SCHETSEN UIT ENGELAND.
i
N°. 3689.
Zaterdag
A°. 1872.
17 Februari.
Feuilleton van liet „Leidsch
Dagblad".
erdenti.
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leidon per 3 mMnden3.00.
Franco per post3.85
Afiondorlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVBRTBNX1EN
Voor iederen regel.J 0.1c.
Grootere letter» naar de plaatsruimte die xg beslaan.
Ge:
STADS-BERICHTEN.
v: NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN, doen te weten:
dat de ingezetenen, die verlangen mogten als vrij
williger bij de nationale militie op te treden, zich
daartoe vóór den laten Maart aanstaande ter Ge
meente-secretarie behooren aan te geven.
De bepalingen der wet van den 19den Augustus
1861 (Staatsblad n°. 72), betrekkelijk de nationale
militie, zijn ten aanzien van de vrijwilligers de volgende:
Art. 11. Om vrijwilhger bij de militie te zijn,
moet men ongehuwd ol kinderloos weduwenaar en
ingezeten wezen, voorts ligchamelijk voor de dienst
geschikt, ten minste 1,56 meter lang, op den 1° Januari
van het jaar der optreding als vrijwilliger het 20ste
jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet volbragt
hebben, tot op het tijdstip der optreding aan zijne
verpligtingen ten aanzien van de militie, zoover die
te vervuilen waren, voldaan en een goed zedelijk ge
drag hebben geleid.
Het bezit van die vereischten, met uitzondering
van de ligchamelijke geschiktheid en van de gevorderde
lengte wordt bewezen door een getuigschrift van den
Burgemeester der woonplaats.
Art. 12. Hij die voor de militie is ingeschreven,
wordt slechts als vrijwilliger toegelaten voor de ge
meente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij geene
verpligtingen ten aanzien van de militie meer te ver
vullen hebbe.
Art. 18. Hij, die bij de zeemagt, bij het leger hier
te lande, of bij het krijgsvolk in 's Rijks Overzeesche
bezittingen heeft gediend, wordt niet als vrijwilliger
bij de militie toegelaten, tenzij hij, bij het verlaten
van de dienst, behalve een bewijs van ontslag, van
den bevelhebber, onder wien hij laatstelijk heelt ge
diend, een getuigschrift hebbe ontvangen, inhoudende,
dat hij zich gedurendezijn diensttijd goed heeft gedragen.
Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn veer
tigste jaar volbragt is, als vrijwilliger bij de militie
worden toegelaten.
Wijders wordt ter kennis van de belanghebbenden
gebragt, dat tot het opmaken van het getuigschrift,
bedoeld bij bovengenoemd art. 11 der Wet, dagelijks,
uitgezonderd de Zondag, van des voormiddags tien
tot des namiddags drie uren, ter Seoretarie dezer
gemeente de gelegenheid bestaat.
Ea geschiedt hiervan openbare kennisgeving door
plaatsing in de Leidtche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. n. BRANDELEB, Burgemeester,
v. PUTTKAMMER, Secretaris.
Leiden, 10 February 1872.
Lelden. 16 Februari.
Thans is rondgedeeld de Memorie van Beant
woording omtrent het wetsontwerp houdende
eene Algemeene belading op de Inkomsten,
ter vervanging van het recht van patent en van
den accijns op het geslacht en de zeep.
De reep is er thans bijgevoegd op de gronden
hieronder vermeld. Wij haasten ons van deze
zeer uitvoerige Memorie het meest belangrijke,
bij wijze van overzicht, onzen lezers mede te dee-
len, onder herinnering dat wij zeiven op de af
schaffing dezer belasting hebben aangedrongen
wanneertot inkomsten-belasting werd overgegaan,
terwijl ook onze kamer van koophandel zich in
gelijken geest heeft verklaard en daartoe gea
dresseerd.
De Memorie vangt aan met de volgende op
merking
Aan de leden, die het afkeurden, dat thans
weder een greep in het samenstel onzer belastin
gen zou worden gedaan, zonder algemeene her
ziening vaD dat stelsel, of zelfs zonder dat liet
voorstel rechtstreeks met zulk eene algemeene
herziening werd in verband gebracht, kan de
Minister niet anders antwoorden, dan hetgeen
hij reeds bij zoo menige gelegenheid heeft ge
zegd, dat, wil men werkelijk en in ernst hervorming
van belasting, men dan een begin zal moeten
maken met eeu deel. Een goede grondslag zal
moeten worden gelegd waarop verder kan worden
voortgebouwd.
Daar voor dil jaar de noodzakelijkheid om een
tekort op de gewone uitgaven te dekken verval
len is door buitengewone ruimere opbrengst der
middelen, zoo bestaat geene reden meer om te
duchten, dat niet de gewone uitgaven door de
gewone ontvangsten zullen gedekt wordön, en
hetgeen nog voor den aanleg van spoorwegen op
deze begrooting mocht te kort komen, behoeft niet
door belastingen gevouden te worden.
Wij staan dus nu, zegt de Minister, op een meer
vrij standpunt. Het schijnt derhalve geraden, het
geen naar de berekening zou overschieten van
het bedrag der inkomstenbelasting, na aftrek
van het patentrecht en den accijns op het geslacht,
te doen strekken tot afschaffing van den accijns
op de zeep. Omtrent de wenschelijkheid dier
afschaffing kan nauwelijks twijfel bestaan. Het
is eene belasting op de reinheid die in veel groo
tere mate den minvermogende drukt dan de meer
gegoeden. Zij belemmert ook de eerlijke nijver
heid en belet verbeteringen aan te brengen in
de wijze van werkeü, waardoor het binneulaudsch
fabrikaat verhinderd wordt met het buiteulandsche
te concurreeren.
Zie hier de financiële berekening waarop het
gewijzigd ontwerp berust.
Wierd de zeepbelasting mede afgeschaft, dan
zou de rekening in het eerste jaar der invoering
van de inkomstenbelasting deze zijn:
'I, der inkomstenbelasting .ƒ6.833.333
Af:
7, der patentbelasting, ge
raamd op f3.S40.800 ƒ2.227.200
7, van den ac
cijns op het ge
slacht, geraamd
op2.030.000 1.353.333
7, van den ac
cijns op de zeep
geraamd op 1,360.000 900.000
4.480.533
overschot 852.800
Dit overschot hebben wij, wel is waar, dit
jaar niet noodig, uiaar het is dan toch niet on
waarschijnlijk dat wij later wel eenig overschot
zullen behoeven. Over een geheel jaar bere
kend, zou dit overschot kunnen bijdragen
ƒ1.279.200.
Daarna wordt de wenschelijkheid der afschaf
fing van den accijDS op het geslacht nader verde
digd tegen de bedenkingen van het Voorloopig
Verslag. Het is waar dat de vieeschprijzen duur
zijn, maar de belasting verduurt ze nog meer.
De afschaffing zal wel prijsvermindering en op
ruiming van formaliteiten te weeg brengen die
de concurrentie tegenhouden, terwijl zij overigens
als premie op den uitvoer werkt ten gunste van
goedkoopere vieeschprijzen in 't buitenland.
Dat de patentbelasting, zooals die in hoofdzaak
nog volgens de wet van 1819 geheven wordt,
zich moeielijk laat verdedigen, daarin kwam men
oveieeo. Doch verscheidene leden beweerden dat
die belasting zeer wel voor verbetering, misschien
voor uitbreiding vatbaar ware.
De Regeering ontkent de mogelijkheid in
geenen deele, maar zoo iu de laatste jaren geene
ernstige poging beproefd is, zij meent dit daaraan
te moeten toeschryven, dat zij eene geheele om
wenteling zou behoeveD, waaruit van zelve zou
te voorschijn treden eene inkomstenbelasting, maar
eeue .zeer eenzijdige, alleen drukkende op de
nijverheid; nieuwe reden om met oil weerstaan-
haren aandrang eene algemeene inkomstenbelas
ting te vorderen. Iu de tegenwoordige wet ont
breken alle redelijke grondslagen voor eenen
billijken aanslag, met uitzondering alleen van
tabel n*. IX.
De aandrang tot afschaffing sedert vele jaren
is dan ook, behalve uit de gebrekkige regeling
dezer belasting, uit het eenzijdige te verklaren.
Eene meer gelijkmatige verdeeling over alle klas
sen der maatschappij zou vele klachten doen
verdwijnen.
Al ware het eens mogelijk dat de patentplich-
tige de belasting op zijne cliënten kon verhalen
niettegenstaande de concurrentie ook met landen,
waar geen patent geheven wordt, is het dan bil
lijk den handel en de fabrieknijverheid als het
ware te belasten met de taak der invordering
van de belastingen voor het Rijk, en hen die
hunne inkomsten in ruste genieten, daarvan vrij
te laten?
De invloed dien de afschaffing van het patent
op den census zal hebben, kan wellicht zeer be
langrijk ziju. Maar, vraagt de Minister, is dit een
kwaad f
Dat de census, die gevestigd is op eene zekere
mate van gegoedbeid, meer de waarheid zal uit
drukken, wanneer ieder naar zijn zuiver inkomen
betaalt, zal toch wel geene afkeuring verdienen.
Daarna volgt eene uitvoerige verdediging der
voordracht met het oog op de noodzakelijkheid
om ons eigen financiewezen op een goedeD grond
slag te regelen en niet langer voor een groot
deel afhankelijk te laten van Indische overschot
ten boven den gewonen sluitpost der O. L begroo
ting. Daarom moeten onze inkomsten versterkt
worden.
Die versterking is, gelijk herhaaldelijk gezegd
is, niet zoo zeer gelegen in het bedrag der voor
gestelde belasting als in hare uitzettende kracht.
Wanneer, ten gevolge der toenemende bevolking
en ontwikkeling, de eischen van de schatkist
hooger stijgen, dan zal men iu de daarmede ge
lijken tred houdende opbrengst dezer belasting
de middelen kunnen vinden om in die vermeer
derde behoeften te voorzien.
naar het fransch van
Ml. T A I E.
III.
Zeden en huiselijk leven.
(Vervolg.)
In geen enkel hui9 le Londen of buiten heb
ik jjBeue inode-journaal aangelroffen. Een mijner
Engeischo vrienden, die in Frankrijk heeft ge-
wooud, zegt mij dat eene wel opgevoede vrouw
dergelijke lafheden niet leest. Daarentegen bevat
het nominer der Britith Women Review, dat ik eens
doorloop, documenten en brieven over de land
verhuizing naar Australië, artikeleD over het
openbaar onderwijs in Frankrijk en andere be
schouwingen; geen romans of gekeuvel over
schouwburgen, noch de „courrier des modes,"
enz. Alles is ernstig en degelijk. Kom daarentegen
bij ons op een kasteel in de provincie en gij
vindt er de mode-journalen met gekleurde platen,
modellen van den nieuwsten vorm der hoedjes,
de verklaring van een nieuwen borduursteek,
kleiue sentimenteele vertellingeD, zoetsappige
complimentjes aan de lezeressen en dan Dog de
correspondentie tusschen den redacteur en de
abonnées op de laatste bladzijde, een meester
stuk van belachelijkheid eu flauwheid. Het is
schande dat iemaud met verstand dergelykeu
kost kan slikken. Een slecht gemaakt kleedje
te hebben is toch nog beter dan een ledig hoofd.
Ik geef hier eenige titels op van stukken door
vrouwen geschreven in de Transactions of the
national Association for the promotion of social scien
ces: Louisa Twining over de Opvoeding door de
werkhuiien; Barbara Collett over de Districtsscholen
voor de armen in Engeland; Mary Carpenter over
de Toepassing van de grondbeginselen der opvoeding
op de scholen voor den minderen stand; Florence
Hill over den Tegenuioordigen toestand van de kolonie
Meltray; Florence Nightingale Statistiek der
hospita/en; Bessie Parkes Toestand van de vrou
wen der werklieden in Engeland en FrankrijkSara
Remond De slavernij in Amerika en haar invloed
op Groot-Briltannii; Mevr. Wiggins Verbetering der
nursetin de landbouw-districtenJu Lie Crow ne - Rapport
van de Maatschappij tot werkverschaffing aan vrouwen,
enz. De meeste dier schrijfsters zijn niet getrouwd,
vele secretaris der werkende vereenigingen, waar.
van de bovengenoemde Revue het hoofdorgaan
is. Eeue van die vereenigingen verschaft werk
aan de vrouwen, een andere bezoekt de werk
huizen, eeu derde de zieken. Al die artikelen
zijn leerzaam en nuttig; de gewoonte om onder
wijs te geven, arinen te bezoeken, inet mannen
te converseeren, discussie, studie, het persoonlijk
iuzicht der feiten hebben vruchten gedragen. Zij
hebben waargenomen en redeneeren, zij dringen
tot in het wezen der zaak door en doorzien het
ware beginsel van elke verbetering.
„Men moet," zegt Mary Carpenter, „iu de eer
ste plaats den wil van het kind ontwikkelen en
leiden, hem inlijven als den voomaamsten soldaat
en den krachtigsten medewerker bij de opvoeding
die men het geeft." Met andere woorden: men
kan slechts door zich zelf verbeterd, volmaakt
worden; het initiatief, de eigen inspanning, hel
self-government zijn onontbeerlijk; de zedelijke
gedragslijn moet niet van buiten worden aange
wezen, maar door eigen overtuiging. WieEngel-
sche romans heeft gelezen weet met welke nauw
keurigheid eu juistheid die vrouweu karakters
beschrijven.
Eenige van die schrijfsters, die buiten heb
ben geleefd en door huiselijke bemoeiingen wei
nig omgang met menschen gehad, schrijven
Wat men ook op de betrekkelijke rechtvaar
digheid van de inkomstenbelasting zou willen
afdingen, zij steekt voordeelig af by de belastin
gen wier vervanging wordt voorgesteld, eu zoo;
vele andere. Het zal altijd gemakkelijker ziju eeu
proportioneel recht te betalen van eeu groot dau
van een klein inkomen, met groote inspanning
verkregen. Maar iu de patentbelasting wordt van
vele groote inkomsten, die gemakkelijk verkregen
worden, in het geheel niet betaald. In de belasting
op het geslacht zal bij gelijk inkomen, onder zeer
verschillende omstandigheden, door den een meer
dan door den ander betaald worden, en in de
zeep zal de verhouding zeer zeker in de omge
keerde rede zijD van liet iukouien. In het personeel,
waarvan de huurwaarde het hoofdbestanddeel is,
die met 5 pCt. wordt belast, betaalt meu even min
iu de betrekkelijke evenredigheid van ziju inko
men; maar hangt het van allerlei omstandigheden
af, welk cijfer ineu van zijn inkouieu bijdraagt.
In groote gemeenten zal de verhouding der huur
waarde tot het in komen doorgaans veel ongun
stiger ziju dan iu kleine. En voorgroote geziuuen
zal die verhouding evenzeer meestal ongunstiger
zijn dau dan voor kleine. Volmaakte evenredig
heid is niet te bereiken, maar deze belastiiig
wijkt daarvan in mindere mate af dan eeuige
andere.
In de gisterenavond gehouden buitengewone
vergadering van het departement Leiden der Maat
schappij tot Nul van '1 Algemeen, maakte de heer
H. Witte, die de spreekbeurt wuarnam, meiizijue
hoorders een uitstap op het zoo schooue eu rijke
gebied der natuur, eD wel, zooals te verwachten
was, bepaaldelijk op dat vau het plantenrijk. Na
eeue inleiding over de natuur in het algemeen,
en het feestgewaad der aarde in 't bijzonder, ging
spreker over tot de hehandeliug van zijn eigenlijk
onderwerp het reizen o/ de verspreiding der planten.
In eene lange reeks van allerbelangrijkste voor
beelden toonde hij aan, hoe dat voornamelijk eu
geheel onwillekeurig geschiedt door den wind,
de vogels, den inensch, door vervoermiddelen, ja
zelfs door oorlogen van vroeger en later tijd.
Na de pauze verklaarde spr., met behulp van
21 afbeeldingen op natuurlijke grootte vau plan
ten, hoe door de inrichting vau zaden, vruchten
en stengeldeelen, tot de uitbreiding en vermenig
vuldiging der plant doelmatig ep krachtig wordt
medegewerkt. Dit leerzaam onderhoud, in schoo-
nen vorm vervat en boeiend voorgedragen, hield
blijkbaar de belangstelling van het gehoor in liooge
mate gaande. Wij hopen dan ook hartelijk dat
de heer VVitte bereid zal zyn nog zeer dikwijls
in het departement als spreker op te treden, en
vele leden alsdan die gelegenheid zullen waar
nemen, om zich zeiven niet alleeti.eeu nuttigen
maar aangeuaineu avoud te verschaften.
Wij vernemen, dat den 12den ilaarl, iu de
Stadsgehoorzaal, door het geheele korps grena
diers en jagers uit 's-Graveiihage, onder leiding
van den heer Duukler, eeue muziekuitvoering
zal gegeven worden.
om in haar onderhoud te voorzien eeue novelle,
waardoor men tot de ontdekking komt, dat zij
het ineiischehjk hart beter keunen dan een psycho
loog van beroep. Kundig, geleerd, nuttig te zyn,
zijne bevindingen aan andereu mede te deelen,
zijne krachten tot iels goeds aau te wendeu, dat
beteekeut iets. Meu moge het belachelijk vinden
eu zeggeu dat op die manier de vrouwen tot
schoolmeesteressen, pédautes, blauwkousen ge
maakt wordeD, wy bebbeu daar inels tegen,
maar hebt ge dau liever de beuzelachtigheid
ouzer buileudaiues, van die vervelende oude
vrijsters, die kanaries opkweeken, koffiepraatjes
houden, haken pn overal hpar neus iu steken
Wal meer zegi, het zijn niet alley blauwkousen;
de meesleu blijven niettemin bevallig en natuur
lijk. Zij leven gewoonlijk zeer eenvoudig. Ik heb
er twee geuoeuid die genie bezitten.
Met beiden heeft eeu Fransch beoefenaar der
schuoue kunsten, die mij zeer goed bekend, is,
zich dikwijls iu gezelschap bevonden eu gespro|tpu,
maar zonder dat zij een enkele maal toegaven
aan liet, zwak der meeste schrijvers van over
zich zelf en hunne werken le spreken.
(Wordt vervolgd.)