N°. 3715. Dinsdag A°. 1872. 19 Maart. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden.ƒ3.00. Franco per post.9 3.85 Aiiondarlyke Nommersa 0.05. Deze Courant vrordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS 15Eli AUVKHTKNTIEN. Voor iederen regel0.15. Grootere letters naar 4e plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, 18 Maart. Het meest interessante der in de zitting van Zater- 'dag voortgezette beraadslaging over het Reglement tan Orde betrof de bepaling van het uur van aanvang der zitting, in verband tot den loop der iverkzaamheden, den duur der deliberatiën en de Iriachtbaarheid der debatten. Bij art. 53 van bet concept der commissie van re dactie was voorgesteld: 1*. Het uur der bijeenkomst bepalen op 's namiddags te 1 uren, ten ware He Voorzitter het doelmatig oordeelt de bijeen komst vroeger of later te stellen; en 2°. Dat tot het houden eener zitting op Zaterdag of eene avondzitting een besluitder Kamer wordt vereischt. Hierop is een amendement voorgesteld door den teer Storm v. 's-Gravesande, om het uur der bij eenkomst te laten op 11 uur en te doen vervallen dat tot bet houden eener zitting op Zaterdag een besluit der Kamer wordt vereischt. De heer Storm lichtte ziju amendement toe. Het is gelijkluidend met het voorstel der com- issie van rapporteurs op het oorspronkelijk voor tel der comm. van redactie. De comm. van redactie telt voor den aanvang der zitting te 1 uren te tellen en Zaterdag in den regel vrij te lateD, behoudens besluit tot het tegendeel. Wat 1° het tijdstip van 1 uur betreft, kan hij zich zeer goed voorstellen dat het zeer gewenscht is voor hen die te 's-Hage wonen en die nog andere betrek kingen vervullen. Maar voor ieder lid dat niet h'er woont is dit minder wenschelijk. De Comm. zegt dat het doel is de discussie te bekorten, en men wijst op België, waar de zittingen om 2 uur beginnen, die vroeger om 12 uur begonnen. Spr. gelooft niet dat het beginnen om 1 uur tot minder debat zal aanleiding geven. Dat ligt niet aan het uur, maar aan de ledeu. Velen kunnen dat niet laten en 't gevolg zal zijn, dat de zaak veel langer zal dureD. Hij gelooft inderdaad dat het voor velen onaangenaam is vele dagen en weinig uren aan de debatten te besteden. Spr. is niet tegen eenige vrije uren, maar het is voor buitenleden van gewicht dat de zaken regelmatig afloopeo en er steeds werk voorhanden is. Hij heeft ook het oog op 't algemeen belang, waDt het wordt al meer en meer moeielijk om geschikte personen voor het lidmaatschap, vooral uit de pro- 'vinciën te krijgen, al heeft men geene andere betrekkingen te vervullen. Wanneer het stelsel wordt aangenomen om slechts halve dagen te werken zal het verblijf in de residentie nog lan ger duren. In België gaat het goed, zegt men; daar begint men om 2 uur. Het is zeer mogelijk, zegt Spr., maar hij moet toch opmerken dat in 'België lang niet zooveel leden zijn die spreken als hier. En waarom? Velen worden vooral door 't recht van interruptie daarvan weerhouden. Dit bestaat hier niet. En zeer zeker zijn er daar veel minder redenaars dan hier. Bovendien, de geheele manier van leven in België is anders. Men be gint om 2 uur a. halfdrie en werkt door tot 6 uur; daarin ziet men niets bijzonders; men is er aau gewoon, men eet er veel later. Dat is nu wel geen grond op staatkundig gebied, maar het is hier regel om vroeger te eten. Reeds tegen 4 uur komt de aantrekkingskracht om de werk zaamheden te staken. Men gaat dan nog gaarne eveu naar de sociëteit. Dat is nu eenmaal zoo. Spr. gelooft niet dat het later stellen van het zittingsuur verbetering zal aanbrengen. Er zijn er die zich daarvan veel heil voorstellen voor de verkorting van het debat, waarop Spr. heef ge antwoord: „dan kent gij de leden der Kamer niet." Een ander argument was dat der dagbladen, die niet gereed konden komen met de verslagen. Dit zon opgaan als de zitting te 4 uren afliep, maar als het later wordt dan is 't toch onmoge lijk nog dien eigen avond de verslagen mede te deeleu in de provinciën. Wat nu den vrijen Zaterdag als regel betreft. Dit is ontegenzeggelijk pleizierig voor die leden, die te Utrecht of in de omstreken wonen, maar de andere leden loopen dan rond zonder werk. Spr. dus wil niet in den regel den Zaterdag vrij hebben. Is er geen werk, dan heeft men van zelf vrij. De heer van Eek stelde op den voorgrond, dat onze instellingen geen onderscheid maken tus- schen leden uit de residentie of daar buiten. De bedoeling der Grondwet is eene algemeene ver tegenwoordiging. De heer Storm erkende zelf dat 11 uien niet harmonieert met den tijd voor studie, vooral als er 's avonds vergadering van rappor teurs is. Daaruit blijkt dus dat het stelsel van 11 uren niet strookt met de vereischten van studie, zoodat wij hier onvoorbereid komen. Hij vraagt of dat belang van 't land kan zijn, bij de vele gewichtige ouderwerpen, die behandeld moeten worden? De heer Storm erkent zelf dat in België de zitting te 2 uren of halfdrie aanvangt. Het be wijs dat dit zeer goed werkt, is dat de leden die buiten Brussel wonen, dat zeer goed vinden, want die hebben de meerderheid in de Kamer en hand haven den maatregel. En toch komt men daar in denzelfden tijd klaar als hier met zeer lang durige discussiën. Ja, maar, zegt de heer Storm: er wordt in België minder gesproken. Maar waar om? Niet om de interruptiën, maar wegens het stelselomdat de discussie gedemandeerd is aan de zelfstandige rapporteurs, terwijl hier geen lei dende gedachte bij 't debat is. Op den duur is 't niet vol te houden om van 11 tot 4 uur te hooren redevoeren. Wat gebeurt? Men luistert niet meer, of gaat naar de koffiekamer. Wat nu het argument der dagbladen betreft, spr. ziet niet in dat, al kwamen de bladen eerst den volgenden dag uit met het zittingverslag, dit een groot be zwaar zou zijn. In alle geval moeten wij daarom niet de zaken op te langdurige wijze behandelen. Ook verdedigt spr. nader den vrijen Zarerdag als regel. Het is slechts éen vrije dag, want de Zondag is voor ieder vrij. Hij is dus zeer voor het voorstel der commissie van redactie. De heer v. Zinnicq Bergman ondersteunt zeer het amendement van den heer Storm, maar hij zou liever zien dat de zitting om 1 uur begon en Zaterdag te 1 uren eindigde. Eiken Maandag be ginnen wij facto laat en vordert het langen tijd eer de presentielijst volteekend is, om te kunnen aanvangen. Als wij Zaterdag om 1 uur vertrekken, dan kan ieder behoorlijk thuis komen. De heer Lenliug is tegen 't amendement-Storm. Wat is 't geval? In den regel wordt 't uu half- twaalf eer wij beginneD, en eindigen wij om halfvier en wij verliezen een groot kwartier pauze. Als wij nu van 13 doorwerken, zonder pauze, dan hebben wij geen tijdverlies te vreezen, en wint men de beide ochtenduren. Hij is dus voor de redactie der commissie; maar geeft den heer Storm in overweging zijn amendement te splitsen, om geene gemengde stemming te krijgen en dus 1°. over 't uur eu 2°. over den vrijen Zaterdag te laten stemmenanders zal hij het amendement voorstellen. De heer van Akerlaken sluit zich geheel aan bij 't betoog van den heer Storm. Hij woont op eene plaats, die nog niet gezegend is door spoor wegverbinding, zoodat de reis naar Hoorn min- steus een vollen dag wegneemt. De aanvang der werkzaamheden te 1 uren zal, in plaats van de discussiën te verkorten, ze veeleer verlengen, en langzamerhand zal 't moeielijker worden in de provinciën het lidmaatschap der Kamer te aan vaarden, zoodat men van lieverlede niets anders zal krijgen dan leden uit de residentie, of die er wouen. Als 't amendement niet wordt aangeno men, dan is dit voor hem van zooveel gewicht, dat hij dan tegen het geheele Reglement zal stemmen. De heer van Voorthuijzen vorklaart zich voor het amendement van den heer Storm van 's Gra- vesande eu merkt op dat slechts 1/, of der leden belang hebben bij het voorstel des Com missie van Redactie en al de overigen bij het amendement. Spr. meent dat Belgie niet te ver gelijken is, omdat hier de afstanden van de re sidentie veel grooter zijn dan daar. Het voorstel des commissie is geheel in het voordeel van hen die reeds in eene gustige positie verkeeren en in het nadeel van hen die reeds nu in een on- gunstigen toestand verkeeren. De heer Begram verdedigt het voorstel der Commissie van redactie waarvan hij lid is. Ook hij wijst er op dat thans een half uur verloren gaat vóór het begin der zitting en dan weder een half uur met de pause. Z. i. zullen de zit tingen niet langer duren als men precies te 1 uren aanvangt. Hij meent dat bij een korteren duur der zittingen ook korter redevoeringen zul len gehouden worden. Sommigen zeggen: de be paling zou nadeelig voor de dagbladen der resi dentie zijD, die verhinderd zouden worden den zelfden avond het zittingverslag mede te deelen. Spr. aDtwoordt dat dit niet ligt aan het late uur der zitting maar aan de ongelukkige regelen van de posterij. Het gevolg der aanneming van het voorstel der commissie zal zijn eene winst van uren in den ochtend, dien men dan kan ge bruiken zooals men wil. Het doet hem genoegen dat de heer LentiDg splitsing van het amendement van den heer Storm heeft voorgesteld en wijst er nog op dat b. v. heden nog ingekomen is de definitieve begrooting van het Departement van Oorlog, waarin natuurlijk groote wijzigingen zullen zijn aangebracht, waarschijnlijk zal die spoedig in de sectiën moeten onderzocht worden wanneer vinden wij dan tijd tot bestudeering van al die onderwerpen? De heer Gratama zegt dat het hier geldt eene quaestie van veel gewicht. Het is toch van be lang dat de leden der Tweede Kamer uit het gausche Vaderland worden gekozen en nu reeds blijkt dat vele deskundigen die betrekking niet kunnen aanvaarden wegens den geruimen tijd aan de waarneming verbonden. Het Reglement van Orde en de haagsche invloeden zijn z. i. de oorzaak dat de werkzaamheden veel langer du ren, dan noodig is. Hij is dus zeer voor het amendement. Daarop volgden nu de re- en duplieken, die echter geene nieuwe gerechtspunten opleverden. Ten slotte werd het amendement Storm om de zaak op den tegenwoordigen voet te laten aan genomen met 41 tegen 19 stemmen. Voorts is met 29 tegen 26 stemmen aangenomen een zeer heil zaam amendement van den heer v. Houten be palende dai bij de algemeene beraadslagingen niemand meer dan éénmaal (tegenwoordig regle ment 2 maal) het woord voert. Voor het overige zijn alle verdere amendemen- menten verworpen, waaronder vooral die van de heeren Godefroi c. s. en van Houten om bij aanneming van amendementen, de eindstemming over het wetsvoorstel te verdagen en over de aangenomen amendementen eene hernieuwde stemming te doen plaats hebben. Tegenover het motief om ondoordachte beslis singen te nemen die bet onderling verband van het geheele wetsontwerp konden benadeelen, stond het bezwaar van hernieuwde discussiën, meerder tijdverlies, pogingen tot te niet doen van de eenmaal genomeu beslissing daar waar het eeuig politiek beginsel betrof, in ééu woord toeneming van verwarring in plaats van eenq meer zuivere beslissing. De discussiën zijn gevorderd tot art. 124 van de 150 artikelen en worden heden (Maandag) voortgezet en waarschijnlijk ten einde gebracht, als wanneer eenige andere werkzaamheden aan de orde ziju, o. a. de interpellatiën van de hee ren Bergman over het gevaar op den paralelweg bij den spoorweg te 's Bosch en die van den heer Nierstraz over onze houding ten aanzien van de internationale Conferentie te Weenen tot bera ming van mautregelen ter wering van de veepest. Naar wij vernemen zal alhier een tweede Brood fabriek gevestigd worden en wel op den Cingel tusschen de Koe- en Hoogewoerdspoort tegen over iluiis Sacrum. De fabriek zal gewoon brood en ook pain de luxe leveren. Wij makeu het Leidsch publiek attent, dat a. s. Woensdag in den Schouwburg alhier niet, zooals geannoueerd werd, de Galathée, maar de Misanthrope onder directie van den heer Emile Marck zal opgevoerd worden. De kapitein B. C. van Hoeij Schildhouwer van het 4de regiment infanterie, alhier in garnizoen, is hedennacht overleden. De sergeanten N. H. J. Richelle, J. van Leeu wen en D. P. A. Markesteijn, van het 4de reg. infanterie, alhier in garnizoen, zullen aan het lichter examen voor den rang van 2den luitenant der infanterie deelnemen. Zij zijn daartoe giste ren naar 's-Gravenhage vertrokken. De infanterie, alhier in garnizoen, is heden avond uitgerukt, tot het beoefenen van velddienst bij avODd en Dacht. Gisteren lag weer een breede krans met rouw linten op het voetstuk des standbeelds van wijlen Koning Willem II, op het Buitenhof te 's Gravenhage, ter herinnering aan den sterfdag van dien Vorst. De Parijsche Chronique de» aris deelt mede, dat de Koning van Holland voor 15,000 fres. eene schilderij van den heer Chenu, een sDeeuweffect te BréDod voorstellend, in de tentoonstelling van kunstwerken te Lyon gekocht heeft. Naar wij vernemen, wordt er tegen 9 April 1872 weder een 14tal jongelingen opgeroepeD, ten einde als vrijwilligers dienst te nemen bij de art.-instr.-komp. te ShooDhoven. Wij verneqien, dat de herdenking van het26jarig professoraat van den boogleeraar Donders niet zooals vermeld op 15 October e. k., maar eerst op 8 Jan. 1873 zal plaats hebben. (H6i.) De zomerdienst op de spoorwegen zal dit jaar reeds op 1 Mei een aanvang nemen. Zaterdag-namiddag is te Amsterdam op den Heiligen Weg nabij den Siugel, een jong kind ujt een raam gevalleD, met het ongelukkig ge volg, dat het kort daarna aan de gevolgen is overleden. j Mevr. van W., te Alkmaar, in den ochtend van den löden Maart van den vroegdienst,uit de kerk thuis jtqmqpde, miste hare reeds, bejaarde dienst maagd. Nalang zoeken vqnd zij haar op den 'tqrfzolder, alwaar zij door opbaugiDg een einde aan haar leven had gemaakt. Mep veronderstelt dat {krankzinnigheid de oorzaak van deze treurige Ml J.hii -I n.L'i.iinJinow abiaalaa Zaterdag-namiddag heeft aan de Alexanders- kazerne te 's-Gravenhage een treffend ongeluk plaats gehad. Een uaili^air heeft, paar men zegt al stoeiend, een zijDer kameraads zoo ernstig ver wond, dat deze terstond aan de gevolgen is be zweken. flM/J .njnrimA IbéoilMivisD Zaterdag-middag ging een paard met een tent wagentje te Rotterdam op hol. Van de twee Amsterdammers, die er in zaten, sprong de jongste er uit, zonder letsel te bekomeu; toen het paard gegrepen was, bleek, dat de zich nog,in het rijtuig bevindende: ernstig aan de beenen was gewond, zoodat hij naar het ziekenhuis vervoerd moest worden. De Goudsche Courant meldt: Vrij algemeen is hier én ook elders, o. a. door een brief in het Leidsch Dagbladhet gerucht ver spreid, dat drie leden der commissie voor de feestviering op 1 April a. 8. door een Roomsch Katholieken winkelier oDheusch zouden bejegend zijn, toen zij hem om eene feestgave verzochten. Wij zijn echter in staat mede te deelen, dat dit gerucht geheel en al onwaar is. De winkelier was zelfs niet thuis toen de leden zich ten zijnent vervoegden. De Arnh. Courant meldt: Dat men ter viering van 1 April 1872 de vlag gen en decoratiën van November 1863 gebruikt, is niet te verwonderen; maar wel dat tbaDS te Amsterdam op de kruiwagens voor éene cent Waterloo-knoopen worden verkocht; die met de gebeurtenis niets hebben te makenhet is om de goede gemeente bepaald in de war te brengen. Te Leeuwarden zal behalve de reeds vroeger vermelde festiviteiten op den lsten April op het plein vóór het paleis van justitie een zoogenaamd Turnfeest en een militair assaot worden ge geven. Het examen voor den rang van 2den luitenant bij het wapen der infanterie is heden te 's-Gra venhage aangevangen, onder presidium van den generaal-majoor N. Mac-Leod, inspecteur van het wapen der infanterie. Het ziDgen van Volksliederen achten wij een voornaam bestanddeel van de aanstaande natio nale feestviering. Daarom begroeten wij met genoegen de uitgave vau: Mijn Nederland ik heb U lief, nieuw Volkslied met piano, woorden van IV. F. Oostveen, muziek van VV. van Rossum, opgedragen aan Z. M. den Koning. Het beantwoordt door eenvoud van gedichten melodie, door middelbare toonzetting en billijken prijs alleszins aan de voorwaarden van een volksLied. A|s eigenaardigheid van het feest op i April beveelt men aan, het portret van een Water-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1