iE Vrijdag 26 Aprü. N°. 3746. A«. 1872. STADS-BERICHTEN. J. J. BRANDH0FF ISSELHIAN HI". J. A. F. C0EBERGH. LEIDSCH Wij -«2 DES; JON] N, DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden.f 3.00. Franco per postm 3.85 Afionderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DKR ADVBHTENTIBN. Voor iadoron ragol0.15. Grootere latter* naar de plaatsruimte die zg beslaan. Lr tier der plaatselijke directe belasting, 1872. JRGEME ESTER BH WETHOUDERS van DEN, =zien art. 264 der wet van 29 Junij 1831 (Staats- n\ 83); >en te weten, dat het kohier der plaatselijke to belasting over 1872 op heden voorloopig is eateld en van den 15den tot en met den 29aten aanstaande ter Secretarie dezer gemeente (fi- ëie afdeeling), van 12 tot 3 uron, voor een te lezing is nedergelegd. wordt deze door plaatsing in de Leilische Cou- afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. D. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. iden, 13 April 1872. BURGEMEESTER BN WETHOUDERS van JlEIDEN doen te weten, ter voldoening aan art. 128 der wet van 29 Junij 1851 Staatsblad n°. 85), ist alle pretensiën over het jaar 1871, ten latste ff gemeente, vóór of op den laatsten Junij dezes moeten worden ingeleverd, en dat de vorderingen, e niet binnen den genoemden tijd zijn ingediend, 1 verjaard en vernietigd zullen worden gehouden. [Bn wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant .digd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. ii. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. WriDEN, 20 April 1872. - h l pG 2% je»; /»U - K 100 r. pf i. Vï. kort. Leo* otttf» -^ bil I 1 Dtbi 1 Tij herinneren aan de herstemming voor twee eu van den Gemeenteraad op Dinsdag 30 April en sporen de liberale kiezers aan, dien dag rouw ter stembus te verschijnen en eendrach- bunne keuze te vestigen op de candidaten, bij de eerste verkiezing de meeste stemmen hten verwerven en ook nu weder door de ple Kiesvereeniging Het Algemeen Belang wor- aanbevolen, zijnde de lieeren EN Lelden, 25 April. De beteekenis van het Kamerdebat van gisteren iver de inkomstenbelasting lag niet zóo zeer in ie numerieke meerderheid der voorstanders boven de bestrijders (4 tegen 2), maar vooral in de krachtiger wederlegging der argumenten van de ippositie van den vorigen dag, ook en vooral van iberale zijde. En, let wel, die voorstanders, de iren Akerlaken, Lenting, Idserda en Smidi den, hoewel het hoofdbeginsel der wet onvoor- irdelijk toegedaan, voor zich zeiven ook be- iwnren, hetzij tegen de hoegrootheid van den ladslag, hetzij tegen sommige bepalingen nopens itvoering of den bier te ruimen, daar te engen g der vrijstellingen; maar, daaraan wensch- io zij het hoofdbeginsel, de hoofdzaak waar het lm te doen was wil men niet het recht verliezen m' ooit weder om belasting-hervorming te vragen, •iet opofferen om door eene coalitie van minder en en combinatie met conservatieven en hunne [te bondgenooten de wet te doen vallen en elke |onde hervorming van het belastingwezen ad graecat te doen verschuiven. Zij zouden hten en dat is hun recht door ainende- inten hnnne eigen bedenkingen en wellicht ook van andere voorstanders, uit den weg te doen oimen, gelijk dan ook heden reeds eene lijst vau pzigingen is rondgedeeld; maar ook bij ver- rping hunner individueele inzichten, zouden "j daarom niet medewerken om de hoofdtaak on- mógelijk te maken. Deze korte aanduiding van M strekking der adviezen van de vier genoemde le- Mc ontslaat ons van de vermelding der details, onder jpPoieiking evenwel, dat de andere draad hunner re- IfOeeringen eene doorloopende ontzenuwing was hjn hetgeen zoowel door de heeren van Kuijk,'s Ja- N®enSaaijmans Vader, die tegen het beginsel en de 'poising, als door de heeren Viruly en Kappeijne ie voor het beginsel doch tegen de toepassing ren gekant, in de beide vorige zittingen was iet midden gebracht. Al die bezwaren en die )pel van bedenkingen die men gemaakt had hen al dadelijk evenzeer toepasselijk op de feeste der bestaande en zeer zeker op elke in te voeren belasting, en niet onaardig '®s de herinnering van den heer Smidt aan een >°r jaren gebezigd gezegde door den heer Thor- cke (die juist eb voor het eerst na zijne onge steldheid in de vergadering was) toen er ook sprake was van de meerdere of mindere popu lariteit van belastingen, en die toen zeide: dat, als men de ingezetenen de keus liet welke belas ting zij het liefst hadden, het stellig antwoord zou zijn: geene. De patentwet toch wat reeds eene inkomsten belasting, maar die eenzijdig op enkele klassen drukte; ook daarbij had men aangiften,taxatiën, boeten, vervolgingen, openlegging van zaken, ja wat meer is aanslag niet naar het werkelijk inkomen, maar naar de problematieke winst op een even vermoedelijken omvang van zaken; dub belen, drie- ja vierdubbelen aanslag naargelang men bij het hoofdbedrijf eenige nevenzaak, soms in onafscheidelijk verband er mede staande uit oefende, enz. De grondbelasting, het personeel, sommige aecijnsen, waren er niet evenzeer be zwaren aan verbonden P Zouden niet bij verhoo ging evenzeer luide stemmen van verzet opgaan P De onzedelijkheid die men uit de toepassing der wet voorspelde: maar tot welke ontduikin gen, knoeierijen, smokkelarijen hadden niet de wet op het gemaal, de plaatselijke verbruiksbe lastingen, sommige grondslagen van het personeel en vooral de belasting op het gedistilleerd aan leiding gegeven of gaven de beide laatsten niet nog aanleiding op dit oogenblikP Ging het nu aan om al wat tegen schier elke belasting kan gezegd worden, zoolang wij niet in een idealen Staat leven, waar alle offers vrij willig en naar den juisteu maatstaf van ieders belang bij de bescherming voor zich en den bloei van het geheel gebracht worden, om dat alles nu bijeen te garen, op elkander te hoopen, te kleuren in de afzichtelijkste verwen, of, zooals de heer vau Wassenaer, te spreken van de ont hulling der naaktheid van de familiën van de geheimen der huisgezinnen, van l'honneur de la maison etc. en dan die kunstinatigen doornen kroon te slingeren om deze ééne belasting, die vooral ten doel heeft het ongrondwettig privile gie van ééne klasse, de bezitters van fortuinen en portefeuille en van inkomsten uit effecten, hypotheken enz. enz. waarvan niets wordt be taald, te doen ophouden? Zeker, het valt lioht met den heer van Naauien als met den heer Kappeyne te zeggen: behouden wij liefst wat wij hebben-, dat kent men; daaruan went mendat heeft men vast en zekermaar te recht antwoordde de heer Smidt: dat men met zulk een echt conservatief arguineut niet veel ver der komt en nimmer verbetering en hervorming op eeDig gebied zou kunnen invoeren. En wau- neer dus de spreker uit Haarlem aan het slot zijner rede van Dinsdag zeide dat hij bij afstem ming der wet niet wenschte dat de Minister zou aftreden maar zijne taak als administrateur voort zetten, dan lag daarin tevens het nader bewijs dat die afgevaardigde tegen belastinghervor ming was. Heden voortzetting van het debat; wellicht dat dan de rij der sprekers over de algemeene strek king van het ontwerp gesloten kan worden om het woord aan den Minister van Financiën te geven. In ons nommer van 18 April kwam het be richt voor dat het Brielsche monument den 1 April 1873 onthuld zou worden. Dat bericht was afkomstig van den schrijver der wekelijksche overzichten over de Brielsehe feestviering, sedert December in ons blad opgenomen. Gisteren heb ben wij een stukje uit de N. R. C. overgenomen, volgens hetwelk er „omtrent den dag der ont hulling van het monument nog niets bepaald is." Onze berichtgever schrijft ons thans het volgende Mijne mededeeling, dat het Brielsche monu ment op 1 April 1873 onthuld zou worden, en welke reeds in uw Dagblad van 18 April was opgenomen, werd gisteren (24 April) in de N. R. C. gelogenstraft. Dat het monument op 1 April onthuld zal worden „is zoo heet het daar meer dan de hoofdcommissie weet. Tot dusver is er omtrent den dag der onthulling van het monument nog niets bepaald." Tot mijn spijt las ik dit démenti gisteren te laat, om er nog op te antwoordenik haast mij, het heden te doen. Aan u, Mijnheer de Hoofdredacteur 1 ben ik ver antwoording schuldig. Gij zoudt al licht denken, dat ik het voorbeeld volgde van vele dagblad correspondenten, die zich uiets om de belangen van bun dagblad bekommeren, maar wien het slechts te doen is om een gratis-exemplaar van dat dagblad; die een enkele maal een bericht inzenden, dat wel geheel op een los gerucht steunt, en na een paar dagen tegengesproken moet wor den, maar zij hebben toch vast „wat opgestuurd." Ik zal u zeggen, op welken grond ik het me dedeelde. Toen ik tijdens de feesten te Brielle was, was daar de dag der onthulling een „publiek geheim." Ieder wist het en bovendien ik heb het van enkele leden der hoofdcommissie zelf gehoord. Nu is het wel mogelijk, dat het plan weêr veranderd is, maar wie weet dit? Herhaal delijk is in dit Dagblad op meer publiciteit van de handelingen der hoofdcommissie aangedron gen, eveneens in 't Haagsche Dagblad. En tegen woordig schijnt alleen de N. R. C. goed op de hoogte te zijn. Zij alleen heeft b. v. de opgave over de ingekomen gelden, nog vóórdat die in 't Brielsche Weekblad is opgenomen, en nu heeft die courant weêr een vrij officieel bericht. Het plan is dus zeker veranderd, maar ik herhaal, ik heb te Brielle van leden der hoofdcommissie gehoord, dat 1 April 1873 de dag der onthulling zou zijn, en heb dus geen gerucht medegedeeld dat op losse gronden steunde. Mijnheer de Hoofdredacteur I Ik heb u zoo even mondeling de namen genoemd van de leden der hoofdcommissie, die het mij medegedeeld hebben vol vertrouwen laat ik de zaak aan uw oor deel over. Ik verzoek eindelijk de N. R. C. en de bladen, die het bericht uit die courant hebben overge nomen, Haagsch en Utrechtsch Dagbladook dit stukje geheel of gedeeltelijk over te nemen. Naar men verneemt zijn door heeren Curato ren der Leidsche hoogeschool ter benoeming van een hoogleeraar in de logica en metapbysica, in plaats van Prof. Stuffken, die emeritaat verkreeg, voorgedragen Dr. D. Chantepie de la Saussaye, predikant te Rotterdam, en Ds. J. H. Gunning, predikant te 's-Gravenhage. Noordstar Blijkens het verslag door de Staatscommissie voor de diplomatieke examina aan Z. E. den Min. v. B. Zden 15den dezer ingezonden, hebben, op het bij het reglement voorgeschreven tijdstip van 1013 April aan het Dep. v. B. Z., met open deuren, de examina plaats gehad ter verkrijging vau het radicaal voor den rang van secr. van legatie. De commissie, voorgezeten door den staatsraad Jhr. Mr. Elout van Soeterwoude, was voorts samengesteld uit de heeren: Mr. J. Heemskerk Bz., lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Mr. S. Vissering, hoogleeraar te Leiden, Mr. T. M. C. Asser, hoogleeraar te Amsterdam, en Mr. J. W. van Lansberge, Zijner Hajesteits gezant te Brussel. Als secretaris was toegevoegd de referen daris Mr. W. A. A. J. baron Schiminelpenninck van der Oije. Tot het examen werden toegelaten de heeren attachés van legatis M. Rochussen, Jhr. Mr. D. A. W. van Tets en Jhr. Mr. C. W. P. F. Gericke van Uerwijnen. Na afloop van het examen, is aan de drie can didaten kennis gegeven, dat zij alleszins voldoende blijken van bekwaamheid in elk der vakken gegeven hebben ter verkrijging van den rang van secretaris van legatie. Tot ons genoegen kannen wij mededeelen, dat het het Z. M. den Koning heeft behaagd de op dracht der uitgave van den gedenkpenning, waar van door de Utrechtsche Asyl-commissie 3 af slagen in goud, zilver en brons op den lsten April te Brielle zijn aangeboden, met de meeste welwillendheid te aanvaarden, en dat deze pen ning thans algemeen verkrijgbaar is gesteld ten voordeele van het op te richten Asyl bij de firma Kemink Zoon. UD.) De Vereeniging tot bescherming van dieren te 's-Gravenhage, onder bescherming van Z. M. den Koning, zal den llden Mei eene algemeene ver gadering houden, waarin de volgende punten zullen worden behandeld: 1°. opneming van de rekening en verantwoording van den penning meester, en het uitbrengen daaromtrent van ver slag; 2°. verkiezing van vijf leden in het bestuur; 3°. discussiën over de wenschelijkheid van alge meene slachthuizen (abattoirs), in te leiden door een der bestuursleden; 4'. uitdeeling van beloo ningen; 5'. beraadslagingen over voorstellen, Welke door de leden ter sprake zullen worden gebracht; en 6«. verloting om niet van eenige voorwerpen onder de aanwezige leden. Op de aanbeveling ter benoeming van een'ge meenteheelkundige te's-Gravenhage zijn geplaatst de volgende heeren: L. van Dorsten en A. P. van den Bergh. Door Jonkvrouw Markus, te Rome, is voor de te stichten Protestantsche gemeente Nieuw-Amster- dam en Nieuw-Dordrecht, de belangrijke som van f 500 geschonken. t' |j Uit Brielle wordt aan de N.' Rett. Cl. gemeld: Door bemiddeling van den Minister van Bui- tenlandsche Zaken ontving de hoofdcommissie onlangs een adres van de Volksmaatschappij de Veldbloem, te Brussel, waarin haar de warmste heilwenschen toegezonden en de hartelijkste be tuigingen van deelneming in de feestvreugde ge geven worden. Dit adres werd volgens het schrij ven van den Minister van Buitenl. Zaken op 1 April 11. te Brussel aan Zr. Ms. gezant den heer van Lansberge, in tegenwoordigheid van een menigte belangstellenden, die van hunne sym pathie deden blijken door „vivats" ter eere van het Nederlandsche en Vlaamsche volk en het zingen van het Nederlandsche Volkslied en van den Vlaamscheh Leeuw, door het bestuur van genoemde Maatschappij overhandigd, nadat het aan het feest had deelgenomen door het houden eener volksvoordracht in de Vlaamsche taal. In de Dinsdag-avond te Amsterdam gehouden Vergadering der Kiesvereeniging Burgerplicht, werd de houding besproken door die Vereeni-1 ging aan te nemen naar aanleiding van het be sluit van den Gemeenteraad (met 14 tegen 11 stemmen genomen) om het adres ter ondersteu ning van het adres der Vereeniging voor volks onderwijs door Burgerplicht ingezonden eenvoudig ioor kennisgeving aan te nemen. Het adres zelf werd daarop door den heer Mr. Levy herhaaldelijk breedvoerig verdedigd en met 46 tegen 10 stemmen besloot de Vergadering tot inzending van het adres, waarin wordt verzocht, dat het den Raad moge behagen, terug te ko men op het dd. 17 April jl. genoffien besluit. De openbare lessen in de Landhuishoudkunde, die Prof. Rauwenhoff te Utrecht in den afgeloo- pen winter iu de gehoorzaal bij den akad. tuin hield, en die ook door vele onderwijzers werden bijgewoond, zijD met bijzondere belangstelling gevolgd. Deze poging om botanische kennis te verspreiden zal Diet zonder vrucht blijven bij het onderwijs op verschillende scholen. Uit Bombay wordt bericht, dat bet stoomschip Neva, van de ilessagerie Imperiale, Zaterdag op een rif in Straat Banca stootte, en het is te betwij felen of men er in zal slagen om het af te breDgen. Woensdag is aan den Kinderdijk met het besto gevolg van het etablissement Fop Smit, scheeps bouwmeesters Smit Zoon, te water gelaten het ijzeren clipper-fregatschip Industrie, groot 900 lasten, voor rekening van den heer L. Smit aldaar. Genoemd schip zal gevoerd worden door'kapitein C. B. Brandligt. De beetwortel-suikerfabriek te Lemele heeft thans in de aau den IJsel gelegen gemeenten tal van hectaren lands (van de gemeente Deven ter zelfs 120 heet.) voor eenige jaren in huur. Wel worden hooge huurprijzen betaald, doch de cultuur levert over 't geheel ook zeer gunstige resultaten op. Meer en meer blijkt het, dat de IJselstreken bijzonder voor't verbouwen van beet wortelen geschikt zijn; vooral de qualiteit der vruchten wordt zeer geroemd. De Oud-Katholieke aartsbisschop van Utrecht, mgr. Loos, zal, naar wij vernemen, in het begin van den zomer naar Mehring in Beieren vertrek ken, om aldaar het vormsel toe te dienen aan de kinderen van de gemeente van den Oud-Ka tholieken pastoor Renftle. De aartsbisschop zal op zijn reis vergezeld worden door den heer T. Van Vlooten, pastoor te Amersfoort en kanunnik van het kapittel van Utrecht. Door de Oud-Ka tholieke gemeente te Weenen is de aartsbisschop aangezocht, om, behalve Tiet toedienen vau het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1