I. A.
P.
an de
Krent
O
r. W
3.
terlin;
A ij i
daaraa
geven
aao dt
bieden
deelne
inteeke
Gour
schutte
atloop