N°. 3714. A«. 1872. Maandag 18 Maart. STADS-BERICHTEN. LEIDSCH KAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden/3.00. Franco per post.3.85 Aixonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DEB ADVEHTENTIKN. Vooriederen regel0.15 Grootere letters naar 4e plaatsruimte die zij beslaan. De BURGEMEESTER van LEIDEN herinnert ®ij deze den geestelijken en studenten in de Godgeleerd- die reeds bij de Nationale Militie zijn inge lijfd, alsmede hun die daartoe kunnen worden opge roepen, dat zij tot het bekomen der ontheffing van e werkelijke dienet, bedoeld bij de 1ste zinsnede van rt. 127 der "Wet van den 19den Augustus 1861 n°. 72), verpligt zijn, tusschen den 20sten Maart en den lsten April aanst., hunne aanvrage, net bet daarbij behoorend bewijsstuk, bij hem Bur gemeester in te dienen. De Burgemeester voornoemd, t. d. BRANDELER. Leiden, 16 Maart 1872. Lelden. 16 Maart. De gisteren voortgezette discussie over de her ziening van het Reglement vau Orde lost zich geheel op in het resultaat. Het doel der amendementen van de heeren ^odefroi c. s. was om de voorbereiding van de «handeling van wetsontwerpen, de wijze van jiitoe/ening van het recht van amendement, het Óverleg met de regeering op betere grondslagen vestigen dan in het vigeerende Reglement van Drde het geval was. Reeds eergisteren hadden de heeren Godefroi «n Tak die algemeene strekking hunner amen dementen toegelicht, zoodat gisteren uitsluitend daarover het debat liep, nu en dan afgewisseld door incidenten, nadere wijzigingen en enkele feiten. De uitslag is geweest dat al de amende menten van de heeren Godefroi c. s. ofschoon :met zeer geringe meerderheid, (art. 63 met 30 tegen en art. 36 met 32 tegeo 26 stemmen) werden aangenomen, terwijl tevens met 31 tegen 27 stem men werd aangenomen een amendement van den heer de Roo van Alderwereld strekkende om in het sectieverslag de namen der aanwezige leden op te nemen als prikkel tegen de meer en meer voorkomende afwezigheid uit de sectiën. Om nu een goed begrip te hebben van het samenstel der bepalingen welke het voorbereidend onderzoek in de afdeelingen en den meer zelf- ■itandigen werkkring der commissie van rappor teurs regelen, volgen hier de artikelen zooals zij definitief zijn vastgesteld Art. 33. De Commissie beslist, Daar aanleiding ian de mededeeling en overweging bij art. 31 edoeld, of overleg noodig is met den bij het 'corstel betrokken Minister, en zoo ja, omtrent velke punten. „Het overleg geschiedt schriftelijk of mondeling. „Mondeling overleg vindt plaats door tusschen- komst van den Voorzitter der Kamer op verlan gen van den bij het voorstel betrokken Minister, of, met diens toestemming, op verlangen der Com missie. In dit geval wordt aan den Minister me degedeeld eene door den algemeeneD rapporteur opgemaakte en door de Commissie vastgestelde nota, bevattende de punten, waaromtrent overleg gevorderd wordt." Art. 34. „Indien de Commissie oordeelt, dat het gehouden overleg met de Regeering eene nieuwe overweging in de afdeeliDgen moet ten gevolge hebben, doet zij van haar besluit blijken bij een verslag, hetwelk de redenen daarvan uiteenzet." Art. 35. Na afloop van het overleg met den bij het voorstel betrokken Minister of van de nieuwe overweging bij het vorig artikel bedoeld, of wel, too noch het overleg, noch die overweging heeft plaats gehad, onmiddellijk na de overweging bij het tweede lid van art. 31 bedoeld, worden door he Commissie de ontwerpen der wijzigingen van het voorstel, die zij raadzaam acht, vastgesteld. „Heeft de minderheid der Commissie eene van de gronden, waarop de wijzigingen berusten, af wijkende meening, dan kan zij vorderen dat daarvan in het verslag blijke, en ook harerzijds de wijzigingen ontwerpen, die zij raadzaam acht." Art. 36. (het meest bestreden artikel) luidt aldus „De algemeene rapporteur maakt, overeenkom stig het in de Commissie van Rapporteurs ver handelde, een verslag op, dat door haar wordt vastgesteld. Daarin worden, met inachtneming van hetgeen in de AfdeeliDgen is verhandeld, de strekking van het wetsvoorstel en van de daarin vervatte bepalingen aangewezende gronden, welke voor en tegen de beginselen der voordracht pleiten, uiteengezet; de uitkomsten van het over lag met de Regeering, zoo het heeft plaats gehad, medegedeeld en wordt verder alles opgenomen, wat tot een recht begrip van het in de voordracht behandeld onderwerp en tot eene goede voorbe reiding der openbare beraadslaging door de Com missie van Rapporteurs noodig of wenschelijk wordt geacht. „Het verslag gaat voorts vergezeld van de nota's bedoeld bij art. 23, alsmede bij de nota's van wij- zigingeu en van de bescheiden van Regeerings- wege bij de Commissie ingekomen, mitsgaders van de ontwerpen der wijzigingen bedoeld bij art. 35. „Bij het Verslag wordt eene lijst gevoegd van de namen der leden, die niet tegenwoordig wa ren bij het onderzoek in de afdeelingen. „De algemeene rapporteur kan, onder zijne ver antwoordelijkheid, dit Verslag door den griffier laten opstellen." Gedurende deze week zijn dagelijks in het werkhuis alhier opgenomen van 125 tot 155 vol wassen personen en van 53 tot 83 kinderen. Door eenige leden van de schutterij en de weerbaarheid alhier worden, tot het houden van een huishoudelijk concert ter gelegenheid van de feestviering op 1 April, uitgenoodigd de offi cieren en het kader van het garnizoen en der dd. schutterij, alsmede de leden der Studenten- vereeDiging Pro Palria en der Leidsche scherp- schutters-vereeniging. Bij de op gisteren gehoudene aanbesteding van het vergrooten der Woliendekenfabriek van de firma Jan Zuurdeeg en Zoon alhier, waren de minste inschrijvers J. J. Hasselbach en H. van Gelder voor ƒ9945, aan wie het werk gegund is. De Donderdag gegeven voorstelling van Zege na strijd, door de Amsterdamsche tooneelisten onder directie van den heer Tjasink, overtreft al wat wij in dit seizoen van dien aard hier ten tooneele hebben zieD voeren. Eene analyse van het stuk te geven achten wij onnoodig: de ten einde toe gespannen aan dacht van het ruim opgekomen publiek bewijst het boeiende van dit drama. De moraal is treffend en het spel over 't ge heel zeer verdienstelijk. De Judith., de Elisabeth, de Medea zagen wij hier terug in het karakter van vrouw Moes, de eenvoudige, rechtschapene bleekersvrouw. Mogen mevrouw Kleine en Ristori iu heldeurolleu elkaar evenaren, deze echt Hol- landsche iyre kan alleen, door eene diepe studie van het Hollandsche karakter door eene Hol- landsche actrice zoo meesterlijk worden weerge geven. De bloemen en de fanfare haar toege wijd, zijn eene hulde, ten volle door Mevr. Kleine verdiend. Veel lof komt ook toe aan de dames vau der Finck-Bllenberger en Christine Stoetz en aan de heeren Veltman, Kistemaker, Vos en Morin. Mevr. Reaal echter heeft het karakter, dat zij voorstelde, niet naar waarheid teruggegeven. Ook op het spel van eeDige anderen zijn gegronde aanmer kingen te maken en te verwonderen is'ter, dat, bij een gezelschap, waartoe zooveel goede spelers behooren, de minder geoefenden niet beter hunne rol bestudeeren. Maar iu weerwil van die kleine leemten is de avond voor Leidens publiek een genotvolle geweest eu zulleu velen afscheid genouien heb ben vau de gevierde artisten met den wensch tot wederzien. Volgens telegram van Aden, dd. 14 Maart, is 't stoomschip Prins Hendrik aldaar van Batavia aangekomen. Het had den 2den Maart de schroef bladen verloren en was gedurende de laatste 360 mijlen door het Engelsche oorlogsstoomschip Serapis gesleept. Passagiers en equipage wareu in den besten welstand. Men verneemt, dat Zr. Ms. ramschip de Buffel in 't laatst dezer maand naar den- Briel zal ver trekken ter gelegenheid der feesten aldaar. Het stafmuziekkorps der marine zal zich aan boord bevinden. Z. K. H. Prins Alexander heeft aan de Briel- sche Hoofdcommissie doen weten, dat hij het aanstaande feest hoopt bij te wonen. Men verneemt, dat de 2de sectie der afdeeling van 't Metalen Kruis te 's-Gravenhage besloten heeft den lsten April het feest in den Briel te gaan bijwonen. Men meldt aan 't Utr. Dagblad, dat door het muntcollege, den muntmeester en 's Rijks stem pelsnijders gedenkpenningen zullen worden ver vaardigd, ter herinnering aan 't Aprilfeest, en dan op 1 April zullen worden uitgestrooid; ter wijl door de ambtenaren en muntgezellen bij 's Rijks inunt, als blijk van belangstelling in het feêst, aan de commissie der volksvermaken een geldelijke bijdrage zal worden aangeboden. In de dezer dagen te Amsterdam in Felix Mcrilis gehouden voordracht van Dr. H. F. R. Hubrecht over de Indische tarieveu, vatte de spreker zijne meeningen samen in déze grondslagen 1*. Afschaffing van alle differentieele in- en uit voerrechten. 2*. Behoud van een invoerrecht van 6 en 10 pCt. 3*. Afschaffing van alle uitvoerrechten. In de Noorderhaaks is het lijk opgevischt van een zeemaD, niet onwaarschijnlijk dat van een Engelsch scheepskapitein. Hij was gekleed in blauw baaien ondergoed, duffelschen paletot en groote Engelsche zeelaarzen met kappen. Voor zoover men koa zien, waren de kleeren niet gemerkt; het lijk was reeds in te ver gevorderden staat van ontbinding, om dit nauwkeuriger op te semen. Het lijk is gekist en op de publieke be graafplaats in den Helder bijgezet. Men meldt uit Amsterdam aan 't Vaderland Nu door andere couranten en ook door Het Va derland de onjuiste berichten der alhier verschij nende bladen onureut den zelfmoord van mevr. S. zijn overgenomen, is het noodig op dit treurige geval nog even terug te komen. Niet de kame nier, maar het nichtje der dame bevond zich met haar in het rijtuig, eu zij vODd een ongezochte aanleiding om alleen te wezen, doordien dat nichtje een bezoek in de nabuurschap af te leg gen had. Niet iu haar hand bevond zich het visitekaartje, neen, zij had dit vastgehecht op haar mantille die, afgeworpen, aan den oever lag. Spo ren van geestverbijstering in zoo heftige mate, dat men op het denkbeeld van bewaking had kunnen komen, waren niet bij haar waargeno men; wel is later gebleken dat zij dien ochtend een roging had gedaan zich den polsader af te snijden. De heer A. F. Insinger, oud lid der Eerste Kamer en van den Gemeenteraad te Amsterdam, is dezer dagen in den ouderdom van ruim S3 jaren overleden. Naar men verneemt is Dr. J. ten Brink te 's-Gravenhage tot lid van het historisch genoot schap te Utrecht benoemd. Op Vrijdag eu Zaterdag deu 22sten en 23sten Maart zal te Amsterdam door den heer Fred. Muller worden geveild een belangrijke verzame ling platen en portretten, betrekking hebbende op den SOjarigen oorlog en verder eene verzame ling portretten vau Roomsch-Katbolieke en Pro- testantsche geestelijken. Een uitvoerige catalogus van een en ander is verkrijgbaar gesteld. Uit Amsterdam meldt men, dat de eerlang iu het Park aldaar te houden tentoonstelling van tuinbouwvoortbrengselen zooveel medewerking ondervindt, dat het mogelijk geworden is, de prijzen voor eenige nummers van het programma te verhoogen, waarvoor opnieuw drie gouden medailles zijn beschikbaar gesteld. De Wag. Courant deelt mede, dat door de hh. Montijn te Wageningen en van den Ouweland te Parijs concessie is aangevraagd voor den aan leg van een spoorweg van Rotterdam over Wa geningen naar Arnhem. Eergisteren zijn te Groningen in het buis vau verzekering overgebracht de beruchte smokke laars M. A. Geitz en E. Geitz, vader en zoon, die den rijksveldwachter Prins dezen winter ge wond hebben. Beiden werden geboeid en gestrikt met touwen binnengebracht. Dezer dagen is in het huis van correctie te Hoorn overleden een der oudste kostgangers, zekere T. H. W. Apeker en wel in deu ouder dom van 74 jaren, van welke hij bijna het grootste gedeelte in de gevangenis heeft doorge bracht. De Minister van Financiën heeft ter kennis ge bracht, dat in Mei, in 't lokaal van het Departe ment van Financiën te 's-Gravenhage, een ver gelijkend onderzoek zal plaats hebben van adspi- ranten voor surnumerair bij de posterijen, waartoe minstens twaalf plaatsen worden opengesteld. De adspiranteu behooren zich voor 1 Mei bij een op zegel geschreven request tot den Minister te wenden. Dezer dagen is besloten, te Moskou een museum op te richten, waaraan de naam van den Groot vorst-Troonopvolger is gegeven. Uit de toelichting die het officieele Russische orgaan van deze nieuwe inrichting geeft, blijkt dat zij haar ontstaan te danken heeft aan de ruime ondersteuning, die het denkbeeld van het hoofdbestuur der aaustaande polytechnische tentoonstelling in Rusland gevon den heeft, om eene bijzondere afdeeling dier expositie te wijden aan voorwerpeD op de ver maarde belegering van Sebastopol in 1854 en 1855 betrekking hebbeude. Binnen een kort tijdsverloop heeft het Comité zoovele en zulke belangrijke bijdragen voor die afdeeling ontvangen, dat het wenschelijk is toegeschenen, die verzameling in wezen te houden en de tijdelijke afdeeling „Se bastopol" der aanstaande tentoonstelling in een blijvend museum te herscheppen. Het doel't welk men met de oprichting daarvan heeft, is echter niet enkel om het reeds met betrekking tot genoemd beleg verzamelde te bewaren en volle diger te makeD, ntaar ook om in het nieuwe museum gedenkwaardige geschiedkundige over blijfselen op te nemeD, die op vroegere nationale oorlogsfeiten betrekking hebben. L'Indépendance Hellénigue van den 2deu Maart behelst een schrijven uit Patras van 21 Februari, waarin verslag wordt gedaan van de eerste steen legging aldaar voor een Protestautsch kerkgebouw, welke plechtigheid niet alleen door de Grieksche geestelijkheid dier plaats is bijgewoond, maar zelfs door den Griekschen bisschop van Patras, Msgr. Ctryllus, in persoon is verricht. „De hou ding der geestelijkheid van Patras (zegt het Grieksche blad) heeft op allo aanwezigen den gunstigsten indruk gemaakt. Het zal wel, uaar wij onderstellen, de eerste maal zijn geweest, dat men priesters een tempel heeft zien wijden, voor de godsdieDstoel'euiugen van eeu ander kerkge nootschap bestemd; en wij weuscheu onze gees telijkheid er geluk mede, dat zij aan alle geest drijvers en ouverdraagzameu een voorbeeld van Christelijke verdraagzaamheid heeft gegeven, 't welk men zich behoorde ten nutte te makeu." De Gedeputeerde Sta'en der provincie Zuid-Hol land brengen ter kennis van de houders van aatt- deelen in de Provinciale Geldleening groot f 1,000,000, rentende 4% per cent, en van de Lee- Ding groot f 400,000, rentende 5 percent, dat overeenkomstig de door de Staten dezer Provincie den 24sten Juli 1863 en den 8sten November 1866 vastgestelde plannen dier leeningen, goed gekeurd bij de Koninklijke besluiten van den l-3den Augustus 1863, u°. 70, en van den 24slen November 1866, n®. 64, op Maandag den 25sten Maart aanstaande, des middags te twaalf uren, in het openbaar, ten overstaan eener Commissie uit bun midden, in een der localen vau het Pro vinciaal Bestuur zal worden overgegaan tot de uitloting: van de Leening groot f 1,000,000 eerste serie, van 50 aandeelen, en van de Leening groot f 400,000, van 25 aandeelen dat de aflossing van de alsdan uitgelote obligatieo zal geschieden op den lsten Juli daaraanvolgende en volgende da gen, ten kantore van den Heer Arrondissements betaalmeester te 's Gravenhage, of des verkiezende- bij de Rotterdamsche Bauk te Rotterdam, tegen overgifte van de uitgelote obligatiën met de daarbij behoorende niet vervallen coupons, zoo mede van het bewijs ter bekoming van nieuwe coupons: en dat van de alzoo uitgelote obligatiën geen verdere renten worden te goed gedaan, dan tot aan het tijdstip voor de aflossing bepaald. De 2de luitenants, E. J. F. de Bruyn en W. J. C. B. Droogleever Fortuyn, van de artillerie te Groningen in garnizoen, zijn op hun verzoek, bij beschikking van den Minister vau Oorlog, overgeplaats bij het korps pontonniers. Met ingang van den 20sten dezer zal het Rijks telegraafkantoor te Zwijndrecht open zijn: op werkdagen van 7 tot 8 en 9 tot 12 uren voor middags, en van 2 tot 4, 7 tot 8 en 9 tot 10 uren namiddags; op Zon- en feestdagen van 7 uren tot halftien voor- en van 6 uren tot halfacht namiddags. Z. M. heeft benoemdbij het wapen der ar - tillerie van het leger in Oost-Indië, tot 2den lui tenant, den kadet J. G. F. E. van den Bossch--, herkomstig van de Koninklijke Militaire Aca demie. Z. M. heelt aan Dr. T. Lycklama A Nyeholt practiseerend geneesheer te Rotterdam, vergun-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1