Vrijdag
5 April.
N0. 3728.
A°. 1872.
STADS-BE RICHTEN.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJ8 DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden./3.00.
Franco per post9 3.85
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor iederen regel0.15.
Grootere letten naar de plaatsrnimte die xij beslaan.
(«TWEEDE ZITTING VAN DEN MILITIERAAD.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS yan
Leiden,
Gezien art. 92 der wet van 19 Augustus 1861,
letrekkelijk de nationale militie Staatsblad n°. 72);
I Gelet op de missive van den Generaal-Majoor,
Ililitie-Commissaris in liet 3de district der provincie
luid-Holland;
Doen te weten: dat de tweede zitting van den
llilitieraad voor deze gemeente wordt gehouden in
der vertrekken van het Raadhuis, op Maandag
ten 8sten en Woensdag den lOden April 1872, op
.{erstgemelden dag des voormiddags te haflien, lol het
Koen van uitspraak omtrent alle in de eerste lilling niet
'afgedane zaken, op laatstgemelden dag des middags te
dtvaalf uren, lot het doen van uitspraak omtrent hen,
4ie als plaatsvervanger of nummerverwisselaar verlangen
i te tredenvoorts, dat tot het opmaken der daartoe
lereischte bewijsstukken, van heden af, ter secretarie
lezer gemeente, van des voormiddags tien tot des
lamiddags drie uren, Zon- en feestdagen uitgezonderd,
Irordt gevaceerd; welke gelegenheid de belanghebben
den worden vermaand zich te nutte te maken, daar
ian den loteling, die reeds bij de militie is ingelijfd,
overeenkomstig het bepaalde bij art. 70 der boven-
.ingehaalde wet, door den Koning niet dan in bij
rondere gevallen het stellen van een plaatsvervanger
(kan worden vergund.
Eindelijk wordt, ter voorkoming van misverstand,
nog opgemerkt dat de loteling, omtrent wien de
[Militieraad in zijne eerste zitting reeds uitspraak heeft
fjedaan, niet in de tweede zitting behoeft te ver-
r schijnen, ten ware hij daarin een plaatsvervanger of
een nummerverwisselaar mogt willen voorstellen.
Er wordt deze door aanplakking en door plaatsing
I in de Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 30 Maart 1872.
T>e Brielsche Feestviering.
Biiielle, 3 April 1872.
We was het te voorzien, dat de feestviering
langer dan éen dag zou duren. Immers, de ge
moederen waren zoo in beweging gekomen, de
^geestdrift was zoo groot, dat er nog eenige dagen
moesten verloopen, eer de gemoederen en met
hen deze stad weer tot hun vroegere rast konden
[terugkeeren. De festiviteiten waren wel vele op
|2 en 3 April, maar niet van veel beteekenis.
[Gisteren werden de volksspelen gegeven, afge
wisseld door accrobatisclie toeren. Onder de volks
spelen was ook 't mastkliinmengeen van de
deelnemers kon 't doel bereiken. Een man zou
toen tegen den mast gaan staan en een ander er
tegen op klimmennog gelukte het niet. Twee
mannen gingen boven elkander staan, het baatte
I evenmin. Eindelijk stOQden er vier boveu elkander
eu gelukte het na veel inspanning den vijfden
een prijs te halen. Gij kunt begrijpen, welk een
komiek gezicht dat wasvier mannen op elkander
staande en een vijfde er tegen op klauterende.
Er waren ook herhaaldelijk optochten, als 't mu
ziekgezelschap van den heer Tibbe, de matrozen
van Hellevoetsluis, etc. Het grootte feestlokaal was
in een café chanlant herschapeDwederom bleef
men er lang bijeen en wederom werd onder luid
i spplaudissement de operette Der erste April 1872
in Briel, waarin de Watergeuzen handelend op-
kaden, opgevoerd. Men amuseerde zich daar per
fect, en zeer laat duurde er de feestvreugde.
Hedenmorgen zag men nog telkens troepjes
tau zingende Oranjeklanten door Brielle trekken,
cd al waren dikwijls hunne handelingen walge-
lijk, soms moest men er toch wel om lachen.
Dit scheen ook de politie te denken, want uw
correspondent zag, hoe een man, die in verre-
gaanden staat van dronkenschap verkeerde en
wiens gelaat geheel blauw was, aan zijne kame
raden stof tot grappen schonk, en hoe zij hem
op de ruwste manier behandelden. Politie was
echter nergens te vinden. Vau middag zag men
een optocht van varensgezellen, voorafgegaan door
't muziekkorps van den heer Tibbe en gevolgd
door een soort zegewagen, die door kanonniers
werd getrokken. Het moest voor aardig doorgaaD,
doch ik kon er niets aardigs aan vinden. Van
avond zal er bal zijn in het groote feestlokaal;
dit zal vermoedelijk de feestviering wel besluiten,
want reeds nu heeft Den Briel een groot deel
van zijn feestelijk aanzien verloren.
In mijn verslag van de feestviering schreef ik,
dat Z. M. gesproken had van „de nakomelingen
van 't geheele volk." Andere couranten spreken
van 't Geuienvolk, Ik vind dat woord oneindig
beter, doch ik meen bepaald verstaan te hebben
geheele, en van de S verslaggevers, met welke ik
in de tribune zat, waren het 2 met mij eens.
De Koning heeft de lauwerkrans en de bou-
quetten, welke hem door de Nederlandsehe Maagd
en de bekoorlijke schoonen van den zegewagen
„Bronnen van welvaart" zijn toegeworpen, mede
genomen naar 's-Ilage.
Ik kan u nu twee toasten inededeelen, welke
aan 't déjeuner dinaloire zijn uitgebracht. De eene
door den hee1 G. F. Lette, burgemeester van
Brielle en voorzitter der hoofdcommissie, op Z. M.
„Wordt de eer om als hoofd van het bestuur
van deze gemeente te dezer gelegenheid het woord
tot Z. M. te mogen richten ten hoogste door mij
gewaardeerd, ik besef tevens ten volle, Sire, dat
mij de gaaf ontbreekt, om de gevoelens, die de
hier vereenigden op dit oogenblik bezielen, in
zoodanige bewoordingen in te kleeden als ik dit
zo zeer zou wenschen te kunnen doen. De ge
beurtenis toch, Sire, waarvan wij heden de 300-
jarige herdenking vieren, was, hoe gering ook op
zich zelve, een der in zijne gevolgen meest ge
wichtige feiten, in dien moeilijken strijd, waarin
ons roemrijk voorgeslacht met Oranje aan het
hoofd, na eene tachtigjarige worsteling deeinde-
lijke zegepraal mocht behalen. De hand daardoor
tusschen het volk en Uw Huis gesloten is onver
breekbaar, Sire! en het leest, dat wij heden vie
ren, leidt er van zelf toe, om de banden van ge
hechtheid tusschen het Nederlaudsche volk en het
geliefd en geëerbiedigd stamhuis van Oranje zoo
mogelijk nog nauwer toe te halen. Zal gansch
Nederland daarom uwe tegenwoordigheid eo die
van Uwen geliefden zoon, den doorluehtigen
Prins waardeeren en toejuichen, neem de verze
kering aan, Sire, dat dit in de eerste plaats door
de regeering eu de burgerij dezer stad op den
hoogsten prijs wordt gesteld.
Ontvang daarvoor onzen hartelijken en welge-
meenden dank, Sire, en vergun mij, dat ik de
belangen onzer gemeente in Uwe Uooge bescher
ming aanbeveel. Moge het U. M. vergund zijn, om
nog vele jaren lot heil des lands de teugels van
't bewind te voeren; moge welvaart, Orde en
eensgezindheid in steeds toenemende mate in ons
gezegend vaderland blijven heerschen en daarin
voor U. M. het loon zijn weggelegd voor de vele
moeiten en zorgen der Regeering. En moge de
wensch vervuld worden, waarmede ik dezen
feestdronk besluit, dat bij volgende eeuwfeesten
Uwe nakomelingen door ons nakroost met dezelfde
ongeveinsde diepgevoelde bewijzen van gehecht
heid en eerbied worden begroet, als U. M. heden
bij de intrede in deze veste ten deel vielen door
den uit duizenden monden u toegeroepen en thans
door ons herhaalden kreet: „Leve de Koning!.
Leve Willem III!"
De andere werd uitgebracht door den heer H
de Jager, op den feestredenaar prof. M. de Vries
„Sirel Van Uwe Majesteit verlof bekomen heb
bende, om een dronk in te stellen, wensch ik,
nadat de ondervoorzitter met zulke schoone woor
den zijne gevoelens geuit heeft, het feest van den
dag te herdenken. Koesterde de hoofdcommissie
voor de viering van dezen heugelijken dag de
welgegronde verwachting, dat de met goedkeuring
van U. M. gekozen feestredenaar de rechte man
op de rechte plaats zoude zijn, zij gevoelt zich ten
hoogste aan hem verplicht niet alleen voor de
bereidvaardigheid, waarmede hij de gewichtige
en moeilijke taak om op dezen dag het woord
te voeren, op zich genomen heeft, maar ook voor
de uitstekende, aangrijpende wijze, waarop die
taak door hem werd vervuld. Der Hoofdcommissie
is het hoogst aangenaam in tegenwoordigheid van
U. M. den feestredenaar haren oprechten dank
te betuigen voor zijn welsprekend, mannelijk
woord, dat ons op treffende wijze den Geuzentijd
der 16de eeuw met zijne gezegende gevolgen in
herinnering bracht, en dat zoo ondubbelzinnig
getuigde zoowel van zijne liefde voor de geliefde
vrijheid, in wier bezit wij ons mogen verheugen,
als van zijne vurige gehechtheid aan het iederen
Nederlander geliefd huis van Oranje. Moge het
hem nog lang gegeven worden die edele gevoelens
aan te kweeken bij hen, die de hope des vader
lands zijn, den bloei der vaderlandsche taal en
letteren te bevorderen en de eer en de rechten
te handhaven ODzer roemrijke geschiedenis, die
op iedere harer bladzijden getuigt, dat, zal het
Nederland wel gaan, het met Oranje op het nauwst
verbonden blijve I"
Lelden, 4 April.
Door den uitgever van Nederland's Bevrijding,
onder welken titel de door Dr. M. de Vries op
1 April te Brielle gehouden toespraak was ver
schenen, is bij den officier van justitie alhier een
aanklacht ingediend tegen de uitgevers der Haar-
lemsche Couranl wegens het nadrukken van meer
dan de helft en tegen die van 't Utrechtsch Dagblad
wegens het nadrukken van een vijfde dier rede
voering.
In den nacht van Zondag op Maandag 11. is,
onder Soelerwoude, overleden de heer Dr. J. A.
Herklots, conservator aan 's Rijks museum van
natuurlijke historie alhier, en lid van de Kon.
Academie van Wetenschappen te Amsterdam.
In de eerste helft der maand Maart zijn aan het
postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven,
die wegen9 onbekendheid der adressanten niet
bezorgd zijn kunnen worden.
J. de Lange, Beethorst, B. Theil, M. Burgers,
Roderer, V. d. Valk, J. H. Brouwer, J. Ooslerink,
J. de Jong, H. van der Zanden, L. J. J. Gilles,
allen te Amsterdam; J. W. Keere, te Assen;
Wed. H. Griffijn, te Dordrecht; P. C. van Saaren,
te 's-Gravenhage; P. Wintjes, te Houtum; Wed.
Wasmoet, geb. van Lijda, te Kampen; C. Berg
man en H. Lepelaar, beiden te LeideQW. M.
Luitjens, Middelburg; Ripkiug, te Soeterwoude;
de Bruin, te Venlo; Fiolét, te Voorschoten H.
van Adrichem, te ZutfenJantje van der Werf,
(woonplaats niet vermeld.)
Bij beschikking van den Minister van Oorlog is
de 1ste luitenant J. Knuppe van het 3de bij het
4de regiment iufanterie, in zijn rang overgeplaatst.
Dinsdag-morgen had te Geervliet een droevig
ongeluk plaats. Eene vrouw, lijdende aan toe
vallen, viel voorover in het vuur, waardoor zij,
aan éen ann, borst en aangezicht, vreeselijk ver
minkt werd. Zij geeft nog onverstaanbaar geluid,
doch haar toestand is van dien aard, dat er wei
nig hoop op herstel bestaat.
De examina ter verkrijging van akten voor het
lager onderwijs in de provincie Zuid-Holland
zijn den 3den April te 's-Gravenhage aangevan
gen. Geëxamineerd zijn voor het Fransch 12
candidaten; 7 daarvan zijn afgewezen toegelaten
zijn 5, de heeren: W. Cramer, P. van der Ent,
A. de Keizer, W. J. A. Kruyer en F. E. Luitjes.
Er zijn meer dan 400 uandidaten. De commissie
bestaat uit deo heer Dr. Lindo, inspecteur, en
de schoolopzieners Mr. J. J. Van Geuns, Prof.
de Gueje, Dr. Mensiog en Dr. Vaillant.
Den 7den en 8steo Mei o. k. zullen de mili
ciens der lichting 1872 bij de verschillende regi
menten infanterie en vesting-artillerie onder de
wapenen worden geroepen, om in den wapen
handel te worden geoefend.
Tot groot leedwezen gewis zal men vernemen,
dat de eens zoo rijk begaafde dramatische artiste»
onze hooggeachte landgenoot Anthon Peters, se
dert eenige maanden ongesteld, in de laatste da
gen zoozeer in zielskrachten afgenomen is, dat
alleen eene hoogst zorgvuldige geneeskundige be
handeling nog eenige toekomst voor den geach-
ten lijder belooft. Wij willen hopen, dat de Hol
iandsche schouwburg, maar meer uog dat zijne
echtgenoot en kinderen hem zich nog niet zullen
zien ontvallen, maar dat hij gespaard moge blij
ven voor de zijnen en voor de kunst.
Wij vernemen, dat cornmissiën uit de Kamers
van Koophandel en Fabrieken van Breda, Go-
rinehem, Oosterhout. Schoonhoven, Tilburg en
Waalwijk zich 1.1. Woensdag vereenigd hebben
aan het Rhijnspoorweg-siation te Utrecht, ter
beraadslaging over het tot stand brengen van een
spoorweg. SchoonhCl.)
Eergisterennacht heeft de heer B. uit Leeuwar
den, naar men zegt uit financieelen nood, zicb te
Amsterdam met een pistoolschot van het leven
willen berooven; dat evenwel slechts gedeeltelijk
gelukt is, daar de politie is toegeschoten ea hij
onder een hevig bloedverlies caar't gasthuis is
vervoerd. Men vreest evenwel voor 't behoud
van zijn leven.
Een talrijk publiek van genoodigden, onder
welke leden van den gemeenteraad en onder
scheidene autorilèiten, woonde Zaterdag jl. de
openbare uitvoering bij van de Rotterdamsche
Gymnastiek en Schermvereeniging." De gunstig
bekende stafmuziek van bet regiment huzaren
verhoogde de feestelijkheid van den avond. De
president der vereeuiging, de Heer M. Mntheeu-
wissen, opende de werkzaamheden met eene
warme toespraak, waarin hij er o. a. op wees,
dat het de eerste maal was dat in Rotterdam
eene openbare uitvoering door eene Rotterdam
sche Gymnastiek-en Schermvereeniging zou wor-
deu gegeven, en dab bet juist deze Dog jeugdige
vereeniging zijn zou, die slechts op een tweeja
rig bestaan kan wijzen, die op deze wijze de
vele vooroordeelén tegen krachtige lichaamsoefe
ningen wilde helpen bestrijden; voornamelijk de
meening, dat in zeer jeugdigen leeftijd moet aan
gevangen worden en eene voortdurende oefening
vereischt wordt. Is het laatste eene waarheid;
het eerste is geené volstrekte noodzakelijkheid
Het had der vereeniging bij hare oprichting voor
den geest gestaan, dat zij in hare statuten het
beginsel moest aannemen tot degelijke ontwik
keling te geraken. Daarom is het Bestuur samen
gesteld uit zes leden, die steeds als voorturners
de oefeningen leiden en besturen; deze worden
door de leden zelf daartoe gekozeo. Spreker vond
in de op handen zijnde feestviering van den 1
April gereede aanleiding, met een krachtig en
tevens ernstig woord te wijzen op de belangrijk
heid van vereenigiogen als deze, door welke eene
krachtige en wel geoefende weerbaarheid wordt
gevormd, die het vaderland bij den aanval van
woest geweld tot eeD vast bolwerk verstrekt.
Met daverend applaus werd deze vadeilandsche
uilboezeming begroet.
De voor oefeningen werden geleid door den
hoofdvoorturner, den heer H. Th. Egelie, die op
eene alleszins lofwaardige wijze zich van zijne
taak kweet. Zijne oefeningen werden om hare
bevalligheid eu juistheid met algeuieeue geest
drift begroet. De oefeningen aan de werktuigen
verwierven herhaalde malen luide toejuiching,
daar zij bij herhaling blijken gaven van buiten
gewone vlugheid en kracht. Het was inderdaad
een genotvolle avond, en de jeugdige vereeniging,
die de algemeeue belangstelling in ruime mate
verdieDt, wenschen wij een steeds toenemende
bloei toe. Nfl. Ct.)
Bij gelegenheid van het pas gevierde feest
heeft de heer H. W. Wollrabe Jr., photograaf
te 's Hage, aan den Koning geschonken een fraaie
photografie op zeer groote schaal zijnde
een éénig exemplaar genomen naar de offici-
eele afbeelding van den Zwijger eu diens derde
gemalin, Charlotte Prinses van Bourbon, met
wie de Prins in 1575, den 12den Juni, te Brielle
in den echt verbonden werd, waarvoor de ver
maarde meddallleur Koeuraad Bloc eeu penning
vervaardigde, die bestemd was oin, aan een
oranje lint, tot zilveren of gouden halssieraad
gedragen te worden, voor trouwe vrienden en
verknochte dienaren, als een blijk van achting
jegens Prins Willem.
Een zeldzaam exemplaar van dien draagpen-
ning bevindt zich in bet Koninklijk penningka
binet, en het is dairnaar, dat de photograaf zijn
kopie in het groot heeft bewerkt, voor den Ko
ning alleen, terwijl een kleinere kopie door hem
aan de stad Brielle ter feestgedachtenis geschon
ken werd, en voorts slechts honderd op de dub
bele grootte der medaille, voor liefhebbers van
vaderlandsche oudbeden en waardeerdere van
kunstvoorwerpen, verkrijgbaar zijn gesteld.
Men verneemt dat Z. M. de Koning met veel
bereidwilligheid den eeuigen gouden gedenkpen
ning, vervaardigd ter gelegenheid der herdenking
van de inneming van den Briel, en aangeboden
door de heeren Gebrs. Reitsma te Soeek, heeft
aangenomen eD daarvoor HDs. dank betuigt.
Naar wij vernemen, bebben er ook te Mon
ster ongeregeldheden tusschen ultramontanen en
Protestanten plaats gehad; militaire hulp bleek
echter niet noodig te zijn. (Vad.)
ZM. de Koning heeft benoemd tot ridders
der orde van den Nederlandschen Leeuw graaf
de T' Serclaes de Woininersom, gouverneur van
Oost-Vlaanderen, en den heer A. Francotte, wa
penfabrikant te Luik.