N°. 3796.
Woensdag
A°. 1872.
26 Juni.
STADS-BERICHTEX.
ARBEIDERSWONINGEN.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00.
Franco per pogt3.85.
Afzonderlijke Nommew0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DKR ADVKBTKNTIBN.
Voor iederan regel/"0.15.
Grootere letters naar de plaatsruimte die r\j beslaan.
De BURGEMEESTER, Hoofd rail het Gemeente
bestuur van Leiden, doet te weten, dat aan den
Ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand
;esteld een, op den 24sten dezer maand, invorderbaar
erklaard kohier voor de belasting op het Personeel
ienstjaar 1872 en 1873, houdende aanslagen voor
Wijk 5, terwijl ieder verplicht is zijnen aanslag, op
[en bij de Wet bepaalden voet, te voldoen.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant
afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd,
v. i). BRANDELER.
Leiden, 25 Juni 1872.
Gisteren hebben wij reeds met een enkel woord
an ODze sympathie doen blijken in bet ont-
rerp dat door de heeren Prof. Heynsius c. s. aan
-eiden's ingezetenen is voorgelegd.
I Alle pogingen, die aangewend worden om den
arbeider bij te staan in bet gewis niet gemak-
[kelijke maar rechtmatig streven om zijn lot en
lal van zijn gezin te verbeteren, verdienen de
iieest mogelijke ondersteuning van hen die door
len loop der omstandigheden ruimer van het vette
Ier aarde genieten. Er wordt veel gedaan om
eestelijke ontwikkeling te verspreiden, als een
Ier beste middelen om de sociale quaestie tot op-
ossiüg te brengen. Wie zal ontkennen dat ver-
'preiding van kennis geen machtige hefboom is
9in in den mensch een sterk gevoel van verant
woordelijkheid te ontwikkelen en dat ze bijgevolg
:en prikkel is om volgens deze verantwoordelijk-
teid op maatschappelijk gebied te handelen?
Waar waar is het ook, wat wij eens aan een
alentvol man hoorden zeireen
„Verspreiding van kennis is goed, is heilzaam
;d moet zoo veel mogelijk bevorderd worden,
naar de arbeider zal ontkennen dat zij oogen-
tlikkelijk een van de middelen voor hem is
otn vleesch te bekomen."
Daarom is het te prijzen en te loven, dat naast
de mannen die met het oog op de toekomst door
verlichting en beschaving veel trachten uit te
werken, ook mannen staan die langs meer prac-
tischen weg onmiddellijk genezing trachten aan
te brengen, niet door de wonde kunstmatig te
heelen, maar door haar te peilen en het kwaad tot
in den wortel uit te roeien. Tal van wegen worden
gezegd open te staan ter oplossing der levensquaes-
tie van den arbeider, om namelijk op eene gepaste
wijze in zijne behoeften te voorzien. Het utoeieiijke
is echter den juisten, radicalen weg te kiezen, maar
dit is ook inderdaad het vraagstuk waaraan door
de grootste geesten onzer hedendaagsche maat
schappij gewerkt wordt. Intusschen het verschijn
sel is verblijdend dat het recht van den arbeidenden
stand op verbetering van zijn lot, dat door de
tijdsomstandigheden zeer zwaar te torschen valt,
erkend wordt, en dat van aile kanten wordt
medegewerkt, om het initiatief, dut de arbeider
zelf geuouien heeft, krachtig te ondersteunen en
het welslagen van zijn pogen, waar hij dit op
vreedzame wijze tracht te bereiken, in de hand
te werken.
In dien geest moet men ook het doel van de
Leidsche Bouwvereeniging beschouwen. Het is, zoo
als duidelijk uit de circulaire blijkt, niet om aau
den kwijnenden toestand, vooral der fabriekarbei
ders, nu eens plotseling te gemoet te komen,
zonder van den werkman zelf zijne medewerking
tc vorderen. Men wil hier den arbeider geen aal
moes toewerpen, de bedoeling is hier niet tot
hem te zeggen: laat de zorg om een dak boven
uw hoofd te krijgen nu verder maar loopett, wij
zullen haar voor u op ons nemen.
De oprichters hebben veeleer aldus geredeneerd
en (zooals wij met zekerheid kunnen mededeelen
indien hunne namen daarvoor al geen voldoende
waarborg gaven) niet dan na nauwkeurig onder
zoek: Er zijn in Leiden een menigte arbeiders
woningen, die naar evenredigheid van de maat
schappelijke positie der huurders een fatsoenlijken
huurprijs opbrengen. Deze prijs echter is te hoog voor
hetgeen er door verkregen wordt. De huisjes, die wij
hier op het oog hebben, zijn tamelijk ruim en mee-
rendeels iu geschikte buurten gelegen. Doch een
groot gebrek er van is dat zij door verschillende om
standigheden een ongezonde huisvesting aanbie
den. Vooral de vochtigheid is een van de groote ge
breken van vele dier woningen. Welnu, tegen
denzelfden prijs, die de bewoners nu betalen voor
vochtige en ongezonde huisjes, kunnen hun in
alle opzichten voldoende woningen worden ver
schaft. Dit is vooreerst hun eigen belang en ten
tweede bevorderlijk aan het algemeen welzijn.
Immers het behoeft geen betoog meer, dat de
verspreiding van besmettelijke en ook van andere
ziekten voor ceu groot gedeelte aan de vochtig
heid en andere slechte eigenschappen der wonin
gen is te wijten.
Dat met de ontworpen bouwvereeniging geen
uitsluitende liefdadigheids-instelling wordt bedoeld
blijkt trouwens reeds dadelijk uit de 5% die als
maximum voor het dividend per aandeel worden
gesteld. Inderdaad, wanneer men met eenige
kennis de zaak nagaat, dan blijkt, dat goede wo
ningen tegen billijken prijs aan den werkman
kunnen verschaft en tevens aan die bepaling van
art. 10 der statuten voldaan worden. Natuurlijk
echter is deze berekening later veel meer een
huishoudelijke zaak der vereeniging zelve en nu
reeds van hen, die aandeelen willen nemen, dan
een oöderwerp voor onze behandeling. In allen
gevalle zijn de namen der onderteekenaars vol
doende waarborg, dat zulk eene belofte maar
niet nedorgeschreven is, zonder er aan te kan
nen voldoen. En ook uit dit oogpunt, uit het oog-
puut zoo men wil van zuiver egoïsme, mag de
zaak aanbevolen worden.
Zijn wij dus over het geheel met het plan der
vier heeren zeer ingenomen, een enkele opmer
king willen wij niet terughouden. Het kenmerk
van deze vereeniging is, wij zeiden het reeds,
dat zij zich ten doel stelt, dien werkman aan
een flinke en gezonde woning te helpen, die door
zijne verdiensten in staat is, er een billijken prijs
voor te betalen. Dit is veel, maar het is naar ons
inzien ook zelfs hii het lrpnmorb-e.^9 ->~»l
Karakter vaD aeze ontwerp-vereemging, niet ge
noeg. Wij zijn er verre van af (het bovenstaande
getuigt zulks voldoende) om haar dit karakter te
willen ontnemen en haar tot een uitsluitend phi-
lanthropische onderneming te maken. Deze zou op
geen gezonde beginselen rusten en daarom, in
dien al het kapitaal er voor bij elkander werd
gebracht, geen schitterende toekomst tegemoet
gaan.
Maar wij stellen ons voor, dat wanneer een
maal de zaak marcheert, wanneer de kas in een
bloeienden toestand verkeert en het crediet der
vereeniging gevestigd is, dat dau uitbreiding aan
haren werkkring kan worden gegeven in een
eenigszins meer pkilanthropischen zin. Ook hen,
wier verdiensten niet zoo groot zijn, dat zij voor
hun stand den hoogsten prijs voor eene woning
kunnen betalen, kan men tegemoetkomen door
het bouwen van mindere woningen, zonder zich
daarom nog aan ziekelijke philanthropic schuldig
te maken. Wij weten het,daaraan zijn eigenaardige
bezwaren verbonden. De soliditeit van dergelijke
huurders zal niet altijd zoo groot zijn als die van
de tneer welvarende arbeiders. Maar de vereeni
ging, eenmaal stevig gevestigd, zou door de meer
dere uitbreiding ook enkele kleine verliezen
kunnen dragen, een gevaar waaraan trouwens
ten slotte iedere financieele onderneming bloot
staat. Op dien grond drukken wij de hoop uit
dat de op te richten bouwvereeniging nog eens
een ware hulpbron ntoge worden, ook voor den
minder kraohtigen en welvarendeu handwerks
man.
Maar wij beamen ten volle, dat deze uitbrei
ding harer werkzaamheid slechts in de toekomst
der vereeniging kan liggen. En waarlijk, veel
goeds blijft in de maatschappij achterwege, door
dat men zich in den beginne inet het mindere
niet tevreden heeft gesteld. Wij willen ons aan
dezelfde fout dan ook niet schuldig maken, maar
bevelen uit volle overtuiging de Leidsche Bouw
vereeniging iu de ondersteuning van onze lezers
aan, wegen3 hare soliditeit, vermengd met het
beginsel van gezonde philanthropic.
Lelden, 25 Juni.
Wij lezen in het Weekblad van Voorns, Pulten,
Overflakkee en Goeiereede
„In alle hoeken des vaderlands ontstaan sub-
cotnmissiën voor eene nationale hulde aan Thor
becke. De 50 mannen, op de vergadering van
verleden week gekozen, zijn bezig om de zaak
te laten ntousseeren. Het heeft onze opmerkzaam
heid getrokken, dat onze eilanden in die com
missie niet vertegenwoordigd zijn. En dat niette
genstaande wij b. v. toch een J. W. Hein Sr.
onder onze medeburgers tellen."
Dat is ook wonderlijk. In die gansche streek,
in die vier eilanden geen lid van de centrale
commissie. En te meer wekt dit verwondering,
zooals het Weekblad terecht opmerkt, daar er te
Brielle een aangewezen persoon voor 't lidmaat
schap der commissie is. Verwondering baart bo
vendien de reden, waarom 't Weekblad vermoedt,
dat de heer Hein geen lid is der commissie.
„Maar deze (de heer Hein) is vermoedelijk ook
al een te onafhankelijk liberaal geweest, om on
der de club der intimi te behooren. Zooveel is
zeker, hij is totaal gepasseerd."
Wij citeeren deze regels, om te doen zien, hoe
ver partijhaat of liever personeele veete kan
voeren. Reeds vroeger hebben wij een enkele
maal iets overgenomen uit de vele violente arti
kels van 't Weekblad tegen den heer Thorbecke.
Wij hopen voor het blad, dat die partijhaat nu
haar toppunt bereikt heeft. Want wezenlijk, 'tis
al erg genoeg. De heer Hein is voorzeker wij
stemmen het van ganscher harte toe een on
afhankelijk liberaal. Maar worden dan onafhan
kelijke liberalen uit de commissie geweerd? Welk
een smet werpt het Weekblad door 't ondoordacht
neerschrijven dezer regelen op de leden der cen
trale commissie. Zijn dan mannen als Prof. Goud-
sinit, Prof. Rijke, Mr. Sloet van de Beele en Prof.
Vissering wij noemen hier alleen onze stad-
genooteu onder de leden der commissie, om van
zoo vele anderen niet te gewagen geen „on
afhankelijke liberalen?" Eindelijk nemen wij nog
de laatste regels van 't artikel over, die wij ho
pen, dat spoedig door 't tot stand komen eener
plaatselijke commissie te Brielle of Hellevoet-
sluis zullen worden gelogenstraft:
tiouare "MMe tnéde te werken, hier nog niet
groot schijnt. Men schijnt onze eilanden er liever
buiten te houden Nu, het zij zoo; wij dringen
ons gezelschap aan niemand op."
Het departement Noord-Holland der Vereeniging
van leeraren aan inrichtingen van middelbaar onder
wijs, zal op Zaterdag 29 Juni a. 8., des namiddags
te 1 uren, in het hotel Verhaaff op de Breestraat
alhier vergaderen.
Ouder de punten van beschrijving komt voor:
Herziening van het reglement: Vraagpunt van het
bestuur: Wat moet het onderwijs in de statistiek
omvatten? Vraagpunt van Mr. E. van Lier: Welke
is de beste wijze van regeling van de maandelijk-
sche repetitiëu? Discussie over de voor- en na-
deelen van het dicteeren bij de verschillende
vakken van onderwijs. Vraagpunt van den heer
H. Cretier: Zoude het niet vvenschelijk zijn meer
verband te brengen inhet onderwijs in de pbysica
met dat iu de chemie, dan tot heden algemeen
het geval is? Vraagpunt van Dr. H. F. R. Hubrecbt
Bij de zeer verschillende regeling van het toe
zicht op het middelbaar onderwijs in verschillende
plaatsen, rijzen de vragen: Welke regeling de
wetgever bedoeld heelt, welke in 't belang van
het onderwijs is? Zoude bespreking dezer vra
gen op de algemeene vergadering wenschelijk
worden geacht?
Het examen, vermeld onder artikel 4 van het
Kon. Besl. van 10 Sept. 1864 Staatsblad N°. 89) is,
behalve door de reeds vermelde heeren, tot heden
voldoend afgelegd door de heeren: M. H. van
Huusel, N. J. Struick, A. F. Cock, F. Lafontaine,
B. E. M. S. Aernaut, Mr. A. E. Elias en A. van
der Ven.
Z. M. de Koning heeft aan de commissie voor
den Willemstoren te Dillenburg eene bijdrage van
f 1090 doen toekomen.
De Directie van de „Iurichting voor Vrouwen
door vrouwen," te Rotterdam, heeft tot onder
steuning van behoeftige kraamvrouwen weder
eene belangrijke gift ontvangen van G. M. de
Koningin.
De inrichting voor Moederlijke Liefdadigheid
te Amsterdam mocht zich dezer dagen weder
verheugen in de aanzienlijke gift van f 150, haar
door Hare Majesteit de Koningin geschonken.
Het is ons aangenaam te kunnen mededeelen
dat mevr. Liua Schneider benoemd is tot pro1
fessorin voor letterkuudige geschiedenis en open
lijke welsprekendheid aan het Conservatoire te
Keulen. Met 1 October zal zij als zoodanig in
functie treden. Vaderland.)
Op de vraag, door den directeur der hoogere
burgerschool te Veendam gedaan, of meisjes op
die school mochten worden toegelaten, heeft «Ie
gemeenteraad met 9 tegen 4 stemmen toestem
mend geantwoord.
Het bestuur van de kolonie Mettray, te Rijs-
selt bij Zutfeu, is dezer dagen aangeuaam ver
rast door de inededeeling, dat Vrouwe Maria
van Vollenhoven, weduwe van den heer R. P.
Schadee, onlangs te 's-Gravenhage overleden, bij
haar uitersten wil aan die instelling een legaat
heeft geschonken van acht duizend gulden, vrij
van successie-rechten.
Men schrijft ons uit Meppel
Hoewel men zich in Duitschland nog al on
plezierig maakt over het veenbranden of liever
over den veenrook, en bezig is om iets te beden
ken, hetwelk eenig recht geeft dat veenbrauden
te verbieden, heeft men in het zuidoosten van
Drenthe lustig het veenvuurtje opgestookt. Wat
men wenschte te branden is geschied, en die
heden zaaide hetwelk onmiddellijk na het
verbranden plaats vindt, - mag zich, als het
weer eenigzins gunstig is, acht dagen later in
het gezicht van de boekweitplantjes verheugen.
Mocht nu de boekweitverbouw verder geluk
ken, dan kan in het najaar het product, op de
hooge venen verkregen, eene waarde vertegen
woordigen van ongeveer drie ton gouds, die hoofd
zakelijk ten goede komen van den kleinen man
en den arbeidersstand.
Men lacht in de venen over anti-veenroof-
nieuwsgiertg aar1
weten aan te bieden, wanneer het gebod uitgaat:
„gij zult niet meer veenbranden!"
Zeker is het echter, dat de Pruisische Regee
ring veel attentie schenkt aan de veen-exploita
tie en zij doet er wel aan. Het geannexeerde
Hannover toch heeft voor millioeneu waarde
onder de oppervlakte van zijn bodem verborgen.
[Arnh. Cl.)
De Preuts. Staats-Anzeiger deelt het bericht
mede, dat Jhr. Mr. F. P. van der Hoeven, onze
minister-resident in Japan, door den koning van
Pruisen is begiftigd met de versierselen der
Kroonorde 2de klasse met de Ster.
Het in September 1870 opgerichte Comité ter
bespreking der sociale quaestie bestaat thans uit de
volgende leden: Jhr. Mr. J. de Jong van Beek
en Donk, advocaat-generaal te Zwolle, voorzitter
Mr. H. ter Haar, leeraar aan de hoogere burger
school te Deventer, onder-voorzitter; Mr. B. H.
Pekelharing, in dezelfde hoedanigheid te Zutfen,
secretaris; J. Th. Scheepers, werkman te Arnhem,
penningmeester; A. Daniels, bestuurder der dia
mantslijperij te Amsterdam; Dr. F. Feringa, jour
nalist te Groniugen; H. Gerhard, werkman te
Amsterdam; Mr. L. de Hartog, leeraar aan de
hoogere burgerschool te Utrecht; B. H. Heldt,
werkman te Amsterdam Dr. H. F. R. Hubrecht,
directeur der Handelsschool aldaar; J. A. Roes-
singen vanIterson, ingenieur der Staatsspoorwegen
te Bergen-op-Zoom; A. Post, werkman te Amster
dam; U. Rouiinerts, werkman te Leeuwarden;
Th. de Rot, werkman te Rotterdam; Armand
Sassen, leeraar aan de hoogere burgerschool te
Breda; P. H. Testas, makelaar te Amsterdam;
Mr. H. Wiersma, advocaat te Leeuwarden.
Dat het comité op dezen weg wenscht voort te
gaan, bewijst eene Openbare Vergadering, tegen
Zondag 30 Juni des namiddags te een uur belegd
in het lokaal de Koningskroon, Plantage, hoek Kerk-
laan te Amsterdam, waarin ie Raden van Verzoening
bij Werkstaking aan de orde zijn gesteld.
Tusschen de Stoompoil en 't Weekblad van Vooine
en Pulten wordt telkens polemiek gevoerd over den
Nieuwen Waterweg door den Hoek van Holland.
De Stoompoet beweert dat de diepte van het vaar
water aldaar is 19 decimeter. Intusschen berichtte
de Minister van Marine dat de diepte slechts 15
decimeter was. De heer Pronk, schipper op den
loodskotter van Hellevoetsluie, heeft daar ook pei
lingen gedaan en tot tweemalen in de Nieuwe
Rolt. Cl. volgehouden dat de diepte was 15 deci
meter. Ook tegen hem bleefMc Stoompost stoutweg
verklaren: de diepte is 19 decimeter; gij zijt niet