Zaterdag
6 April.
IV0. 3729.
A°. 1872.
Feuilleton van het „Leidsch
Dagblad".
SCHETSEN ÜIT EHÖELAMD.
LBIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT,
Voor Leiden per 3 ma&nden3.00.
franco per postm 3.85
Aironderlijke NommersB 0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJ8 DKH ADVERTENTIES
Voor iederen rojol..V.777.7..7./0.1S.
Grootere lotUn uur 4a plaatsruimte die ijj beslaan.
Lelden. 6 April.
Ijlet genoegen kunnen wij onzen lezers inele-
•elen dat dit jaar het Muziekfeest, te geven
te de Leidsche Zangvereeniging, in de Hoogland-
jjhe kerk zal plaats hebben den 23sten en 24sten
ia.s. Het bureau tot het bespreken vau plaatsen
il geopend zijn den 18den te voren, 's morgens
10 uren, en naar wij vernemen zullen door
I.H. Commissarissen maatregelen genomen wor-
lo, dat alles met de meeste eerlijkheid ge
wiede en men niet van ondergeschikten afhan-
Ilijk zij.
I Door den heer Dr. L. Aronstein en A. Sassen
bij de Maalschappy van Landbouw, Tuinbouw en
inteelt in het arrondissement Breda en omstre-
[keu een rapport ingediend omtrent de proeven
set het Liernursch pneumatisch rioolsysteem, te
|uisterdam genomen. Hun oordeel is zoo gun-
dat zij een nadere proefneming niet meer
loiiig achten.
[Ook in het buitenland hebben de proefnemin-
te Amsterdam en Leiden de aandacht ge
trokken.
De Nordd. Allg. Zeit. bevatte dezer dagen een
krtikel van de hand vau Dr. Ewicb van Keulen,
|iiarin een boogst interessante beschrijving van
4it proefnemingen wordt gegeven. Aan het slot
het artikel verklaart de schrijver, die als
lertegeuwoordiger van de landbouwvereeniging
Keulen de proefnemingen heeft bijgewoond,
lat de proeven als volkomen gelukt moeten wor
den bescbouwd, en dat het Liernursche systeem
Bet succes in iedere stad kan worden toegepast,
tiaar het mogelijk is buizen te leggen.
Wel is waar, zegt hij, deden zich nog nu en
lau kleine moeielijkheden voor, maar die zijn te
verwinnen en hebben niet belet dat het geheel
Instekend werkte. De gezamenlijke buizen te
Amsterdam eü te Leiden zijn thans 2548 meter
'aug. De ondervinding heeft echter geleerd dat
het mogelijk is de faecale stoffen over nog groo
tere uitgestrektheid af te voeren en op dezelfde
wijze de straatreservoirs door middel van een
verbindingsbuis door een staande machine te
tullen, en in dezelfde verzamelplaats te doen
ailstroomen, zoodat bij doorvoering van het sys-
|eeni steden van 20 a 25,000 inwoners naar het
van den uitvinder slechts éen aftapgebouw
|ioodig hebben. (Fad.)
HH. MM. de Koning en de Koningin en ver
dere leden van het Koninklijk huis hebben door
ruime deelneming in de verloting van het schil-
perstuk van Jhr. E. van Heemskerk van Beest,
eo behoeve van den sloeperman en menschen-
tedder Cornelis Dito, reeds van HDs. belangstel
ling in dit menschlievend plan, op onbekrompen
[tvijs, blijk gegeven.
De lijsten van inteekeuing zijn in de sociëteiten
le 's-Gravenhage, Amsterdam, Rotterdam eu in
uodere groote plaatsen des Rijks neergelegd.
(D. v. Z.-ti.)
Het Huisgezin van den Watergeus is de titel van
«o historisch drama in twee bedrijven met zang,
door J. K. de Regt, vervaardigd op uitnoodiging
der Leidsche feestcommissie, en opgevoerd in den
Stadsschouwburg alhier op 1 April 1872.
Droeg het op den feestdag de goedkeuring weg
van de Leidsche jeugd, an werd het door haar
zeer toegejuicht, dit verwondert ons geenszins.
Er is toch handeling in en het houdt de aandacht
gaande; het zo' daarom zeker nog eens meer
opgevoerd worden.
De ferme houding van Dora, de verloofde van
een jongen Watergeus, tegenover den Spaanschen
bevelhebber, is als uit het leven gegrepen. Ook
van Koppelstok en de overige personen kunnen
wij zeggen, dat zij zich eenvoudig en natuurlijk
voordoen. Hier eu daar is echter wel wat tegen
taal] en stijl gezondigd. Zoo vinden wij o. a. om
ons to redden van het knellende jukliefde jegens
de vrijheid; zij zijn getrouw aan hun land en
aan den Prins, en is hunne leuze sterven of over
winnen; van 't heldenvoik, dat fier de wateren
kloof-, zij deelt in het beginsel van ons; zijt ons
welkom, edele heer. Maar dit zijn licht te ver
helpen kleinigheden.
Gisteren zijn te 's-Gravenhage geëxamineerd
20 caodidaten voor de acte van hulponderwijzer.
Afgewezen zijn 9; toegelaten 11: de heereu J.
Brouwer, W. K. van Driel, A. van Dijk, F. Heus,
J. C. Kester, S. van der Loo, G. van Megehelen,
A. M. Verheggen, L. Voortman, J. de Vries, P.
van West.
Het vervoer langs den Nederlandschen Rijn
spoorweg heeft gedurende de maand Maart 1872
opgebracht aan reizigers f 127,780, aan goederen
f 51,808, aan direct verkeer van reizigers en goe
deren 7 174,657; te zamen ƒ354,245.
Tot lid der Provinciale Staten van Noord-Bra
bant is gekozen de heer Mastboom, candidaatder
Katholieke kiezersvereeniging.
In de zitting, welke door de Eerste Kamer
gisterenavond werd gehouden, is na onderzoek der
geloofsbrieven, de heer VV. baron van Golstein toe
gelaten en als lid geïnstalleerd. Ingekomen is
eene missive van den Minister van Koloniën,
meldende, dat bij koninklijk besluit is toe-
gestaau eene verhooging der begrooting voor de
Kast van Guinea met ƒ20,000 ter bestrijding
van mogelijke kosten tot uitvoering van het trac-
laat van afstand. Met 21 tegen 7 stemmen is een
voorstel van den heer Cremers aangenomen om
de tiendeuwet, waarvan het eindverslag gereed
is, Maandag aanstaande in handeling te nemen.
De Vereenigiug //Hulp voor minvermogende
Weezen" te Amsterdam hield Zondag haar jaar-
lijksche algemeene vergadering. Uit het verslag
bleek, dat de vereeniging in ledental zeer is
toegenomen (thans 1100). De ontvangsten be
droegen ƒ2218.14 en de rekening sluit met een
batig saldo van 46.57. In dit jaar werden zeven
weezeu door het bestuur in verschillende ge
stichten, daartoe bestemd, verpleegd; drie daar
van in het Centraal Israëlietische weeshuis te
Utrecht.
Vier bestuurderessen der Haagsche afdeeling
van Arbeid Adelt hebben zich aan die Vereeniging
onttrokken en besloten zich aan te sluiten bij de
Amsterdamsche Vereeniging Tesselschade.
Naar men ons mededeelt, wordt van rechts
wege te Zwolle een streng ouderzoek ingesteld
tegeu een kapitein en twee inferieuren op de
stoomboot Jacoba, als beschuldigd o. a. van on
voldoende maatregelen genomen te hebben, om
het aanvaren van een roeiboot, waarbij de beurt
schipper Jb. de Vries van Meppel, onlangs het
levèn heeft verloren, te voorkomen. Van den uit
slag van dit onderzoek wordt, naar men mede
deelt, het al of niet instellen eener rechtsvorde
ring tot het bekomen .van schadevergoeding,
wegens het verlies van haren broodwinner, te
gen de directie van den stoombootdienst, door
de echtgenoote van den overledene, afhankelijk
gemaakt. (U. D.)
De koninklijke goedkeuring is verleend aan
de statuten dor suikerbakkersvereeniging ,/Een-
dragt maakt magt," gevestigd te Amsterdam. Zij
stelt zich ten doel den toestand barer leden op
stoffelijk en zedelijk gebied, te bevorderen en te
verbeteren. De wijze, waarop men dit doel
wenscht te bereiken, is: ten eerste, het verlee-
nen van hulp in tijden van ziekte; vervolgens,
alles aanwenden wat strekken kan tot waardee
ring van den arbeid, alsook door zedelijke ont
wikkeling der werklieden (door voordrachten en
voorlezingen op zedelijk gebied), van de patroons
te verkrijgen den tijd voor die ontwikkeling, door
het wegnemen dér voor de werklieden zoo scha
delijke gewoonte van langer dan zes dagen per
week en twaalf uren per dag met inbegrip van
den schafttijd te arbeiden. De contributie zal be
dragen zeveu cents per week. Het ziekengeld
wordt bepaald op vier gulden.per week, en de
duur der uitkeering op vijftig weken.
De Minister van Oorlog, overwegende, dat na
der dient te worden aangeduid, wie de bedoelde
rechthebbende is op de gelden, welke door een
loteling, wien bij speciale beschikking vergunning
is verleend om een plaatsvervanger te stellen, ge
stort zijn in de kas van het korps, waarbij deze
is ingelijfd en gelet dat die gelden gedeponeerd
worden om te voorzien dat het rijk, bij ontslag
of verwijdering uit den dienst van den plaatsver
vanger, met diens schuld op bet kleeding- en re
paratiefonds worde bezwaard heeft bepaald
1°. dat, zoodra de militie-diensttijd van den
loteling is verstreken, van de gedeponeerde gelden
de schuld van zijn plaatsvervanger op het Wee
ding- en reparatiefonds aangezuiverd, en het over
schot of, zoo hij geen schuld heeft, de gestorte
som, aan deu loteling uitbetaald behoort te
worden
2". dat ten aanzien van den loteling, wiens
plaatsvervanger bij 's Rijks zeemacht of de kolo
niale troepen overgaat, dadelijk nadat het korps
daarvan kennis bekomen heeft, moet worden ge
handeld als bij punt 1". nopens hen, die bij het
leger hier te lande dienen, is bepaald
3". dat ingeval van desortie, ontslag of verwij
dering uit den dienst van een plaatsvervanger,
diens schuld op het kleeding- en reparatiefonds
uit de gedeponeerde gelden moet worden aange
zuiverd, doch het saldo eerst dan aan den lote
ling uitbetaald wordt, als vóór het eindigen van
zijn militie-diensttijd geen nieuwe plaatsvervanger
ingelijfd wordt, noch de gedeserteerde terugkeert;
4*. dat bijaldien een loteling niet voor ^Janu
ari van het jaar volgende op dat waarin zijn
diensttijd eindigde over het hem aankomene be
drag beschikt, die gelden in de kas der gerech
telijke en vrijwillige consignatiën behooren te
worden overgebracht.
De Minister van Oorlog heeft ter kennis van
betrokken autoriteiten gebracht dat ingevolge Zr.
Ms. besluit, van 24 Maart jl., voorloopig tot en
met den laatsten September e. k. van kracht blijft
de gunstige bepaling, dat aan ieder recruut, die
zich voor 6 jaren bij het korps mariniers ver
bindt en aan ieder milicien, die daarbij overgaat,
als minimum voor handgeld kan worden uitbe
taald ƒ100.
Aan de Utrechtsche Vereeniging voor Fabrieks-
en Handswerksnijverheid viel op 1 April, tijdeus
den optocht eene onderscheiding te beurt, die
wel waard is meer algemeen bekend te worden
Toen de trein de Biltstraat passeerde en het buis
van den beer L. Mulder, inspecteur vau het lager
onderwijs in de prov. Utreoht, genaderd was,
werd vau het balkon aqn het bestuur dier ver
eeniging een lauwerkrans toegeworpen; zeker
wel een bewijs van de goedkeuring van dien
heer van het, streven dier vereeniging om onder
wijs te verstrekken aan zoovele jeugdige men-
schen, hetgeen door de leerliugen zeiven, door
middel van kleine banieren, bij den optocht aan
schouwelijk werd voorgesteld. De lauwerkrans
werd spoedig aan de groote banier gehecht.
(ütr. D.)
Dinsdag-avond, toen een gezelschap van zes
jeugdige personen van de feestviering huiswaarts
reed over den Oostdijk der gemeente Willemstad
schrikte het paard van eene voorbijgaande zin
gende menigte en sprong.regelrecht den dijk af
waardoor het rijtuig ouderste boven raakte en
grootendeels verbrijzelde. Eenigen van het ge
zelschap werden door het gebroken glas gekwetst,
terwijl de anderen, behalve eenige onbeduidende
kneuzingen, met den schrik vrij kwamen.
Dezer dagen overleed te Brakel eene oude
oogehuwde vrouw, op ruim Söjarigen leeftijd.
Bij het nazien van baren inboedel, vond men,
naar men verneemt, behalve eenige contanten
in zilver en koper, eene som van p. m. 2000
aangouden tientjes.
NAAK HET FKANSCH VAN
f e rw ■£-
IV.
De opvoeding.
Vervolg.)
Breekt de zon door dan lacht zij u blijde toe, als
'eue schoone bedeesde maagd, gelukkig onder
karen sluier, die even wordt opgelicht.
Intusschen loopt den dag ten einde. Een witte
damp spreidt zich over het weiland uit, waarlegen
de rivier donker afsteekt; het wordt stil;slechts
de klok van den toren van Chrisl-church doet
daar welluidende tonen hooren, men zou zich
nooit op honderd schreden van de stad wanen.
Wat moet het hier kalm en dichterlijkstudeeren
lijn 1
Een wandeling in Magdalen-Collegeik kan
ze maar niel genoeg bewonderendie oude met
klimop gefestonneerde gebouwen, die gekanteelde
torens, die kruisramen, vooral die ruime vierkante
binnenplaatsen, omringd door gewelfde zuilen
gangen als in de Italiaansche kloosters.
Des namiddags ziet men er nu en dan een
enkelen stndent, maar heerscht er overigens een
diepe stilte, een eenzaamheid die u dichterlijk
stemt te midden van die ongeschonden gewroch
ten van bouwkunst, bij wier aanschouwing het
denkbeeld van verwaarloozing, puinhoopen en
dood niet hij u opkomt. Damherten grazen vreed
zaam onder de reusachtige olmen; een lange
straatweg, aan weerskanten met de schoonste
hoornen bezoomd, slingert zich tusschen twee
rivieren. Oxford ligt in eene lage vlakte, vandaar
dat zachte, frissche, ongemeen rijke groen. In
Worcester College is een groote vijver, waarin
zwanen zwemmen, tusschen met bloemen door
weven grasvelden. Overal heffen ceders, reusach
tige iepen, eiken, populieren hunne kruinen om
hoog en breiden hunne takken uit, waar kamper
foelie en glycine zich omheen slingert. De groote
tuinen van St.-John, de kleine tuin van Wadham
zijn meesterstukken, eenig in hun soort, zooals
de kunst niet kan tot 6tand brengen.
De natuur en de tijd zijn hier de werkmeesters
geweest; kan menscbelijke kunst iets zoo schoons
voortbrengen als zulk een groep boomen van drie
honderd jaar? Maar neen, ik vergis mij. Die
gebouwen, ook driehonderd jaar oud, zijn met
hetzelfde recht in den grond geworteld als die
boomen. De kleur van den steen is door het kli
maat gewijzigd, de ouderdom heeft aan de ge
bouwen de majesteit der omringende natuur ver
leend. Zij geven niet deu indruk van werktuige
lijke regelmatigheid, van iels officieelselk collegie
is zelfstandig ontwikkeld, elke eeuw heeft op hare
wijs er aan gebouwd. Hier de grootsche vierhoek
van Christ-Church inet zijne grasvelden, fonteinen
en trappen; ginds, bij de Bodleyaansche biblio
theek, eene menigte gebouwen, gebeeldhouwde
portalen, hooge torens, fijn uitgewerkte torentjes,
koepels door colonnettes omringd. Somtijds is de
kapel een kleine cathedraal. In verscheidene col
leges is de eetzaal zestig voet hoog en gewelfd,
zoodat zij het schip eener kerk gelijkt. De raads
zaal met ouderwetsch paneelwerk bekleed, doet
niet onder voor onze oude vergaderzalen van het
kapittel. Verbeeld u het leven van een master, van
een fellow in een van die kunstgewrochten met
gothische lambrizeeringen en ramen in renaissance
of middeleeuvvschen stijl, te midden van weelde
en kunst, platen, etsen, keurige boeken. Het
maakt een plecbtigen indruk, wanneer men
's avonds bij het afgaan van den trap het licht
ziet trillen over die groote donkere vormen...
Niets ontbreekt hier, noch de schoonheid der
kunst, noch de frischheid der natuur, noch de
ernst en grootschheid der geschiedenis. Toen ik
zoo even de colleges bezocht, noemde men mij
de namen van vroegere bewoners, van beroemde
studenten: Wickleff, de Zwarte Prins, sir Walter
Raleigh, Pym, Hampden, de aartsbisschop Laud,
Iroton, Addison. In elk gebouw ligt een Guide
(gids), die vermeldt wanneer en door wien de
stichting, verfraaiiug, herstelling is tot stand ge
bracht. Al di9 oude mannen schijnen nog te
leven; hunne werken hebben hen overleefd en
blijven. De wijsheid van vroeger tijd staat in
Lalijnsche spreuken op de muren geschreven;
op een klok leest men boven de uren dit ernstig
woordPereunt et imputantur (Zij gaan voorbij en
zullen in rekening gebracht worden). En het is
geen doode, noch doodsche stad; de werken van
den nieuweren tyd voltooien en vergrooten die
der oudheid; de tijdgenooteu bouwen en begiftigen
even als vroeger.
(Wordt vervolgd.)