I 1 ADVERTENTIE!». Op een der fraaiste standen idemie ^rtömgi non de reg. nent ?f ers o?e beriil il in lie C, stem; word >1 (e An; Conr/r VOOtlJ de V. I vaiJ ia. I Utre ten i op voor pll ledeo. j link >ndi| stus opr. uvek i« Vat Wis iber er J L< n in het Bestuur, zullen in die vergadering de punten van behandeling uitmaken. Andermaal werd heden voor het Prov. rechtshof in Zuid-Holland bepleit de zaak van A. Boender appellant, tegen J. D. Meijer, geint De eisch van den apellant strekt tot veroordeeling tan den geïnt. om aan hem eene schadeloosstelling te verleenen voor de verminking van zijn zoon, die in de maand Februari 1867 als scheepsjongen in dienst was op het schip St. Jan; welke ver minking het gevolg zou zijn van een val door een luik op genoemd schip, door den jongen ge daan. Het verzoek om getuigen te hooren werd vroeger door het Hof afgewezen en nu nieuwe stukken in bet proces waren gebracht, wees de reohtbaDk te Botterdam, een vonnis, waarvan het appel voor den appellant werd bepleit door Mr. van Buren, Jur. uit Rotterdam, die meende dat de eisch tot betaling eener schadevergoeding van ƒ6000 moest worden toegewezen; maar Mr. Kap- peijne van de Coppello deelde die raeening niet en concludeerde tot bevestiging van het vonnis. Adv.-Gen. Mr. Terpstra zal 13 Maart in deze zaak conoludeeren. -'s-Gravenhaoe, 29 Februari. De afdeelingen van de Tweede Kamer hebben onderzocht de navol gende wetsontwerpen: 1. Regeling der naamlooze vennootschappen. 2. Vaststelling van het slot der ruan rekening van de Koloniale uitgaven en ontvang sten voor Suriname over het dienstjaar 1867. 3. Credieteu ten behoeve van tot het dienstjaar 1867 behoorende onverevende vorderingen ten laste der begrooting van Nederlandsch Indië. 4. Naturalisatie van F. C. Niermann en zes anderen. 6. Bekrachtiging van den onderhandschen verkoop van een deel van het stationsplein te Arnhem aan die gemeente en A. E. Cohen en J. Verwaaijen en 6. Bekrachtiging van den onderhandschen verkoop van Rijks groud te Bergen-op-Zoom aan A. Asselbergs en Zonen aldaar. Harderwijk, 28 Februari. Den 28sten der vol gende maand zal van het koloniaal werfdepot alhier naar het Nieuwediep vertrekken, een deta chement suppletietroepen, sterk 125 man, (waar onder 6 onderofficieren) om dien dag over te gaan aan boord van het via Suez naar Batavia be stemde stoomschip Conrad, gezagvoerder E. Oort. Het bevel over dat detachement is opgedragen aan den lsten luitenant der infanterie van het O.-I. leger M. A. Thieme, die van verlof naar Java terugkeert, zijnde tot medegeleide bestemd de 2de luitenant der artillerie D. Moreau en de ticier van gezondheid J. L. Verbeek. BUITENLAND. Frankrijk. Brief van St.- lïilairö. Bonapartistisoh boeren bedrog. XTltramontaansohe verzoekschriften. De brief door den heer Barthélémy St.-Hilaire, kabinets-secretaris van den heer Thiers, uit naam van dezen geschreven, waarin gezegd wordt dat Thiers de Republiek, welke hij bij zijne komst ie aan 't bestuur gevonden heeft, zal handhaven, blijkt gericht te zijn aan den heer Varroy, afge vaardigde en president van den departementalen Raad van Meurthe-et-Moselle, in antwoord op een adres, hetwelk de republikeinsche meerderheid vau dien Raad aan Thiers heeft doen toekomen, en luidt in hoofdzaak als volgt: „De President der Republiek heeft mij de taak Opgedragen u geluk te wenschen met de gevoe lens, die gij in het adres geopenbaard hebt. Her haaldelijk heeft hij zelf, hetzij op de tribune, hetzij in officieele stukken, de plechtigste verze kering gegeven, dat hij vast besloten is de Repu bliek ongeschonden te handhaven. „Gij kunt u overtuigd houdeD, dat al zijne po gingen dit bedoelen, en hij zijne beloften zal weten te vervullen. De wet, die hij den 21sten dezer in de Nationale Vergadering heeft aangeboden (het bekende ontwerp tot beteugeling der aanvallen tegen de gevestigde orde van zaken) is er een nieuw bewijs van. Wij verwachten van deze wet de beste uitwerking. „Wat mij betreft, ik twijfel er niet aan, dat oo de Republiek voortgaat het land even groote pn nuttige diensten te bewijzen, als ze nu reeds neer dan een jaar gedaan heeft, Frankrijk een egeeringsvorm zal aannemen en ondersteunen, Waaraan het de zoozeer gezochte weldaden zal te danken hebben; namelijk de vrijheid,gepaard net de orde; de spaarzaamheid met de eerlijk heid; de macht met den arbeid en de vaderlands liefde. Het is een allergelukkigste omstandigheid voor de Republiek, dat zij thans de orde onder alle vormen vertegenwoordigt, en ik aarzel niet te verzekeren, dat zij niets te vreezen heeft, indien zij verstandig en gematigd blijft; want het kan niet missen, of zij moet steun vinden bij alle goede burgers, althans indien deze verlicht genoeg zijn, om te weten welke hunne waarachtige belan gen zijn." Aan het slot wordt gezegd, dat de maatregelen, tot dusver door de Regeering aan de Nationale Vergadering voorgesteld tot bevestiging van den tegenwoordigen staat van zaken, naar alle waar schijnlijkheid niet de eenige van dien aard zul len zijn. Het Journal des Débats vermeldt eene nieuwe handelwijze, waarvan de Bonapartistische agenten op het platteland in het Zuiden gebruik maken om de domme boeren voor het herstel van het Keizerrijk te winnen. De restauratie van Napo leon III, zoo maken zij hun wijs, zal Frankrijk weer in 't bezit stellen van den Elzas en Lotha ringen; want er is een huwelijk ontworpen tus- schen den keizerlijken priDS en de nicht van den Duitschen Keizer, en deze heeft beloofd aan zijn bloedverwante den Elzas en Lotharingen als bruidschat te geven. De reeds herhaaldelijk uitgestelde behandeling der ultramoDtaansche verzoekschriften door de NationaleVergadering.zal nu aanstaanden Zaterdag aan de orde komen. De Siècle deelt daaromtrent de volgende bijzonderheden mede. „Verleden Woensdag hadden de drie voor de verschillende verzoekschriften benoemde rapporteurs, de heeren de Montlaur, de Corcelles en Keiler, een onderhoud met den president der Republiek, doch zonder resul taat. Den 23sten begaf zich de heer Cercelles alleen tot den heer Thiers, die hem in bijzijn van den minister voor buitenlandsche zaken ontving, en den rapporteur mededeelde, dat het Itali- aansche parlement zijn zittingen den 26sten wederom zou hervatten; dat het voortdurend wegblijven van den vertegenwoordiger der Fran- sche regeering de openbare meening aan gene zijde der Alpen in de hoogste mate verbitterd heeft; dat eene interpellatie dienaangaande in aantocht is en dat ridder Nigra uit naam zijner regeering vertoogen heeft iDgediend. De heer Thiers meende, dat men een diplomatieke post van zooveel gewicht dus niet laDger onbezet kon laten, zonder zich bloot te stellen aan de gevaren van een conflict met Italië. Spoedig zou derhalve de benoeming van den opvolger des heeren Gou lard in het Journal Officiel opgenomen en den Italiaanschen minister van buiteDl. zaken langs telegrafischen weg hiervan mededeeling gedaan worden, zoodat de tijding te Rome bekend kon zijn, vóór de samenkomst van het Parlement. De heer de Corcelles haastte zich deze ophelderingen aan zijn katholieke vrienden, die 30 in getal, onder voorzitterschap van bisschop Dupanloup vergaderd waren, mede te deelen. Men besloot de behandeling der petitiën uit te stellen tot Zaterdag 2 Maart. De heer Dupanloup heeft het voornemen aangekondigd een gemotiveerde motie van orde voor te stellen, die zich zeer gunstig over den Paus en de kerk, daarentegen zeer hard over Italië en speciaal over koning Victor Ema nuel uitlaat. Gelijk men weet, is de admiraal la Roncière le Neury de voorgedragen persoon voor den Franschen gezantscbapspost te Rome." lJuitHchland. Westerwelle. Omtrent Westerwelle, verdacht van een aan slag op het leven van Bismarck, nog het volgende Onmiddellijk na zijn geboorte te Luchenwalde werd hij opgedragen aan de zorg van een pleeg vader, die evenwel spoedig daarover in een proces gewikkeld werd met een brievenbesteller Wes- sterwelle, die den kleine aannam als kind en daarvoor van den vader een som gelds ontviDg. Daar zoowel de naam van den vader als van de moeder stipt geheim waren gehouden, wekte het proces do algemeene nieuwsgierigheid opalle alle nasporingen om den naam van den eigenlijken vader te weten te komen, waren intusschen ver- geefsch. De jeugdige Westerwelle veroorzaakte zijn pleeg ouders veel verdriet; hij was lui, dom en het tegenovergestelde van vroom. In '67 verliet hij het ouderlijk huis tot groot genoegen van zijn pleegvader, die blij was, dat hij van hem was ontslagen. Hij trok naar Rome als zouaaf en schijnt het daar vrij wel te hebben gemaaktvoor den Pruisiscbeu dienst was hij afgekeurd, maar te Rome kwam het er natuurlijk zoo nauw niet op aan. Sinds jaren had hij reeds de gewoonte een pistool bij zich te dragen. Tegen half Fe bruari 11. kwam hij naar Berlijn en wel op ver zoek van zijn pleegmoeder, die liern steeds de hand boven 't hoofd heeft gehoudendaar werd hij den 16den gevangen genomen. Westerwelle is na zijn zouaafschap in huis ge weest bij zekeren priester Kozmian te Posen, eveneens een vreemd personage. De Germania, die alle moeite doet om de geestverwantschap met deze heeren van zich af te schuiven, in weerwil dat Westerwelle de wapenen gedragen heeft van zijn onfeilbare Heiligheid, de Germania zegt dat Kozmian geen Jezuïet is, maar wereldlijk pries ter; hij was vroeger gehuwd met zekere barones Chlapowski en is na haar dood in den priester stand getreden. Men vertelt van dezen priester en naar het schijnt niet zonder grond zeer onpriesterlijke handelingen. Hij werd belast met het overbren- brengen van de opbreDgst van den Poolschen Pieterspenning naar Rome, maar onze priester nam zijn reis over Hamburg, logeerde daar in een prachtig hotel en verspeelde den geestelijken schat aan de bank. Tot zijn verontschuldiging voerde hij aaD, dat hij hoopte den Pieterspen ning te vermeerderen door het geld van de brnk. Te Posen hield Kozmian er een opvoedings gesticht op na, en Westerwelle hielp daar bij de beschaving en ontwikkeling van de jeugdige ut- tramontaansche Polen. De Pruisische politie heeft redenen gevonden in dat instituut huiszoeking te doeD, en tevens in een Jezuïeten klooster te Schrimm, waar Kozmian zich thans bevindt. Is deze dus geen Jezuïet, zooals de Germania zegt, dan is hij met die beruchte orde toch zeer bevriend. Van het onderzoek der politie is Dog niets be kend men zegt, dat er een aantal politieke brie ven gevonden zijn, maar niets wat in verband staat met den zoogenaamden aanslag. België. Chambord. In de zitting der Kamer van Vertegenwoordi gers heeft de heer Couvreur, die behoort tot de groep der progressisten of radicale liberaleo, eene interpellatie aan het gouvernement gericht betrek kelijk de storingen der openbare orde en rust, welke in het laatst der vorige en in het begin der tegenwoordige week in Antwerpen waren voorgevallen; hij wenschte te vernemen wat de regeering over die wanordelijkheden haren aard en oorsprong dacht, of herhaling daarvan in Ant werpen te vreezen was, en wat het gouvernement hiertegen zou willen doen. Hij meende dat de houding der regeering jegens den graaf van Chambord en jegeDS diens bezoekers had bijge dragen om de gemoederen der bevolking van Antwerpen in beweging te brengen; immers hooggeplaatste personen en dienaren van het Belgische gouvernement hadden te Autwerpen den Franschen kro npretendent of personen van diens gevolg bezocht; dit had natuurlijk de tegen- partijders der katholieke staatkunde in Antwerpen bezorgd gemaakt, geergerd en op de been doen komen. De minister van buitenlandsche zaken heeft daarop de verzekering gegeven dat erin Antwerpen geen gevaar van herhaling der wanordelijkheden bestond; omtrent haar oorsprong herhaalde hij de vroeger gegeven inlichtingen, om te bewijzen dat de houding des gou vernemen ts in deze zaak onberispelijk was. Daarop heeft de Kamer met 58 tegen 37 stemmen omtrent de interpellatie besloten tot de orde van den dag over te gaan, onder uitdrukkelijke ver klaring dat zij de van het gouvernement ontvangen inlichtingen voldoende achtte. De interpellatie van den heer Couvreur heeft minder belangstelling opgewekt dan zij anders zou hebben gedaan, daar het in de Kamer bekend was dat de graaf van Chambord in den ochtend van dien dag uit Antwerpen vertrokken was om het Belgisch grondgebied te verlaten. De Times zegt omtrent de keus van Antwerpen tot verblijf voor den graaf de Chambord„De graaf kon niet naar Chambord gaan, om zijne aanhan gers te ontvangen; bij den tegenwoordigen staat van zaken in Frankrijk, zou hij te Chambord slechts incognito hebben kunnen vertoeven, 'tgeen niet strookt met de kouinklijke waardigheid. Naar Lucern kon hij evenmin gaan, en om het jaar getijde en omdat hij daar gewooulijk een aoderen kring van bezoekers ontvangt dan de politieke. De graaf had daarom Brugge tot zijn verblijf willen kiezen, maar daar wonen de zoods zijner zuster, wijlen de hertogin van Parma. Eenige legitimisten hebbeD indertijd uit haat jegens de Orleansen, den graaf voorgesteld, een dier neveD aan te nemen; ofschoon de graaf dit voorstel verwierp, wilde hij nu toch niet te Brugge ver blijven, om geen aanstoot te geven aan de prinsen van Orleans en zelfs den schijn te vermijden, alsof nog over dit plan werd gedacht. Gent kon niet in aanmerking komen, omdat die stad reeds eenmaal tot eene legitimistische overeenkomst diende. Toen hebben de Parijzenaars deze poging zóo bespot, dat men het nu niet waagde naar Gent te gaan; alle oude spotliederen over het hof van Lodewijk XVIII te Gent gedurende de 100 dagen, zouden dan herleven. De graaf wilde toch dicht bij Frankrijk blijven; daarom koos hij Ant werpen." TELEGRAMMEN. Veraallles, 28 Februari. De beweging, die ontstaan is naar aanleiding van een brief des heeren Barthélémy St.-Hilaire, is reeds tot beda ren gekomeD. De brief zelf is niet vooraf door den heer Thiers gezien. Men verzekert dat te dier zake ophelderingen zullen gegeven worden aan eene Commissie der Kamer. Berlijn, 28 Februari. De Staats-Ans. bevat de benoeming tot leden van het Heerenhuis van de burgemeesters van Posen, Dortmund en Thorn. Versailles, 28 Februari. De Nationale Ver gadering heelt zich bezig gehouden met een voorstel tot benoeming eener Commissie, om mid delen te beramen ten einde de bevrijding van het Fransche grondgebied te bespoedigen. De Minister van Binnenlandsche Zaken verklaarde iu overeenstemming met het rapport zich tegen dit voorstel. De Vergadering en het Gouverne ment, zeide hij, moeten zich niet blootstellen aan een échec, dat noodlottig zou zijn. De ware na tionale inschrijving is de leening, die reeds ge slaagd is en verder zal slagen, en die ons den steun van geheel Europa verschaffen zal. Het voorstel werd door de Kamer verworpen. JLonden, 29 Februari. Men verzekert, dat de koningin van plan is, de vorstin Hohenlohe te bezoeken. De Timet heeft van gisteren een bericht uit Philadelphia outvangen, meldende, dat in het antwoord van Amerika gezegd wordt, dat de memorie niet gewijzigd kan worden, maar dat het tractaat ruimte genoeg laat om tot eene vriendschappelijke oplossing door de arbiters te komen, daar beide partijen zich verbonden had den hun uitspraak over alle eischen als beslissend aan te nemen. Borne, 28 Februari. (Telegram van Daily-News). Naar men zegt, heeft de Paus een brief geschre ven aan den Keizer van Oostenrijk, waarin hij verklaart, dat zijne tegenwoordigheid in de nabij heid van Duitschland noodzakelijk is, ter bestrij ding van de scheuring welke daar te lande heeft plaats gegrepen. De Paus zal waarschijnlijk vóór Paschen Rome verlaten, vergezeld door de bij hem geaccrediteerde vreemde gezanten. Gemeenteraad. INGEKOMEN STUKKEN. Leiden, 19 Februari 1872. Ter verv ulling der betrekking van lsten hulponder wijzer van de 3de klasse aan de openbare lagere school N'. 2 voor onvermogenden, hebben wij, in overleg met den hoofdonderwijzer dier school en den districts-schoolopziener, een drietal opgemaakt, het welk wij ons de eer geven u bij deze aan te bieden, met verzoek daaruit de benoeming te doen, als 1'. Johannes Josephus Cuyle, 2'. Pieter Antonie Bieg- man, en 3°. Cornelis de Beer; de beide eerste binnen deze gemeente, de laatste te Hoorn werkzaam. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 19 Februari 1872. Het bestuur van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis heeft de eer, ter voorziening in de bestaande vacature van Regentesse OTer genoemd ;esticht, aan UEd. voor te stellen het onderstaande ubbeltal1°. Mevrouw de wed. G. H. Fabius geb. Ledeboer, 2'. Mevrouw de wed. Cramer geb. Edelinck. Namens het bestuur voornoemd W. Plette. J. E. van Itebson J.Az. Aan den Edel-Achtb. Raad der gemeente Leiden. Leiden, 22 Februari 1672. Wij hebben de eer u hierbij ter vaststelling aan te bieden drie staten, van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting voor 1871 en 1872. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. [N°. 1. Bij dezen staat wordt voorgesteld van hoofdst. XI, volgn. 164, onvoorziene uitgaven, der begrooting over 1871, af te schrijven 13.07, en die som toe te voegen aan hoofdstuk X, als nieuw volgn. 153b, Kosten gevallen op den afstand van den toren der Marekerk. Dit is, ter wegneming van bezwa ren door de Gemeeute Commissie tegen de teekening van de overeenkomst ingebracht, voor rekening der gemeente genomen. N'. 2. Bij dezen staat wordt voorgesteld van hoofdst. XI, volgn. 162, onvoorziene uitgaven, der begrooting over 1872, af te schrijven 200, en die som toe te voegen aan hoofdst. X, als nieuw volgn. 161». Kosten van insinuatiën, notariële acten, verteringen bij de ontvangst van commissiën en andere kleine uitgaven, niet onder de vorenstaande hoofdstukken begrepen. Tot eene behoorlijke en geregelde verantwoording dezer uitgaven wordt dit nieuw artikel voorgesteld. N°. 3. Bij dezen staat wordt voorgesteld van hoofdst. XI, volgn. 162, onvoorziene uitgaven, der begrooting over 1872, af te schrijven (200, en die som over te schrijven op Hoofot. V, volgn. 91, Jaarwedde van de Commissarissen van politie. Ten gevolge van de verhooging der jaarwedde van den 2de commissaris van politie, bij Kon. besluit van 17 Januari N°. 9.] Leiden, 26 Februari 1872. De Commissie van Financiën heeft de eer te be richten dat zij op bijgaande drie staten van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting voor 1871 en 187 2 geene bedenkingen heeft, zoodat zij de vrij heid neemt u tot de vaststelling te raden. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. Leiden, 19 Februari 1872. In onze handen werd ten 6ne van bericht en raad gesteld een adres van Dr. J. C. Drabbe, drukker en uitgever van de Leidsche Courant, daarbij verzoe kende dat het gedrukt Verslag van de Handelingen van uwen Raad opnieuw aan hem moge worde opge dragen. Wij hebben de eer u daarop te berichten dat bij raadsbesluit van 8 April 1869, weder voor den tijd van drie jaren, ingegaan dSn lsten Maart van dat jaar, die heer met de uitgave van dat verslag werd belast, tegen eene jaarlijksche toelage van 600, terwijl die som, bij uw besluit van 8 Juni 1871, verhoogd werd met f 160, voor het opnemen van alle in uwe vergadering overgelegde stukken. Vermits de uitvoering van dat werk naar behooren en ten onzen genoegen heeft plaats gebad, vinden wij volkomen vrijheid u te raden den adressant weder voor drie jaren de levering van bedoeld verslag op te dragen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 26 Februari 1872. Bij volgnummer 73 der begrooting van dit jaar is onder lit. c opgenomen do vernieuwing van de draaibrug over den Ouden Rijn bij de Heerengracht, tot een bedrag van f6500. Wij vreesden dat hetgeen destijds voor die som kon worden gemaakt thans niet meer daarvoor zou worden aangenomen, daar er tegenwoordig bij de ijzerfabrieken overvloedig werk is, maar ook het ijzer in prijs aanzienlijk is gestegen, terwijl die rijzing nog voortgaat. Onze vrees is bewaarheid, vijf inschrij vers hebben zich voor dit werk opgedaan, en de laagste van deze was de Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij voor /'7500. Bij dit verschil boven de begrooting nemen wij de vrijheid u voor te dragen om ons te machtigen dit werk voor die som aan de belanghebbende te gunnen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 26 Februari 1872. De commissie van Financiën heeft de eer u te berichten, dat zij in de gegevene omstandigheden geen bezwaar maakt u te raden Burgemeestsr en Wethouders in hunne voordracht te machtigen tot de vergunning van de vernieuwing der draaibrug over den Ouden Rijn aau de inschrijvers van dit werk voor de som van ƒ7500. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. DRUKFEIL. In het Kamer-overzicht van gisteren staat ergens „met redenen ontkleedt" in plaats van omkleede. "THERMOMETER VAN FAHRENHEIT. raorg. tnorg. nam. nam. nam. avond avond 5 n. 8 n. 12 n. 4 n. 5 n. 8 Q. 10 Q. Woensd co QD 32* 31* Dond. 35» 37° 43' 42' WindWoensdag-middag 5 u. Z. W. dezer stad wordt Te Haar aangeboden een fat soenlijk BURCcEH WOONHUIS, van alle ge makken voorzien. Franco te bevragen onder lett. W., bij den Boek handelaar J. VAN DER SCHOUW, Breéstraat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 3