dezer maand in genoemde plaats een aanvang
nemen.
De raad van onderzoek naar de gedragingen
van den laten luit. der inf. C. S. R. v. N. bestaat
uit: den luit.-kolonel J. Schraver, 5de reg. inf. te
's-Hertogenbosch, als voorzitter; den majoor van der
Schrieck, 2de reg. inf. te Maastricht; de kapiteins
G. F. Zurich, van het 6de reg. iuf. te Breda, en
j. M. Boombergen, van het 5de reg. inf. te Geer-
truidenberg; den lsten luit. F. tiiemerink, der maré-
cbaussée, te 's-Hertogenbosch; den officier-van-gez.
2de kl. VV. L. Hooreraan te Breda, en den plaats,
adjudant J. F. De Pauw, te Vlissingen. Volgens
gerucht is de reden waarom genoemde luitenant
voor een raad van onderzoek gebracht wordt
deze, dat bij de laatste garnizoensveraudering
zijne manschappen zich zoozeer aan sterken drank
hebben te buiten gegaan, dat yelen ziek of dron
ken te Bergen-op-Zoom aankwamen.
Naar wij vernemen, is concessie aangevraagd
tot het berijden van den weg tustchen Arnhem
en Nijmegen met een stoom-omnibus, geschikt
tot het vervoeren van passagiers enz.
In Engeland heelt men dergelijke stoomrijtui-
gen op gewone wegen reeds sedert geruimen tijd
aangewend; hier te lande zou dit een geheel
nieuwe zaak zijn. (IV. Arnh. Ct.)
Volgens ontvangen bericht is gisteren van de
werf der heeren Henderson Coulborn en Co.,
Renfrew a/Clyde, met goed gevolg te water ge
laten het ijzeren schroefstoomschip Rotterdam, groot
p. m. 2000 ton, en gevoerd zullende worden door
kapit. J. Hus. Genoemd stoomschip is de eerste
ling der ontworpen directe stoomvaartlijn van
Rotterdam op New-York, onder directie der hee
ren Plate, Reuchlin en Co., en zal in den loop
der maand Augustus van Rotterdam de reis aan
vaarden.
Naar men verneemt, hebben zich voor de vacante
hoofdonderwijzersbetrekking te Schipluiden 71
sollicitanten aangemeld.
Maandag a. s., te kwartier over twaalven, houdt
de Kon. Akad. van Wetenschappen, afdeeling:
Letterkunde, te Amsterdam, hare gewone maande-
lijksche vergadering. Onderweroen van behande
ling: „Germaansche woorden in Latijnsche op
schriften aan den Beneden-Rijn" (bijdrage van
den heer Kern) en de oorsprong onzer oude
land- en stadsrechten" (mededeeling van den heer
van den Bergh).
De Minister van Oorlog brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat op den lsten October van
dit jaar wederom jongelieden zullen worden toe
gelaten om bij het garnizoens-hospiteal te Am
sterdam te worden opgeleid tot officieren-van
gezondheid voor den dienst hier te lande en in de
Koloniën, en tot militaire aoothekers hier te lande.
De aan te nemen jongelieden moeten op den
dag der toelating den voilen ouderdom van zeven-
tien jaren hebben bereikt en niet ouder zijn dan
twintig iareu. (Zie verder de Staatscourant van
8 Juni.)
De officier-van-gezondheid der 1ste klasse J. A.
C. von Königslöw, behoorende tot de rol van
Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam, en belast met
den geneeskundigen dienst bij 's Rijks werf en
het gedeelte van het corps mariniers aldaar,
wordt met den laatsten dezer op non-activiteit
gesteld, en met den lsten Juli daaraanvolgende
vervangen door den officier-van-gezondheid der
lste klasse W. C. A. Hajenius.
Z. M. heeft aan G. van de Gevel, te Dordrecht,
vergunning verleend tot het aannemen en dragen
van eene gouden medaille, hem door de Fransche
regeering toegekend wegens de hulp, die hij,
als gezagvoerder van het barkschip Maria Elisabeth,
in 1869 in Iudië bewees aan de in levensgevaar
verkeerende bemanning van het Fransche schip
Tamaris.
Z. M. heeft goedgevonden den kapit. W. F. K. R.
Weber, command, van de 2de cjmp. hospitaal
soldaten, te benoemen tot kapit. direct, van het
garnizoenshospitaal te 's Gravenhage.
Z. M. heeft goedgevonden den kolonel J. W. G.
Peltzer, plaatsel. command, der 2de kl. te 's-Her
togenbosch, op pensioen te stellen, en het bt dreg
van dat pensioen te bepalen op f 1800 'sjaars.
Z. M. heeft goedgevonden te benoemenbij
den plaatselijken stat, tot luit.-kol. pleat.el. com
mand. der 2de kl. te's Hertogent jsch den majoor
J. Goudriaan, van het reg. veid-art; bij het wapen
der art. bij den staf van het wapen, tot majoor
onderdirect. der art. stapel- en c mstructiemeg.
den kapit. A. Dillié, van dien staf, hoofdopz. der
werkpl. bij genoemde magazijnen; eervol te ont
heffen uit zijne betrekking van onderdirect. bij
de art. stapel en constructiemag. den majoor
P. U. J. A. de Booy, van den stal der art., die,
in verband daarmede, tevens in zijn rang ge
plaatst wordt bij het 2de reg. vesting-artiHene.
binnenland.
Amsterdam, 6 Juni. Een buitengewone verga
dering van de kiesvareeuiging Burgerplicht wus
hedenavond tegen 8 uren bijeengeroepen. Als
ouderwerp ter behandeling werd op de laat rond
gezonden convocatiebrieven vermeld: Huldeblijk
aan de nagedachtenis van Mr. J. R. Thorbecke.
Een kwartier na 8 uur werd de vergadering ge
opend met eene aanspraak van den president.
„Nederland," zeide hij, „heeft een groot staats
man verloren.
„De heer Thorbecke is overleden. Welke groot-
sche herinneringen zijn aan dien naam verbonden I
Aan dien naam is de onsterfelijkheid verzekerd I
„Het is niet mijn voorneineD en ik ken mij de be
voegdheid daarvoor ook niet toe, oin uit te weiden
over 's mans groote verdiensten. Maar een enkel
woord wensch ik toch te zeggen bij den dood
van hem, die in 1849 als Minister optrad met
de leus: wacht op onze daden, en die door zijne
daden aan Nederland rechten en vrijheden heeft
verzekerd. Aan hem, éen der negen mannen van
1844, aan hem, den voorzitter der commissie ter
herziening der grondwet in 1848, danken wij
niet alleen onze liberale grondwet, maar ook de
invoering en voltooiing onzer politieke organisatie.
„Verschillend mogen de beschouwingen zijn
over zijn laatste handelingen, maar toch zal ieder,
die liberaal denkt en voor liberale denkbeelden
vatbaar is, zijne verdiensten ten aanzien onzer
politieke organisatie erkennen.
„Thorbecke is de schepper der liberale burger-
regeering van 1848.
„Daarom kunnen wij, leden der liberale kies-
vereeniging Burgerplicht, hem hulde bewijzen.
„Er is meer. Aan hem danken wij de wet op
het middelbaar onderwijs, die getuigt, dat hij oog
had ook voor de toekomst, voor de volksontwik
keling.
„Maar bij de verschillende wetten wil ik niet
stilstaan.
„Ik wil Thorbecke hulde bewijzen als stichter
der liberale burgerregeering van 1848.
„Hij heeft ons verlost van het aristocratisch,
van het autocratisch bestuur.
„Waar een zoodanig staatsman aan Nederland
ontvalt, een man dien wij eenmaal de eer hadden
candidaat te stellen voor het lidmaatschap der
Tweede Kamer, begreep het bestuur dat de Kies-
vereeniging dadelijk moest worden bijeengeroe
pen. Het voorstel, dat wij aan de vergadering
doen, is het geven van een bewijs van belang
stelling bij de begrafenis. Ik geef in overweging
dit te doeD, door een deputatie der Vereeniging
te zenden ten einde haar bij de begrafenisplech
tigheid te vertegenwoordigen. Naar het bestuur
heeft vernomen, zal deze aanstaanden Zaterdag
te 11 uren te 's-Graveuhage plaats hebben.
Burgerplichtdat niet alleen een kiesvereeni-
ging, maar tevens een politieke vereeniging is,
geeft van zijn belangstelling blijk „door vertegen
woordigers uit haar midden te zenden."
De vergadering is niet gestemd tot spreken, en
na eenig stilzwijgen vraagt de voorzitter of het
voorstel wordt goedgekeuro; de daarop volgende
bbjken van bijval geven hem aanleiding om zijn
voorstel voor aangenomen te houden.
Een1 ge discussie volgt over de wijze van samen-
stePing der deputatie. Het bestuur wil niet met
de heeren Noorduya en Ankersmit voorstellen,
dat namelijk het geheele bestuur de Vereeniging
vertegenwoordige. De president en de heer Heuny
vloden dergelijke deputatie te tahijk en willen,
dat enkele reden der Vereeniging z'ch met eenige
leden van het bestuur vereen'gen. Zij willen dus
een gemengde omirissie, terwijl de beide ge
noemde heeren can het bestuur de taak wen-
scheu toe te vertrouwen; volgens hen zullen zich
aaD die officieele deputatie alle leien kunnen
aansluiten, die den overledene een bewijs van
belangstelling willen geven. Bij acclamatie neemt
de vergadering het voorstel van den heer Henuy
aan, oin de leden ven het bestuur en van de
Vereeniging te zenden. Op voorstel van den heer
Teixeira de Mattos d-aagt de president een'ge
leden voor de commissie voor, en wel de heeren
Hubrecht, Regtdoorzee en Kist. Eenige andere
leden, die door hem gencemd waren, werden
door bezigheden verhinderd, en voor den heer
Kist, die om dezelfde reden eenig bezwaar
maakte de benoeming aan te nemen, zal bij
eventueele verhindering de heer A. C. Joost in
deel der cnmmissie uitmaken.
Het bestuur heeft vergunning van de vergade
ring gekregen om zelf uit zijn midden de 3 leden
der deoutatie aan te wijzen.
De neer Levy vraagt hierop het woordOp
een oogenblik dat de gansche natie verveld is
met weemoed over het verlies van den onsterh-
lijken staatsman, is het niet voegzaam een woord
van twist en opwekking te sprekenwelk woord
is passender dan dat van den man zeiven, dien
wij betreuren? Ik vraag vergunning om de twee
laatste zinsneden voor te lezen vau het politieke
testament, ons door den grooten staatsman nage
laten."
„„Wij kunnen, treffen wij het rechte tijdstip,
hervormers, niet omdat wij net willen zijn, maar
omdat hervorming noodzakelijk is, gedachten ver
wezenlijken, die verder brengen; ons doen kan
den weg voor nieuwe krachten banenmisschien
ons vols tot een hooger trap van ontwikkeling
opvoeren. Voor zooveel dit na ons blijken mocht,
is ons werken blijvend."
De gansche natie geeft het getuigschrift, zoo
ver zij oe vruchten van dien geest kan overzien,
dat zijn werk blijvend zal zijn.
„Wie thans voorgaan wil, moet het spoor vol
gen, door hein aangewezen, moet staan op z'jne
schouders.
„Deze kiesvereeniging heeft het droevige voor
recht het eerst een stem van rouw over hem te
doen hooren.
„Ik zou weuschen, dat zij dit deed door een
votum uit te brengen, dat als het ware een weer
slag is op zijne aangehaalde woorden.
„Het zij een stem, die weerklank vinde, heinde
en verre in het land, een stem, waarbij ieder
Nederlander zich kau aansluiten."
„Ik stel voor eene motie van den volgenden
inhoud:
„De vergadering is van oordeel dat door eenig hulde
blijk de verdiensten van Mr. Johan Rudolph Thorbecke
blijvend moeten worden erkend."
Met acclamatie wordt die motie aangenomen.
De vergadering werd gesloten te 8 en driekwart
uur; zij was, vooral op het laatst, talrijk bezocht.
Amsterdam, 6 Juni. Eergisteren is alhier ge
houden de vergadering van afgevaardigden van
de afdeelingeu der Maatschappij van V. eldadig-
heid. Biijkens het door commissarissen uitge
brachte verslag, toonen de uitkomsten der laatste
jaren eene voortgaande verbetering aan en geven
zij voldoenden grond om het bestaan der Maat
schappij als verzekerd te beschouwen, ofschoon
men nog geene vrijmoedigheid heeft oui van een
zelfstandig bestaan te sprekea. Sinds 13 Sept.
1859 reeds streng gescheiden van de zoogenaamde
Rijksbedelaarskoioniën, wordt de Maatschappij
evenvvel door het publiek nog maar al te veel
met deze verward en waardeert dit nog op ver
na niet genoeg het heilzame van haren weik-
kring. Toch is ook hierin vooruitgang op te mer
ken. Z. M. de Koning ging als gewoonlijk weer
voor door zijne belangstelling te toonen, en een
tal van weldadige landgenooten volgden zijn
voorbeeld. Een onbekende, die reeds vroeger
krachtdadige hulp bewees, gaf ook in het alge-
loopen jaar, door eene gift van f 10,060, een
schitterend bewijs, hoe noog hij met de Maat
schappij is ingenomen. De vooruitzichteu voor
1872 zijn, wat den oogst betreft, gunstig. De in
dustrie der koloniën breidt zich gaandeweg uit.
De aanvragen om dienstboden, zoowel jongens
als meisjes, uit de koloniën nemen toe. Meer en
meer tracht het bestuur het zedelijk gehalte der
bestedelingen te verhoogen door streng toezicht
vooral waar het oneerlijkheid betreft. Over het
algemeen gaf de bevolkiug reden tot tevreden
heid. Op 31 Dec. 1871 bedroeg die bevolking, de
ambtenaarsgezinnen daaronder begrepen, 2006
zielen tegen 2062 op ultimo Dec. 1870.
Den 4den dezer hield de Geneeskundige
Raad in Noord-Bolland alhier eene vergadering.
De lioogleeraar Gunning sprak over de hoeveel
heid en den aard der faecale stoffen, die tot nu
toe hier ter stede met hulp der Liernurs-inrich-
tingen opgezameld zijn. Sedert Januari dezes
jaars zijn uit deze stad verwijderd 200,000 kilo
grammen faecaliën, die derhalve aan de verdere
verontreiniging van onzen bodem en van het
water onttrokken en gebracht zijn waar zij be-
hooren, namelijk op net land. De prijs, welke
die stoffen hebuen kunnen opbrengen, heeft ech
ter op ver na het bedrag niet bereikt, dat men
verwachten mocht. Tot behartiging van deze
zaak is, na belangrijke discussiën, eene commis
sie benoemd, bestaande uit de heeren Gunning
Swens, van Hengel, van Balen Blanken, Penu
en Teixeira de Mattos.
Amsterdam, 7 Mei. Dagelijks kunnen vreemde
lingen, die onze stad bezoeken om de schoone
tentoonstelling van oude kunst te bezichtigen,
een schouwspel zien, dat heD een alleroDgunstig-
sten indruk moet geven van Hollandsche bescha
ving. Rammelend en hossend worden eenige hand
karren over de groote steenen voortgeduwd, en
in die karren liggen met de voor- en achterpoo-
ten aaneengebonden een aantal kalveren. We
weten niet of gewoonte de harten en zenuwen
van de meesten onzer reeds zoo verstaald heeft,
dat we zonder innig mededoogen de koppen dier
geduldige dieren machteloos over den rand der
karren zien nederhangen. De verbeelding zelfs van
den meest misdeelde is genoeg ontwikkeld, om zich
eenigszins te kunnen voorstellen, welke namelooze
ellende die ongelukkige kalveren hebben door
te staan. Iu de meest onnatuurlijke houding zijn
de pooten vast aaneengesnoerd Ze kunnen zich
niet bewegen, en intusschen rammelt en trilt de
wagen, op welks hare planken ze liggen, hos
sende over de groote steenen.
Gisteren hoorden we een paar werklieden,
die een paar dezer karreu een sluis zagen af
rennen, lachende uitroepen „nu ze zijn voor hun
plezier uit, die beestenHadden ze deze mar
teling voor 't eerst gezien, dan zou hun veront
waardiging zich lucht hebben gegeven en hadden
ze zich diep geërgerd getoond; doch nu hadden
ze dit schandaal reeds sinds huu eerste kinder
jaren gezien, en ze wisten niet anders of het
hoort zoo. Het waren toch een paar ferme werk
lui, met een goedhartig uiterlijk, die dus lachten;
en dat ze niet schande riepen over deze mis
handeling van weerlooze dieren, is uwe schuld,
besehaafue mannen en vrouwen, die niet sinds
lang geëischt hebt, dat deze mishandeling aan
de bevolking bespaard werd. In de andere steden
van Europa worden drinkbakken gemaakt op
op verschillende plaatsen in de slad, om het vee,
dat de straten doortrekt, te drenken; men stelt
al'e pogingen in het werk om de dieren wagens
op de sporen beter in te richten, en het vee aldaar
met lang zonder water en voedsel te laten en
wij.we zien zonder schaamte handkarren
met vastgeknevelde kalveren voorbijgaan; we
blijven onbewogen als we de stomme smart zien,
welke de hangende koppen dier gemartelde dieren
uitdrukken. Het is niet uit ziekelijke overgevoe
ligheid, wanneer we protesteeren tegen dit schan
daal doch uit volle overtuiging, dat alles wat
strekt om het gemoed te verharden, zelfzucht te
vermeerderen en de meuschen ougevoelig te maken
voor het leed en de ellende van ongelukkige
schepselen, een allernoodlottigsten invloed heeft
op het volkskarakter.
Laat ieder, die barbaarscheid en ruwheid wil
zien zegepralen, of die gelooftdat het belang der
lieden, die tegenwoordig niet het kalverenvervoer
hun brood verdienen, blind moet maken voor
dieren-mishandeling, het kalverenvervoer op hand
karreu verdedigen. De politie staat het toe, en
de raad, die de politieverordeningen vaststelt, schijnt
het evenmio af te keuren.
Wij kunnen het dagelijksch bestuur eü den Raad
toch aansprakelijk stellen voor het pijnlijk schouw
spel, dat ons dag aan dag ergert, daar art. 66 der
algemeene politieverordening voor Amsterdam
zegt: „Het is verbeden vee te drijven of te vervoeren
op andere wijze of langs andere wegen dan door Burge
meester en Wethouders bij openbare kennisgeving zijn
voorgeschreven." Eu in; art. 89 lezen we de belang
rijke mededeeling „Hel is verboden dieren op eenige
wijze te mishandelen."
Zoo de raadsleden geen verandering in deze
verordening brengen, wenschen we hun toe, dat
als ze met een beschaafden vreemdeling een
wandeling maken dcor de stad, aan hunne zorgen
toevertrouwd, ze een paar dezer handkarren
tegenkomen. Waarschijnlijk zullen ze dan een
uitdrukkiug op het gelaat des vreemdelings zien,
en woorden liooren, die ze niet licht vergeten
zullen. Handelsblad
's-Gravenhage, 7 Juni. Voor het middelbaar
onderwijs zijn heden toegestaan twee acten voor
boekhouden aan J. E. Kregeu broek en A. M. Men-
delson van Amsterdam; een acte voor Nederl.
taal en letterkunde aan H. Keesseu te Helmond;
een acte voor Engelsclie taal en letterkunde aan
F. J. H. Adriani van Lutjebroek; een acte voor
aardrijkskunde aan J. van der Linde te Harlingen.
Een acte voor Duitsch werd geweigerd. Van de
elf opgeroepen candidateu voor het handteskenen
hebben zich ouder het examen teruggetrokken 7,
terwijl twee zijn afgewezen. Toegelaten werdeu
de heeren J. L. Vleeming van Arnhem en G. W.
Schut van Winterswijk.
's-Gravenhage, 8 Juni. Door den jury der alhier
gehouden tentoonstelling van schilderijen en audere
kunstwerken van levende meesters zijn ter be
kroning uitverkoren de heeren L. Apol, H. W.
Mesdag, W. C. Nakken en Ph. Sadée te 's-Gra
venhage; H. Valkenburg ie Amsterdam; F. Bar-
zaghi te Milaan en Th. Franck te Brussel.
Utrecht, 7 Juni. Tegen zekeren W. te IJsel-
stein is door de rechtbank alhier, op grond der
wet vau 1 Juni 1830 Staatsblad n". 15), rechtsin
gang met bevel tot dagvaarding in persoon ver
leend, ter zake van op 1 en 2 April j 1., telJsel-
stein op de openbare straat, ten aauhoore van
een groote meDigte volks, boosaardiglijk door
woorden eD gebareD zijne minachting voor den
Koning en het Kouinkli|k Stamhuis te hebben
uitgedrukt, met het doel om den eerbied voor
en de gehechtheid aan den Koning en het Ko
ninklijk Stamhuis bij het volk te verminderen
of te doen verdwijnen, en ineer bepaaldelijk met
den voet op den grond stampende „Uranje on
der" te heDben geroepen en het uitroepen van
dien kreet bij anderen te hebben aangemoedigd
en bevorderd. Maandag is hij te dier zake door
den rechter-commissaris verhoord.
Zwolle, 7 Juni. Alhier heeft zich gisterenavond
eene centrale vereeniging tot liet brengen van
hulde aan de nagedachtenis des heeren Thor
becke geconstitueerd, die op hare eerste verga-
1 dering aan Burgerplicht alhier, per telegram, van
haar bestaan kennis gat en om aansluitii
medewerking verzocht. Deze depeche is
vergadering van Burgerplicht niet voorgelen
is stellig te laat gekomen, daar de vergi
reeds vóór 9 uren was afgeloopen). Door dj]
eeniging is eeDe commissie tot leiding dei
gadering gekozen, bestaande uit de heerej
P. J. G. van Diggelen, Mr. J. H. van
J. I. A. A. Schaepman en L. Vroom. Etji
sloten om, in afwachting van andere opy
blijken van deelneming, Zwolle bij de k
nis van den hooggeachten staatsman, op'
het, als zijne geboorteplaats, iu het bij,
troisch mag zijn, door eene deputatie ui]
ingezetenen te doen vertegenwoordigen,
den daarvan zijn benoemd de heeren SI
Hertzveld, Mr. P. J, G. van Diggelen en
Schuttevaer, welke zich die benoeming In
laten welgevallen.
Dalfsen, 7 Juni. Ook hier zal zich eene
missie vormen, om, in overeenstemmitig
naburige plaatsen, ter eere van don over
Miuister een of ander huldeblijk tot star
brengen.
Leed warden, 7 Juni. Een treurig geval
hier gisteren plaats. De bediende uit een
huis had buiten de stad, bij den spoorweg
Groningen, iets te verrichten, en liet zijn 1
kar op den weg staau. Inmiddels nadert
trein van Groningen, die de kar gedeeltelij!
brijzelde, hetgeen een oponthoud van eet
uur verooizaakte. De vrees voor straf si
echter bij genoemdeu bediende zeer sterk t
geweest; althans gisterennamiddag heeft
zich in een der spoorwegslooten verdronken
laat eene vrouw en drie kinderen na.
Boxtel, 6 Juni. Dagelijks wordt de drukte
het reizend personeel hier aan het station van
Staatsspoorweg grooter; alle rangen en standen
dringen elkaar op het perron na het gelijkt:
aankomen der drie treinen van Utrecht,
Dordrecht en van Maastricht. Dikwijls ziet
aardige groepjes, lachwekkende voorvallen, zc
hedenmorgen, toen een Roomsch-Katholiek
telijke zich het onschuldig vermaak verseti
van den courantenverkooper een Rotterdamse/u
rant te nemen en die ad ui. D. gl. in kleine
jes te scheuren inet het daarbij behoorend
quisiteursgelaat. De daad was echter niet
spronkelijk, reeds vroeger geschiedde hetzes e
De courantenverkooper bood tegen betaling
ganschen voorraad aan, ook vooral de exem:
ren Uilenspiegel. Vader,
Middrlmjrg, 7 Juni. De gemeenteraad all
heeft aan den heer D. Dronkers, onder zel|
vsorwaarden, bij vernieuwing vergunning
leend tot het leggen van aanvoerpijpen voor
duinwaterleiding door de straten dier gemeel
schrifte
omdat
lijke on
pen en
lasterri
over h
dat enl
isangetr
zij b>j
arnendt
flnge
jZiveed!
Iflenem
Ispoorw
de hoo
Sond 'i
san wi
zou nu
wacht
leend
buitenland.
Frankrü k.
Ontruiming van grondgebied.
Thiers. Rochefort.
Lon
huis z
,ls di<
nSetrc
Ken
duchte
de kus
eledei
De
an d«
hoogin
en me
uit. Ai
itakinj
:ijn te
revalh
ation
Emi
ijn-Ei
n in
ohen
vaari
wee
geopei
en ge
Bei
-ijkst
erdr;
nilita
,egee
nissie
Vei
tional
aling
;eneri
l'hier:
leeft I
iverbi
ene
oet
irage
man
iaken
óot E
voorn
ivijie
en
.ulle'l
iOrlo|
enei
Da
.org
ing
;en t
Ha
Aan de Parijsche dagbladen wordt uit ee
officieuse bron uit Versailles het volgende
meld
Het heden door een dagblad van Parijs
melde gerucht, dat volgens eene depêche
den heer de Gontaud Biron de vorst von
inarek zijn voornemen zou hebben te kennl
gegeven om Belfort tot op den eersten Maart 19
te blijven bezetten, ook al waren de drie mil|
arden geheel afbetaald, is van allen grond oi
bloot.
Dit gerucht berust, evenals zooveel andere
ruchteu, alleen op de redeneeringen der Duitsi
bladen, doch geenszins op de onderhandeling!
welke tusschen den heer Thiers en den li.
von Amim gevoerd worden, en waaromtrt
nog niets is uitgelekt.
Het eenige wat tot op dit oogenblik als zek
mag worden aangenomen, is dat Pruisen
aaubod om onderhandelingen met Frankrijk ai
te knoopen heeft aangenomen; maar, naarh
schijnt, neeft het nog niet geantwoord op de ha
nameus den President der Republiek
voorstellen".
De heer Thiers heeft naar 't schijnt van
vroeger voornemen afgezien, om deel te neni
aan het debat over de militaire wet. Hij zal
commissie en den minister van oorlog den gehe
len last laten dragen.
Alvorens de vergadering uiteengaat, zal
president der republiek nog twee redevoering
houden, de eerste over de groudstoffenbelasting,te
wijl de tweede een overzicht zal behelzen van bil
nen- en buiteolandsche politiek 'der regeering en vi
den toestand des lands. Thiers zal dan ook was'1
schijniijk gelegenheid hebben om inlichtingen
geven omtrent de met Pruisen geopende onde
handelingen.
Ten onrechte is gezegd, dat de commiss
van gratie moet besl ssen over het vervoer
Rochefort; hij heeft geen gratie aangevraagd
en zoo hij nog niet naar Calcdonië is scheep d
gaan, komt de verantwoordelijkheid voor die v
traging voor rekening van 't gouvernement. M(
denkt, zegt de Constitulionnel, dat interpellatii
te dezer zake zullen plaats hebben.
Oi-oo t-JBi-ittuiiulü.
Bill tegen den laster.
waar
iën
d b
e be
en
et c
lepai
Lo
edei
mnd
loor
oort
Do
lOid
lotei
tem
.ot i
c
aa lemi
Df
nee
iroti
(e0|
In de zitting van het Lagerhuis op Woensd
jl. had de tweede lezing plaats van eene daj
den heer Raikes voorgestelde bill tot verzwari
der strafbepalingen tegen den laster. Het uitgl
ven en verspreiden van een lasterlijk geschn.
thans strafbaar met een jaar gevangenis ws'l
neer de daarin aangevoerde feiten waar bevi
den worden, en met twee jaren gevaugenis wc
neer zij leugenachtig zijn, werd in die bill dam
enboven bedreigd met strafarbeid, naar de keuf
van het gerecht; terwijl verder lichaamsstraffen
kunnen uitgesproken worden over hem die, mei
de bedoeling om haar geld af te persen, bij
lasterlijk geschrift aan eene vrouw onzedelijke0
wandel te last legt. De voorsteller verklaarde
dat alleen de onmogelijkheid om op het stelse
van het wettig bewijs bij eene partieele wet inbreuk
te maken, hem belette in zijne bill den belasterden
persoon te ontheffen van de verplichting om zich te
onderwerpen aan de ondervragingen der tegen
partij.
Dit wetsontwerp is het gevolg van een onlangs
plaats gehad hebbend rechtsgeding, waarbij de
echtgenoote van een hoog geplaatst rechterlijk
ambtenaar eene aanklacht wegens laster in ge-
iitti
A
D
Sai
Sir.
het
Mir
Sir.
doo
I
nor
1
dei
vei
hul
Ue