Woensdag
24 April.
N°. 3744.
A°* 1872.
I 6°. Staat van af- en overschrijving op de gemeente-
begrooting voor bet loopende jaar.
I 8®. Verzoek van J. Otger, om vergunning tot bet
leggen van eene brug over de sloot langs bet
trekpad nabij de Woutereabrug.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden..../3.00.
Franco per post3.85
AJxonderlgke Nommers.Ai0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER AUVEHIENTIKN.
Vooriederen regelv.0.15.
Grootere letter* naar de plaatsruimte die zij beslaan.
STADS-BERICHTEN.
Benadering van den G-emeenteraad van Leiden,
Tier dag, den 25sten April 1872, 'a namiddags te
aur.
I Verzoek van H. Veefkind en Zoon, om ver
gunning tot het leggen van eene vaste brug
orer de Binnenvestgracht.
Verzoek van W. C. Hoogendijk, om vergunning
tot het leggen van eene vaste brug over de
_r s\0ot langs den Öingel tusschen de ZljI- eri
eblevo, Hoogewoerdapqorten.
.3". Verzoek van Vrouwe J. du B-ieu, geboren Mis
pelblom Beijer; om ontslag als Eegentesse van
het Heilige Geest of Arme Wees-en Kinderhuis.
4*. Verzoek van Mej. J.l P. Drmhuy;zen,<lste hnlp-
onderwijzeres 3de klasse aan d© openbare school
j voor meer uitgebreid lager onderwijs 2de klasse
voor meisjes, om ontslag tegen 1 Mei.
59. Verzoek van W. P. Wolters, om gebruik te
mogen maken van éón der localen in l>et gebouw
der hoogere burgerschool, tot bet geven van
lessen over Nederiandsche taal- en letterkunde
aan eenige dames.
V. Snppletoire staat van begrooting en staat van
af- en overschrijving van bet Evangelisch
Lutherscb Wees- en Oudeliedenhnis, oyer 1871.
.JVerzoek van T. E. Vlieland, om vergunning tot
bet maken van een keldergat in de stoep voor
zijne woning.
Verzoek van D. Noothoven van Goor, om ver
gunning tot bet leggen van een duiker.
|l°. Voordragt tot1 onderbandscbe verhuring van
twee buisjes, alsmede van de visscherij in de
Bosch huizerwatering.
|2#. Voordragt tot onderbandsche verpacbtiDg van
de opbrengst der bruggelden voor bet ophalen
der Zijl- of Spanjaards brug en der tolgelden
aan bet Zijlhek bij genoemde brug.
13®. Verzoek van J. P. Bakker te Zoeter woude,
dat een gedeelte eener sloot bij bet Utrecbtsche
jaagpad moge worden gedempt,
li', Eekening van de Kamer van Koophandel en
J Fabrieken, over 1871.
Concept-verordeningen houdende eene gewijzigde
regeling van het openbaar lager onderwijs.
1.
leenlui
4 pCt,
II
geetf'
85H
ft H
u
8J«
ir 100
'w.
0. ff.
iort
SotUr-
idlg
a.
op l*
leW
poü>.
Lelden, 23 April.
De eerste hervorming door Thorbecke bij de
itreding van het tegenwoordig kabinet aange-
idigd, is thans de gewichtige phase iDgetreden,
faarin over haar lot zal worden beslist. Het
itsontwerp dat de kern uitmaakt van de zware
tak om onze staatsinkomsten te verbeteren en
ons belastingstelsel te hervormen, is gisteren vol-
'gens een vroeger door haar genomen besluit, bij
de Tweede Kamer der Staten-Generaal in behan
deling gekomen. Spoedig zal dus aan het licht
len welke richting der publieke opinie over
wetsvoordracht houdende eene algemeene be
lting op de inkomsten ter vervanging van het
:ht van patent en van de accijnsen op het ge-
icht 6d de zeep, de vertegenwoordiging tot de
ire maakt. Is het haar ernst om tot eene radi-
lie hervorming van ons gebrekkig belastingstel-
mede te werken, dan moet zij onvermijdelijk
!t middel aanvatten door de Regeering aan de
tnd gegeven, dat de overgang vormt tot een
livereu en geweDSchten toestand. Vroeger had-
m wij gelegenheid dit breedvoerig uiteen te
iten en in hetgeen wij toen voorstonden, zijn
|wij niet weinig versterkt geworden, Dadat de
peering aan den billijken aandrang gehoor had
igeven, om ook den accijns op de zeep onder
ter afschaffing voorgedragen belastingen te be-
"jpen. 0
Het standpunt dat de vertegenwoordiging bij
tze hoogst belangrijke zaak behoort in te nemen,
leid zeer juist geschetst door den afgevaardigde
it Zutphen, den heer Dam, de tweede van de
jer sprekers die aan het gisteren geopend debat
telnamen.
Voorstander van dit ontwerp, achtte hij 't een
Jordeel voor allen die met hem overeenstemden,
11 de betrekkelijk gelukkige toestand waarin onze
'Wciên verkeerden en waarop de tegenstanders
foli beroepen om de inkomsten-belasting te bestrij
dt. juist de gelegenheid schept om al het goede
deze belasting gelegen te kuonen voordragen
inder bijoogmerken, zonder dwang van buiten
tne stelling ook door den heer Blom, afgev. van
fouerdain volkomen beaamd, die het juist ge-
[ikig achtte dat deze maatregel niet behoefde
'ïrwogen te worden onder deQ indruk vau een
["tonale ramp, of onder het bestaan van eeD
kort, maar als afdoend middel om verbetering
P» het belastingstelsel te verkrijgen, door invoe-
eener billijke belasting en afschaffing van
nieren die in alle opzichten de voorwaarden
[w goede belastingen misten. Beide sprekers
lieten dan ook niet na de deugden der inkomsten
belasting aan te toonen, de noodzakelijkheid harer
invoering te betoogen en verklaarden de wets
voordracht te zullen aannemen, met dit ouder
scheid, dat de heer Dam, hoewel verder willende
gaan dan de Regeering, hare voordracht onvoor
waardelijk zou goedkeuren, en de heer Blom
zijne stem afhankelijk maakte van de verwerping
van het bekende amendement Gratama om deu
grondeigendom niet in de inkomstenbelasting te
begrijpen. Indien geen ingrijpende en verlam
mende amendementeu mochten worden aange
nomen, zou ook de heer Hiugsl, die zich met de
hoofdgedachte van het ontwerp kon vereeuigen,
dit goedkeuren. ju jj ,,ji
De heer van Kuyk, afgevaardigde uit Delft,
was de drie genoemde sprekers voorafgegaan met
eene breedvoerige bestrijding zoowel van het
beginsel der inkomstenbelasting als van de voor
dracht zelve om 2 pCt. van het inkomen te heffen
en in verband hiermede der afschaffing van de
meergenoemde accijnsen. Deze zijne Overtuiging,
die reeds vroeger vaststond, was nog versterkt
wegens het verdwijnen van het te kort op de be-
grootiDg, het auiortiseeren uit vele overschotten en
het toenemen der gewone middelen.
Gok als hervorming van ons belastingstelsel
kon hij het wetsontwerp niet beschouwen. De
Minister schaft eenige accijnsen af, maar dit achtte
spr. geen hervorming.
Hij zag ib 's Minister werk een greep in den
blinde. Niettemin was hij voorstander van be
lastinghervorming en om daartoe te geraken
vvenschte spr. eene verteeringsbelasling naast
de belasting op het personeel. Als de Minister
tot bestrijding der uitgaven voor Oorlog eene
afzonderlijke verteeringsbelasting noodig had,
koD ZExc. op zijne stem rekenenwilde de Mi
nister de zeep-, bier-, azijnaccijnsen afschaffen ook
dan wilde hij méégaan. Maar in geen geval met
eene inkomsten-belasting, waarvan hij het be
zwarende, het hatelijke, het onzedelijke, het on
rechtvaardige, het onuitvoerlijke en anti-nationale
in het breede had uitgemeten en door Rutger
Jan Scbimmelpennink aldus gesignaleerd: ,/die
de ingezetenen verarmt, de zeden bederft, mein
eed vestigt en tot emigratie dwingt."
Heden voortzetting en naar het zich laat aan
zien, zullen nog verscheideoe dagen met de be
handeling van het ontwerp gemoeid gaan.
De Staatscourant van heden bevat een uitvoerig
verslag over den staat van 's Rijks Herbarium
alhier, gedurende het jaar 1871, van den direc
teur dier instelling prof. W. F. R. Suringar.
Onze openbare school op de Boomuiarkt is vol
gens het Weekblad voor lager, middelbaar en gym
nasiaal onderwijs eene vermomde middelbare school
voor meisjes, althans wat de hoogere klassen
betreft. In hoeverre deze qualificatie juist is,
mogen deskundigen beslissen. Zeker is het, dat
de woorden „openbaar" en „vermomd" hier vrij
zonderling bij elkander staan.
Was de keuze niet altijd gelukkig, wan
neer de heer Victor Driessens hier eene voor
stelling gaf, gisterenavond hebben de tooneel-
minnaars werkelijk iets goeds genoten.
Het bij ons sedert eenige jaren bekende drama
Paljas, werd ten tooneele gebracht en Victor Dries
sens was natuurlijk de hoofdpersoon in dat stuk,
dat door hèm het eerst in ons laDd gebracht is,
ais een van de schitterendste stukken van zijn
repertoire, en onder de artisten enkele liefheb
bers vond, die het meesterlijk spel van den heer
Driessens wilden nabootsen, maar geen van allen
het ook maar tot op de helft konden brengen
Bij herhaling hier ten tooneele gebracht, is
het onnoodig het stuk uitvoerig te beschrijven,
weinigen onzer ingezetenen zullen er onbekend
mee zijn.
Paljas, de tot in zijne ziel toe goede man, vol
liefde voor zijne vrouw en kinderen vertoont in
al zijne handelingen het karakter van tevreden
heider is niets dat hem deert, hij wil niet meer
hebben dan hij heeft, want hij is rijk door de
liefde; hij moet werken als kunstenmaker op de
straat, nu ja, iedereen moet wat doen voor zijn
brood, maar in al die tevredenheid en liefde, geeft
Paljas te zien hoe men in zijn stand, al behoort
men ook tot de heffe des volks, gelukkig kan zijn
In het teruggeven van zulke levenstoestanden
is Driessens onovertrefbaar meester en hen onder
de toeschouwers, die getroffen worden door wat
goed eü schoon is, brengt zijn spel van zelf tot
bewondering, er wordt liefde voor het tooneel
uit geboren en men brengt hoogachting aan den
man, die zulk een kunstgave bezit als hij.
De hoogste lof komt hem toe in het 2de bedrijf:
geen schitterende feiten worden daarin aange
geven, maar eenvoudige dagelijksche effecten.
Pgljas meent, dat zijne vrouw berouw heeft, met
hem getrouwd te zijn, nu zij weet dat zij een
kind is uiteen hoog adellijk geslacht, die, door
haar vader, een uitgewekene, bij een eenvoudig
man is besteed geworden.
Hij meent dat zij schitteren wil en het armoe
dig kleed haar te schande is. Paljas wordt boos
op zijne vrouw, misschien voor het eerst in zijn
leven, hij windt zich op en neemt een stoel, waar
mede hij dreigt te zullen slaan, de goede man
schrikt van zijn drift, smijt den stoel van zich
af en diepe smart vervult zijne ziel, hij heeft
berouw, diep berouw dat hij die engel van een
vrouw heeft durven bedreigen.
Te zeggen hoe dat zwijgende spel vaü Paljas
treft en tot bewondering wekt is onmogelijk, men
gevoelt slechts den diepen indruk dien het maakt.
Zoo ook, in hetzelfde bedrijf, wanneer Paljas
zich met zijne vrouw verzoent, wanneer hij, hoogst
gelukkig, voor haar een doek zal gaan koopen
van zijne gespaarde franken, zijne gelukkige te
rugkomst niet dat geschenk en zijDe diepe smart
wanneer hij ontdekt dat ^ijne vrouw hem met
hun jongste kindje heeft verlaten.
Flink werd de heer Driessens ter zijde gestaan
door Uw., Verstraeten-Laquet als zijne vrouw en
door Mw. Corijn-Driessens als zijn zood, die vooral
aan het slot van het 2de bedrijf de diepe smart
over het vertrek zijner moeder treffend teruggaf.
Zoo men aanmerking mocht willen maken op
de zittiüg der rechtbank (5de bedrijf) in de open
lucht, dun deelen wij daartoe mede; dat die rechts
zitting, volgens de historie, geschiedt op het plat
form der Bastille, omdat men toen geen lokalen
bezat.
Jammer dat de schouwburg niet meer bezet
was. Wel is waar is het al wat ver in het sei
zoen om de komedie te bezoeken, maar een stuk
als Paljas ziet men zelden, en is men geneigd om
tien en meer malen dezelfde ouverture te hooren,
Paljas mag daar ook gerust aanspraak op maken.
Gisterenmiddag geraakte bij de aankomst der
Goudsche 'boot Volharding een koopman te water,
die er wilde afspringen, alvorens men de plank
gelegd bad. Met veel moeite werd hij er uit ge
haald eb kwam met den schrik vrij.
Het stukje, gisteren door ods met een paar op
merkingen vermeerderd mit de Nieuwe Bijdra
gen overgenomen, is bij vergissing onder de
rubriek „Ingezonden Stukken" geplaatst.
Ter vervanging van den gepensioneerden officier
van gezondheid Giesecken is bij het koloniaal
werfdepot gedetacheerd de officier van gezond
beid 2de klasse J. G. BruDS van het 1ste regi
ment huzaren uit Leiden. D.)
De officier vau gezondheid 2de klasse Pabst,
van het 1ste bataljon 8ste regimenti infanterie,
te Arnhem, is overgeplaatst bij het 1ste regiment
huzaren te Leiden en wordt vervangen door den
officier van gezondheid 2dèi klasse Pbilipsen, van
het 3de baialjon 8ste regiment infanterie.
Vereeniging ziéli het onderzoek ten doel stellen
van de andere typen van ongewervelde dieren
(weekdieren, wormen, stekelhuidigen, coelente-
raten en protozoën). Tot de middelen, waardoor
zij het doel zal trachten te bereiken, behooren
1°. eene verzameling, die zoowel drogè voor
werpen als exemplaren op spiritus en microsco
pische preparaten zou' moeien bevatten2®. eene
bibliothéek; 3®. het 'houden van bijeenkomsten,
'als gelegenlieidomdoor persoonlijke kennismaking
zoowel als door gemeenschappelijk overleg, eè'nvör-
migheid in h;et 'streven der leden te bêvorderen.
Voorloopig zijn 'reeds tot deze Vereeniging toege
treden de' heeren: PrOI. L. A. J. Burgersdijk, te Dé-"
venter,-Prof. P. Hartiug, leTJtrecht; Dr. J. A. Her
klots, te Leiden; F. van Héukelom, te Amsterdam;
R. T. Maitland, te 's Grave'nliage; Dr. L. de
Marrée, te Doetinchem;'Am. Öltmans, te Amster
dam; Fr. P. L. Pollen, te Schévenïogen; Prof. Hl,
Salverda, te Groningen; Prof. Emil Selenka, te
Leiden; Dr. M. C. Verloren van Themaat, Hóóg
land nabij Amersfoort; J. Voorhoeve H. C. Zn.
te Rotterdam; Dr. T C. Winkler, tfe Haarlem;
benevens een zestigtal hndere beoefenaars, ver
zamelaars en overige belangstellenden.
In den loop der volgende maand zal in de Rot
terdamsche Diergaarde eene vergadering worden
gehouden tot het eonstitueeren eener Dierkun
dige Vereeniging, tot wier oprichting zich te Rot
terdam eene Commissie heeft gevormd, bestaande
uit de heeren A. A. van Bemmelen, directeur
der Rotterdamsehe Diergaarde; M. M.Schepman
rentmeester vati Rhoon en Pendrecht, Albrandk-
waard- en Pernis, te Rhoon en H. J. van An
kurn, leeraar in de natuurlijke historie aan de
Hoogere Burgerschool te Rotterdam.
De vele goede resultaten, die de Nederlandsche
Entomologische Vereeniging voor de kennis on
zer insecten-fauna oplevert, heeft bij hen het
denkbeeld doen ontstaan, eene dergelijke Veree
niging op te richten, tot bevordering van het
wetenschappelijk onderzoek der ovél'ige lagere
dieren in ons vaderland. Terwijl bij de eerstge
noemde, het veld van onderzoek zich bepaalde
tot de type der gelede dieren, zal 'de nieuwe
Gisteren zijn te 's-Gravenhage geëxamineerd
voor dé Engelsche taal Tl onderwijzeressen, afge
wezen 4, toegelaten 7, de dames J. I. Becht, G.
M. H. Dannenborgh, H. M. Guiohard, L.G.Immink,
M. Messemaker, J. M. Molewater en C. W. van
Swieten.
Voor de Fransche taal 14 onderwijzeressen,
afgewezen 3, toegelaten 11, de dames H. E. Bak
ker, N. H. A. Bouscholte, M. Bourquin. E. J. J.
Castens, L. E. Dépraz, M. M. Gerike, A. H. Jansen,
S. H. Jansen, H. C. van Veen, C. H. Verwolt
en S. Rocher.
Het Nederl. stoomschip Prins van Oranje, kapi
tein Braat, is, na te Batavia te' hebben gedokt,
den lSden dezer te Soerabaya aangekomen, en
zou den 8sten Mei de terugreis aanvaarden met
70 passagiers.
i.
Aan den opzichter van fortificatiën der 2de kl.
B. W. G. van Ling, behoorende tot het garnizoen
te Dordrecht is de gouden medaille toegekend
wegens 36 jaren trouwen militairen dienst en de
daaraan verbonden gratifegt^van 50.
Door den heer Bredius zijn op hét ontwerp,
houdende eene algemeene belasting op de inkom
sten, ter vervanging van het recht van patent
en van de accijnsen op het geslacht en de zeep
voorgesteld de volgende amendementen.
1. a. Art. 10, alinea 3, achter het woord „ver
minderd" te lezen: met f 400 strekt tot grond
slag voor het bepalen van het bedrag der belas
ting. b. Bij te voegen een vierde alinea, luidende:
„Van het bedrag van den aanslag wordt vier
ten honderd afgetrokken voor elk minderjarig
kind van deu belastingschuldige, dat geen eigen
inkomsten heeft en bij hem inwoont, of ten
zijnen laste is."
2. In te lasschen een nieuw art. 43, luidende:
„Na den eersten Januari, volgende op de invoe
ring dezer wet, zullen in de gemeenten geen
hoofdelijke omslegen of andere plaatselijke directe
belastingen, bedoeld in de artiken 240, 243 en
245 der wet van den 29sten Junij 1851 (6'fW. n*.
85) inogeu worden geheven, anders den bij wijze
vau opcenten up het bedrag der, krachtens deze
wet, te heffen belasting op de inkomsten.
3. Art. 43 te veraudereu in ,44.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen een wets
ontwerp houdende méchtiging, om aan de ge
meente 's-Gravenhage voor den tijd van negen
tig jaren in erfpacht uit te geven de Rijks duin-
gronden gelegen tusschen ScheVeningen en het
Wassenaarsche Schulpslög, benoodigd voor den
aanleg eener duinwaterleiding ten behoeve diet
gemeente, tegen een jaarffjksch canon, die, met
buiten effect stelling van art. 48 der wet van 26
Mei, 1870, wordt bepaald als volgt:
a. teu aanzjep van de gronden benoodigd voor
den straatweg en pompstation met de bijbehoo-
rende werken: op den loopende pachlpnjs naar
evenredigheid van de in te nemen gedeelte in
dier voege, dat bij dé berekening van den canon
builen aanmerkiog blijven de niet verpachte
gronden
b. ten aanzien van de gronden, benoodigd voor
dehaanleg van de open kanalen der waterleiding;