N°. 3777.
Dinsdag
A». 4872.
4 Juni.
SCHETSEN UIT ENGELAND.
-FeuiUeton van liet „Leidsch
4 Dagblad".
LEIIISCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ8.00.
Franco per post8.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijk met uitzondering van
Zon- en Feestdagq uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor ioderro regelF0.16.
Grootere letten nur de plaitinurete die eij beslaan.
Lelden, 3 Juni.
De hoogleeraar Mr. J T. Buys heeft in het
Juni-nommer van De Gids weder een van die
talentvolle nabetrachtingen over 's lands poli-
tieken toestand geleverd, welke om hare on
miskenbare belangrijkheid en diepen zin de aan
dacht in meer dan gewone mate tot zich trekken.
Gereed voor eenige oogen blikken den voet te
betten te midden van een vrij chaotischen toe
stand, houdt de hoogleeraar zich aan den naam
in de Tweede Kamer zelve voor het jongste
ÜDancieel debat uitgevonden. Hij zal de vruch
ten van een tiendaagschen veldtocht" te voorschijn
brengen.
Of de tiendaagsche veldtocht ook bestemd is
ene eervolle plaats in de jaarboeken van het
ederlaudsclie parlement in te nemen? Wie, die
et zou willen verzekeren, 't Zij men lette op
en inhoud der gevoerde debatten, met hun ver-
eling, en rijkdom aan kleine en armoede aan
wezenlijk groote argumenten, of op de resulta
ten, waartoe zij leidden, de indruk die achter
blijft is in elk geval vrij treurig.
Uit de politieke strekking der gevoerde debatten
schr. laat het economisch vraagstuk rusten, is
een licht voortgekomen, dat de trekken van onze
tegenwoordige Tweede Kamer duidelijker doet
kenneu dan voor deze. Wat voor een paar weken
nog slechts fluisterend besproken werd, is nu een
voorwerp van openbaar debat geworden. Reeds
onder de discussiën teekent zich langzamerhand
de strijd. Het zijn nu niet zoozeer conservatieven
en liberalen die tegen elkander over staanhet
een burgeroorlog onder de liberale meerder
heid: aan de eene zijde een streven naar eman
cipatie, aan den anderen kant een poging om
althans iets van de oude tucht te handhaven. In
de Kamer zelve blijft het intusschen bij kleine
schermutselingen; eerst later, als het besluit gevallen
is en dit besluit de aftreding van het kabinet heeft
uitgelokt, wordt de breuk volkomen. De vinnige po
lemiek der dagbladen, die schr. in hoofdbedoeling
van deze en gene zijde resumeert, doet dit zien, maar
daaruit is het juist duidelijk op te maken, dat, al
mocht de strijd nu eerst uitbreken, de kiemen
van verdeeldheid toch sinds lang voorhanden
moeten zijn geweest.
Tot het uitspreken van een oordeel over de po-
lilieke gebeurtenissen overgaande, is sch. van
meening, dat de schuld van gebeurde misschien
Dog meer in de omstandigheden dan in de men-
schen schuilt en hoofdzakelijk voortvloeit uiteen
ziekelijken toestand, welke, sinds jaren bestaande,
zich op allengs bedenkelijker wijze openbaart.
In hoevele opzichten de drie ministeriën-Thor-
becke ook onderling verschillen, dit hebben ze
gemeen, dat hunne ontbinding onder exceptio
nele omstandigheden plaats greep. Telkens heeft
bij eene besliste meerderheid aan zijne zijde, op
het oogeublik dat hij afscheid neemt, ook thans,
nu hij geheel uit vrije beweging heengaat. Indien
de heer Thorbecke aftreedt, dan zal het zijn te
len den stelligen wensch van de meerderheid
onzer volksvertegenwoordiging, en die is in deze
nog maar eene zwakke uitdrukking van de wen-
schen welke bij de meerderheid van het kiesge
rechtigde volk leven. Ten betooge hiervan zet
schr. uiteen dat het bezadigde, kalme en denkende
publiek het jongste Kamer-debat om allerlei re
denen met weerzin gevolgd heeft en de aftreding
van het ministerie, daaruit voortgevloeid, in hooge
mate betreurd, hoe verdeeld dat publiek overi
gens ook zijn moge t. a. van de quaestie eener
inkomstenbelasting.
Wie ook de schuld moge dragen van het ver
kregen resultaat, zeker is dat resultaat lijnrecht
in strijd met den duidelijk geopenbaarden wensch
van de meerderheid der kiezers bij de verkiezin
gen van 1869 en 1871.
Dat de Kamer zelve volkomen van deze waar
heid doordrongen was, bleek duidelijk genoeg
uit den ijver, waarmede allerlei leden betoogden,
dat bet votum, 't welk zij gingen uitbrengen,
geheel vreemd was aan de politiek. Wanneer de
vraag: blijven of heengaan? op dit oogenblik
door het stemmen over eene motie van vertrou
wen moest worden uitgemaakt, dan zou mis
schien geen enkel lid van de liberale partij de
gelegenheid ongebruikt laten om van zijne over
eenstemming met het kabinet te doen blijken.
In een volgend nummer hopen wij dit over
zicht van het merkwaardig opstel voort te zetten.
Met levendig genoegen hebben wij vernomen-,
dat door eenige ingezetenen een pogiug wordt
in het werk gesteld om te Leiden eene veree-
niging tot bescherming van dieren op te richten.
Terwijl wij eenige maanden geleden in een aan
tal artikelen getracht hebben, de belangstelling
van onze lezers in het lot der dieren op te wek-
lx O Dj aoudon ".-v-ij n I of gnorno dooc gal^uuliuid
voorbij laten gaan, zonder het genoemde plan
zooveel wij vermogen te ondersteunen. Want r
het is ons helaas maar al te wel bekend te
genkanting tegen pogingen tot verbetering van
het lot der dieren bestaat er van vele zijden eD
op allerlei wijzen. Men keurt ze af uit onver
schilligheid, lauwheid, wreedheid, vermeende
grappigheid, wegens beweerde ontijdigheid, voor
gewende nutteloosheid enz.; doch opmerkelijk is
het dat bijna iedere bestrijder, die der derde
soort uitgezonderd, in beginsel toegeeft dat eene
verbetering van het lot der dieren hem zeer
wenschelijk voorkomt. Bijna uitsluitend wegens
gezochte of welgemeende bijredenen weigert men
zijne medewerking voor de zaak. Indien ieder
ter wille van het goede beginsel (dat door hem
zelf erkend wordt) eens kon besluiten zijne kunst
matige of eerlijk gemeende bezwaren wat min
der op den voorgrond te stellen, indien ieder
zich eens oprecht afvroeg, of dan toch niettegen
staande die bezwaren ten slotte niet een zeer
goede zaak tot stand zou worden gebracht, dan
zijn wij overtuigd, dat de belangstelling veel groo-
ter zou blijken te zijn, dan men zoo oppervlak
kig zou veronderstellen. Het is daarom, dat wij
de verschillende argumenten tegen dierenbescher-
Door de Leidsche Volkskeuken zijn over het
erste kwartaal 1872 afgeleverd 20567 portiën,
vtaronder 668 portiën vleesch, en over de
raand Mei 4290 portiën, waaronder 178 por
tin vleesch.
Bij beschikking van den Minister van Oorlog
iide kapitein J. J. Logger in rang en ancienni-
tit van het 2de bij het 4de regiment overge-
paatst, en bestemd om het bevel te voeren ever
5de compagnie 8de bataljon alhier in gar-
nzoen.
De bibliotheek der Leidsche hoogeschool werd
CBzer dagen verrijkt met de aanzienlijke en hoogst
lelangrijke verzameling atlassen en kaarteD, na-
blaten en haar vermaakt door wijlen den heer
llr. J. T. Bodel Nijenhuis. (H")
rag in het algemeen en de oprichting eener j meester ten onrechte wegens het gebeurde op
veeniging in het bijzonder willen trachten te den eersten April jl. door Gedeputeerde Staten
verleggen. Wil men eerlijk en zonder parti pris zou zijn geschorst, en dat door deze schorsing
die wederleging volgen, dan zijn wij overtuigd zijne ambtseer in geenen deele zou zijn gekrenkt,
d; menigeen de onjuistheid of overdrevenheid I terwijl de Minister voornoemd tevens heeft ge-
va zijne argumenten zal moetan erkennen. tracht te doen uitkomen dat hij in zijn voornemen
om die schorsing door eene Koninklijke uitspraak
te doen vernietigen zon zijn verhinderd door de
vertraging in de beantwoordiug zijner brieven
van de zijde van Gedeputeerde Staten onder
vonden
„Overwegende dat zoodanig schrijven niet an
ders is te beschouwen dan als de uitdrukking
van eene subjectieve meening des Ministers;
dat toch het eenige middel, waardoor de wer
king van het besluit tot sohorsing van Gedepu
teerde Staten zou hebben opgehouden te bestaau
had moeten gezocht worden in de toepassing der
betrekkelijke wetsbepalingen, door namelijk eene
Koninklijke beslissing, na advies van den Raad
vaD State, uit te lokken, waardoor het besluit van
Gedeputeerde Staten werd vernietigd;
dat hiertegen niet kao afdoen de door den
Minister beweerde, doch door Gedeputeerde Sta
ten nadrukkelijk ontkende vertraging van de
beantwoording der ministerieele brieven, vermits
de Minister reeds dadelijk door schorsing, inge
volge artt. 186, 169 en 170 der Provinciale Wet,
de werking van het door Geputeerde Staten ten
opzichte van den burgemeester van Bergh geno
men besluit voor een jaar had kunneu doen stui
ten, gedurende welken tijd de Minister toch be
zwaarlijk zou hebben kunnen beweren dat er
geene gelegenheid tot vernietiging zou zijn ge
weest, terwijl bovendien het bedoelde besluit van
Gedeputeerde Staten, ware het in strijd inet de
wet of het algemeen belang, ten allen tijde ver-
xnetigbaar was
„Overwegende dat alzoo door zoodanige ver
nietiging, en daardoor alleen, het gebeurde op
wettige wijze kon ongedaan gemaakt worden,
en dat mitsdien het bedoelde besluit van Gede
puteerde StateD, ook na het schrijven des Mi
nisters, zijne volkomen kracht heeft behouden
en dat schrijven zoowel voor den burgemeester
van Bergh als voor Gedeputeerde Staten van
Gelderland zonder eenige wettige beteekenis was
„Geboord het uitgebracht rapport;
Is goedgevonden:
1°. Met betrekking tot de boven aangehaalde
missives over te gaan tot de orde van den dag;
2'. Enz.
„En zal extract dezes gezonden worden aan
den burgemeester van Bergh, aan den Raad
van Bergh en aan den Minister van Staat en van
Binnenlandsche Zaken." (Arnh. Cl.)
Volgens het Vaderland zou Z. M. de Koning den
hter van Reenen hebben geraadpleegd over den
pclitieken toestand.
Aan Mr. P. Blussé van Oud-Alblas, Minister
van Financiën, is het volgende schrijven gericht:
„De vrijzinnige Kiesvereenigiog Eiland Usel-
tnonde gevoelt zich gedrongen, zich tot uwe Ex
cellentie te wenden, na de verwerping eener
inkomstenbelasting, door uwe Excell. ontworpen
eu krachtig verdedigd.
Zij betreurt, dat eene poging, voortgekomen
uit liberale beginselen, gebaseerd op eene gelijker
verdeeling der belastingen, is afgestemd, ook door
eenige leden op wier ondersteuning zij had dur
ven rekenen; en hoewel zij overtuigd is, dat
vroeg of laat eene inkomstenbelasting zal worden
aangenomen en ingevoerd, brengt zij Uwe Excell.
den welverdienden dank en hulde voor Uwe
krachtige poging tot hervorming van ons belas
tingstelsel, op de grondslagen van billijkheid en
recht. 'tWelk doende," enz.
Onder dagteekeniug van 28 Mei jl. is door
Gedeputeerde Staten van Gelderland genomen
het navolgende besluit:
„Gelezen eene missive van den Minister van
Staat en van Binnenlandsche Zaken, dd. 16 Mei
jl., en daarbij gevoegd afschrift van eene door
genoemden Minister aan den burgemeester van
Bergh onder dagteekening van 16 Mei jl. gerichte
missive betreffende de schorsing door Gedepu
teerde Staten op dezen burgemeester toegepast;
„Overwegende ter zake dat de Minister voor
noemd in zijn boven aangehaald schrijven aan
den burgemeester van Bergh als zijne overtuiging
heeft te kennen gegeven dat genoemde burge-
Naar men verneemt zal het 3de regiment hu
zaren, dat te Haarlem in garnizoen ligt, met 1
October naar 's-Gravenhage verplaatst worden.
D e heer E. Röntgen, uit Deventer, leeraar aan
het conservatorium te Leipzig, is door den Groot-
NAAR HET FRANSOH VAN
IM. T Jl I E.
V.
t>e Maatschappij en de Regeering.
Vervolg.)
is de ander gekozen dan zullen er nog velen zijn
<Üe zeggen: „'t Is mij eigenlijk onverschillig."
Hun flauwe voorkeur is meestal niets dan een
gedwongen fraaiigheid en verheft zich nooit tot
een vaste keus.
Daarom zijn al ODze instellingen, republiek,
keizerrijk, monarchie, tijdelijk, en om zoo te zeg-
groote decoratiën, die bij beurten een ledig
'ooneel versieren, om naar de gelegenheid mee
brengt te verdwijnen of weer terug te komen,
"ij zien ze gaan en komen met een zekere on
verschilligheid. ergeren ons over het geraas,
stof en over de onaangename gelaatstrekken
der claqueurs; maar schikken ons in ons lot;
want wat kunnen wij er tegen doen? Onze offi-
cierle vertegenwoordigers, hoe het toeval of de
verkiezing ze ons ook geven moge, drukken geen
vasten volkswil uit. Zij zijn onze ware verte
genwoordigers niet en onze maatschappij kan met
geen betere voor den dag komenwij moeten
met dezen tevreden zijn, om niet van kwaad
tot erger te vervallen. De hoogere stand zal
er geen leveren omdat bij ons de zucht naar
gelijkheid de rijken en adellijken slechts met weer
zin duldt. In Amerika, waar een metselaar en een
boer de ontwikkeling en het staatkundig doorzicht
heeft van onzen dorps-oDtvanger of dorps-notaris,
is eene democratie van ontwikkelden mogelijk
hier zou er een eeuw noodig zijn ora eene der
gelijke instelling in het leven te roepen. Intus
schen zou men als voorbereiding eene tweevou
dige stemming kunnen beproeveu, de eerste vqor
de gemeente, de tweede voor de hoofdplaats van
het arrondissement; maar dat is slechts eene ver
wachting voor de toekomst en bovendien valt
het nog te bet wij telen of het middel helpen zou.
In een land als dit daarentegen zijn de vertegen
woordigers dit werkelijk, omdat zij op natuurlijke
wijze gekozen zijnzij staan op vasten grond en niet
op een glibberig hellend vlak. Dezulkenwil het volk
aan het hoofd des bewiuds zien en geene anderen
en wel zonder weifelen, bepaald, duurzaam. Elk
kerspel of district kent de zijnen; een werkman
weet ze even goed te onderscheiden als de man
van beschaving. Zij zijn, als de vijf of zes groote
boomen van de plaats, kenbaar aan houding en
gedaante; iedereen, zelfs de kinderen, hebben
onder hun schaduw gerust en van hen genoten..
Waar verstand en oordeel niet beslisten, daar
waren eigenbelang, gewoonte, achting soms dank
baarheid voldoende om de stemmen op hen te
vereenigenwant er zijn geen beter houvasten
dan overlevering en instinctde gehechtheid is
het stevigste aanhechtsel. Zij zijn dus als aange
wezen voor het bestuur, en de geschreven naam
of de opgeheven hand bevestigen slechts die stil
zwijgende goedkeuring. Zelfs ten tijde der boroughs
vertegenwoordigde het Parlement reeds deh
volkswil.
Het vertegenwoordigt dien ook nu, hoewél
het aantal kiezers gering is. Het zal dien ov
tien jaar nog vertegenwoordigen, als de vei
kiezingsbill het kiesrecht zal uitgebreid hebbei
Haar mijn inzien strekken deze veranderingei
slechts om de onderdeelen te volmaken zondi
dat zij aan de hoofdzaak iets veranderen. H
punt van belang blijft de goedkeuring der mi
Dit werd geiehreren vóór de laatste kieswet,
nigte. Kiezers of niet-kiezers, de daglooner en de
shopkeeper begeeren een gids uit den hoogeren
stand. Of zij het recht hebben of niet om hunne
begeerte uit te drukken en op een bepaalden
persoon hunne keus te vestigen, doet er niet toe
zij zijn aan den hoogeren stand gehecht. Is de
gids eens benoemd, of door hen of door anderen,
dan volgen zij hem en is hij, door deze stilzwij
gende goedkeuring, op vaster grondslag hun af
gevaardigde dan bij ons door meerderheid van
stemmen.
Op vaster en ook op betereD grondslag; want
al is men als gids aangesteld dan weet men oog
niet altijd den weg; de verkiezing brengt wel
het recht maar geenszins de geschiktheid aan.
Er wordt een lange tijd van voorbereiding, eene
bijzondere opleiding en studie toe vereischt, om
rechtsgeleerde of ingenieur te worden, hoeveel te
meer om een staatsman te zijn, om met juistheid
de groote openbare belangen te beoordeelen, om
te weten wat nuttig en uitvoerbaar is, om op
een afstand het geheel te overzien, om eene
gemotiveerde en deugdelijke opinie te hebben
over den graad van uitbreiding, dien het kiesrecht
op het geschikste oogenblik zal moeten verkrij
gen, over de hervorming van het pachtstelsel
en den eigendom in Ierland, over Indië, de Ver-
eenigde Staten, de verscbilende Europeesche mo-